INDEXERING NORMBEDRAGEN EN VASTSTELLING REGELING INDIVIDUELE VOORZIENINGEN VOOR MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE DEN HAAG 2014

Vergelijkbare documenten
Regeling individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente Den Haag 2009

REGELING INDIVIDUELE VOORZIENINGEN VOOR MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE DEN HAAG 2010

REGELING INDIVIDUELE VOORZIENINGEN VOOR MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE DEN HAAG 2009

INDEXERING NORMBEDRAGEN EN WIJZIGING REGELING VOOR INDIVIDUELE VOORZIENINGEN VOOR MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE DEN HAAG 2009

INDEXERING NORMBEDRAGEN EN VASTSTELLING REGELING EN INDIVIDUELE VOORZIENINGEN VOOR MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE DEN HAAG 2013

REGELING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE DEN HAAG 2015

Regeling individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning Gemeente Den Haag

Regeling individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning Gemeente Den Haag 2007

REGELING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING DEN HAAG 2016

B E S L U I T Financiële tegemoetkomingen voorzieningen gehandicapten zoals dit is vastgesteld per 1 januari 2004

B E S L U I T Financiële tegemoetkomingen voorzieningen gehandicapten zoals dit is vastgesteld per 1 januari 2003

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2012 (FINANCIEEL BESLUIT)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel,

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag,

Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.

Besluit: Vast te stellen het navolgende Besluit voorzieningen Wmo gemeente Waterland 2013.

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Ede. 8 februari 2011

GEMEENTEBLAD. Nr januari Officiële uitgave van de gemeente Capelle aan den IJssel

2. Besluit Besluit maatschappelijke ondersteuning Capelle aan den IJssel oktober 2018.

Gemeenteblad Bekendmakingen

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE MARUM 2016

Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer

Voorzieningen. Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Grootegast;

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer

FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Achtkarspelen 2012

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heusden 2007

Gemeente Utrechtse Heuvelrug. Financieel Besluit. Behorende bij de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2013

Besluit maatwerkvoorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Roermond 2015

Besluit maatschappelijke ondersteuning 2007

Financieel Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Sint Anthonis 2014

Financieel besluit 2010 Hoofdstuk 1 Regels rond verstrekking en verantwoording. Artikel 1. Regels rond verstrekking en verantwoording

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Berkelland 2010

Besluit maatschappelijke ondersteuning Heemskerk januari 2009

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2015 Nr

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Hoofdstuk 1 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget

Wetstechnische informatie

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning Maasbree 2007

Besluit maatschappelijke ondersteuning maatwerkvoorzieningen gemeente Roermond 2016

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE VELSEN 2013

I. Vast te stellen de Regeling tot wijziging van de Regeling Maatschappelijke ondersteuning Den Haag 2016:

Besluit maatschappelijke ondersteuning citeertitel: Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 Scherpenzeel vastgesteld bij besluit van

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning 2013 gemeente Venray

Burgemeester en wethouders van de gemeente Oldebroek; gelet op het bepaalde in artikel 4 en 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning, alsmede de

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Overbetuwe 2010 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

gelet op artikel van de Wet maatschappelijke ondersteuning en artikel 149 van de Gemeentewet;

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2014 GEMEENTE VELSEN

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2017 Nr

Overzicht aanpassingen Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Waalwijk > 2011

Besluit individuele voorzieningen. Gemeente Tiel Gemeente Tiel Afdeling Werk, Inkomen en Zorg Unit Wmo

Toelichting. Artikel 2

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE ROERMOND

Artikel 3.6 Persoonsgebonden budget hulpmiddel en vervoersvoorziening... 5

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Renkum 2012

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Overbetuwe Onderwerp: Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Overbetuwe 2009

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Duiven 2012

Toelichting Regeling individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente DenHaag

Besluit maatschappelijke ondersteuning Hollands Kroon 2015

BESLUIT WMO GEMEENTE WERKENDAM

Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Heerhugowaard 2014

Besluit nadere regels individuele voorzieningen voor mensen met beperkingen. Hoofdstuk 1 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget

besluit maatschappelijke ondersteuning maatwerkvoorzieningen gemeente Roermond 2017.

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE ALKMAAR.

Financieel Besluit maatschappelijk ondersteuning Zuidhorn 2015 (gewijzigd)

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Staphorst 2016

Financieel Besluit maatschappelijk ondersteuning gemeente Grootegast 2015

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning Leudal

GEMEENTEBLAD. Nr. 9099

Besluit. maatschappelijke ondersteuning. Gemeente Oude IJsselstreek

Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2014 Wassenaar

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2010

B e s l u i t e n: Burgemeester en wethouders van Purmerend, Gelet op Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Purmerend 2011,

Gelet op artikel 15 van de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal,

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Montferland Ingangsdatum 1 januari 2014

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Raalte 2013

Besluit maatschappelijke ondersteuning Hollands Kroon 2015

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Delfzijl Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget

Besluit maatschappelijke ondersteuning Gemeente Wierden 2015

Besluit maatschappelijke ondersteuning Uitgeest januari 2013

DE BEDRAGEN IN DIT BESLUIT GELDEN PER Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Nunspeet 2016

TOELICHTING OP HET BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BUSSUM 2011

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING MAASSLUIS VLAARDINGEN SCHIEDAM 2015

GEMEENTEBLAD. gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Houten;

Besluit Maatschappelijke ondersteuning gemeente Zoetermeer

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dronten,

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oud-Beijerland 2014

Besluit maatschappelijke ondersteuning Gemeente Korendijk

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente <NAAM> 2015 concept. Artikel 3.6 Persoonsgebonden budget hulpmiddel en vervoersvoorziening...

Transcriptie:

Gemeente Den Haag Ons kenmerk BSW/2013.235 RIS 268866 INDEXERING NORMBEDRAGEN EN VASTSTELLING REGELING INDIVIDUELE VOORZIENINGEN VOOR MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE DEN HAAG 2014 HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, gelet op: - artikel 5 en artikel 15 van de Wet maatschappelijke ondersteuning; en - artikel 1.3 van de Verordening individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente Den Haag 2009. Besluit: I. In te trekken: de Regeling voor individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente Den Haag 2013. II. Vast te stellen: de Regeling voor individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente Den Haag 2014: Deze luidt als volgt: REGELING INDIVIDUELE VOORZIENINGEN VOOR MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE DEN HAAG 2014 HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, gelet op de Verordening individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente Den Haag 2009. Besluit: vast te stellen de volgende: Regeling individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente Den Haag 2014 Hoofdstuk 1 Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen In deze Regeling wordt verstaan onder: Postadres: Postbus 12600, 2500 DJ Den Haag Telefoon: 14070 Bezoekadres: Spui 70, Den Haag Internetadres: www.denhaag.nl

BSW/2013.235 2 a. Wet: de Wet maatschappelijke ondersteuning. b. Verordening: de Verordening individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente Den Haag 2009. c. College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag. d. Peiljaar: het tweede kalenderjaar dat voorafgaat aan het kalenderjaar waarin de aanvraag om een voorziening in het kader van de Verordening wordt gedaan. e. Bruto inkomen: het inkomen vóór aftrek van belastingen en premies en zonder overhevelingstoeslag. Artikel 2 Onderdelen van de beschikking 1. In de beschikking op een aanvraag voor een individuele voorziening wordt in aanvulling op hetgeen genoemd in artikel 10 van de Verordening tenminste vermeld: - op welke voorziening de beschikking betrekking heeft; - de ingangsdatum en geldigheidsduur van de beschikking; - de voorschriften en voorwaarden waaraan de rechthebbende dient te voldoen en die van toepassing - zijn op de te verstrekken voorziening; - de bezwaar- en beroepsmogelijkheid. 2. Voor een voorziening die in de vorm van een persoonsgebonden budget wordt toegekend, wordt aanvullend in de beschikking opgenomen aan welke specificaties deze voorziening moet voldoen. Deze specificaties zijn opgenomen in een programma van eisen. 3. Voor huishoudelijke hulp wordt aanvullend op hetgeen vermeld in het eerste lid in de beschikking opgenomen: a. indien de huishoudelijke hulp in natura wordt toegekend; de betreffende categorie huishoudelijke hulp en het aantal te ontvangen zorguren; b. indien de huishoudelijke hulp in de vorm van een persoonsgebonden budget wordt toegekend; de betreffende categorie huishoudelijke hulp, het aantal toegekende zorguren per week, de hoogte van het van toepassing zijnde uurtarief en de voorwaarden waaraan moet worden voldaan Hoofdstuk 2 Voorzieningen 2.1 Het voeren van een huishouden: hulp bij het huishouden Artikel 3 Categorieën hulp bij het huishouden 1. De voorziening hulp bij het huishouden is onder te verdelen in twee soorten hulp: a. Huishoudelijke hulp categorie 1: - huishoudelijk werk, zoals: stofzuigen, reinigen van badkamer en toilet, ramen lappen, kamers opruimen, stof afnemen, bedden opmaken, afhalen en verschonen, opruimen huishoudelijk afval en planten verzorgen; - kleding en linnengoed wassen en strijken; - broodmaaltijd bereiden; - hand- en spandiensten t.b.v. de huishouding; - boodschappen doen voor het dagelijks leven; - actief signaleren van veranderingen in de gezondheid en sociale situatie en van behoefte aan meer of andere zorg en dit communiceren naar de contactpersoon van ondernemer b. Huishoudelijke hulp categorie 2: Huishoudelijke werkzaamheden als genoemd onder a, aangevuld met activiteiten in het kader van organisatie van het huishouden: - opvang en/of verzorging van kinderen; - dagelijkse organisatie van het huishouden; - advies, instructie en voorlichting over huishoudelijk werk.

BSW/2013.235 3 2. Ten aanzien van respijtzorg als bedoeld in artikel 16, lid 2 van de Verordening geldt dat: a. er slechts één maal per kalenderjaar een beroep op kan worden gedaan; b. enkel de voorziening hulp bij het huishouden als bedoeld in artikel 17 van de Verordening kan worden verstrekt; c. er slechts tot verstrekking kan worden overgegaan indien er sprake is van ( dreigende) overbelasting; d. de voorziening hulp bij het huishouden is bedoeld voor het huishouden van de persoon met beperkingen bij wie de mantelzorger zijn taken uitvoert; e. de aanvrager en de persoon bij wie de mantelzorger zijn taken uitvoert voldoen aan alle voorwaarden en vereisten als genoemd in de Verordening, deze Regeling of beleidsregels welke voor voorzieningen ten behoeve van het voeren van een huishouden van toepassing zijn. Artikel 4 Vaststelling van de omvang van de voorziening 1. Bij toekenning van een voorziening huishoudelijke hulp categorie 1 of 2 in natura of in de vorm van een persoonsgebonden budget, wordt de huishoudelijke hulp uitgedrukt in het aantal uren per week. 2. De hoogte van een persoonsgebonden budget voor huishoudelijke hulp bedraagt per uur 14,40 voor huishoudelijke hulp van categorie 1 en 18,80 per uur voor huishoudelijke hulp van categorie 2. Artikel 5 Periode waarin recht bestaat op een voorziening Huishoudelijke hulp in de vorm van een natura verstrekking dan wel een persoonsgebonden budget, wordt verleend voor een periode die: a. niet eerder aanvangt dan de dag, met ingang waarvan de aanvrager volgens de beschikking op de voorziening is aangewezen en b. eindigt met ingang van de dag, waarop de beschikking zijn geldigheidsduur verliest. Artikel 6 Uitbetaling van de voorziening huishoudelijke hulp in natura Huishoudelijke hulp in natura wordt betaald aan de zorgaanbieder. Artikel 7 Uitbetaling persoonsgebonden budget De uitbetaling vindt plaats per vier weken conform de CAK periodetabel. Artikel 8 Totstandkoming eigen bijdrage 1. De verschuldigde eigen bijdrage is afhankelijk van het bijdrageplichtige inkomen, leeftijd en huwelijkse staat. a. Het bijdrageplichtige inkomen bedraagt voor de ongehuwde persoon die de pensioengerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt 23.295,00; b. Het bijdrageplichtige inkomen bedraagt voor de ongehuwde persoon die de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt 16.456,00; c. Het bijdrageplichtige inkomen bedraagt voor gehuwde personen indien een van beiden de pensioengerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt of beiden die leeftijd nog niet hebben bereikt 29.174,00; d. Het bijdrageplichtige inkomen bedraagt voor gehuwde personen die beiden de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt 22.957,00.

BSW/2013.235 4 2. Bij het Besluit maatschappelijke ondersteuning worden de bedragen genoemd in het eerste lid gewijzigd aan de hand van de ontwikkelingen van het minimumloon, bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de Wet minimumloon en minimum vakantiebijslag. Artikel 9 Omvang eigen bijdrage 1. De verschuldigde eigen bijdrage voor de voorziening hulp bij het huishouden als bedoeld in artikel 3 eerste lid onder a en b en het tweede lid bedraagt niet meer dan: a. 19,00 per vier weken voor de ongehuwde persoon die de pensioengerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt met een bijdrageplichtige inkomen gelijk aan of lager dan 23.295,00; b. 19,00 per vier weken voor de ongehuwde persoon die de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt met een bijdrageplichtige inkomen gelijk aan of lager dan 16.456,00; c. 27,20 per vier weken voor gehuwde personen indien een van beiden de pensioengerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt of beiden die leeftijd nog niet hebben bereikt met een bijdrageplichtige inkomen gelijk aan of lager dan 29.174,00; d. 27,20 per vier weken voor gehuwde personen die beiden de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt met een bijdrageplichtige inkomen gelijk aan of lager dan 22.957,00. 2. Voor alle personen genoemd in het eerste lid geldt dat indien het inkomen meer bedraagt dan het bijdrageplichtige inkomen de verschuldigde eigen bijdrage wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen zijn (gezamenlijke) inkomen en het bijdrageplichtige inkomen. 3. De berekende bedragen worden naar beneden afgerond op een veelvoud van 0,2. 4. Bij het Besluit maatschappelijke ondersteuning worden de bedragen van 19,00 en 27,20 als bedoeld in het eerste lid, en het bedrag van 2.500,00 als bedoeld in artikel 10, derde en vierde lid, jaarlijks gewijzigd aan de hand van de prijsindex voor de gezinsconsumptie. De afronding als bedoeld in het derde lid wordt buiten beschouwing gelaten. 5. De eigen bijdrage per vier weken bedraagt nooit meer dan het door de opdrachtgever vastgestelde tarief van de voorziening. Artikel 10 Berekening inkomen 1. Het bijdrageplichtig inkomen, bedoeld in de artikelen 8 en 9, tweede lid, bestaat uit het inkomen over het peiljaar, vermeerderd met 8% van de grondslag sparen en beleggen over het peiljaar van de ongehuwde verzekerde dan wel 8% van de gezamenlijke grondslag sparen en beleggen, bedoeld in artikel 5.2, tweede lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001, over het peiljaar van de gehuwde verzekerden. 2. Inkomen dat in het buitenland wordt belast, dan wel is vrijgesteld van belasting op grond van bepalingen van internationaal recht, wordt mede in aanmerking genomen als ware dit aan de Nederlandse belastingwetgeving onderworpen. 3. Op aanvraag van de persoon aan wie maatschappelijke ondersteuning is verleend vindt, in afwijking van het eerste lid, een voorlopige vaststelling van het bijdrageplichtig inkomen plaats op grond van het inkomen en de grondslag sparen en beleggen van het lopende jaar, indien redelijkerwijs te verwachten is dat het bijdrageplichtig inkomen in het lopende jaar ten minste 2.500,00 lager zal zijn dan het bijdrageplichtig inkomen, bedoeld in het eerste lid. 4. Indien het derde lid is toegepast, vindt na afloop van het jaar definitieve vaststelling van het bijdrageplichtig inkomen over dat jaar plaats. Indien daarbij blijkt dat het bijdrageplichtig inkomen in het lopende jaar minder dan 2.500,00 lager is geweest dan het bijdrageplichtig inkomen, bedoeld in het eerste lid, vindt definitieve vaststelling plaats overeenkomstig het eerste lid. 5. De aanvraag, bedoeld in het derde lid, wordt gedaan uiterlijk drie maanden na afloop van het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

BSW/2013.235 5 Artikel 11 Wijziging burgerlijke staat Voor de toepassing van de artikelen 9 en 10 wordt een wijziging in de burgerlijke staat van de ongehuwde persoon of gehuwde personen en het bereiken van een van belang zijnde leeftijd van een van deze personen in aanmerking genomen met ingang van de datum waarop de bijdrage wordt vastgesteld. Artikel 12 Oplegging eigen bijdrage 1. De eigen bijdrage wordt vastgesteld uiterlijk 24 maanden nadat het CAK ervan in kennis is gesteld dat maatschappelijke ondersteuning wordt verleend. 2. Indien het CAK de eigen bijdrage niet binnen de in het eerste lid bedoelde periode heeft vastgesteld, kan op een later tijdstip alsnog de eigen bijdrage worden vastgesteld. De ingangsdatum met ingang waarvan de eigen bijdrage is verschuldigd, mag dan niet langer dan 24 maanden liggen voor de dag waarop het besluit waarin de eigen bijdrage wordt vastgesteld, is verzonden. Artikel 13 Evenredige reductie Indien de periode, waarvoor het persoonsgebonden budget is verleend, niet volledig gelijk valt met de door het CAK gehanteerde (vier wekelijkse) periodetabel, wordt het persoonsgebonden budget voor die betreffende (begin- of eind-)periode naar evenredigheid berekend. Artikel 14 Niet bestede deel van het persoonsgebonden budget Vervallen per 01-01-2012 Artikel 15 Verantwoording persoonsgebonden budget hulp bij het huishouden 1. De budgethouder dient een schriftelijke overeenkomst met de zorgaanbieder af te sluiten en een financiële urenadministratie per week/maand bij te houden met betrekking tot de besteding van het persoonsgebonden budget. Op verzoek moet de budgethouder de administratie aan de gemeente overleggen. Onrechtmatige besteding van het pgb kan leiden tot terugvordering. 2. Overeenkomsten, bankafschriften, declaraties en nota s moeten vijf jaar worden bewaard om controle mogelijk te maken. 3. Betalingen aan zorgverleners moeten via de bank plaatsvinden. Artikel 16 Besteding persoonsgebonden budget buiten Den Haag Het persoongebonden budget kan door de budgethouder buiten Den Haag worden besteed aan hulp bij het huishouden. Dit is mogelijk indien de budgethouder staat ingeschreven in de gemeentelijke bevolkingsadministratie van de gemeente Den Haag. Artikel 15 van de regeling blijft onverkort van toepassing. 2.2 Het voeren van een huishouden: het normale gebruik van de woning Artikel 17 Voorzieningen voor het normale gebruik van de woning 1. Een voorziening als bedoeld in artikel 23 van Verordening wordt slechts verstrekt ten behoeve van het opheffen van beperkingen bij het normale gebruik van de woning zelf en is gericht op elementaire woonfuncties. 2. Onder woning als genoemd in het eerste lid wordt slechts de woning zelf verstaan. Inrichting van de woning valt hierbuiten, tenzij in de Verordening of deze Regeling specifiek anders wordt aangegeven.

BSW/2013.235 6 3. Een woonvoorziening als genoemd in artikel 23 onder a. van de Verordening wordt slechts verstrekt als dit redelijkerwijs technisch mogelijk is. Artikel 18 Verhuiskostenvergoeding Het bedrag van de financiële tegemoetkoming in het kader van de woonvoorziening verhuis- en inrichtingskosten als genoemd in artikel 23 onder e. van de Verordening bedraagt 2.705,00. Artikel 19 Afschrijvingstermijnen 1. De afschrijvingstermijn voor woonvoorzieningen als bedoeld in de Verordening is 7 jaar. 2. In afwijking van het eerste lid kan naar aanleiding van de aard en eigenschappen van de voorziening en het gebruik een afwijkende afschrijvingstermijn worden bepaald. Artikel 20 Vaststelling van de omvang van de voorziening 1. Bij toekenning van een woonvoorziening wordt de omvang van de voorziening vastgesteld op basis van het programma van eisen als bedoeld in artikel 25 van de Verordening. 2. Het persoonsgebonden budget voor woonvoorzieningen wordt vastgesteld op basis van het programma van eisen als bedoeld in artikel 25 van de Verordening. Ter beoordeling aan het college wordt dat bedrag verhoogd met een bedrag voor onderhoud en reparatie. 2.3 Het zich verplaatsen in en om de woning Artikel 21 Bepaling hoogte persoonsgebonden budget Het persoonsgebonden budget voor een rolstoelvoorziening wordt vastgesteld op basis van het programma van eisen als genoemd in artikel 41 van de Verordening. Ter beoordeling aan het college wordt dat bedrag verhoogd met een bedrag voor onderhoud en reparatie. 2.4 Het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel. Artikel 22 Vervoersvoorzieningen Indien een voorziening als genoemd in artikel 43 onder a. tot en met n. van de Verordening geen adequate oplossing biedt om de persoon met beperkingen in staat te stellen zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel en maatschappelijke participatie in het kader van het leven van alledag anders onmogelijk is, kan gekozen worden voor een andere vervoersvoorziening. Hetgeen bepaald in de artikelen 2 en 42 van de Verordening blijft hierbij onverminderd van toepassing. Artikel 23 Inkomensgrens vervoersvoorzieningen Vervallen per 1 januari 2013 Artikel 24 Financiële tegemoetkomingen vervoersvoorzieningen

BSW/2013.235 7 1. De hoogte van de financiële tegemoetkoming in de kosten van vervoersvoorzieningen bedraagt per jaar voor: a. eigen vervoer of vervoer door derden 942,00; b. vervoer door middel van een bruikleenauto of open of gesloten buitenwagen 617,00; c. rolstoeltaxivervoer 2.813,00; d. begeleidingskosten 327,00. 2. Indien de in lid 1 onder a tot en met d vermelde voorziening voor korter dan een jaar wordt verleend, wordt het aldaar vermelde bedrag evenredig verminderd. 3. De financiële tegemoetkoming in de kosten van vervoersvoorzieningen als genoemd in lid 1 onder a, b en d wordt uitgekeerd als een forfaitaire vergoeding. 4. De financiële tegemoetkoming in de kosten van de vervoersvoorziening als genoemd in lid 1 onder c wordt uitgekeerd op basis van bevoorschotting en van periodiek in te dienen declaraties door middel van een hiertoe door het college verstrekt formulier. a. de declaratie voor rolstoeltaxivervoer dient te bestaan uit gegevens waarmee wordt aangetoond dat er gebruik is gemaakt van een rol- of ligstoeltaxi. b. de gereden ritten komen alleen voor vergoeding in aanmerking wanneer deze plaatsvinden in de directe woon- en leefomgeving. Hieronder wordt verstaan het woonadres in Den Haag met daar omheen een schil van 4 OV-zones, tenzij door het college anders is aangegeven. Artikel 25 Bepaling omvang persoonsgebonden budget Het persoonsgebonden budget voor een vervoersvoorziening wordt vastgesteld op basis van het programma van eisen als genoemd in artikel 45 van de Verordening. Ter beoordeling aan het college wordt dat bedrag aangevuld met een vergoeding voor instandhoudingkosten zoals een bedrag voor onderhoud en reparatie. Artikel 26 Aanvragers 70 jaar en collectief aanvullend vervoer Alle personen die ten tijde van de aanvraag zeventig jaar of ouder zijn en een vervoersbehoefte hebben voor de (middel)lange afstand, komen in aanmerking voor het collectief aanvullend vervoer. Aan hen worden geen aanvullende voorwaarden gesteld. Artikel 27 Bijdrage collectief aanvullend vervoer De gebruikers van het collectief aanvullend vervoer betalen een vaste eigen bijdrage per jaar van 28,00. 2.5 Hulpmiddelen voor deelname aan een sportactiviteit Artikel 28 Hoogte financiële tegemoetkoming sporthulpmiddelen De hoogte van de financiële tegemoetkoming in de kosten van sportvoorziening bedraagt voor: 1. een sportrolstoel 3.343.00. 2. sporthulpmiddelen als bedoeld in artikel 48 onder b. van de Verordening: Tak van sport Sporthulpmiddel Financiële tegemoetkoming E-hockey Aanpassing ADL-rolstoel 3.343,00 E-hockey Zelfschietende hockeystick 885,00

BSW/2013.235 8 Fietsen Ligfiets 5.534,00 Fietsen Tandemfiets 2.767,00 Golf Aanpassing bestaande scootmobiel 1.107,00 Handbike Aankoppelbaar deel 3.343,00 Handbike Fastframe 5.534,00 Paardensport Aangepaste zadels 1.107,00 Rolstoelbasketbal Sportrolstoel 4.427,00 Rolstoelrugby Sportrolstoel 6.641,00 Ski- en Zitski 5.534,00 sneeuwsport Sportschieten Elektronische kijker 553,00 Sportschieten Laservizier 553,00 Zeilen Aanpassingen aan boot 5.534,00 Artikel 29 Frequentie van toekenning 1. Een financiële tegemoetkoming voor een sporthulpmiddel wordt maximaal eenmaal per drie jaar verstrekt. 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, wordt een financiële tegemoetkoming voor aangepaste zadels of een zitski maximaal eenmaal per vijf jaar verstrekt. Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotbepalingen Artikel 30 Afwijken Het college kan wanneer er sprake is van een pilot of op basis van een project besluiten om af te wijken van deze regeling. Artikel 31 Hardheidsclausule Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen in de regeling als toepassing van de bepalingen uit deze regeling tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

BSW/2013.235 9 Artikel 32 Teruggaaf hulpmiddel / terugbetaling PGB 1. Als een hulpmiddel binnen de gestelde periode waarvoor het Pgb is verstrekt niet langer wordt gebruikt dient dit binnen 30 dagen aan de gemeente te worden gemeld. Het bedrag van het Pgb moet vervolgens naar rato worden terugbetaald, dan wel het hulpmiddel zal in eigendom aan de gemeente dienen te worden overgedragen. Hiervoor wordt geen vergoeding verstrekt. 2. Bij verhuizing naar een andere gemeente dient het hulpmiddel zonder recht op enige vergoeding in eigendom aan de gemeente te worden verstrekt dan wel dient naar rato het bedrag van het Pgb door de cliënt of door de gemeente van de nieuwe woonplaats te worden terugbetaald. 3. In geval van overlijden van de aanvrager dienen de erven ofwel het bedrag naar rato terug te betalen of het hulpmiddel zonder recht op enige vergoeding over te dragen aan de gemeente. 4. De hoogte van het terug te betalen Pgb wordt berekend door het aantal hele maanden vanaf het moment van niet gebruik tot aan het eind van de afschrijvingstermijn te delen door de voor het hulpmiddel van toepassing zijnde afschrijvingstermijn in maanden en deze breuk vervolgens te vermenigvuldigen met de hoogte van het oorspronkelijk verstrekte PGB. Artikel 33 Ingangsdatum Deze Regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2014. Artikel 34 Intrekking De Regeling Individuele Voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente Den Haag 2013, zoals die is vastgesteld per 11 december 2012 (RIS 255713), wordt per 1 januari 2014 ingetrokken. Artikel 35 Citeertitel Deze Regeling kan worden aangehaald als Regeling individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning Gemeente Den Haag 2014. III. Dat dit besluit wordt gepubliceerd in het gemeenteblad van week 52 van 2013 en met ingang van 24 december 2013, inclusief bijlagen, terug te vinden zal zijn op de site www.denhaag.nl/bestuurlijkestukken, onder risnummer 268866. Den Haag, 10 december 2013 Het college van burgemeester en wethouders, de secretaris, de locoburgemeester, Annet Bertram Marnix Norder

BSW/2013.235 10 Bijlage I FINANCIËLE TEGEMOETKOMING KOSTEN WONINGSANERING TEN GEVOLGE VAN ALLERGIE Artikelomschrijving afmeting Normbedrag 2014 Deken/dekbed - éénpersoons 150 x 220 67,70 - tweepersoons 190 x 240 96,00 Vloerbedekking / linoleum woonkamer, keuken, gang, toilet per m² 29.90 Vloerbedekking slaapkamer per m² 15,00 Overgordijnen breed 1.20 m per mtr. 16,40 Vitrage breed 1.20 m per mtr. 12,60 Bij ouderdom - Tot 2 jaar 100% van het normbedrag. - Tot 4 jaar 75% van het normbedrag. - Tot 6 jaar 50% van het normbedrag. - Tot 8 jaar 25% van het normbedrag.

BSW/2013.235 11 Bijlage II LIJST VAN EENVOUDIGE GENORMEERDE AANPASSINGEN Aangepaste raamopener 274,00 4001 Afsluitbaar kastje (anti vandaal) tbv voeding wcd en accu scootermobiel leveren, aanpassen en plaatsen. Incl. aanleggen voeding 557,00 4121 Afsluitb kastje tbv scootmob muurslot incl voeding 718,00 4130 Anti-slip coating (tot 5 m2) 431,00 4002 Badkraan, begrenzer, eenhandel 10 cm 326,00 4004 Badkraan, begrenzer, eenhandel 17 cm 308,00 4003 Badkraan, thermostaat 374,00 4005 Badkraan, thermostaat, eenhandel 15 cm 551,00 4006 Bedpapegaai, plafondmontage 166,00 4007 Bedpapegaai, wandmontage 288,00 4008 Deurautomaat: afdekkap voor buitenmontage 316,00 4103 Deurautomaat: deurautomaat compleet, incl. elektra 3.177,00 4101 Deurautomaat: herplaatst 1.047,00 4132 Deurautomaat: inbouw ontvanger en handzender 157,00 4102 Deurautomaat: naleveren en instellen van handzender 157,00 4105 Deurautomaat: nalevering van ontvanger, opbouw op bestaande aandrijving 489,00 4106 Deurautomaat: sleutelschakelaar op/inbouw (incl. cilinder) 285,00 4104 Deurautomaat won.corp; incl.handz, 5 jr. onderhoud 4.458,00 4131 Deurontgrendeling: bedieningspunt extra 345,00 4009 Deurontgrendeling: bedieningspunt verplaatsen 163,00 4010 Dorpel verwijderen en afwerken met aluminium strip (binnen) 113,00 4011 Dorpeloploop afschuinen met geprofileerd multiplex afmeting cm oplopend naar cm. Tot maximaal 4 cm oploop 110,00 4122 Dorpeloploop afschuinen met kunstharstmortel 107,00 4012 Douchekop, slang en glijstang, lengte 100 cm 197,00 4014 Douchekraan verplaatsen 219,00 4015 Douchekraan, begrenzer, eenhandel 10 cm 249,00 4018 Douchekraan, thermostaat 312,00 4022 Douchekraan, thermostaat, eenhandel 15 cm 498,00 4023 Douchekraan, thermostaat, eenhandel 15 cm, omstel 642,00 4024 Douchekraan, thermostaat, omstel 455,00 4025 Douchezitje verwijderen (incl. wand herstellen) 50,00 4027 Douchezitje, meerprijs contraplaat 82,00 4028 Douchezitje, opklapbaar, dubbele scharn. hulppoot, kunststof 411,00 4029 Douchezitje, opklapbaar, kunststof 295,00 4030 Douchezitje, opklapbaar, rugleuning, armleggers, dubbele scharn. hulppoot, kunststof 568,00 4031 Douchezitje, opklapbaar, rugleuning, dubbele schanierende hulppoot, kunststof 531,00 4032

BSW/2013.235 12 Douchezitje, opklapbaar, rugleuning, kunststof 416,00 4033 Douchezitje, opklapbaar, rugleuning, opklapbare armleggers, kunststof 452,00 4035 Fonteinkraan, eenhandel 10 cm 175,00 4039 Fonteintje verhangen of verwijderen 151,00 4041 Galerij: leuningwerk/balustrade ophogen (per m¹) 82,00 4117 Glijstang plaatsen (100 cm) 193,00 4043 Handzender (zonder ontvanger) 159,00 4045 Keukenkraan (wand), thermostaat 524,00 4050 Keukenkraan (wand), thermostaat, eenhandel 10 cm 498,00 4051 Leuning (hout) per meter 66,00 4052 Muurslot 162,00 4133 Opklapbare beugel 50 cm 153,00 4053 Opklapbare beugel 60 cm 157,00 4054 Opklapbare beugel 70 cm 160,00 4055 Opklapbare beugel 80 cm 163,00 4056 Opklapbare beugel 90 cm 166,00 4057 Opklapbare beugel meerprijs contraplaat 71,00 4058 Opklapbare beugel meerprijs hulppoot 75,00 4059 Opklapbare beugel meerprijs statief 162,00 4060 Opklapbare beugel meerprijs toiletrolhouder 28,00 4061 Opklapbare beugel verplaatsen 65,00 4062 Opnamemeter indien voeding niet van klant (voor opladen accu) 92,00 4125 Radiator verplaatsen 344,00 4063 Scooterstalling: aanbrengen van straatwerk incl. grond/planten verwijderen (gemiddeld 5 m²) 840,00 4108 Scooterstalling: aanleggen van elektra 289,00 4113 Scooterstalling: aanvraag bouwvergunning verzorgen 465,00 4107 Scooterstalling: bestrating herstraten, gem. 5 m2 428,00 4109 Scooterstalling: beton, compleet met elektra, vergunning en straatwerk 6.383,00 4126 Scooterstalling: beton, leveren en plaatsen LxBxH (inwendig) 2100x1600x1840 mm 4.446,00 4111 Scooterstalling: betonnen berging (ver)plaatsen: kraanhuur en begeleiding 842,00 4112 Scooterstalling: graaf- en straatwerk elektra, 5 m2 261,00 4114 Scooterstalling: metaal, compleet met elektra, vergunning en straatwerk 6.338,00 4127 Scooterstalling: metaal, leveren en plaatsen LxBxH (inwendig) 1625x1190x1320 mm 4.401,00 4110 Scooterstalling: wandcontactdoos, lichtpunt en plankje voor acculader t.b.v. de betonnen berging 282,00 4115 Straatwerk: aanbrengen van nieuw straatwerk incl. grond/planten verwijderen (niet te gebruiken voor scooterstallingen) 168,00 4120 Straatwerk: ophogen per m² tot 15 cm hoog excl. opsluitbanden (niet te gebruiken voor scooterstallingen) 113,00 4118 Straatwerk: ophogen per m² tot 15 cm hoog incl. opsluitbanden (niet te gebruiken voor scooterstallingen) 124,00 4119 Terras ophogen (max.15 cm) per vierkante meter 102,00 4065

BSW/2013.235 13 Toilet, hoog reservoir aanbrengen 146,00 4066 Toilet, reservoir verhogen 71,00 4067 Toilet, toiletpot van andere hoogte, incl. bril 449,00 4068 Toiletrolhouder verplaatsen 30,00 4069 Tussentrede plaatsen 150,00 4128 Vlonders/hellingbanen (per m²) 263,00 4116 Voorrijkosten 46,00 4100 Wandbeugel meerprijs contraplaten (2 stuks) 61,00 4071 Wandbeugel verplaatsen 31,00 4072 Wandbeugel verwijderen (incl. wand herstellen) 33,00 4073 Wandbeugel, 020 t/m 090 cm staalgecoat 84,00 4129 Wandbeugel, 030 cm staalgecoat 72,00 4074 Wandbeugel, 040 cm staalgecoat 75,00 4075 Wandbeugel, 050 cm staalgecoat 80,00 4076 Wandbeugel, 060 cm staalgecoat 83,00 4077 Wandbeugel, 070 cm staalgecoat 84,00 4078 Wandbeugel, 080 cm staalgecoat 87,00 4079 Wandbeugel, 090 cm staalgecoat 90,00 4080 Wandbeugel, 100 cm staalgecoat 93,00 4081 Wandbeugel, 110 cm staalgecoat 109,00 4082 Wandbeugel, 120 cm staalgecoat 113,00 4083 Wandbeugel, 200 cm staalgecoat 199,00 4091 Wandcontactdoos + plankje (voor opladen accu) 275,00 4092 Wastafelbeugel, staalgecoat 316,00 4096 Wastafelkraan, begrenzer, eenhandel 10 cm 219,00 4097 Zeepbakje verhangen 28,00 4099

BSW/2013.235 14 Bijlage III FINANCIËLE TEGEMOETKOMING VERVANGING WOONVOORZIENING Keuken, 270 cm Vergoeding 2014 Nastelbaar 1.865,00 Mechanisch verstelbaar 4.485,00 Elektrisch verstelbaar 6.541,00 Hittebestendig werkblad 351,00 Hoge toiletpot 125,00 Genoemde bedragen zijn exclusief BTW.

BSW/2013.235 15 Indexering normbedragen en wijziging Regeling voor individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente Den Haag 2014 1. Trendmatige verhoging Systematiek Jaarlijks worden de normbedragen voor de individuele verstrekkingen (woon- en vervoersvoorzieningen) en de toetsinkomens voor vervoersvoorzieningen binnen de Wmo aangepast aan de te verwachten inflatiepercentages voor het komende jaar. Met betrekking tot de berekeningswijze is in 2005 met de directie Financiën afgesproken om de te verwachten trend voor het komende jaar te verrekenen met de nacalculatie op de trend van het lopende jaar. Dit betekent voor 2014: Prijzen Voorcalculatie 2014 2,0 % Nacalculatie 2013 0,0 % + Totaal 2,0 % Normbedragen individuele voorzieningen Aangezien de door concern vastgestelde nacalculatie van de prijsindex 2013 en de voorcalculatie van de prijsindex 2014 per saldo op 2,0 % uitkomt, zullen de normbedragen voor de vergoedingen die burgers krijgen, met 2,0 % worden verhoogd. Hulp bij het Huishouden Voor hulp bij het Huishouden geldt dat de norminkomens en de daarbij behorende maximum eigen bijdragen middels een Algemene maatregel van bestuur (het Besluit maatschappelijke ondersteuning) door het Ministerie jaarlijks worden aangepast. Deze wijzigingen zijn eveneens in de regeling opgenomen. 2. Overige wijziging ten opzichte van bestaande Regeling: In het hiervoor genoemde Besluit maatschappelijke ondersteuning (Bmo) zijn (of worden per 1 januari 2014) door de wetgever nog enkele wijzigingen aangepast, die integraal zijn overgenomen in de regeling. Dit betreft de volgende artikelen: Artikel Aard van de wijziging 4.1 sub b Bmo Regelt binnen welke termijn de eigen bijdrage nog kon worden opgelegd. 4.2 Bmo Introductie van de vermogensheffing en wijziging van de bepalingen ten aanzien van voorlopige vaststelling van het bijdrageplichtig inkomen. 4.3 Bmo Regelt het moment waarop een gewijzigde omstandigheid (wijziging in burgerlijke staat of het bereiken van een van belang zijde leeftijd) voor de vaststelling van de eigen bijdrage in aanmerking wordt genomen. De tekst in de gemeentelijke regeling was niet meer in overeenstemming met de tekst uit het - in 2009 gewijzigde - Bmo. Dit is nu gerepareerd.