Directe toegang podotherapie nog onbekend bij patiënt; selectief keuzegedrag voor podotherapeut blijft uit Simone Eisses-Panayiotou & Nicole Ketelaar ISSN 0929-5380 DOI 10.1007/s12481-016-0125-6 1 23
Your article is protected by copyright and all rights are held exclusively by Bohn Stafleu van Loghum. This e-offprint is for personal use only and shall not be self-archived in electronic repositories. If you wish to self-archive your article, please use the accepted manuscript version for posting on your own website. You may further deposit the accepted manuscript version in any repository, provided it is only made publicly available 12 months after official publication or later and provided acknowledgement is given to the original source of publication and a link is inserted to the published article on Springer's website. The link must be accompanied by the following text: "The final publication is available at link.springer.com. 1 23
DOI 10.1007/s12481-016-0125-6 Directe toegang podotherapie nog onbekend bij patiënt; selectief keuzegedrag voor podotherapeut blijft uit Simone Eisses-Panayiotou Nicole Ketelaar Bohn Stafleu van Loghum 2016 Samenvatting Sinds 2011 is podotherapie in Nederland direct toegankelijk geworden als gevolg van veranderingen in het gezondheidszorgsysteem en professionalisering van de beroepsgroep. Uit dit eerste onderzoek naar directe toegang van podotherapie blijkt dat, vier jaar na invoering, slechts een klein deel van de patiënten kiest voor directe toegang. Belangrijkste reden is onvoldoende kennis over de mogelijkheid tot directe toegang en het ontbreken van selectief keuzegedrag. Dit blijkt uit het afstudeeronderzoek van podotherapeut Simone Eisses-Panayiotou aan de masteropleiding Health Care & Social Work. Trefwoorden Vrije toegankelijkheid Gezondheidszorg Directe Toegang Podotherapie In Nederland vormen voet- en enkelklachten tezamen 8 % van alle musculoskeletale klachten en 17,6 % van alle klachten aan de onderste extremiteit die bij de huisarts worden gezien [1]. In de meeste Europese landen gaan patiënten voor hun voetklacht eerst naar hun huisarts [2]. InNederlandverwijstin velegevallen de huisarts, in de rol als poortwachter, door naar de orthopeed, de podotherapeut of de pedicure [3]. Door het toenemend gebruik van de gezondheidszorg en de daarmee gepaard gaande stijgende kosten, is er in 2006 een plan in werking getreden met als Dit onderzoek is uitgevoerd in het kader van een afstudeeronderzoek aan Saxion Hogescholen te Enschede, vanuit de groepspraktijk voor Podotherapie, Podopedie Achilleonzorg, te Groningen. S. Eisses-Panayiotou ( ) Juffair Manama, Bahrein rseisses@hotmail.com dr. N. Ketelaar Enschede, Nederland doel de zorg toegankelijk, van hoogstaande kwaliteit en financieel haalbaar te houden [4]. Onderdeel van dit plan is een nieuwe visie op de patiënt: deze wordt beschouwd als autonome gebruiker van de gezondheidszorg en gestimuleerd een bewuste keuze te maken voor een bepaalde zorgverlener [5]. Een van de ingezette veranderingen is het direct toegankelijk maken van de paramedische beroepen, waaronder podotherapie in 2011, wat aangeeft dat de podotherapeut vanaf dat moment wordt gezien als volwaardig professionalbinnenzijnvakgebied. Vanuit onderzoeken die zijn uitgevoerd binnen de fysio- en oefentherapie blijkt dat directe toegang wordt gezien als een van de manieren om kostenbesparing en efficiënte zorg te realiseren [6]. Patiënten kunnen direct naar de therapeut, zonder tussenkomst van een huisarts of specialist [7]. Daarnaast blijkt dat directe toegang leidt tot profilering van de beroepsgroep [8], een hogere tevredenheid van de patiënt over de behandelaar [9] en het sneller behalen van behandeldoelen [10]. Voor de podotherapeut heeft de directe toegang geleid tot veranderingen, waaronder meer verantwoordelijkheid voor en vrijheid van de patiënt. Daarnaast is directe toegang een stimulans voor de patiënt om zelf een keuze te maken voor een podotherapeut. Dit is het eerste onderzoek naar de directe toegang van podotherapie in Nederland. De volgende onderzoeksvraag is geformuleerd: In welke mate wordt er door patiënten, vier jaar na invoering, gebruikgemaakt van directe toegang podotherapie? De onderzoeksvraag is aangevuld met deelvragen die zich richten op de verschillen tussen patiënten die mét en patiënten die zónder een verwijzing de podotherapeut raadplegen.
Tabel 1 Motieven om rechtstreeks een podotherapeut te benaderen (n =30 a ) Motief n Ik weet zelf ongeveer wat mijn klacht inhoudt 23 Het spaart mij tijd 22 Ik weet zelf niet precies wat mijn klacht inhoudt, maar ik denk dat 19 de podotherapeut beter kan bepalen of podotherapie zinvol is dan mijn huisarts Ik heb deze klacht eerder gehad en heb hiervoor ook eerder podotherapie 16 gehad Ik ken deze podotherapeut/praktijk goed 12 Ik verwacht niet dat mijn huisarts/specialist zal doorverwijzen naar 6 de podotherapeut Mijn huisarts/specialist is slecht bereikbaar 1 Ik woon ver van mijn huisarts/specialist vandaan 1 a Meer antwoorden waren mogelijk. Tabel 2 Motieven om eerst naar de huisarts/specialist te gaan (n =52 a ) Motief n Ik vind het prettig dat eerst mijn huisarts/specialist goed naar mijn 42 klachten kijkt Mijn huisarts/specialist heeft een goed overzicht van al mijn aandoeningen/klachten 39 Ik wist niet dat ik zonder verwijzing van mijn arts naar de podotherapeut 33 kan Ik was vergeten dat ik zonder verwijzing van mijn arts naar een 33 podotherapeut kan Ik kende zelf geen goede podotherapeut/praktijk 24 Ik weet niet zeker of mijn verzekering podotherapeutische behandeling 22 zonder verwijzing van een arts vergoedt Ik was al bij de huisarts/specialist voor een andere klacht 20 Ik ben bang dat de podotherapeut iets over het hoofd ziet 3 a Meerdere antwoorden waren mogelijk. Methode In de periode november en december van 2015 is binnen de locaties van groepspraktijk Podopedie Achilleonzorg in regio Noord-Nederland een cross-sectioneel kwantitatief onderzoek uitgevoerd. In dit onderzoek werd bij alle nieuwe patiënten (n = 151) gekeken naar het gebruik van directe toegang binnen de podotherapieendeverschillentussenpatiëntenmetenzonder een verwijsbrief. Na het eerste bezoek werd de patienten gevraagd een vragenlijst in te vullen (respons 41 %), die was samengesteld uit: de Consumer Quality Index voor fysiotherapie, een panelonderzoek over directe toegang fysiotherapie en een aantal door de onderzoeker (SE) opgestelde vragen die waren gericht op de podotherapeutische setting. Resultaten Vier jaar na directe toegang maakte een minderheid van de patiënten (36 %) gebruik van de directe toegang podotherapie. Deze keuze was voornamelijk ingegeven door tijdsbesparing en omdat ze al over de nodige kennis beschikten over hun klacht. Ze waren van mening dat de podotherapeut de klacht beter kon beoordelen dan de huisarts. Bovendien waren deze patiënten op de hoogte van de specialistische kennis van, en mogelijke behandeling door, de podotherapeut. Opleidingsniveau, leeftijd en mate van gezondheid bleken geen rol te spelen bij de keuze voor directe toegang. Tab. 1 geeft een overzicht van de motieven van patiënten die zich rechtstreeks aanmeldden bij een podotherapeut. De belangrijkste reden om eerst naar een huisarts (55 %) of specialist te gaan (9 %) was het ontbreken van kennis over de mogelijkheid tot directe toegang van podotherapie (55 %). Ook bleek een verband te bestaan tussen het bekend zijn met de mogelijkheid van directe toegang en daar ook daadwerkelijk gebruik van maken (p = 0,002). Tab. 2 geeft een overzicht van motieven van patiënten om een verwijsbrief te vragen. Directe toegang droeg niet bij aan de keuze voor een bepaalde podotherapeut, maar wel, en met name, de locatie en de bereikbaarheid van de praktijk. Slechts 9 % van de nieuwe patiënten had gebruikgemaakt van enige vorm van informatievoorziening bij hun keuze voor een podotherapeut, zoals een website of folder. Tot slot bleek de hulpvraag van de patiënten die kozen voor directe toegang niet te verschillen van de hulpvraag van de patiënt die werden verwezen. Discussie In het jaar van de transparantie (maart 2015 maart 2016) gaf minister Schippers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in haar gelijknamige rapport aan, te pleiten voor betere beschikbaarheid van kwaliteitsinformatie via beschikbare websites, om zo de keuze voor een zorgverlener te stimuleren [11]. Eerder onderzoek liet zien dat het voor patiënten niet vanzelfsprekend is om bewust voor een bepaalde zorgaanbieder te kiezen; daar zijn ze namelijk niet mee bezig [12]. Patiënten zien ook op tegen de verantwoordelijkheid die het maken van een keuze met zich mee kan brengen, temeer omdat ze de consequenties van hun keuze niet kunnen overzien. Patiënten kiezen in vele gevallen de behandelaar die de huisarts adviseert of waar ze ervaring mee hebben. Een podotherapeut is voor veel mensen nog een onbekende specialist. Meer bekendheid over de direct toegankelijkheid kan mogelijk en hopelijk de positie van de podotherapeut binnen het paramedische beroepenveld versterken. Binnen de fysiotherapie wordt gebruikgemaakt van directe toegang met een diversiteit aan hulpvragen, maar veelal zijn het de patiënten met voor hen bekende klachten, zoals lage rugpijn, die zonder verwijzing de fysiotherapeut bezoeken [9]. De klachten die de fysiotherapeut behandelt, beslaan een veel groter gebied. De podotherapeut staat veelal bekend voor het onderzoeken en behandelen van voetklachten. Dit
onderzoek laat zien dat patiënten, vier jaar na invoering van de directe toegankelijkheid, veel minder vaak kiezen voor directe toegang tot de podotherapeut dan voor directe toegang tot de fysiotherapeut [9]. Mogelijk speelt hier de langere bekendheid van directe toegang tot de fysiotherapie een rol, die immers sinds 2006 bestaat. Een aanname is dat het gebruik van directe toegang stijgt naarmate een beroepsgroep langer direct toegankelijk is en de bekendheid hiervan toeneemt [8]. Aanbevelingen Dit onderzoek heeft zicht beperkt tot Noord-Nederland; desondanks kan een aantal aanbevelingen worden geformuleerd. Allereerst is het nodig om de positie van de podotherapeut als volwaardig specialist te versterken door middel van scholing en specialisatie en een sterk pr-beleid, zowel vanuit de individuele praktijk als vanuit de vereniging voor Podotherapeuten. In samenhang hiermee dient registratie van behandel- en tevredenheidsuitkomsten bij zorgverzekeraars verplicht te worden, om de positie en rol van de podotherapeut voor patiënten inzichtelijk te maken. Ten tweede is meer onderzoek nodig naar de bekendheid van directe toegang binnen de podotherapie en naar de hoeveelheid en het type informatievoorziening dat nodig is om de toekomstige patiënt te stimuleren in de keuze voor een podotherapeut. Dit zal bij patiënten bewustwording creëren, zodat zij beter in staat zijn direct te kiezen voor de podotherapeut met zijn of haar specialisatie, zonder tussenkomst van een arts. Op deze manier ontstaat er (meer) gezonde concurrentie tussen praktijken, waarbij patiënten met hun keuze voor een podotherapeut, een bijdrage leveren aan kwaliteitsverbetering van de podotherapeutische zorg. Literatuur 1. Waal JM van der, Bot SDM, Terwee CB, et al. The incidences of and consultation rate for lower extremity complaints in generalpractice. AnnRheumDis. 2006;65(6):809 15. 2. Burzykowski T, Molenberghs G, Abeck D, Eckart H, Hay R, Katsambas A, Roseeuw D, Kerkhof P van der, Aelst R van, Marynissen G. High prevalence of foot diseases in Europe: Results of the achilles project Mycoses. Mycoses. 2003;46(11 12):496 505. 3. Gorter K, Poel S de, Melker R de, Kuyvenhoven M. Variation indiagnosisandmanagementofcommonfootproblemsby GPs. FamPract. 2001;18(6):569 73. 4. Leemrijse CJ, Swinkels ICS, Pisters MF, Bakker D, Veenhof C. Directe toegang fysiotherapie; de keus is aan de patiënt. NedTijdschrFysiother. 2008;118(3):62 7. 5.IkkersheimDE,KoolmanX.Dutchhealthcarereform:Did it result in better patient experiences in hospitals? A comparison of the consumer quality index over time. Bmc HealthServRes. 2012;12:1 6. 6. OjhaHA, Snyder RS, DavenportTE. Directaccesscompared withreferredphysicaltherapyepisodesofcare: Asystematic review. PhysTher. 2014;94(1):14 30. 7. Pendergast J, Kliethermes SA, Freburger JK, Duffy PA. A comparison of health care use for physician-referred and self-referred episodes of outpatient. Health Serv Res. 2012;47(2):633 54. 8. Swinkels ICS, Kooijman MK, Spreeuwenberg PM, Bossen D, Leemrijse CJ, Dijk CE van, Verheij R, Bakker DH, Veenhof C. An overview of 5 years of patient self-referral for physical therapy in the netherlands. Phys Ther. 2014;94(12):1785 95. 9. Swinkels I, Kooijman M, Dijk C van, Verheij R, Bossen D, Leemrijse C, Veenhof C. Four years of self-referral to physiotherapy in the Netherlands. Phys Ther. 2014;94(12):1785 95. 10. Holdsworth LK, Webster VS, McFayden AK. Are patients whoreferthemselvestophysiotherapydifferentfromthose referred by GP s? Results of a national trial. Physiotherapy. 2005;92(1):26 33. 11. Schippers EI. Kamerbrief het jaar van de transparantie 2015. http://www.rijksoverheid.nl/documenten/ kamerstukken/2015/03/02/kamerbrief-het-jaar-van-detransparantie. Geraadpleegdop: 14Dec2015. 12. Ketelaar N. Choosing healthcare providers. Healthcare consumers use of comparative performance information. Nijmegen: RadboudUniversityMedicalCenter;2015. Simone Eisses-Panayiotou, podotherapeut, master Health Care&SocialWork dr. Nicole Ketelaar, onderzoeker LectoraatCommunity Care and Youth, hoofddocent Masteropleiding Healthcare and Socialwork,SaxionHogeschoolen