Aantallen strandbroeders in de Nederlandse Waddenzee

Vergelijkbare documenten
Symposium Op reis op de Boschplaat, 30 mei 2017 Over (broed)vogels in veranderende landschappen

8.4 Kokmeeuw (Chroicocephalus ridibundus)

Ornithologisch jaarverslag Texel 2011

Vogelrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1981). Voor Natura 2000 relevant als broedvogel én als niet-broedvogel.

7.2 Kauw (Corvus monedula)

DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE,

GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN VERGUNNING NATUURBESCHERMINGSWET verleend aan STAATSBOSBEHEER. voor

Broedvogelmonitoring op de Rottums in

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de minister van Infrastructuur en Milieu;

Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe

7.1 Grote Canadese gans (Branta canadensis canadensis)

enteame1ana eenteame1ana .tx 1 schiv Provincie provinsje fryslân provincie fryslân b provinsje fryslîn SCHIER M 0 N Nl K000 WAD DEN EILANDEN

Functioneren kunstmatige eilanden voor visdieven in de Inlaag Oesterput op Noord-Beveland en in de Inlaag Neeltje Jans: Broedseizoen 2016

Eider (Somateria mollissima) (A063) 1. Status: 2. Kenschets. 3. Bijdrage van gebieden

Datum 26 november 2009 Betreft Verlenging Nb-wetvergunning ensisvisserij

Deltaprogramma Waddengebied. Deltaprogramma 2012 Probleemanalyse Waddengebied

Beleid. Kleinschalig recreatief staand wantvissen. Augustus Versie: definitief 1

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum 28 april DRZ/07/3012/FB/HG onderwerp doorkiesnummer bijlagen

Stranden Ameland = recreatie en natuur

Onderstaand overzicht behoort tot het project Waddenarchieven, dat wordt gefaciliteerd door de Waddenacademie (

Vogelrichtlijn Bijlage I (sinds 2004). Voor Natura 2000 relevant als broedvogel én als nietbroedvogel.

8.5 Zilvermeeuw (Larus argentatus)

Inhoudelijke overwegingen Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Texel Zuid West

NOORDZEEKUST VAN HET DELTAGEBIED

6.1 Houtduif (Columba palumbus)

Geoorde fuut (Podiceps nigricollis) (A008) 1. Status: 2. Kenschets. 3. Bijdrage van gebieden

Vragen van de heer A. Hietbrink en mevrouw ing. V.M. Dalm (GroenLinks) over vuurwerkshow nabij Natura-2000 gebied in Huizen

9.2 Spreeuw (Sturnus vulgaris)

Datum 26 november 2009 Betreft Verlenging Nb-wetvergunning ensisvisserij. Geachte heer,

Eénjarige pioniervegetaties van slik- en zandgebieden met Salicornia en andere zoutminnende soorten (H1310) Verkorte naam: Zilte pionierbegroeiingen

Bijlage 1 Overweging zandwinning Den Helder Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Den Helder (Noord-Holland)

13.3 Meerkoet (Fulica atra)

Natura 2000 gebied 5 Duinen Ameland

Bijlage 8 Beknopte samenvatting van de droogvalwaarnemingen

OPKOMST VAN DE HALSBANDPARKIET IN NEDERLAND EN UTRECHT André van Kleunen

Verkennend natuuronderzoek locatie Hessenweg

Verkennend natuuronderzoek Parklaan / Nieuweweg te Hattem

2018 is door Sovon Vogelonderzoek en Vogelbescherming Nederland uitgeroepen tot het Jaar van de Huiszwaluw!

Wat en waar zijn de wadden? Les met werkblad - topografie

Advocatenkantoor Logemann Burgemeester Mentzstraat AL TERSCHELLING WEST. Leeuwarden, 19 augustus 2011 Verzonden,

Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet Café Restaurant Rijstal Venhof V.O.F., te Herkenbosch Zaaknummer:

Toezicht op de Waddenzee. Informatie

overvliegende vogels gezien, wat wijst op aankomst van vogels van elders. Het hoogste aantal bedroeg 5 ex >zw op 30 oktober.

TOETSING MILITAIRE VLIEGACTIVITEITEN OUDELAND VAN STRIJEN (110)

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)

Veenweiden steeds belangrijker voor Zwarte sterns in Zuid-Holland. Verslag van monitoring van aantallen en broedsucces in 2013

ECLI:NL:RVS:2006:AU9821

DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE,

Kustbroedvogeldag Zeeland 18 juni 2015

Ornithologisch jaarverslag Texel 2008

Koloniebroeders in 2017 in Zuid-Holland Noord

Vogelrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1981). Voor Natura 2000 relevant als broedvogel én als niet-broedvogel.

Natura 2000 gebied 7 Noordzeekustzone

Wijziging Natuurbeschermingswet 1998 door de Crisis- en herstelwet

Inhoudelijke overwegingen Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Texel Midden (Noord-Holland)

Blauwe Kiekendieven op de Waddeneilanden in 2007

Module 1b Overige effecten Natura 2000

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt

Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe

Nederlandse Vissersbond T.a.v. de heer J.K. Nooitgedagt Postbus AB EMMELOORD

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis

Broedsucces van kenmerkende kustbroedvogels in de Waddenzee in mineur

website - 47-RO ab.doc Pagina 1

SCHRIFTELIJKE VRAGEN AAN HET COLLEGE Nb: vragen en antwoorden worden verzonden aan College, MT en alle raadsleden.

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 27 juli 2015) Nummer Aan de leden van Provinciale Staten

SOVON Vogelonderzoek Nederland R.L. Vogel Toernooiveld ED NIJMEGEN

Verkennend natuuronderzoek De Hoeven Beekbergen

Welkom. Aanduiding proces Ligging gebieden Waar wordt wat getoetst? Werkwijze voortoets en NEA. Resultaten NEA tot nu toe Schieten:

Notitie Quickscan flora en fauna

Verkennend natuuronderzoek locatie Smitterijhof te Haaksbergen

Welkom. Aanduiding proces Ligging gebieden Waar wordt wat getoetst? Werkwijze voortoets en NEA. Resultaten NEA tot nu toe Schieten:

Module 1B Gebiedsbescherming: Overige effecten (anders dan stikstof)

Bontbekplevier (Charadrius hiaticula) A Status: 2. Kenschets

Verstandig Beheer. Visie SVRR op het Beheer van Rottumeroog en Rottumerplaat. Uitgegeven door: Bestuur SVRR. Datum: 7 oktober 2005 Versie: 1.

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Plan van Aanpak Natura 2000 Noord-Holland. Hoe gaat de provincie Noord-Holland aan de slag met Natura 2000?

9.1 Meerkoet (Fulica atra)

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag

De betekenis van een zandbank voor Heist voor de avifauna

Vergunning Nb-wet 1998; Project Stroomlijn; Cortenoever

Het aantal waarnemingen (Nw)

Deze wet beschermt van ongeveer 500 van de dier- en plantensoorten die in Nederland

Hierna volgen de nieuwe straatnamen van Westergouwe voor de buurten De Eilanden en De Tuinen:

Noodplan grote karekiet in de Noordelijke Randmeren

Inhoudelijke overwegingen Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Texel Midden

Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag gedeeltelijke intrekking Nbwet vergunning

Natura 2000 gebied 89 - Eilandspolder

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Ontwikkeling aantal leerlingen (index: 2009 = 100) (index: 2014 = 100)

Beverwijkerstraatweg 44 - Castricum

Verkennend natuuronderzoek Anklaarseweg Apeldoorn

Aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Algemeen

_).l, Vogelbescherming

5.2 Wilde eend (Anas platyrhynchos)

Natura 2000 gebied 2 Duinen en Lage Land Texel

Aanvulling op de effectbeoordeling Regelwerk Pannerden [R SIH-evp-V03-NL] ten behoeve van de beoordeling voor een NB-wet vergunning

NADERE EFFECTENANALYSE WADDENZEE EN NOORDZEEKUSTZONE II DEELRAPPORT EXTERNE WERKING

Broedsucces van kustbroedvogels in de Waddenzee in 2006

Nederlandse Aardoliemaatschappij bv T.a.v.: dhr. J.P. van de Water Postbus HH ASSEN. Leeuwarden, 23 december 2010 Verzonden,

Wij zijn het niet eens met het voornemen tot het verlenen van deze ontheffing en zullen dit in deze zienswijze nader onderbouwen.

Transcriptie:

Aantallen strandbroeders in de Nederlandse Waddenzee Rapportage tm broedseizoen 2008 Johan Krol Juni 2010 Werkgroep strandbroeders

Strandbroeders rapportage tm broedseizoen 2008 2 Aantallen strandbroeders in de Nederlandse Waddenzee Rapportage tm broedseizoen 2008 Dit onderzoek is uitgevoerd op advies van de Trilaterale Ministersconferentie in Nederland (2005) in opdracht van De Waddeneilanden, Werkgroep Strandbroeders Natuurcentrum Ameland Johan Krol Postbus 60 9163ZM Nes Ameland 0519-542737 natuurcentrum.jkrol@planet.nl Werkgroep strandbroeders

Strandbroeders rapportage tm broedseizoen 2008 3 Inhoudsopgave 1. Conclusies 5 2. Aanbevelingen 6 3. Inleiding 8 4. Resultaten 9 4.1 Aantalontwikkeling in de periode 1999 2008 9 4.1.1 Bontbekplevier 11 4.1.2 Strandplevier 13 4.1.3 Dwergstern 15 4.2 Vergelijking tussen bewoonde en onbewoonde eilanden 18 5. Wettelijke bescherming 21 5.1 Natuurbeschermingswet 1998 21 5.2 Natura 2000 22 6 Literatuur 23 Bijlage 1: Bijlage 2: Samenstelling van de Werkgroep Strandbroeders Kaarten van de broedplaatsen op de bewoonde eilanden

Strandbroeders rapportage tm broedseizoen 2008 4 1. Conclusies 1. De broedpopulaties van strandbroeders Bontbekplevier en Strandplevier op de bewoonde Waddeneilanden zijn nog steeds dalend, de Dwergstern neemt toe. 2. Het aantal broedparen van de Strandplevier op de bewoonde eilanden handhaaft zich op 12 in 2008. De trend in de periode 1999-2008 is dalend. 3. Het aantal Dwergsterns op de bewoonde eilanden is verder toegenomen tot 270 paar in 2008. Over de 10 broedseizoenen 1999-2008 is een verheugende toename te zien vanaf 93 paar. 4. De Dwergstern ontbreekt op Schiermonnikoog en Ameland. 5. De aantallen strandbroeders op de bewoonde eilanden liggen hoger dan op de onbewoonde eilanden. In 2008 325 tegenover 48 paren. 6. Ondanks beschermingsmaatregelen op de bewoonde eilanden komen directe (recreatieve activiteiten) en indirecte (honden, katten, ratten enz.) conflicten met mensen regelmatig voor. 7. Het ontbreken van meting van het broedsucces is een belangrijke tekortkoming in dit project. 8. Gezien de trends in aantalontwikkeling op de onbewoonde en bewoonde eilanden is nestbescherming niet de enige belangrijke sturende factor. Ecologische factoren, met name voedselbeschikbaarheid, zijn waarschijnlijk belangrijker. 9. Er ontbreekt een uniforme aanpak voor de bescherming van broedparen buiten de gevestigde reservaten. Er is bij de leden van de Werkgroep behoefte aan materiaal als een breed inzetbare bebording met handhavingmogelijkheden (NB wet, art461 of APV) en steun voor de inzet, controle en handhaving ervan bij de overheden (Gemeente en Provincie).

Strandbroeders rapportage tm broedseizoen 2008 5 2. Aanbevelingen 1. Aangezien een deel van de strandbroeders buiten de bestaande natuurreservaten broeden, dienen de gemeentebesturen het voortouw te nemen bij de bescherming van actuele en potentiële broedplaatsen. Naast fysieke maatregelen als bebording beschikken de gemeenten ook over juridische mogelijkheden in gemeentelijke verordeningen. 2. Voor alle activiteiten op het strand die vergunning- of ontheffingspichtig zijn, dient de bescherming van strandbroeders in de Natuurtoets in het kader van de Natuurbeschermingswet een belangrijke rol te spelen. 3. Daar waar concentraties van strandbroeders voorkomen (>2 broedparen!) buiten bestaande reservaatgebieden heeft het nemen van beschermende maatregelen rond deze locaties de hoogste prioriteit. Het standaardpakket kan bestaan uit een verbod op loslopende honden, kite-surfen, vliegeren, mountain-biken, strandsurfen en vergelijkbare recreatieve activiteiten. Op enkele zeer kwetsbare plaatsen zijn verdergaande maatregelen noodzakelijk om publiek te geleiden of te weren. 4. Gezien het kleine aantal resterende broedplaatsen van de Strandplevier en de Dwergstern is het van groot belang dat gebieden met een potentie voor deze soorten preventief beschermd worden; dat wil zeggen: afbakenen op 1 april voordat de vestiging daadwerkelijk heeft plaats gevonden. Mochten broedparen van deze soorten zich later buiten reeds aangebrachte afbakening gaan vestigen dan dienen ook deze paren alsnog bescherming te krijgen. 5. De beschermende maatregelen kunnen beperkt blijven tot het broedseizoen (1 april 31 juli). Indien in een bepaald jaar de strandbroeders geen gebruik maken van de geboden bescherming, kunnen de beperkende maatregelen reeds per 15 juni worden opgeheven.

Strandbroeders rapportage tm broedseizoen 2008 6 6. Aangezien op ieder Waddeneiland veel kennis beschikbaar is met betrekking tot specifiek lokale problemen, dient uitvoering van bovengenoemde aanbevelingen te geschieden in nauw overleg met plaatselijke deskundigen. De bij ieder eiland genoemde contactpersonen kunnen als aanspreekpunt fungeren. 7. De Waddeneilanden dient ook na 2008 een voortrekkersrol te vervullen bij het project strandbroeders. 8. De Werkgroep Strandbroeders blijft gehandhaafd en zorgt voor rapportage en aanbevelingen. 9. Onderzoek naar het broedsucces in relatie met nestbescherming en vooral in relatie met de voedselecologie dient opgestart te worden. Het is wenselijk om de Werkgroep Strandbroeders hierbij te betrekken. Tevens is overleg over (trilaterale) programma s en afstemming van methodes met tenminste SOVON en het Ministerie van LNV nodig. 10. De samenwerking tussen SOVON (onbewoonde eilanden) en de Werkgroep Strandbroeders (bewoonde eilanden) is vruchtbaar en dient voortgezet te worden..

Strandbroeders rapportage tm broedseizoen 2008 7 3. Inleiding. In het kader van het trilaterale Waddenzee overleg (conferentie van Esbjerg, najaar 2001) wordt bijzondere aandacht gegeven aan de bescherming van strandbroeders (project 37). De populaties van de betreffende soorten Bontbekplevier (Charadrius hiaticula), Strandplevier (Charadrius alexandrinus) en Dwergstern (Sterna albifrons) zijn de afgelopen decennia zeer sterk in aantal afgenomen. Deze soorten broeden bij voorkeur in zeer dynamische gebieden zoals schelpenbanken, groene stranden en primaire duintjes langs de Noordzeekust. Het voorkeurs-biotoop ligt vaak niet binnen bestaande natuurreservaten. In 2002 heeft het Overlegorgaan Waddeneilanden (OOW, thans De Waddeneilanden) de taak op zich genomen de situatie van de strandbroeders binnen het grondgebied van de vijf Waddeneilandgemeenten te evalueren en voorstellen te doen met betrekking tot een betere bescherming van deze vogelsoorten. Daartoe is een werkgroep strandbroeders in het leven geroepen met vertegenwoordigers van alle Waddeneilanden (zie bijlage 1). Leden van de werkgroep zijn vrijwilligers, zij registreren de aantalsontwikkeling van de strandbroeders, signaleren problemen op de broedplaatsen en zorgen voor beschermende maatregelen. Het eerste rapport van de werkgroep bevat een overzicht van de huidige en potentiële broedplaatsen van strandbroeders op de bewoonde Waddeneilanden, gebaseerd op gegevens tot en met het broedseizoen 2002 (Kersten 2003). In 2005 (Krol 2005) verscheen een rapportage over de aantallen en bescherming in de periode 2001-2005 met daarin opgenomen aanbevelingen aan de 10 e Trilaterale Ministersconferentie over de Waddenzee op Schiermonnikoog. Het laatste seizoensrapport verscheen in 2007 (Krol 2007) met daarin data tm het broedseizoen 2006. In dit rapport wordt het broedvogeloverzicht aangevuld met gegevens tm het broedseizoen 2008. Hierbij wordt een compleet overzicht gegeven van het gehele Nederlandse waddengebied. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen de bewoonde eilanden, onbewoonde eilanden en vastelandskust. Dit is mogelijk gemaakt door medewerking van vereniging SOVON Vogelonderzoek Nederland (SOVON). Een vergelijking tussen bewoonde (potentieel veel verstoring) en onbewoonde (potentieel weinig verstoring) eilanden wordt hierdoor mogelijk.

Strandbroeders rapportage tm broedseizoen 2008 8 4. Resultaten. 4.1 Aantalontwikkeling in de periode 1999 2008. Tabel 1 geeft een overzicht van het aantal broedparen per eiland en de vastelandskust sinds 1999. Voor de Bontbekplevier en de Strandplevier is de ontwikkeling dramatisch slecht. De Dwergstern laat een positieve trend zien. Hieronder wordt de huidige situatie per soort kort besproken. In deze tabel staan ook de data van de onbewoonde eilanden. Deze data zijn beschikbaar gesteld door SOVON (L. Dijksen). Hiermee wordt het mogelijk een aantalvergelijking te maken tussen drukke (bewoonde eilanden) en rustige (onbewoonde eilanden). Deze scheiding is in de praktijk iets minder strikt want op de bewoonde eilanden zijn ook broedplaatsen waar een goede rust heerst en de waarnemers melden bijvoorbeeld van Richel en Noorderhaaks ernstige verstoringen door mensen afkomstig van boten. Zelfs loslopende honden werden daar gesignaleerd! Tabel 1. Overzicht van het aantal broedparen in het Nederlandse Waddengebied. Texel Vlieland Terschelling Ameland Schiermonnikoog Bewoonde eilanden R'plaat R'oog Engelsmanplaat-Rif Richel Griend Razende bol Onbewoonde eilanden Waddeneilanden totaal Kust vasteland Waddengebied Bontbekplevier 1999 45 1 5 10 0 61 5 8 0 0 1 0 14 75 97 172 2000 43 1 8 9 0 61 3 3 0 1 1 0 8 69 93 162 2001 41 1 6 8 5 61 3 3 0 0 2 0 8 69 57 126 2002 46 3 5 10 0 64 4 4 0 1 0 0 9 73 57 130 2003 30 3 18 4 1 56 2 1 0 1 1 0 5 61 61 122 2004 35 3 17 8 1 64 4 4 0 0 1 0 9 73 71 144 2005 29 3 20 12 1 65 5 7 0 0 1 0 13 78 44 122 2006 31 2 21 8 0 62 7 2 0 1 1 1 12 74 53 127 2007 27 4 15 7 0 53 8 2 0 0 0 0 10 63 59 122 2008 26 3 8 6 0 43 5 0 0 0 0 0 5 48 40 88 Totaal Waddengebied Strandplevier 1999 1 1 11 6 0 19 1 10 0 0 1 0 12 31 17 48 2000 1 1 8 4 0 14 0 7 0 0 0 0 7 21 15 36 2001 1 2 8 3 5 19 1 3 0 0 0 0 4 23 11 34 2002 1 3 7 0 5 16 1 8 0 0 0 0 9 25 9 34 2003 2 2 7 2 5 18 0 9 0 0 0 0 9 27 7 34

Strandbroeders rapportage tm broedseizoen 2008 9 Texel Vlieland Terschelling Ameland Schiermonnikoog Bewoonde eilanden R'plaat R'oog Engelsmanplaat-Rif Richel Griend Razende bol Onbewoonde eilanden Waddeneilanden totaal Kust vasteland Waddengebied 2004 2 2 5 2 6 17 0 5 0 0 0 0 5 22 4 26 2005 1 3 5 3 4 16 1 1 0 0 0 0 2 18 2 20 2006 1 2 5 1 7 16 2 5 0 0 0 1 8 24 2 26 2007 2 2 7 0 4 15 1 4 0 0 0 0 5 20 0 20 2008 2 3 3 0 4 12 3 5 0 0 0 0 8 20 3 23 Totaal Waddengebied Dwergstern 1999 91 0 0 2 0 93 21 18 0 41 0 5 85 178 0 178 2000 92 0 0 2 0 94 25 30 0 18 0 0 73 167 0 167 2001 71 42 12 1 0 126 17 21 0 16 0 0 54 180 0 180 2002 71 33 21 0 0 125 43 36 3 17 0 0 99 224 0 224 2003 37 75 10 0 0 122 62 14 0 14 0 0 90 212 0 212 2004 36 81 16 0 0 133 19 45 0 15 0 14 93 226 0 226 2005 31 87 22 0 0 140 25 0 0 6 0 10 41 181 0 181 2006 104 61 16 0 0 181 13 0 1 2 0 25 41 222 0 222 2007 114 41 68 0 0 223 10 0 1 0 0 25 36 259 0 259 2008 123 128 19 0 0 270 9 0 0 6 0 20 35 305 0 305

Strandbroeders rapportage tm broedseizoen 2008 10 4.1.1 Bontbekplevier. Het aantal op de bewoonde eilanden is de laatste vier seizoenen sterk dalend en komt uit op ruim 40 paar. Alleen Vlieland blijft stabiel op een zeer laag niveau (2-4 paar). De trend op de andere bewoonde eilanden is dalend en de soort ontbreekt op Schiermonnikoog. De populatie op Texel is nog wel het grootst van de bewoonde eilanden maar de trend is sterk dalend met ongeveer 2 broedparen per jaar. De soort komt slechts in beperkt aantal (5 paar in 2008) voor op de onbewoonde eilanden. Gemiddeld broedt 86% (periode 1999-2008) van de Bontbekplevieren in de Nederlandse Waddenzee (alleen eilanden) op de bewoonde eilanden. In het gehele Waddengebied is de trend in de periode 1991-2008 (figuur 2) sterk dalend na een maximum in 1999. Deze daling wordt vooral veroorzaakt door de vastelandskust maar ook de eilanden dalen in aantallen broedparen. Figuur 1. Verloop aantal broedparen van de Bontbekplevier per bewoond eiland in de periode 1999-2008. 50 Bontbekplevier per eiland broedparen 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 Texel Vlieland Terschelling Ameland Schiermonnikoog

Strandbroeders rapportage tm broedseizoen 2008 11 Figuur 2. Verloop aantal broedparen van de Bontbekplevier in het Nederlandse Waddengebied in de periode 1991-2008. Bontbekplevier broedparen Nederlandse Waddengebied aantal 190 180 170 160 150 140 130 120 110 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 1991 1995 1996 1999 2000 2004 2005 2006 2007 2008 bewoond onbewoond totaal vasteland Lineair (totaal)

Strandbroeders rapportage tm broedseizoen 2008 12 4.1.2 Strandplevier. Het aantal broedende strandplevieren op de bewoonde eilanden (periode 1991-2008) kende een maximum in 1996 met 35 stuks maar is inmiddels gedaald tot een bedenkelijk niveau van 12 broedparen. De soort ontbreekt inmiddels op Ameland en komt op de overige eilanden in lage aantallen van 2-4 paar voor (situatie 2008). Gemiddeld broedt 70% (periode 1999-2008) van de Strandplevieren in de Nederlandse Waddenzee (alleen eilanden) op de bewoonde eilanden. In het gehele Waddengebied is de trend in de periode 1991-2008 (figuur 4) sterk dalend na een maximum in 1996. Deze daling wordt in belangrijkste aantallen veroorzaakt door de bewoonde eilanden. Figuur 3. Verloop aantal broedparen van de Strandplevier per bewoond eiland in de periode 1999-2008. 12 Strandplevier per eiland broedparen 10 8 6 4 2 0 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 Texel Vlieland Terschelling Ameland Schiermonnikoog

Strandbroeders rapportage tm broedseizoen 2008 13 Figuur 4. Verloop aantal broedparen van de Strandplevier in het Nederlandse Waddengebied in de periode 1991-2008. Strandplevier broedparen Nederlandse Waddengebied 80 70 60 50 aantal 40 30 20 10 0 1991 1995 1996 1999 2000 2004 2005 2006 2007 2008 bewoond onbewoond totaal vasteland Lineair (totaal)

Strandbroeders rapportage tm broedseizoen 2008 14 4.1.3. Dwergstern. Het aantal broedende dwergsterns op de bewoonde eilanden (periode 1991-2008) laat een doorgaande stijging zien tot 270 stuks in 2008. Alleen in 1996 was er een tijdelijke terugval, deze terugval was in datzelfde jaar ook te zien op de onbewoonde eilanden (figuur 7). De soort ontbreekt op Ameland en Schiermonnikoog. Terschelling en Vlieland zijn vanaf 2001 gekoloniseerd en dat lijkt tm 2005 ten koste (verplaatsing) te gaan van Texel en in de periode 2006-2007 lijkt dit weer terug te draaien. Maar in 2008 laat Vlieland een forse toename zien die misschien ten koste gaat van Terschelling. Gemiddeld broedt 70% (periode 1999-2008) van de Dwergsterns in de Nederlandse Waddenzee (alleen eilanden) op de bewoonde eilanden. In het gehele Waddengebied is de trend in de periode 1991-2008 (figuur 7) sterk stijgend. Tot 2005 ook door een toename op de onbewoonde eilanden maar sindsdien is daar een terugval en stabilisatie op een laag aantal van 35-40 paar. Dwergsterns broeden niet langs de vastelandskust. Figuur 5. Verloop aantal broedparen van de Dwergstern per bewoond eiland in de periode 1999-2008. 140 Dwergstern per eiland broedparen 120 100 80 60 40 20 0 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 Texel Vlieland Terschelling Ameland Schiermonnikoog

Strandbroeders rapportage tm broedseizoen 2008 15 Figuur 6. Verloop aantal broedparen van de Dwergstern per onbewoond eiland in de periode 1999-2008. aantal 70 65 60 55 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 Dwergstern broedparen onbewoonde eilanden 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 Rottumerplaat Engelsmanplaat-Rif Griend Rottumeroog Richel Razende bol

Strandbroeders rapportage tm broedseizoen 2008 16 Figuur 7. Verloop aantal broedparen van de Dwergstern in het Nederlandse Waddengebied in de periode 1991-2008. Dwergstern broedparen Nederlandse Waddengebied aantal 330 320 310 300 290 280 270 260 250 240 230 220 210 200 190 180 170 160 150 140 130 120 110 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 1991 1995 1996 2000 2004 2005 2006 2007 2008 bewoond onbewoond totaal vasteland Lineair (totaal)

Strandbroeders rapportage tm broedseizoen 2008 17

Strandbroeders rapportage tm broedseizoen 2008 18 4.2 Vergelijking tussen bewoonde en onbewoonde eilanden. De bewoonde Waddeneilanden zijn voor de drie soorten, in aantallen broedparen gemeten, belangrijker dan de onbewoonde (tabel 1). In de periode 1999-2008 broedt van de Bontbekplevier maar liefst 86% op de bewoonde eilanden. De trend (figuur 8) voor de gehele Waddenzee is dalend. Vooral sinds 2005 is de stand op zowel bewoonde als onbewoonde eilanden sterk dalend. Het totale aantal op de Waddeneilanden ligt in 2008 onder de 50 broedparen. Figuur 8. Aantalsverloop en trend van de aantallen broedparen Bontbekplevier op de bewoonde en onbewoonde eilanden. aantal 85 80 75 70 65 60 55 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 Bontbekplevier broedparen bewoonde en onbewoonde eilanden R 2 = 0,30 R 2 = 0,23 R 2 = 0,03 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 bewoond totaal Lineair (bewoond) onbewoond Lineair (totaal) Lineair (onbewoond)

Strandbroeders rapportage tm broedseizoen 2008 19 In de periode 1999-2008 broedt van de Strandplevier 70% op de bewoonde eilanden. De trend (figuur 9) voor het gehele Waddenzee is dalend, wat zowel door bewoonde als onbewoonde eilanden veroorzaakt wordt. Het totale aantal op de Waddeneilanden ligt in 2008 op 20 broedparen. Figuur 9. Aantalsverloop en trend van de aantallen broedparen Strandplevier op de bewoonde en onbewoonde eilanden. aantal 35 30 25 20 15 10 5 0 Strandplevier broedparen bewoonde en onbewoonde eilanden R 2 = 0,12 R 2 = 0,36 R 2 = 0,37 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 bewoond totaal Lineair (bewoond) onbewoond Lineair (totaal) Lineair (onbewoond)

Strandbroeders rapportage tm broedseizoen 2008 20 In de periode 1999-2008 broedt van de Dwergstern 70% op de bewoonde eilanden. De trend (figuur 10) voor de gehele Waddenzee is stijgend, wat geheel voor rekening van de bewoonde eilanden komt. De trend op de onbewoonde eilanden is dalend. Het totale aantal op de Waddeneilanden ligt in 2008 op 305 broedparen. Figuur 10. Aantalsverloop en trend van de aantallen broedparen Dwergstern op de bewoonde en onbewoonde eilanden. aantal 340 320 300 280 260 240 220 200 180 160 140 120 100 80 60 40 20 0 Dwergstern broedparen bewoonde en onbewoonde eilanden R 2 = 0,45 R 2 = 0,66 R 2 = 0,82 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 bewoond totaal Lineair (bewoond) onbewoond Lineair (totaal) Lineair (onbewoond)

Strandbroeders rapportage tm broedseizoen 2008 21 5. Wettelijke bescherming 5.1 Natuurbeschermingswet 1998. Met de inwerkingtreding van de Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet) in oktober 2005 zijn door Nederland de internationale verplichtingen vanuit de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn in de nationale wetgeving verankerd. Ingevolge artikel 10a, eerste lid Nbwet, wijst de minister van LNV gebieden aan ter uitvoering van de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn, de zogenaamde Natura 2000-gebieden. Op 26 februari 2009 zijn de gebieden Waddenzee, Duinen en Lage Land Texel, Duinen Vlieland, Duinen Terschelling, Duinen Ameland, Duinen Schiermonnikoog en Noordzeekustzone definitief door de minister van LNV aangewezen als Natura 2000-gebied. Hierdoor vormt de Natuurbeschermingswet 1998 het wettelijk kader voor de bescherming van de strandbroeders. Projecten, plannen of handelingen, die negatieve effecten op Natura 2000-gebieden kunnen hebben en die niet nodig zijn voor of verband houden met het beheer, zijn verboden. Ook projecten, plannen of handelingen die buiten het Natura 2000-gebied plaatsvinden kunnen verboden zijn als er negatieve effecten door externe werking kunnen optreden. Gedeputeerde Staten of in uitzonderingsgevallen de minister van LNV kunnen op grond van artikel 19d Nb-wet een vergunning verlenen voor activiteiten die negatieve effecten op Natura 2000-gebieden kunnen hebben. De praktijk leert dat pas in een laat stadium bekend is waar de strandbroeders broeden. De locaties kunnen per jaar verschillen. De Werkgroep Strandbroeders is dan ook van mening, dat een goede samenwerking tussen provincies (Fryslân en Noord-Holland) en de eilandgemeenten het uitgangspunt moet zijn om tot een optimale bescherming van de strandbroeders te komen. De voorstellen van de werkgroep geven hierbij de richting aan. Een aangevraagde vergunning kan pas worden afgegeven nadat een zogenaamde habitattoets het bevoegd gezag de zekerheid heeft gegeven dat de natuurlijke kenmerken van het gebied niet worden aangetast en de kwaliteit van de natuurlijke habitats van de soorten niet verslechtert en dat er geen significante verstoring van soorten optreedt. Ook na de inwerkingtreding van de nieuwe Natuurbeschermingswet is het een goede zaak dat de eilandgemeenten vanuit hun eigen verantwoordelijkheid rekening houden met het voorkomen van strandbroeders. Dit kan tot uiting komen in beleidsregels, verordeningen en gemeentelijke besluiten.

Strandbroeders rapportage tm broedseizoen 2008 22 5.2 Natura 2000. Alle drie soorten kwalificeren als broedvogel voor de voor Natura 2000 aangewezen gebieden Waddenzee zowel als Noordzeekustzone. Iedere vogelsoort heeft hierbij een code. Deze codes zijn respectievelijk Bontbekplevier (A137), Strandplevier (A138) en Dwergstern (A195). Bovendien kwalificeert de Bontbekplevier ook als niet-broedvogel voor de Natura 2000 gebieden Waddenzee en Noordzeekustzone. In de opsomming in de webdocumenten (W1, W2, W3) staat voor alle drie soorten voor het beoordelingsaspect broedpopulatie het oordeel zeer ongunstig in rode kleur vermeld. Dit is op basis van de situatie in 2004 gebeurd. In deze webdocumenten worden de landelijke aantallen broedvogels vermeld, veelal gaat het dan om totalen van de Zeeuwse gebieden en het Waddengebied, en deze cijfers moeten op basis van deze rapportage waarschijnlijk nog sterk naar beneden worden bijgesteld. Een positieve uitzondering vormen de aantallen broedende Dwergsterns waarbij opgemerkt moet worden dat het aantal kolonies zeer beperkt is en deze kolonies absoluut strenge bescherming dienen te krijgen teneinde de broedresultaten zo groot mogelijk te laten zijn. Het is wenselijk dat bij het opstellen van de beheersplannen voor de Natura 2000 gebieden Noordzeekustzone en Waddenzee deze meest recente cijfers gebruikt worden teneinde zo dicht mogelijk bij de werkelijkheid aan te sluiten en eventuele maatregelen in de beheersplannen hiermee goed te onderbouwen.

Strandbroeders rapportage tm broedseizoen 2008 23 6. Literatuur Dijksen L. J. & Klemann M. C. M. (1992). Integrale broedvogelinventarisatie van het Nederlandse Waddengebied in 1991. SOVON-rapport 1992/16. SOVON, Beek- Ubbergen. Dijksen L. J. & Koks B. J. (2001). Broedvogelmonitoring in het Nederlandse Waddengebied in 2000. SOVON-monitoringsrapport 2001-09. SOVON- Vogelonderzoek Nederland, Beek Ubbergen. Gotjé W, Vanagt T &, Hermsen A, (2009). Passende beoordeling suppleties bij Ameland. Grontmij, Colijnsplaat Kersten M. (2001). Status of breeding bird populations on beaches and primary dunes on Ameland: past, present and the future. Natuurcentrum Ameland, Nes Ameland. Kersten M. (2003). Strandbroeders op de bewoonde Waddeneilanden. Overzicht van huidige en potentiële broedplaatsen (april 2003). Natuurcentrum Ameland, Nes Ameland. Koks B. J. & Hustings F. (1998). Broedvogelmonitoring in het Nederlandse Waddengebied in 1995 en 1996. SOVON-monitoringsrapport 1998/05. SOVON, Beek Ubbergen. Krol J. (2005). Aantallen en bescherming van strandbroeders op de Nederlandse Waddeneilanden 2001-2005. Rapportage en aanbevelingen aan de 10 e Trilaterale Ministersconferentie over de Waddenzee. Werkgroep strandbroeders van De Waddeneilanden. Nes Ameland. Krol J. (2007). Aantallen en bescherming van strandbroeders op de Waddeneilanden. Rapportage broedseizoen 2006. Werkgroep Strandbroeders van De Waddeneilanden. Nes Ameland Tulp I. (1998). Reproductie van Strandplevieren en Bontbekplevieren op Terschelling, Griend en Vlieland in 1997. Technisch rapport 19. Vogelbescherming Nederland, Zeist.

Strandbroeders rapportage tm broedseizoen 2008 24 Website: W1. http://www.synbiosys.alterra.nl/natura2000/documenten/profielen/vogels/profiel_v ogel_a137.pdf W2. http://www.synbiosys.alterra.nl/natura2000/documenten/profielen/vogels/profiel_v ogel_a138.pdf W3. http://www.synbiosys.alterra.nl/natura2000/documenten/profielen/vogels/profiel_v ogel_a195.pdf

Strandbroeders rapportage tm broedseizoen 2008 25 Bijlage 1. Huidige samenstelling van de Werkgroep Strandbroeders. H. Otter De Waddeneilanden B. Baerends Ministerie van LNV Manon Tentij Vogelbescherming Nederland M.W. Witte Vogelwerkgroep Texel C. Zuhorn Staatsbosbeheer Vlieland / Vogeltelgroep Vlieland A. Zonderland Staatsbosbeheer Terschelling J. Huizenga Staatsbosbeheer Ameland J. Krol Natuurcentrum Ameland, verwerking data en verslag W. Penning Wetlandwacht Schiermonnikoog N. Gilissen Ministerie van Defensie L. Dijksen SOVON

Strandbroeders rapportage tm broedseizoen 2008 26 Bijlage 2. Kaarten van de broedplaatsen op de bewoonde eilanden. Texel Actuele broedgebieden 1 De Hors 2 Mokbaai 3 NIOZ strandje 4 Strand 11-13 5 De Slufter 6 Ottersaat 7 Zandkes 8 Het Wagejot 9 De Bol 10 De Schorren 11 Cocksdorp strand 12 Razende bol 13 De Petten 4 5 18 17 7 16 6 11 9 8 10 Potentiele broedgebieden 14 Prins Hendrikpolder 15 Oude Molenpolder 16 Dijkmanshuizen 17 Polder Wassenaar 18 Robbenjager 13 14 15 1 2 3 12 Vlieland 3 5 2 4 1 1 1 Actuele broedgebieden 1 De Vliehors 2 Kroonspolders 3 Noordoosthoek 4 Vliehors zuid Potentiele broedgebieden 5 Posthuiswad

Strandbroeders rapportage tm broedseizoen 2008 27 Terschelling Actuele broedgebieden 1 De Noordvaarder 2 Strand pl 2-8 3 Strand pl 16-19 4 Cupido s polder 5 Strand pl 19-30 6 Koffieboonplaat 7 Amelanderduin 8 Polder Hoorn 9 De Keeg 10 Striep 11 Strand pl 8-16 Potentiele broed gebieden 11 2 10 9 8 3 4 5 7 6 1 Ameland Actuele broedgebieden 1 Vogelpolle 2 Kooigrie 3 Nieuwlandsreid 4 Groene strand 5 Strand paal 8 Potentiele broedgebieden 6 Haak van de Hon 7 Strand paal 23-24 4 5 7 6 2 3 1

Strandbroeders rapportage tm broedseizoen 2008 28 Schiermonnikoog 3 5 2 4 1 Actuele broedgebieden 1 Het Rif 2 Westerstrand 3 Groene strand 4 Oude pier Potentiele broedgebieden 5 Oostpunt