Onderzoek naar koemelkeiwitallergie
Uw kind wordt verdacht van een koemelkallergie. In deze brochure informeren wij u over de werkwijze die wij hanteren in Zuyderland Medisch Centrum om een allergie voor koemelk vast te stellen. Mogelijke verschijnselen bij koemelkallergie Verschijnselen van maag en darm: braken, voedselweigering, diarree, obstipatie. Huidverschijnselen: rode vlekjes, eczeem. Luchtwegklachten: veelvuldige verkoudheid, loopneus. In enkele gevallen komt het voor dat kinderen heftiger reageren: galbulten, gezwollen oogleden/lippen, luchtwegproblemen tot anafylaxie. Gelukkig groeit het grootste gedeelte van de kinderen spontaan over een koemelkallergie heen. Behandeling koemelkallergie Voeding aanpassen Als uw kind borstvoeding krijgt wordt er een koemelkvrij dieet voor moeder voorgeschreven. Als uw kind flesvoeding krijgt, wordt er aangepaste voeding voorgeschreven, dit kan een voeding zijn waarbij koemelkeiwitten gehydrolyseerd zijn. Ze zijn als het ware in kleine stukjes geknipt, zodat het afweersysteem ze niet als koemelk-eiwitbrokstukjes herkent of een voeding welke helemaal geen koemelkeiwit meer bevat. Provocatietest Als de klachten naar tevredenheid verminderd of zelfs geheel verdwenen zijn, dan wordt een provocatietest verricht om te kijken of uw kind op het moment van testen (nog) een koemelkallergie heeft. In Zuyderland Medisch Centrum wordt dit onderzoek uitgevoerd middels de dubbelblinde placebogecontroleerde voedselprovocatie (DBPGVP). De dubbelblinde placebogecontroleerde voedselprovocatie is een betrouwbare manier om allergie voor koemelk aan te tonen. U komt met uw kind twee keer een halve dag naar het ziekenhuis. Tussen deze twee dagopnames zit minimaal een week pauze. In het ziekenhuis krijgt uw kind op beide dagen de koemelkvrije voeding aangeboden welke uw gebruikt. Op één van beide dagen wordt er een koemelkeiwit aan toegevoegd, welke geur en smaakloos is. Daarna wordt er thuis gedurende drie dagen een klachtenlijst bijgehouden. Het onderzoek wordt dubbelblind gedaan. p a t i ë n t e n i n f o r m a t i e 2
Dit betekent dat niemand van de direct betrokkenen weet welke voeding wordt gegeven. Hierdoor voorkomen wij dat wij bevooroordeeld naar de klachten kijken. De informatie over welke voeding gegeven wordt, de code, is bekend bij de medewerker die de voedingen bereidt en wordt geopend vlak voordat u met uw kind op controle komt voor de uitslag van de test. Praktische gang van zaken Verloop van het gehele proces Als u door de arts van het consultatiebureau of de huisarts wordt doorgestuurd, dan kunt u met de polikliniek Kindergeneeskunde bellen voor het maken van een afspraak. Het telefoonnummer vindt u op de achterzijde van de brochure. Als u door de kinderarts wordt doorgestuurd krijgt u na dit consult een afspraak mee. Tijdens deze afspraak ziet u de verpleegkundig specialist. Er vindt lichamelijk onderzoek plaats, er worden vragen gesteld over het ziektebeeld van uw kind en u krijgt uitleg over het gehele proces. Deze eerste afspraak duurt ongeveer 1 uur. Twee weken na de eerste afspraak is er opnieuw een contactmoment, dit kan telefonisch of poliklinisch zijn. Hierin wordt bekeken of de voeding een goed effect heeft op het verminderen van de klachten. Afhankelijk van dit effect worden er aanpassingen aan het beleid gedaan en/of volgen er verdere afspraken. Als de klachten onder controle zijn worden er in overleg met u twee dagopnames gepland om de dubbelblinde placebogecontroleerde voedselprovocatie uit te voeren. Dagopname en voorbereiding Er wordt met u afgesproken hoe laat en hoeveel voeding u uw kind voor de test mag geven. Voor een goed verloop van de test is het belangrijk dat u dit advies opvolgt. Neem fles of drinkbeker mee van thuis, daar is uw kind vertrouwd mee. Als uw kind nutriton of andere toevoegingen krijgt in de voeding, neem deze dan mee zodat u dit ook kunt toevoegen aan de testvoeding. Op de afdeling wordt uw kind nagekeken, gewogen en getemperatuurd, waarna de test kan beginnen. In verschillende stappen wordt er met een tussenpauze van 20-30 minuten steeds meer voeding aangeboden, dit duurt gemiddeld 3 uur, daarna blijft uw kind nog minimaal een uur op de afdeling om te kijken of er nog reacties optreden. p a t i ë n t e n i n f o r m a t i e 3
Tijdens de test worden u en uw kind begeleidt door een kinderverpleegkundige, deze observeert uw kind en rapporteert de verschijnselen. Na de test krijgt u nog een vragenlijst mee om de klachten die thuis (mogelijk) optreden te rapporteren. Ongeveer één week later vindt de tweede testdag plaats. Deze verloopt hetzelfde als de eerste testdag. Ook als uw kind op de eerste testdag duidelijk heeft gereageerd, wordt het tweede deel van de test uitgevoerd. Alleen op deze manier kunnen wij duidelijk aantonen of de heftige reactie veroorzaakt is door een allergie voor koemelk. Een week na de laatste dagopname komt u opnieuw naar de polikliniek voor de uitslag. Deze afspraak wordt gemaakt tijdens de tweede testdag. Het is belangrijk dat uw kind in goede conditie is op het moment van de test. Als uw kind ziek is worden klachten mogelijk toegeschreven aan de testvoeding terwijl de ziekte de oorzaak is. Een paar dagen voor de eerste testdag tot een paar dagen na de tweede testdag mag uw kind geen vaccinatie krijgen. Als uw kind ziek is dan wordt de provocatietest in verschoven. Bij een verkoudheid waarbij vaak geen verdere klachten zijn, kan de test meestal doorgaan. Als u twijfelt of de test door kan gaan neem dan contact op met de afdeling Kindergeneeskunde. Als uw kind medicatie en/of eczeemzalven gebruikt, krijgt u voor de test te horen of uw kind deze voor de provocatietest mag gebruiken. Uitslag en hoe nu verder De uitslag is positief. Uw kind heeft gereageerd op de dag dat er koemelk aan de testvoeding is toegevoegd. Uw kind heeft dus een koemelkallergie. Tot de leeftijd van 12 maanden gaat uw kind door met de speciale voeding waarna de test herhaald wordt. De uitslag is negatief. Uw kind heeft op beide dagen niet gereageerd of gereageerd op de dag dat er geen koemelk aan de testvoeding was toegevoegd. De kans dat uw kind een koemelkallergie heeft is klein. U krijgt een opbouwschema om standaard voeding te introduceren. Er wordt in deze periode meerdere keren contact met u opgenomen om te bespreken hoe dit verloopt. p a t i ë n t e n i n f o r m a t i e 4
Dagopname 1: Datum.. Tijd..uur Locatie: afdeling Kindergeneeskunde (etage 13) Dagopname 2: Datum.. Tijd..uur Locatie: afdeling Kinderafdeling (etage 13) p a t i ë n t e n i n f o r m a t i e 5
02-2016 C1107168 Dit project wordt ondersteund door Friso Kindervoeding, Mead Johnson en Medireva. Zuyderland Medisch Centrum Heerlen Polikliniek Kindergeneeskunde (045) 576 72 36 Afbellen/overleg plegen over provocatietesten (045) 576 73 90 Voor vragen tijdens het gehele proces (06) 18 65 57 43 Maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag 10.00-11.00 uur www.zuyderland.nl