RECHTSPOSITIEREGELING voor het PERSONEEL VERMELD IN ARTIKEL 104, 2 en 6, VAN HET OCMW-DECREET

Vergelijkbare documenten
RECHTSPOSITIEREGELING (gecoördineerde tekst GR d.d. 21/09/2015)

Gemeente Sint-Martens-Latem INFORMATIEBERICHT VRIJETIJDSCONSULENT

INFORMATIEBERICHT. Directeur Dienstenchequebedrijf. Contractuele tewerkstelling - onbepaalde duur - voltijds

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 116, 2;

INFORMATIEBERICHT. Directeur Dienstenchequebedrijf. Contractuele tewerkstelling - onbepaalde duur - voltijds

Gemeente Sint-Martens-Latem INFORMATIEBERICHT DESKUNDIGE PATRIMONIUM

INGELMUNSTER OCMW RECHTSPOSITIEREGELING VAN HET OCMW-PERSONEEL VAN INGELMUNSTER PROVINCIE WEST-VLAANDEREN

DEEL 2 TOEGANG TOT DE BETREKKINGEN

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op (datum);

HOOFDSTUK II. DE AANWERVING

INFORMATIEBERICHT. Begeleider buitenschoolse kinderopvang Pimpernel Graad C1 C2

INFORMATIEBERICHT. Toeristisch ambtenaar Graad B1 B3

Uittreksel uit de RPR

OCMW Zelzate. Personeel 2

Gemeente Sint-Martens-Latem INFORMATIEBERICHT STEDENBOUWKUNDIG AMBTENAAR B1-B3

Rechtspositieregeling voor het personeel van OCMW Zedelgem. De indeling van de graden en de procedures voor de vervulling van de betrekkingen

RECHTSPOSITIEREGELING VOOR HET GEMEENTEPERSONEEL

Rechtspositieregeling

RECHTSPOSITIEREGELING VOOR HET GEMEENTEPERSONEEL

Informatiebericht Maatschappelijk werker

Versie Rechtspositieregeling voor het personeel van het OCMW Maaseik

RECHTSPOSITIEREGELING OCMW WAARSCHOOT TITEL I. TOEPASSINGSGEBIED EN ALGEMENE BEPALINGEN... 4 TITEL II. DE LOOPBAAN... 6

Rechtspositieregeling van het OCMWpersoneel

RECHTSPOSITIEREGELING personeel DLB art , 3

INHOUDSTABEL... 1 TITEL I: TOEPASSINGSGEBIED EN ALGEMENE BEPALINGEN Afdeling I. Toepassingsgebied... 5 Afdeling II. Algemene bepalingen...

OCMW Maldegem. Rechtspositieregeling personeel. Artikel 104 1

RECHTSPOSITIEREGELING OCMW-PERSONEEL

HOOFDSTUK I - De indeling van de graden en de procedures voor de vervulling van de betrekkingen... 7

Rechtspositieregeling

Rechtspositieregeling OCMW Anzegem versie RECHTSPOSITIEREGELING

Inhoudsopgave. Titel I. Toepassingsgebied en algemene bepalingen Titel II. De loopbaan... 6

RECHTSPOSITIEREGELING

INFORMATIEBERICHT. Stafmedewerker/jurist Graad A1a-A3a

Rechtspositieregeling van het OCMW-personeel

RECHTSPOSITIE- REGELING SPECIFIEK OCMW-PERSONEEL + DECRETALE GRADEN

GEMEENTE EN OCMW TREMELO

RECHTSPOSITIEREGELING VOOR HET GEMEENTEPERSONEEL

RECHTSPOSITIEREGELING VAN HET GE- MEENTEPERSONEEL VAN INGELMUNSTER

RECHTSPOSITIEREGELING. van het stadspersoneel

RECHTSPOSITIEREGELING PERSONEEL STAD EEKLO

Rechtspositieregeling van OCMW Bree ( Categorie 3)

Rechtspositieregeling Gemeente Rotselaar Gecoördineerd

OCMW HOUTHULST RECHTSPOSITIEREGELING VOOR HET PERSONEEL VAN HET OCMW. Goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn d.d.

RECHTSPOSITIEREGELING HEIST-OP-DEN-BERG

Inhoudsopgave. Titel I. Toepassingsgebied en algemene bepalingen Titel II. De loopbaan... 6

Rechtspositieregeling voor het personeel van Gemeente Zedelgem

Rechtspositieregeling gemeentepersoneel vanaf 1 november 2017

GEMEENTE MEULEBEKE RECHTSPOSITIEREGELING VOOR HET GEMEENTEPERSONEEL

GEMEENTE MEULEBEKE RECHTSPOSITIEREGELING VOOR HET GEMEENTEPERSONEEL

RECHTSPOSITIEREGELING VOOR HET STADSPERSONEEL

OCMW KORTEMARK RECHTSPOSITIEREGELING Soc. Dienst en decretale graden. Inhoudstafel

GEMEENTE LENDELEDE RECHTSPOSITIEREGELING VOOR HET GEMEENTEPERSONEEL GOEDGEKEURD GR 22/01/2009 GEWIJZIGD GR 25/06/2009 GEWIJZIGD GR 17/12/2009

RECHTSPOSITIEREGELING. van het stadspersoneel

TIENEN RECHTSPOSITIEREGELING VOOR HET GEMEENTE EN OCMW- PERSONEEL

RECHTSPOSITIEREGELING VOOR HET GEMEENTEPERSONEEL

RECHTSPOSTIEREGELING OCMWPERSONEEL

RECHTSPOSITIEREGELING. Gemeente Rijkevorsel

GEMEENTE PITTEM RECHTSPOSITIEREGELING VOOR HET GEMEENTEPERSONEEL GOEDGEKEURD GR 22/12/2008 GEWIJZIGD GR 23/02/2009 GEWIJZIGD GR 29/06/2009

INFORMATIEBERICHT. Secretaris

GELIJKAARDIGE FUNCTIES AAN GEMEEN- TE en SPECIFIEKE FUNCTIES VOOR OCMW

Gemeente Maldegem. Rechtspositieregeling gemeentepersoneel

OCMW Maldegem. Rechtspositieregeling personeel. Artikel 104 2

OCMW RECHTSPOSITIEREGELING SPECIFIEKE GRADEN

HERZIENINGEN... 6 TITEL 1. TOEPASSINGSGEBIED EN ALGEMENE BEPALINGEN... 7

Rechtspositieregeling voor het OCMW-personeel Langemark-Poelkapelle

Rechtspositieregeling gemeente Zulte

RPR 1 Lokale ambtenaren

RECHTSPOSITIEREGELING personeel DLB art personeel DLB art , 1 en 2

Rechtspositieregeling voor het OCMW-personeel Langemark-Poelkapelle

GEMEENTE AVELGEM RECHTSPOSITIEREGELING VOOR HET GEMEENTEPERSONEEL

INFORMATIEBERICHT Maatschappelijk werker

INFORMATIEBERICHT DIENSTHOOFD SOCIALE DIENST

RECHTSPOSITIEREGELING WZC Sint-Maria, CVK, dienstencentra en serviceflats (assistentiewoningen)

- RECHTSPOSITIEREGELING.

CMW KAMPENHOUT RECHTSPOSITIEREGELING VOOR HET OCMW-PERSONEEL RECHTSPOSITIEREGELING VOOR HET PERSONEEL VAN OCMW KAMPENHOUT

OCMW SINT-LAUREINS RECHTSPOSITIEREGELING TITEL I. TOEPASSINGSGEBIED EN ALGEMENE BEPALINGEN... 4 HOOFDSTUK I. TOEPASSINGSGEBIED...

RECHTSPOSITIE- REGELING HET PERSONEEL VAN DE BIJZONDERE DIENSTEN

RECHTSPOSITIEREGELING VOOR HET OCMW-PERSONEEL

SELECTIEPROCEDURE BIJ AANWERVING... 2 AFDELING I. DE ALGEMENE TOELATINGSVOORWAARDEN EN DE ALGEMENE ...

RPR OCMW Ruiselede (gecoördineerde versie) 1/135

INFORMATIEBERICHT Bibliotheekassistent Graad C1 C3

RECHTSPOSITIEREGELING VOOR HET OCMW-PERSONEEL

Rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel van de gemeente Wachtebeke

STADSBESTUUR SINT-TRUIDEN RECHTSPOSITIEREGELING

Rechtspositieregeling voor gemeentepersoneel Langemark-Poelkapelle Goedgekeurd op de gemeenteraad van 28 mei 2018

GEMEENTE WIELSBEKE RECHTSPOSITIEREGELING VOOR HET GEMEENTEPERSONEEL

OCMW HULDENBERG RECHTSPOSITIEREGELING VOOR HET PERSONEEL VAN HET OCMW. Goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn d.d.

RECHTS POSITIE REGELING

RECHTSPOSITIEREGELING GEMEENTE WAARSCHOOT

Tabel "Samenvatting BVR RPR O per personeelsgroep" als werkinstrument

RECHTSPOSITIEREGELING VAN HET OCMW-PERSONEEL

GEMEENTE HOUTHULST RECHTSPOSITIEREGELING VOOR HET GEMEENTEPERSONEEL GEWIJZIGD GR 21/04/2009 GEWIJZIGD GR 21/06/2011 GEWIJZIGD GR 15/09/2015

Rechtspositieregeling Stad Bree

RECHTSPOSITIEREGELING GEMEENTE BRECHT

- RECHTSPOSITIEREGELING.

Rechtspositieregeling woonzorgcentrum Rozenberg vanaf 8 november 2018 TOEPASSINGSGEBIED EN ALGEMENE BEPALINGEN

INHOUD... 1 TITEL 1. TOEPASSINGSGEBIED EN ALGEMENE BEPALINGEN...

INFORMATIEBERICHT HOOFDVERPLEEGKUNDIGE

GEMEENTE GOOIK RECHTSPOSITIEREGELING VOOR HET GEMEENTEPERSONEEL GOEDGEKEURD GR 30/12/2009 GEWIJZIGD GR 26/05/2009 GEWIJZIGD GR 27/04/2010

Transcriptie:

RECHTSPOSITIEREGELING voor het PERSONEEL VERMELD IN ARTIKEL 104, 2 en 6, VAN HET OCMW-DECREET Vastgesteld in de OCMW-raad van Nevele in zitting van 29 juni 2011 en gewijzigd in zitting van 13 september 2011, 10 januari 2012, 13 maart 2012, 16 april 2012 en 13 november 2012

Inhoudstafel TITEL ART DEEL 1: GEMEENSCHAPPELIJKE DEFINITIES 1 1 DEEL 2. BEPALINGEN OVER DE PERSONEELSFORMATIE EN DE AANWERVING VAN PERSONEN MET EEN ARBEIDSHANDICAP 2 10 Hoofdstuk 1. Toepassingsgebied 2 2 Hoofdstuk 2. De personeelsformatie 3 7 Hoofdstuk 3. De aanwerving van personen met een arbeidshandicap 8 10 DEEL 3. BEPALINGEN BETREFFENDE DE LOOPBAAN, HET SALARIS, DE TOELAGEN EN VERGOEDINGEN EN DE SOCIALE VOORDELEN, EN DE VERLOVEN EN AFWEZIGHEDEN 11 354 Titel 1. Definities en toepassingsgebied 11 12 Titel 2. Bepalingen betreffende de loopbaan 13 164 Hoofdstuk 1. De procedures voor de vervulling van betrekkingen 13 13 Hoofdstuk 2. De aanwerving 14 22 Afdeling 1. De algemene toelatingsvoorwaarden en de 14 16 aanwervingsvoorwaarden Afdeling 2. De specifieke aanwervingsvoorwaarden 17 18 Afdeling 3. De aanwervingsprocedure 19 22 Hoofdstuk 3. De selectieprocedure 23 42 Afdeling 1. Algemene regels voor de selectie 23 28 Afdeling 2. Het verloop van de selectie 29 34 Afdeling 3. Wervingsreserves 35 37 Afdeling 4. Specifieke bepalingen voor de aanwerving van de 38 42 secretaris van het OCMW, de financieel beheerder van het OCMW en de maatschappelijk werker van het OCMW Hoofdstuk 4. Specifieke bepalingen voor de aanwerving in de 43 44 betrekkingen die ingesteld worden ter uitvoering van werkgelegenheidsmaatregelen van de hogere overheid en in sommige tijdelijke betrekkingen Afdeling 1. De aanwervingsprocedure en de selectieprocedure voor 43 43 vervangers Afdeling 2. De aanwervingsprocedure en de selectieprocedure voor 44 44 de aanwerving in contractuele betrekkingen waarvan de tewerkstellingsduur tot maximaal een of twee jaar beperkt is, al dan niet in een tewerkstellingsmaatregel van een hogere overheid Hoofdstuk 5. De indiensttreding 45 47 Hoofdstuk 6. De proeftijd en de evaluatie tijdens de proeftijd met het 48 58 oog op de vaste aanstelling in statutair verband Afdeling 1. Algemene bepalingen 48 49 Afdeling 2. De duur van de proeftijd en de evaluatie tijdens de 50 57 proeftijd Afdeling 3. De vaste aanstelling in statutair verband 58 58 Hoofdstuk 7. De proeftijd van het contractuele personeelslid 59 60 Hoofdstuk 8. De evaluatie tijdens de loopbaan 61 83 Afdeling 1. Algemene bepalingen 61 66 Afdeling 2. De duur van de evaluatieperiode en de evaluatiecriteria 67 69 gewijzigd in raadszitting van 13 /09/2011, 10 /01/2012, 13/03/2012, 16/04/2012 en 13/11/2012 1

Afdeling 3. De evaluatoren en het verloop van de evaluatie 70 71 Afdeling 4. De evaluatieresultaten en de gevolgen van de evaluatie 72 75 Onderafdeling 1. De evaluatieresultaten 72 72 Onderafdeling 2. De gevolgen van de evaluatie 73 75 Afdeling 5. Het beroep tegen het evaluatieresultaat 76 83 Onderafdeling 1. Algemene bepalingen 76 77 Onderafdeling 2. Samenstelling van de beroepsinstantie 78 78 Onderafdeling 3. De werking van de beroepsinstantie 79 81 Onderafdeling 4. Beslissing in beroep van de secretaris 82 83 Hoofdstuk 9. Specifieke bepalingen voor de evaluatie van de secretaris 84 99 en de financieel beheerder van het OCMW Onderafdeling 1. De evaluatie tijdens de proeftijd 84 91 Onderafdeling 2. De evaluatie tijdens de loopbaan 92 97 Onderafdeling 3. De evaluatieresultaten en de gevolgen van de 98 99 evaluatie Hoofdstuk 10. De personeelsvorming 100 117 Afdeling 1. Algemene bepalingen 100 107 Afdeling 2. De vormingsplicht 108 112 Afdeling 3. Het vormingsrecht 113 117 Hoofdstuk 11. De administratieve anciënniteiten 118 124 Hoofdstuk 12. De functionele loopbaan 125 130 Afdeling 1. Algemene bepalingen 125 125 Afdeling 2. De functionele loopbanen per niveau 126 130 Hoofdstuk 13. De bevordering 131 146 Afdeling 1. Algemene bepalingen en toepassingsgebied 131 134 Afdeling 2. De toepassing van de bevorderingsprocedure op een 135 146 vacature in een betrekking van de personeelsformatie die niet bestaat bij de gemeente Onderafdeling 1. Algemene bepalingen 135 136 Onderafdeling 2. De bevorderingsvoorwaarden en de selectie 137 140 Onderafdeling 3. De algemene (als niet geïntegreerd met 141 144 specifieke) bevorderingsvoorwaarden per niveau en per rang Onderafdeling 4. Specifiek bevorderingsvoorwaarden per graad 145 145 Onderafdeling 5. Proeftijd van het personeelslid na bevordering 146 146 Hoofdstuk 14. De vervulling van een vacature door interne 147 156 personeelsmobiliteit Afdeling 1. Toepassingsgebied 147 149 Afdeling 2. De toepassing van de procedure van interne 150 156 personeelsmobiliteit op een vacature in een betrekking van de personeelsformatie die niet bestaat bij de gemeente Onderafdeling 1. Algemene bepalingen 150 151 Onderafdeling 2. De voorwaarden en de procedures voor de 152 156 interne personeelsmobiliteit Hoofdstuk 15. De waarneming van een hogere functie 157 159 Hoofdstuk 16. De ambtshalve herplaatsing van het personeel 160 164 Afdeling 1. De ambtshalve herplaatsing van het vast aangestelde 160 162 statutaire personeelslid in een functie van dezelfde rang Afdeling 2. De ambtshalve herplaatsing van het vast aangestelde 163 164 statutaire personeelslid in een functie van een lagere graad Titel 3. Het verlies van de hoedanigheid van statutair personeelslid en de 165 172 definitieve ambtsneerlegging van het statutaire personeelslid Hoofdstuk 1. Het verlies van de hoedanigheid van statutair 165 167 gewijzigd in raadszitting van 13 /09/2011, 10 /01/2012, 13/03/2012, 16/04/2012 en 13/11/2012 2

personeelslid Hoofdstuk 2. De definitieve ambtsneerlegging van het statutaire 168 172 personeelslid Titel 4. Het salaris 173 193 Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen 173 176 Hoofdstuk 2. De toekenning van periodieke salarisverhogingen door de 177 182 opbouw van geldelijke anciënniteit Afdeling 1. Diensten bij een overheid 177 178 Afdeling 2. Diensten in de privésector of als zelfstandige 179 179 Afdeling 3. De valorisatie van de diensten 180 182 Hoofdstuk 3. Bijzondere bepalingen 183 188 Hoofdstuk 4. De betaling van het salaris 189 193 Titel 5. De toelagen, vergoedingen en sociale voordelen 194 272 Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen 194 195 Hoofdstuk 2. De haard- en standplaatstoelage, het vakantiegeld, de 196 218 eindejaarstoelage en de attractiviteitspremie Afdeling 1. De haard- en standplaatstoelage 196 197 Afdeling 2. Het vakantiegeld 198 208 Afdeling 3. De eindejaarstoelage 209 213 Afdeling 4. De attractiviteitspremie 214 218 Hoofdstuk 3. De onregelmatige prestaties 219 Afdeling1. Nachtprestaties en prestaties op zaterdagen, zondagen 219 222 en feestdagen Afdeling 2. Onregelmatige prestaties van sommige 222 230 personeelscategorieën in de federaal gefinancierde gezondheidsinstellingen Onderafdeling 1. Algemene bepalingen 223 223 Onderafdeling 2. Weddenbijslag 11% voor buitengewone 224 226 dienstprestaties voor verplegend, verzorgend en paramedisch personeel Onderafdeling 3. Toelage voor avond- en nachtprestaties 227 227 Onderafdeling 4. Premie met betrekking tot bijzondere 228 228 beroepsbekwaamheid en bijzondere beroepstitel Onderafdeling 5. Functiecomplement voor hoofdverpleegkundige 229 230 en verpleegkundige-diensthoofden Afdeling 3. De overuren 231 239 Onderafdeling 1: Algemene bepalingen 231 233 Onderafdeling 2: Overwerk voor personeelsleden die vallen onder toepassingsgebied van de Arbeidswet van 16 maart 1971 234 239 gewijzigd in raadszitting van 13 /09/2011, 10 /01/2012, 13/03/2012, 16/04/2012 en 13/11/2012 3

Hoofdstuk 4. Eindeloopbaanmaatregelen 240 246 Hoofdstuk 5. De andere toelagen 247 Afdeling 1. De toelage voor het waarnemen van een hogere 247 248 functie Afdeling 2. De gevarentoelage 249 251 Afdeling 3. De permanentietoelage 252 254 Afdeling 4. De functioneringstoelage en de managementstoelage 255 257 Hoofdstuk 6. De vergoeding voor reis- en verblijfkosten 258 263 Afdeling 1. Algemene bepalingen 258 260 Afdeling 2. De vergoeding voor reiskosten 261 262 Afdeling 3. De hotel- en dagvergoeding 263 263 Hoofdstuk 7. De sociale voordelen 264 272 Afdeling 1. De maaltijdcheques 264 264 Afdeling 2. De hospitalisatieverzekering 265 267 Afdeling 3. De vergoeding van de kosten voor het woonwerkverkeer 268 270 Afdeling 4. De begrafenisvergoeding 271 272 Titel 6. Verloven en afwezigheden 273 Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen 273 277 Hoofdstuk 2. De jaarlijkse vakantiedagen en de feestdagen 278 284 Afdeling 1. Algemene bepalingen 278 279 Afdeling 2. De jaarlijkse vakantiedagen en de feestdagen voor het 280 282 personeel, vermeld in artikel 104, 6, van het OCMW-decreet Afdeling 3. De jaarlijkse vakantiedagen en de feestdagen voor het 283 284 personeel, vermeld in artikel 104, 2, van het OCMW-decreet Hoofdstuk 3. Bevallingsverlof en opvangverlof 285 288 Hoofdstuk 4. Ziekteverlof 289 295 Hoofdstuk 5. De disponibiliteit 296 302 Afdeling 1. Algemene bepalingen 296 298 Afdeling 2. De disponibiliteit wegens ziekte of invaliditeit 299 300 Afdeling 3. De disponibiliteit wegens ambtsopheffing 301 302 Hoofdstuk 6. Het verlof voor deeltijdse prestaties 303 304 Hoofdstuk 7. Het verlof voor opdracht 305 306 Hoofdstuk 8. Het omstandigheidsverlof 307 308 Hoofdstuk 9. Het onbetaalde verlof 309 310 Hoofdstuk 10. Loopbaanonderbreking 311 334 Afdeling 1: Volledige onderbreking van de loopbaan 311 311 Afdeling 2: Vermindering van prestaties 312 312 Afdeling 3: Palliatieve verzorging 313 313 Afdeling 4: Ouderschapsverlof in het kader van de onderbreking 314 320 van de beroepsloopbaan Afdeling 5: Loopbaanonderbreking voor bijstand of verzorging van 321 328 een zwaar ziek gezins- of familielid Afdeling 6: Toepassingmodaliteiten 329 334 Hoofdstuk 11. Politiek verlof 335 344 Hoofdstuk 12. De dienstvrijstellingen 345 354 DEEL 4: SLOTBEPALINGEN 355 360 Hoofdstuk 1. Overgangsbepalingen 355 358 Afdeling 1. De plaatselijke uitvoering van het besluit en diverse 355 357 lopende procedures en periodes Afdeling 2. Overgangsbepaling met betrekking tot de jaarlijkse 358 358 gewijzigd in raadszitting van 13 /09/2011, 10 /01/2012, 13/03/2012, 16/04/2012 en 13/11/2012 4

vakantiedagen en feestdagen Hoofdstuk 2. Inwerkingtredingsbepalingen 359 359 Hoofdstuk 3. Specifieke bepalingen 360 360 gewijzigd in raadszitting van 13 /09/2011, 10 /01/2012, 13/03/2012, 16/04/2012 en 13/11/2012 5

DEEL 1. GEMEENSCHAPPELIJKE DEFINITIES Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder: 1 OCMW: het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn; 2 het OCMW-decreet: het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; 3 raad: de raad voor maatschappelijk welzijn; 4 aanstellende overheid: a) de raad: voor de secretaris van het OCMW voor de financieel beheerder van het OCMW voor de leden van het managementteam, andere dan de secretaris en de financieel beheerder voor de personeelsleden die geen deel uitmaken van het managementteam voor statutaire aanstellingen voor de personeelsleden die geen deel uitmaken van het managementteam voor contractuele aanstellingen voor onbepaalde duur b) het vast bureau voor de personeelsleden die geen deel uitmaken van het managementteam voor contractuele aanstellingen voor contracten voor bepaalde duur zover de contractduur meer dan 3 maanden bedraagt c) de secretaris van het OCMW voor de personeelsleden die geen deel uitmaken van het managementteam voor contractuele aanstellingen voor zover de contractduur niet meer dan 3 maanden bedraagt 5 graad: benaming voor een groep van gelijkwaardige functies of benaming voor een bepaalde functie; 6 voltijds: betrekking hebbend op een prestatie van achtendertig uur per week; 7 functiebeschrijving: de weergave van de functie-inhoud en van het functieprofiel, waaronder de competenties; 8 competenties: de kennis, vaardigheden, persoonlijkheidskenmerken en attitudes die nodig zijn voor de uitoefening van een functie; 9 de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel: de plaatselijke rechtspositieregeling van het personeel van de gemeente Nevele, vastgesteld met toepassing van het BVR 10 BVR: het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. 11 BVR O: het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. DEEL 2. BEPALINGEN OVER DE PERSONEELSFORMATIE EN DE AANWERVING VAN PERSONEN MET EEN ARBEIDSHANDICAP Hoofdstuk 1. Toepassingsgebied Art. 2. 1. Dit deel is van toepassing op de volgende personeelsleden, tenzij anders is bepaald: 1 Het personeel van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn in een betrekking die ook bestaat bij de gemeente Nevele, vermeld in artikel 104, 1, van het OCMW-decreet. gewijzigd in raadszitting van 13 september 2011, 10 januari 2012 en 13 maart 2012 1

2 Het specifieke personeel, vermeld in artikel 104, 2, van het OCMW-decreet. Tot het specifieke personeel behoren de personeelsleden die de volgende functies bekleden die niet bestaan bij de gemeente : deskundige personeel en organisatie maatschappelijk assistent(e). 3 de secretaris van het OCMW en de financieel beheerder van het OCMW; 4 het voltallige personeel van de verzorgende, verplegende en dienstverlenende instellingen en diensten van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, waarvan de werking gebaseerd is op federale of gewestelijke financiering met bijbehorende werkings- en erkenningsregels en voor het voltallige personeel dat ingezet wordt voor activiteiten die hoofdzakelijk verricht worden in mededinging met andere marktdeelnemers, vermeld in artikel 104, 6, van het OCMW-decreet. Tot het personeel van de specifieke diensten behoort het voltallige personeel van het woonzorgcentrum Ter Leenen, de klusjesdienst, de dienst warme maaltijden en de dienstenonderneming Ter Leenen. 2. Dit deel is niet van toepassing op OCMW-cliënten die met toepassing van artikel 60, 7, van de organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van 8 juli 1976 tijdelijk tewerkgesteld worden in een betrekking bij het OCMW of ter beschikking gesteld worden van een derde. Hoofdstuk 2. De personeelsformatie Art. 3. De bepalingen van hoofdstuk 2 zijn niet van toepassing op de secretaris van het OCMW en op de financieel beheerder van het OCMW. Art. 4. De personeelsformatie vermeldt per graad het aantal betrekkingen. Dat aantal wordt uitgedrukt in voltijdse equivalenten. Art. 5. De personeelsformatie geeft het onderscheid weer tussen de statutaire betrekkingen enerzijds, en de contractuele betrekkingen, ingesteld met toepassing van artikel 103, 2, 3 tot en 9, van het OCMW-decreet anderzijds. De contractuele betrekkingen, vermeld in het eerste lid, behelzen zowel bestendige betrekkingen als tijdelijke betrekkingen die ingesteld worden voor projecten. Art. 6. De graden worden ingedeeld in vijf niveaus. De niveaus stemmen, met uitzondering van de niveaus D en E, overeen met een diplomavereiste van een bepaald onderwijsniveau. De niveaus en de daarmee overeenstemmende diploma s of getuigschriften zijn: 1 niveau A: ofwel een masterdiploma, ofwel een diploma van het universitair onderwijs of een diploma van het hoger onderwijs van twee cycli dat gelijkgesteld werd met universitair onderwijs; 2 niveau B: ofwel een bachelordiploma, ofwel een diploma van het hoger onderwijs van één cyclus of daarmee gelijkgesteld onderwijs; 3 niveau C: een diploma van het secundair onderwijs of daarmee gelijkgesteld onderwijs; 4 niveau D: geen diplomavereiste, tenzij anders bepaald; 5 niveau E: geen diplomavereiste. Art. 7. gewijzigd in raadszitting van 13 /09/2011, 10 /01/2012, 13/03/2012, 16/04/2012 en 13/11/2012 2

Per niveau worden de graden hiërarchisch gerangschikt in rangen. Elke rang wordt aangeduid met twee of drie letters. De hoofdletter geeft het niveau aan, de kleine letter situeert de rang in dat niveau. De rangen geven het relatieve gewicht van de betrekkingen binnen het niveau weer. De rangen per niveau zijn: 1 in niveau A: a) voor de basisgraad: Av; 2 in niveau B: a) voor de basisgraad: Bv; b) voor de hogere graad: Bx 3 in niveau C: a) voor de basisgraad: Cv; b) voor de hogere graad: Cx; 4 in niveau D: a) voor de basisgraad: Dv; b) voor de hogere technische graad: Dx; 5 in niveau E: Ev Een betrekking wordt in een graad gesitueerd op basis van de functiebeschrijving. Hoofdstuk 3. De aanwerving van personen met een arbeidshandicap Art. 8. Ten minste 2% van het totale aantal betrekkingen binnen het OCMW wordt vervuld door personen met een arbeidshandicap, die aan een van de volgende voorwaarden voldoen: 1 ze zijn ingeschreven bij het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, voorheen het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap; 2 ze zijn erkend door de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding als personen met een handicap; 3 ze komen in aanmerking voor een inkomensvervangende tegemoetkoming of voor een integratietegemoetkoming, die verstrekt wordt aan personen met een handicap op basis van de wet van 27 februari 1987 houdende tegemoetkomingen aan personen met een handicap; 4 ze zijn in het bezit van een attest dat uitgereikt is door de algemene directie Personen met een Handicap van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid voor het verstrekken van sociale en fiscale voordelen; 5 ze zijn slachtoffer van een arbeidsongeval of van een beroepsziekte en ze kunnen een bewijs voorleggen van een blijvende arbeidsongeschiktheid van ten minste 66%, uitgereikt door het Fonds voor Arbeidsongevallen, door het Fonds voor Beroepsziekten of door de Administratieve Gezondheidsdienst of zijn rechtsopvolger in het kader van de wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector; 6 ze hebben hun hoogste getuigschrift of diploma behaald in het buitengewoon secundair onderwijs. Art. 9. De raad bepaalt het aantal functies in overeenstemming met het percentage, vermeld in artikel 8. Voor de toepassing van dat percentage worden de betrekkingen van het verplegend en verzorgend personeel niet meegerekend. gewijzigd in raadszitting van 13 /09/2011, 10 /01/2012, 13/03/2012, 16/04/2012 en 13/11/2012 3

Art. 10. De kandidaten moeten voldoen aan de algemene toelatingsvoorwaarden en aan de aanwervingsvoorwaarden bepaald in artikel 14, 15 en 16 evenals aan de eventuele specifieke voorwaarden. Bij de toepassing van de selectieproeven worden de hinderpalen die verbonden zijn met de handicap, door redelijke aanpassingen verholpen. De raad kan bepalen dat de kandidaten, moeten slagen voor een aangepaste, functiegerichte selectieprocedure. DEEL 3. BEPALINGEN BETREFFENDE DE LOOPBAAN, HET SALARIS, DE TOELAGEN EN VERGOEDINGEN EN DE SOCIALE VOORDELEN, EN DE VERLOVEN EN AFWEZIGHEDEN Titel 1. Definities en toepassingsgebied Art. 11. In dit deel wordt verstaan onder: 1 het uitvoerend orgaan van het bestuur: de voorzitter van het OCMW 2 het hoofd van het personeel: de secretaris van het OCMW 3 het personeelslid: zowel het statutaire personeelslid als het contractuele personeelslid, vermeld in artikel 104, 2 en artikel 104, 6, van het OCMW-decreet 4 het statutaire personeelslid: het personeelslid, vermeld in artikel 104, 2 en artikel 104, 6 van het OCMW-decreet, dat bij eenzijdige beslissing van de overheid vast aangesteld is in statutair dienstverband, of dat bij eenzijdige beslissing van de overheid toegelaten is tot de proeftijd met het oog op een vaste aanstelling in statutair dienstverband; 5 het statutaire personeelslid op proef: het personeelslid, vermeld in artikel 104, 2 en artikel 104, 6, van het OCMW-decreet, dat bij eenzijdige beslissing van de overheid toegelaten is tot de proeftijd met het oog op een vaste aanstelling in statutair dienstverband; 6 het vast aangestelde statutaire personeelslid: het personeelslid, vermeld in artikel 104, 2 en artikel 104, 6, van het OCMW-decreet, dat bij eenzijdige beslissing van de overheid vast is aangesteld in statutair dienstverband, ook genoemd in vast verband benoemd in afdeling 2 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders; 7 het contractuele personeelslid: het personeelslid, vermeld in artikel 104, 2 en artikel 104, 6, van het OCMW-decreet dat in dienst is genomen bij arbeidsovereenkomst, conform de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten; 8 het contractuele personeelslid op proef: het contractuele personeelslid, vermeld in artikel 104, 2 en artikel 104, 6, van het OCMW-decreet, in de proeftijd; 9 voltijds en volledige prestaties: betrekking hebbend op een prestatie van achtendertig uur per week; 10 toelage: een geldelijk voordeel dat het personeelslid ontvangt dat welbepaalde prestaties levert; 11 vergoeding: een geldelijke tegemoetkoming ter compensatie van kosten die het personeelslid werkelijk maakt; 12 sociale voordelen: alle voordelen in natura of in contanten die de besturen aan de personeelsleden toekennen; 13 gezondheidsindex: het prijsindexcijfer dat berekend wordt voor de toepassing van artikel 2 van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van s lands concurrentievermogen, bekrachtigd bij de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen. De toelagen, vergoedingen en sociale voordelen tegen 100% worden gekoppeld aan het spilindexcijfer 138,01. Art. 12. 1. Dit deel is van toepassing op de volgende personeelsleden, tenzij anders bepaald: gewijzigd in raadszitting van 13 /09/2011, 10 /01/2012, 13/03/2012, 16/04/2012 en 13/11/2012 4

1 het specifieke personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, vermeld in artikel 104, 2 van het OCMW-decreet. 2 het voltallige personeel van de verzorgende, verplegende en dienstverlenende instellingen en diensten en diensten van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, waarvan de werking gebaseerd is op federale of gewestelijke financiering met bijbehorende werkings- en erkenningsregels, en het voltallige personeel dat ingezet wordt voor activiteiten die hoofdzakelijk verricht worden in mededinging met andere marktdeelnemers, vermeld in artikel 104, 6 van het OCMW-decreet. De bepalingen voor het specifieke personeel vermeld in het eerste lid zijn van overeenkomstige toepassing op de secretaris van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en op de financieel beheerder van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, tenzij anders is bepaald. 2. Dit deel is niet van toepassing op OCMW-cliënten die met toepassing van artikel 60, 7 van de organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van 8 juli 1976 tijdelijk tewerkgesteld worden in een betrekking bij het OCMW of ter beschikking gesteld worden van een derde. Titel 2. Bepalingen betreffende de loopbaan Hoofdstuk 1. De procedures voor de vervulling van betrekkingen Art. 13. 1. Met behoud van de toepassing van de specifieke regels per procedure, wordt een vacante betrekking, ongeacht haar rangindeling, vervuld op een van de volgende manieren: 1 door een aanwervingsprocedure; 2 door een bevorderingsprocedure; 3 door de procedure van interne personeelsmobiliteit; 4 door een combinatie van de procedures, vermeld in punt 1 en 2, 1 en 3, 2 en 3 of in punt 1, 2, 3. Bij de aanwervingsprocedure worden tegelijk personen extern aan het OCMW en personeelsleden in dienst van het OCMW uitgenodigd om zich kandidaat te stellen voor de betrekking. Bij de bevorderingsprocedure en bij de procedure van interne personeelsmobiliteit worden alleen personeelsleden in dienst van het OCMW uitgenodigd om zich voor de vacante betrekking kandidaat te stellen. 2. De aanstellende overheid verklaart de betrekking open. De aanstellende overheid bepaalt bij de vacantverklaring van de betrekking volgens welke procedure of procedures ze vervuld wordt. Hoofdstuk 2. De aanwerving Afdeling 1. De algemene toelatingsvoorwaarden en de aanwervingsvoorwaarden Art. 14. 1. Om toegang te hebben tot een functie bij het OCMW, moeten de kandidaten: 1 een gedrag vertonen dat in overeenstemming is met de eisen van de functie waarvoor ze solliciteren; gewijzigd in raadszitting van 13 /09/2011, 10 /01/2012, 13/03/2012, 16/04/2012 en 13/11/2012 5

2 de burgerlijke en politieke rechten genieten; 3 medisch geschikt zijn voor de uit te oefenen functie, in overeenstemming met de wetgeving betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk. Het passend gedrag vermeld in punt 1, wordt getoetst aan de hand van een uittreksel uit het strafregister. Als daarop een ongunstige vermelding voorkomt, mag de kandidaat daarover een schriftelijke toelichting voorleggen. Op grond van artikel 26,1 van het koninklijk besluit van 28 mei 2003 betreffende het gezondheidstoezicht is elk personeelslid onderworpen aan een voorafgaandelijk gezondheidsonderzoek. 2. De volgende statutaire functies zijn voorbehouden voor Belgen, omdat uit de functiebeschrijving blijkt dat ze een rechtstreekse of onrechtstreekse deelname aan de uitoefening van het openbaar gezag inhouden of werkzaamheden omvatten die strekken tot de bescherming van de belangen van het OCMW-bestuur: secretaris van het OCMW financieel beheerder van het OCMW Voor de overige statutaire functies moeten de kandidaten onderdaan zijn van een van de volgende landen: België, Cyprus, Duitsland, Denemarken, Finland, Frankrijk, Griekenland, Ierland, IJsland, Italië, Liechtenstein, Luxemburg, Malta, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Portugal, Spanje, Verenigd Koninkrijk, Zweden of de Zwitserse Bondsstaat. Art. 15. 1. Om in aanmerking te komen voor aanwerving, moeten de kandidaten: 1 voldoen aan de vereiste over de taalkennis opgelegd door de wetten op het gebruik der talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966; 2 slagen voor de selectieprocedure. In afwijking van 1, 2, kan een kandidaat die eerder heeft deelgenomen aan een gelijkwaardige selectieproeven voor een functie bij het OCMW, die niet ouder is dan drie jaar voor een functie in dezelfde graad als de vacante functie, gedeeltelijk of volledig vrijgesteld worden van de deelname aan de nieuwe selectie, als hij daarvoor al slaagde of geschikt bevonden werd. Voor de nieuwe selectie gelden in dat geval de resultaten die de kandidaat behaalde voor de eerder afgelegde overeenstemmende proeven. De kandidaat vraagt de vrijstelling aan. De aanstellende overheid beslist over de vrijstelling en deelt ze schriftelijk mee aan de kandidaat en aan de selectiecommissie, tenzij de raad de aanstellende overheid is. In dat geval beslist het uitvoerend orgaan over de vrijstelling. 2. Het personeelslid dat tewerkgesteld is in een deeltijdse functie nadat het geslaagd is voor selectieproeven, is vrijgesteld van nieuwe selectieproeven wanneer de wekelijkse prestaties binnen die functie uitgebreid worden of wanneer de functie voltijds wordt. Art. 16. Naast het beantwoorden aan de voorwaarden in artikel 15, moeten de kandidaten ook voldoen aan de diplomavereiste die geldt voor het niveau waarin de functie gesitueerd is. Voor een functie in de technische hogere rang van niveau D moet de kandidaat ook een minimum aantal jaren relevante beroepservaring hebben. gewijzigd in raadszitting van 13 /09/2011, 10 /01/2012, 13/03/2012, 16/04/2012 en 13/11/2012 6

Alleen de diploma s die per niveau vermeld worden in bijlage I, van dit besluit, en de buitenlandse diploma s die daarmee gelijkgesteld werden, komen bij aanwerving in aanmerking. Afdeling 2. De specifieke aanwervingsvoorwaarden Art. 17. De specifieke voorwaarden per graad worden opgenomen in bijlage 4 van dit besluit. Art. 18. De raad kan bij de vacantverklaring van een betrekking van niveau A, B of C beslissen om de diplomavereiste die als regel geldt voor dat niveau te schrappen. Die schrapping kan, op voorwaarde dat: 1 de functie noch op basis van de functiebeschrijving, noch krachtens een reglementering van de hogere overheid een specifiek diploma vergt, en het algemene capaciteitsniveau en het potentieel van de kandidaten belangrijker zijn dan een diploma; 2 het wegvallen van de diplomavereiste gecompenseerd wordt door een vereiste inzake relevante beroepservaring; 3 de kandidaten slagen voor een specifieke selectieprocedure die naast een of meer functiegerichte competentietests ook een niveau- of capaciteitstest bevat. Voor de niveau- of capaciteitstest wordt de selectie door een erkend extern selectiebureau uitgevoerd. De beslissing om geen diplomavereiste op te leggen, moet steunen op objectieve criteria, als gegevens van de regionale overheid over schaarste op de arbeidsmarkt om bepaalde betrekkingen te vervullen. Afdeling 3. De aanwervingsprocedure Art. 19. 1. Aan elke aanwerving gaat een externe bekendmaking van de vacature met een oproep tot kandidaten vooraf. De vacatures worden ten minste in twee verschillende bekendmakingskanalen, waaronder ten minste één persorgaan of tijdschrift, bekendgemaakt. De vacature wordt daarnaast bekendgemaakt aan de personen die opgenomen zijn in een sollicitantenbestand en intern bekendgemaakt. 2. De aanstellende overheid kiest de wijze van externe bekendmaking uit de volgende mogelijkheden, rekening houdend met de minimale regel van 1, tweede lid, en met de aard van de vacature: 1 nationaal verschijnende kranten voor betrekkingen op A-niveau en regionaal verschijnende kranten voor de overige betrekkingen; 2 de VDAB; 3 de website van het OCMW; Het vacaturebericht voor het persorgaan of tijdschrift bevat ten minste: 1 de naam van de betrekking en het brutojaarsalaris; 2 de vermelding of de betrekking in statutair dan wel in contractueel dienstverband vervuld wordt; 3 de vermelding of de betrekking voltijds dan wel deeltijds vervuld wordt; 4 de wijze waarop de kandidaturen worden ingediend en de uiterste datum voor de indiening ervan; gewijzigd in raadszitting van 13 /09/2011, 10 /01/2012, 13/03/2012, 16/04/2012 en 13/11/2012 7

5 de vermelding van het contactpunt voor meer informatie over de functie, de arbeidsvoorwaarden en de selectieprocedure. 6 een algemene omschrijving van de voorwaarden; 7 de vermelding of er een wervingsreserve wordt aangelegd 3. De bepalingen van 1 en 2, zijn niet van toepassing als de aanstellende overheid bij de vacantverklaring beslist een beroep te doen op een bestaande wervingsreserve die geldig is voor de vacature. De bepalingen van 1 en 2, zijn evenmin van toepassing als de wekelijkse prestaties van een deeltijdse betrekking in de personeelsformatie uitgebreid worden of als die betrekking omgezet wordt in een voltijdse betrekking. Als er meerdere personeelsleden deeltijds werken in een betrekking van dezelfde graad, richt de aanstellende overheid een oproep tot die personeelsleden voor de vervulling van de extra uren en maakt het zijn keuze op basis van een vergelijking van de kandidaturen. Art. 20. Tussen de bekendmaking van een vacature en de uiterste datum voor de indiening van de kandidaturen, verlopen minstens veertien kalenderdagen. De dag van de bekendmaking van de vacature is niet in de termijn begrepen, de uiterste datum voor de indiening van de kandidaturen wel. Als de uiterste datum op een zaterdag, zondag of feestdag valt, wordt de termijn verlengd tot de eerstvolgende werkdag. De datum van de verzending van de kandidatuur wordt beschouwd als de datum waarop de kandidatuur is ingediend. De datum van de poststempel geldt als datum van verzending. Art. 21. Aan elke aanwerving gaat een selectieprocedure vooraf. Art. 22. 1.Tenzij anders bepaald, moeten de kandidaten voor de deelname aan de selectieprocedure voldoen aan de algemene toelatingsvoorwaarden en aan de aanwervingsvoorwaarden, de selectie uitgezonderd. Ze leveren het bewijs daartoe aan de voorwaarden vastgesteld in 2 en 3. 2. De kandidaten leveren het bewijs dat ze voldoen aan de diplomavereiste uiterlijk op de datum vastgesteld door de aanstellende overheid. De datum wordt bepaald tussen de uiterste datum voor de indiening van de kandidaturen en de datum van de start van de selectie. Een gewone kopie van het diploma volstaat als bewijsstuk voor deelname aan de selectieprocedure. De aanstellende overheid beoordeelt over de geldigheid van de voorgelegde diploma s, behalve als de raad de aanstellende overheid is. In dat geval beoordeelt het uitvoerend orgaan van het bestuur de geldigheid. De kandidaten die niet aan de diplomavereiste voldoen worden definitief uitgesloten van de selectieprocedure. Het uitvoerend orgaan deelt die weigering zonder uitstel schriftelijk mee. gewijzigd in raadszitting van 13 /09/2011, 10 /01/2012, 13/03/2012, 16/04/2012 en 13/11/2012 8

3. De aanstellende overheid kan bij de vacantverklaring bepalen dat laatstejaarsscholieren en studenten toegang krijgen tot de selectieprocedure. In dat geval worden laatstejaarsscholieren of studenten toegelaten tot de selectieprocedure als ze met hun kandidatuur een studiebewijs voorleggen en een verklaring dat ze binnen een termijn van maximum drie maanden zullen deelnemen aan de eindexamens voor het behalen van hun diploma. Ze leveren het bewijs dat ze aan de diplomavereiste voldoen uiterlijk op de datum van hun aanstelling door het OCMW. 4. De kandidaten leveren het bewijs dat ze voldoen aan de algemene toelatingsvoorwaarden en aan alle aanwervingsvoorwaarden, de selectie uitgezonderd, binnen de opgelegde termijn. De aanstellende overheid beoordeelt over de geldigheid van de voorgelegde bewijzen, behalve als de raad de aanstellende overheid is. In dat geval beoordeelt het uitvoerend orgaan van het bestuur de geldigheid. Op basis van die beoordeling wordt beslist welke kandidaten definitief tot de selectieprocedure worden toegelaten. De kandidaten die geweigerd worden, worden daarvan schriftelijk op de hoogte gebracht met vermelding van de reden voor de weigering. Voor de deelname aan de selectieprocedure volstaat een kopie of een gewoon afschrift voor de bewijzen, vermeld in 3. Eensluidend verklaarde afschriften worden alleen gevraagd aan de kandidaten die geslaagd zijn voor de selectie. 5. In afwijking van 4 worden kandidaten die aan alle aanwervingsvoorwaarden voldoen behalve aan de voorwaarde van een aanvullende opleiding tot de selectieprocedure toegelaten, als de aanwervingsvoorwaarden bepalen dat ze het attest of getuigschrift van de aanvullende opleiding voor de afloop van de proeftijd moeten behalen. Hoofdstuk 3. De selectieprocedure Afdeling 1. Algemene regels voor de selectie Art. 23. Elke selectie wordt uitgevoerd op basis van selectiecriteria en met behulp van een of meer selectietechnieken. De selectiecriteria en de selectietechnieken zijn afgestemd op de functiebeschrijving. Voor functies van dezelfde graad zijn de selectietechnieken gelijkwaardig. Art. 24. 1. De selecties worden uitgevoerd door een selectiecommissie. Voor de samenstelling van de selectiecommissies gelden de volgende algemene regels: 1 de selectiecommissie bestaat uitsluitend uit deskundigen; 2 elke selectiecommissie bestaat uit ten minste drie leden; 3 ten minste een derde van de leden zijn deskundigen die extern zijn aan het eigen OCMW; 4 de selectiecommissie bestaat bij voorkeur uit leden van verschillend geslacht; 5 de leden van de raad en van het vast bureau alsook het uitvoerend orgaan van het bestuur kunnen geen lid zijn van een selectiecommissie in een selectieprocedure voor het eigen OCMW; gewijzigd in raadszitting van 13 /09/2011, 10 /01/2012, 13/03/2012, 16/04/2012 en 13/11/2012 9

De secretaris van het OCMW die met toepassing van artikel 105 van het OCMWdecreet de bevoegdheid van aanstellende overheid heeft, mag geen deel uitmaken van de selectiecommissie. 6 bij afloop van de selectie-activiteiten beraadslaagt de selectiecommissie voltallig over het eindresultaat en het eindverslag van de kandidaten. 2. Onder deskundig wordt verstaan dat de leden van de selectiecommissie over de specifieke deskundigheden moeten beschikken om de kandidaten te beoordelen op de voor de functie vastgestelde selectiecriteria. 3. Psychotechnische proeven en persoonlijkheidstests worden afgenomen door een selectiebureau of door een persoon die daartoe bevoegd is en erkend is in overeenstemming met het decreet van 13 april 1999 met betrekking tot de private arbeidsmarktbemiddeling in het Vlaamse Gewest en het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juni 2000 ter uitvoering van dat decreet. Art. 25. De leden van de selectiecommissies respecteren de volgende gedragsregels en wettelijke voorschriften bij selecties: 1 onafhankelijkheid 2 onpartijdigheid; 3 non- discriminatie op grond van zogenaamd ras of huidskleur, nationaliteit of etnische achtergrond, geslacht, seksuele geaardheid, leeftijd, gezondheidstoestand, voorkomen, handicap, geloof of levensbeschouwing, burgerlijke staat, politieke overtuiging, zoals bepaald in de non-discriminatiewetgeving; 4 respect voor de vertrouwelijkheid van de gegevens van de kandidaten en voor hun private levenssfeer; 5 geheimhouding van de vragen en, als dat van toepassing is, respect voor de anonimiteit van de proeven; 6 verbod op belangenvermenging. Bij familieverwantschap tot in de tweede graad tussen een lid van de selectiecommissie en een kandidaat, worden de passende maatregelen getroffen om de onpartijdigheid van de selectieprocedure te garanderen. Art. 26. De selectiecommissies worden geleid door een voorzitter. De voorzitter wordt in zijn taak bijgestaan door een secretaris die niet deelneemt aan de eigenlijke selectie-activiteiten en aan de beoordeling van de kandidaten. De leden en hun plaatsvervangers, de secretaris en de voorzitter van de selectiecommissie worden nominatief door de aanstellende overheid aangewezen. Art. 27. De algemene regels voor de selectietechnieken zijn: a) voor functies van niveau A /B/C bevat elke selectie: ten minste twee selectietechnieken; b) voor functies van niveau D en E bevat de selectie altijd een praktische proef afgestemd op de functie; c) voor lijnfuncties van niveau A en B bevat de selectie altijd een psychotechnische proef in verband met de managements- en leiderschapscapaciteiten op het niveau van de functie; Art. 28. gewijzigd in raadszitting van 13 /09/2011, 10 /01/2012, 13/03/2012, 16/04/2012 en 13/11/2012 10

Als er meer dan twintig kandidaten zijn, kan de aanstellende overheid beslissen om een preselectie te organiseren. Voor de selectietechnieken voor de preselectie kiest ze daarbij uit de volgende mogelijkheden: 1 een gestructureerd interview op basis van het CV van de kandidaat 2 een functiespecifieke selectietechniek 3 een schriftelijke proef waarbij gepeild kan worden naar - het interpretatievermogen - de kennis van een aantal algemene vaktechnische begrippen - het algemeen probleemoplossend vermogen 4 een mondelinge proef waarbij gepeild kan worden naar - de overeenstemming van het profiel van de kandidaat met de specifieke vereisten van de functie - de motivatie en interesse voor de functie - het organisatievermogen van de kandidaat - de sociale vaardigheden van de kandidaat De preselectie wordt afgenomen door de selectiecommissie die zal instaan voor de eigenlijke selectie. Afdeling 2. Het verloop van de selectie Art. 29. De aanstellende overheid stelt de concrete selectieprocedure vast voor de aanvang ervan en zorgt voor de organisatie van de selecties. Art. 30. 1. Binnen de grenzen van de algemene bepalingen in afdeling I, bepaalt de aanstellende overheid: 1 de selectiecriteria; 2 de keuze van de selectietechniek(en), waaronder, in voorkomend geval, het gebruik van een betrouwbare selectiechniek voor preselectie; 3 het verloop van de selectie, met inbegrip van de timing; 4 het minimale resultaat om als geslaagd beschouwd te worden bij de afsluiting van de selectieprocedure en, in voorkomend geval, het minimale resultaat om toegelaten te worden tot een volgende stap in de selectieprocedure; 5 de samenstelling en de werking van de selectiecommisie; 6 de aard van de selectieprocedure, namelijk: a) een selectieprocedure die resulteert in een vorm van bindende rangschikking van de geslaagde of geschikt bevonden kandidaten op basis van hun eindresultaat; b) een selectieprocedure die alleen resulteert in een lijst van de geslaagd of geschikt bevonden kandidaten. te weten een vergelijkende selectie of een bekwaamheidsonderzoek. Bij de toepassing van punt 6, b), kiest de aanstellende overheid een kandidaat uit de lijst van de geslaagde kandidaten en motiveert ze uitdrukkelijk haar keuze. 2. Als de aanstellende overheid kiest voor een combinatie van de aanwervingsprocedure en de bevorderingsprocedure en voor de gelijktijdige toepassing daarvan, worden de externe en de interne kandidaten onderworpen aan dezelfde selectieproeven. Eventuele schriftelijke kennisproeven met dezelfde inhoud worden op hetzelfde tijdstip afgenomen. gewijzigd in raadszitting van 13 /09/2011, 10 /01/2012, 13/03/2012, 16/04/2012 en 13/11/2012 11

Voor de toepassing van artikel 18,3 behelst de selectieprocedure, naast een of meer functiegerichte competentietests, ook een niveau- of capaciteitstest, die onderzoekt of de kandidaten in staat zijn te functioneren op het niveau waarin de functie is gesitueerd. De kandidaten moeten zowel voor de niveau- of capaciteitstest als voor de functiegerichte competentietest(s) slagen. Art. 31. De kandidaten worden van het verloop van de selectieprocedure op de hoogte gebracht. De kandidaten worden ten minste veertien kalenderdagen op voorhand geïnformeerd over de plaats waar en dag en uur waarop de eerste selectieproef wordt afgenomen. Die mededeling gebeurt met behulp van brief, e-mail of sms-bericht, volgens de keuze van het communicatiemiddel die de kandidaat vooraf heeft meegedeeld. Als de selectieproef een preselectie bevat, worden de kandidaten daarvan op de hoogte gebracht. Om te slagen in aanwervings- of bevorderingsproeven dienen de kandidaten voor elk selectiegedeelte zestig procent van de punten te behalen. Indien een selectiegedeelte meer dan één proef omvat moeten zij bovendien vijftig procent van de punten behalen op elk van die proeven. Bij elk apart afgenomen selectiegedeelte wordt geëlimineerd. Alleen de kandidaten die geslaagd zijn worden voor het volgend selectiegedeelte opgeroepen. Art. 32. De selectiecommissie maakt voor elke selectietechniek een verslag op. Het verslag vermeldt per kandidaat het resultaat. De selectiecommissie maakt bij de afsluiting van de selectieprocedure een eindverslag op met vermelding van de deelresultaten van de kandidaten en van hun eindresultaat. Art. 33. De kandidaten worden schriftelijk op de hoogte gebracht van het resultaat van de selectie. Kandidaten hebben op hun verzoek toegang tot de selectieresultaten in overeenstemming met de bepalingen van het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur. Art. 34. In afwijking van artikel 24, 1, 1, kan de raad bepalen dat selecties geheel of gedeeltelijk uitbesteed worden aan een erkend extern selectiebureau. Het selectiebureau voert in dat geval de selectie uit in overeenstemming met de toepasselijke rechtspositieregeling en met de specifieke opdracht van het OCMW. Afdeling 3. Wervingsreserves Art. 35. 1.Na elke selectie kan er een wervingsreserve voor de betreffende functie of graad worden aangelegd voor de maximale duur van drie jaar. De geldigheidsduur is verlengbaar met 1 jaar. De duur van de wervingsreserve vangt aan vanaf de eerste dag van de maand volgend op de datum van het eindrapport van de selectie. De aanstellende overheid beslist bij de vacantverklaring van een betrekking of een wervingsreserve wordt aangelegd en bepaalt de geldigheidsduur ervan. gewijzigd in raadszitting van 13 /09/2011, 10 /01/2012, 13/03/2012, 16/04/2012 en 13/11/2012 12

2. Alle geslaagde of geschikt bevonden kandidaten die niet onmiddellijk worden aangesteld, worden in de wervingsreserve opgenomen. Bij een vergelijkende selectieprocedure worden de kandidaten in de wervingsreserve gerangschikt in volgorde van hun resultaat. Art. 36. De aanstellende overheid kan geen nieuwe aanwervingsprocedure organiseren zolang er voor dezelfde functie of graad nog kandidaten opgenomen zijn in een daarvoor nog geldige wervingsreserve. Art. 37. Na een vergelijkende selectie wordt telkens de eerst gerangschikte kandidaat van de wervingsreserve het eerst geraadpleegd om de vacature te vervullen. Een geraadpleegde kandidaat kan eenmaal een aangeboden betrekking weigeren zonder zijn plaats in de wervingsreserve te verliezen, op voorwaarde dat hij zijn kandidatuur naar aanleiding van de weigering binnen de vastgestelde termijn bevestigt. Bij een tweede weigering van een aangeboden betrekking wordt de kandidaat automatisch in de wervingsreserve geschrapt. Hij wordt daarvan op de hoogte gebracht. Afdeling 4. Specifieke bepalingen voor de aanwerving van de secretaris van het OCMW, de financieel beheerder van het OCMW en de maatschappelijk werker van het OCMW Art. 38. De raad stelt de functiebeschrijving vast voor de functie van secretaris van het OCMW en voor de functie van financieel beheerder van het OCMW. Art. 39. Als de functie van secretaris van het OCMW of financieel beheerder van het OCMW door aanwerving vervuld wordt, moet de kandidaat houder zijn van een diploma dat toegang geeft tot niveau A. Art. 40. De selectie wordt uitgevoerd op basis van de selectiecriteria en met behulp van verschillende selectietechnieken. De selectiecriteria en selectietechnieken zijn afgestemd op de functiebeschrijving. Art. 41. De selectietechnieken voor de functie van secretaris bevatten in elk geval een test die de managements- en leiderschapscapaciteiten van de kandidaten toetst. Deze test wordt afgenomen door een erkend extern selectiebureau. De selectietechnieken voor de functie van financieel beheerder bevatten in elk geval een proef die het financieel-economisch inzicht van de kandidaten toetst. Art. 42. Met behoud van de toepassing van andere wettelijke of reglementaire bepalingen moeten kandidaten voor de toegang tot de functie van maatschappelijk werker, vermeld in artikel 75 en artikel 94 van het OCMW-decreet, houder zijn van ofwel: 1 het diploma van bachelor in het sociaal-agogisch werk met de titel van gewijzigd in raadszitting van 13 /09/2011, 10 /01/2012, 13/03/2012, 16/04/2012 en 13/11/2012 13

maatschappelijk assistent, of een daarmee gelijkgesteld diploma; 2 het diploma van bachelor in de verpleegkunde, afstudeerrichting sociale verpleegkunde, of een daarmee gelijkgesteld diploma. Hoofdstuk 4. Specifieke bepalingen voor de aanwerving in de betrekkingen die ingesteld worden ter uitvoering van werkgelegenheidsmaatregelen van de hogere overheid en in sommige tijdelijke betrekkingen Afdeling 1. De aanwervingsprocedure en de selectieprocedure voor vervangers Art. 43. Voor de tijdelijke vervanging van afwezige personeelsleden als vermeld in artikel 103, 2, 2, OCMW-decreet, geldt het volgende: 1 De kandidaten moeten voldoen aan de algemene toelatingsvoorwaarden en aan de algemene en de specifieke aanwervingsvoorwaarden, met inbegrip van de diplomavereiste; 2 De oproep tot kandidaten wordt, met vermelding van de voorwaarden en met een CVformulier bekendgemaakt via het bestaande sollicitantenbestand voor de functie of via de VDAB. 3 De selectie bestaat uit een gestructureerd interview op basis van het ingevulde CVformulier. 4 De selectie gebeurt door een selectiecommissie, die bestaat uit minstens 2 personen waarvan minstens 1 diensthoofd. De selectiecommissie maakt een verslag op met betrekking tot de geschiktheid of ongeschiktheid van elke kandidaat. 5 De kandidaten worden op de hoogte gebracht van het resultaat van de selectie. Aan de geschikt bevonden kandidaten wordt gevraagd de bewijsstukken dat ze aan alle voorwaarden voldoen te bezorgen binnen een bepaalde termijn. 6 De aanstellende overheid kiest een kandidaat uit de geschikt bevonden kandidaten die de gevraagde bewijsstukken bezorgd hebben, op basis van een vergelijking van de titels en verdiensten in het licht van het competentieprofiel voor de vervangingsopdracht. Afdeling 2. De aanwervingsprocedure en de selectieprocedure voor de aanwerving in contractuele betrekkingen waarvan de tewerkstellingsduur tot maximaal een of twee jaar beperkt is, al dan niet in een tewerkstellingsmaatregel van een hogere overheid Art. 44. Voor de aanwerving en selectie in contractuele betrekkingen, al dan niet in een tewerkstellingsmaatregel van de hogere overheid, waarvan de tewerkstellingsduur tot maximaal een of twee jaar beperkt is geldt het volgende: 1 De kandidaten moeten voldoen aan de algemene toelatingsvoorwaarden en aan de algemene en de specifieke aanwervingsvoorwaarden, met inbegrip van de diplomavereiste. 2 De oproep tot kandidaten wordt, met vermelding van de voorwaarden en met een CVformulier bekendgemaakt via de VDAB en via publicatie in minstens 1 weekblad en eventueel via het bestaande sollicitantenbestand. 3 De kandidaten bezorgen binnen een termijn van veertien kalenderdagen een ingevuld CV-formulier. 4 De selectie bestaat uit een gestructureerd interview op basis van het ingevulde CVformulier en voor functies van niveau A en B uit een functiespecifieke selectietechniek. 5 De selectiecommissie maakt een verslag op met betrekking tot de geschiktheid of ongeschiktheid van elke kandidaat. 6 De kandidaten worden op de hoogte gebracht van het resultaat van de selectie. Aan de geschikt bevonden kandidaten wordt gevraagd de bewijsstukken dat ze aan alle voorwaarden voldoen binnen een bepaalde termijn te bezorgen. gewijzigd in raadszitting van 13 /09/2011, 10 /01/2012, 13/03/2012, 16/04/2012 en 13/11/2012 14