RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

Vergelijkbare documenten
Afdeling: Beleid & Projecten Leiderdorp, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 november 2009;

VERORDENING HANDHAVING WWB, Bbz, IOAW, IOAZ GEMEENTE BUREN

Gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van de Intergemeentelijke Sociale Dienst Bollenstreek van.;

Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ

Handhavingsverordening WWB en WIJ 2009

: 23 augustus 2011 : 5 september : J.L.M. Vlaar : E.M. de Rijke

Voorstel De Maatregelverordening Ioaw en Ioaz gemeente Dantumadiel 2010 vast te stellen.

: Voorstel tot vaststelling van de Handhavingsverordening Participatiewet,

De Raad van de gemeente Grave;

Inmiddels zijn de nieuwe verordeningen geconcipieerd en worden deze ter vaststelling aan uw raad aangeboden. Het betreft:

vast te stellen: de volgende Maatregelenverordening WWB, IOAW en IOAZ 2012-A gemeente Heerde.

Handhavingsverordening Participatiewet 2015 Documentnummer INT

Vergadering van : 16 februari 2010 Agendanummer : 9 Onderwerp : Verordeningen Wet investeren in jongeren. Programma : Zorgzaam Dantumadiel

: Voorstel tot het vaststellen van de Handhavingsverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013

de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen besluit

Verordening Handhaving Participatiewet, Ioaw en Ioaz gemeente Krimpen aan den IJssel 2017

gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 10 april 2012;

Registratienr.: 1804/620 Handhavingverordening WWB, IOAW/Z 2012

Onderwerp : Handhavingsverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 gemeente Beverwijk

Behoort bij agendapunt 5 van de vergadering van de raadscommissie Burger d.d. 11 oktober 2011

Datum 2 januari 2018 collegevergadering : raadsvergadering : Portefeuillehouder : Volgnummer :

Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW, IOAZ Het Hogeland 2019

HANDHAVINGSVERORDENING WWB en WIJ gemeente Lelystad

Nr Houten, 17 augustus 2010

VERORDENING HANDHAVING WWB/WIJ

Olst-Wijhe, 10 maart 2015 doc. nr.: Verordening Handhaving inkomensvoorzieningen Olst-Wijhe

Handhavingsverordening PARTICIPATIEWET, IOAW, IOAZ en Bbz gemeente Groesbeek gemeente Groesbeek 2015

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2014; HANDHAVINGSVERORDENING PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ 2015

Raadsvoorstel Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Weststellingwerf 2015.

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : 17 Datum :

Handhavingsverordening WerkSaam Westfriesland 2015

*Z037FAFAFFE* Handhavingsverordening sociale regelingen Goeree-Overflakkee 2015

Handhavingsverordening Wet Werk en bijstand en Wet investeren in jongeren Handhavingsverordening WWB en WIJ

Handhavingsverordening Wwb en WIJ gemeente Borger-Odoorn. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 1 december 2009

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 januari 2010, bijlagenr. 696; BESLUIT

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van (datum),

Officiële uitgave van de gemeente Bergeijk Nummer 9 22 december 2014

Verordening handhaving Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Lingewaard 2015

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

besluit: vast te stellen de Maatregelenverordening Participatiewet, Ioaw en Ioaz 2015 gemeente Heerde.

HANDHAVINGSVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND EN WET INVESTEREN IN JONGEREN DE WOLDEN 2010

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 oktober 2014

gevestigde, oudere en beëindigende zelfstandigen en van bedrijfskapitaal vanuit het Bbz Hiervoor blijft aparte financiering bestaan.

Verordening handhaving Wet werk en bijstand gemeente Oosterhout

Hoofdstuk 2. Loonwaarde en loonkostensubsidie

Raadsvoorstel. Jaar stuknr. categorie/agendanr. stuknr. B. en W RAIO.0107 A 5 10/1004. Onderwerp: Maatregelenverordening IOAW en IOAZ

Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Weesp 2017

Handhavingsverordening Participatiewet. Gemeente Kerkrade

Handhavingsverordening. Wet werk en Bijstand (Wwb) en Wet investeren in jongeren (WIJ) gemeente Pekela

overwegende dat het noodzakelijk is bij verordening regels te stellen met betrekking tot het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik;

gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 22 april 2014;

Intergemeentelijke Sociale Dienst Cuijk Grave Mill en Sint Hubert. Wet werk en bijstand. Handhavingsverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 november 2014;

Raadsvoorstel 17 maart 2011 AB RV

Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d ;

Handhavingsverordening 2015 GR Ferm Werk

RAADSBESLUIT. gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d ;

Re-integratieverordening Wet werk en bijstand 2009

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november 2017,

Maatregelenverordening IOAW en IOAZ gemeente Mook en Middelaar 2010 pagina 1 van 9

Elektronisch gemeenteblad

Gemeente Achtkarspelen Gemeente Kollumerland c.a.

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 26 augustus 2010;

Beslispunt: 1. Verordening cliëntenraad sociale zekerheid gemeente Woudrichem 2010 vast te stellen.

DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE BESLUIT

MAATREGELENVERORDENING inkomensvoorzieningen Lelystad 2012

Intergemeentelijke Sociale Dienst Cuijk Grave Mill en Sint Hubert. Wet werk en bijstand. Handhavingsverordening WWB, IOAW en IOAZ 2012

Verordening cliëntenparticipatie Sociale Zekerheid

Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers gemeente Leiden. Dienst : SOZA SOZA SWMG

Beleidsregels WWB/IOAW/IOAZschriftelijke. verminderde verwijtbaarheid gemeente Tholen 2013

Onderwerp Wet Bundeling uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten (Wet Buig) en Maatregelenverordening IOAW en IOAZ 2010

Maatregelenverordening IOAW en IOAZ 2013 gemeente Velsen

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Deurne houdende regels omtrent afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Deurne 2018

Cliëntenparticipatie WWB, IOAW, IOAZ en WSW 2012

Voorstel voor de Raad

Beleidsregels Terugvordering WWB, IOAW & IOAZ

Verordening Toeslagen en Verlagingen Wet investeren in jongeren

Afstemmingsverordening gemeente Arnhem 2015

Pagina 1 van 5. Het algemeen bestuur van Werk en Inkomen Lekstroom;

Afstemmingsverordening WWB, IOAW, IOAZ en Bbz gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 maart 2013;

Handhavingsverordening WWB, IOAW en IOAZ gemeente Heerenveen

Onderwerp : Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive 2015

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november 2008, voorstelnummer 180;

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet 2015 Gemeente Harlingen

Gemeente Achtkarspelen Gemeente Kollumerland c.a.

Toelichting. Bestuurlijke boete

MAATREGELENVERORDENING IOAW EN IOAZ 2010

RAADSVOORSTEL. Onderwerp. : StadThuis

Beleidsregels Boete WWB/Bbz, IOAW & IOAZ gemeente Twenterand 2013

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 december 2009;

GEMEENTEBLAD 2004 nr. 150

RAADSBESLUIT. Maatregelenverordening IOAW en IOAZ Asten februari

Verordening tegenprestatie Sociale Zekerheid 2015, gemeente Drimmelen

gelet op het artikel 12, eerste lid en onderdeel c van de Wet investeren in jongeren en artikel 8a

Verordening loonkostensubsidie Participatiewet 2015 Dienst SoZaWe Nw. Fryslân

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet gemeente Lingewaard 2015

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 oktober 2014

Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Heerenveen 2015

Transcriptie:

RAADSVOORSTEL 10.0105 Rv. nr.: 10.0105 B&W-besluit d.d.: 21-09-2010 B&W-besluit nr.: 10.0964 Naam programma +onderdeel: Werk en Inkomen. Onderdeel Inkomensvoorziening bijstand (product 610.01). Onderwerp: Wet BUIG: vaststellen Handhavingsverordening WWB, WIJ, IOAW en IOAZ 2010. Aanleiding: Op 1 januari 2010 is de wet Bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten (wet BUIG) in werking getreden. Met de wet BUIG is er één financieel budget tot stand gekomen waaruit de middelen verstrekt worden ter bekostiging van bijstand en uitkeringen voor de volgende door de gemeente uit te voeren inkomensregelingen: - Wet werk en bijstand (WWB); - Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW); - Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ); en - Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004). 1 Deze bundeling brengt een wijziging in de financieringssystematiek met zich mee voor de IOAW, IOAZ en het Bbz 2004. Het gecombineerde declaratie 2 - en budgetsysteem voor deze uitkeringskosten wordt vervangen door een systeem van volledige budgetfinanciering, zoals dit nu van toepassing is voor het WWB-inkomensdeel. Met het budgetteringssysteem wordt beoogd de gemeenten financieel te prikkelen hun prestaties op het gebied van beperking van de instroom in en vergroting van de uitstroom uit een uitkeringsregeling te verbeteren (zie verder bij financiële consequenties). Hierbij past (net zoals dat bij de invoering van WWB al geregeld is) volgens de wetgever ook een grotere beleids- en uitvoeringsruimte om bovenvermelde prestaties te verbeteren. Dat vraagt om een verlichting, vermindering en/of afschaffing van diverse wettelijke verplichtingen en administratieve beheerseisen voor de gemeenten. In de wet BUIG is dan ook in deregulering van de IOAW en IOAZ voorzien, welke vrijwel identiek is aan die eerder in de WWB is doorgevoerd. Door de invoering van de Wet BUIG vervalt de wettelijke verplichting tot het terugvorderen van ten onrechte verstrekte uitkeringen, tot het opleggen van maatregelen bij bepaalde overtredingen en tot het opleggen van een bestuurlijke boete in de IOAW/IOAZ. 1 Voor het Bbz gaat het bij de bundeling alleen om de middelen voor de verstrekking van de uitkeringen voor de algemeen noodzakelijke bestaanskosten aan startende ondernemers. Volledigheidshalve zij ook nog gemeld dat in de bundeling nog een wet opgenomen is, te weten de Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK). Daar deze regeling door een beperkt aantal - door de rijksoverheid aangewezen - centrumgemeenten uitgevoerd wordt, is afgezien van vermelding in de opsomming en behandeling in deze toelichting. De gemeente Leiden valt onder de regio van de gemeente Den Haag als centrumgemeente. 2 Het gaat om declaratie van uitkeringskosten van gemeentelijke aan de Rijksoverheid.

Hiervoor in de plaats komt een bevoegdheid voor de gemeente tot het treffen van dit soort maatregelen. De wet verplicht de gemeente om conform de IOAW en IOAZ door de gemeenteraad per 1 juli 2010 bij verordening regels te laten vaststellen met betrekking tot: 1. het weigeren of verlagen van de uitkering op grond van de IOAW en IOAZ 2. bestrijding van fraude. In een separaat Raadsvoorstel dat gelijktijdig aan u wordt aangeboden wordt met een vast te stellen Maatregelenverordening IOAW en IOAZ, voorzien in de bij 1 genoemde verplichting. Met onderhavig voorstel wordt voorzien in de 2 e verplichting. Ingangsdatum De wettelijke plicht tot het vaststellen en toepassen van bovengenoemde verordeningen geldt sinds 1 juli 2010. Aan het opstellen van de maatregelverordening bleken echter nogal wat haken en ogen te zitten. Mede hierdoor bleek het praktisch onhaalbaar om deze verordening vóór 1 juli 2010, door de Raad te laten vaststellen. En aangezien het wel wenselijk is om de beide verordeningen tegelijk aan te bieden en vast te stellen had deze vertraging ook consequenties voor de invoeringsdatum van deze handhavingsverordening. Juridische consequenties De maatregelverordening kan vanwege het punitieve karakter niet met terugwerkende kracht worden ingevoerd. Voor onderhavige handhavingsverordening geldt dat in principe niet. Als kaderverordening vormt hij namelijk niet de directe juridische grondslag voor besluiten met een individueel rechtsgevolg (i.c. een beschikking in de zin van de Algemene wet bestuursrecht). Maar omdat het ook niet gebruikelijk is een bestaande verordening met terugwerkende kracht in te trekken, is het in werking laten treden van de handhavingsverordening op hetzelfde tijdstip als de maatregelverordening raadzaam en zonder enig gevolg. Advies/Inspraak Deze conceptverordening is in de Overlegvergadering van 27 augustus mondeling toegelicht en ter advisering overhandigd aan de Cliëntenraad SOZA. De Cliëntenraad heeft op 6 september jl. positief geadviseerd op de voorliggende verordening (zie bijlage). In overleg met team Juridische Dienstverlening en conform de Inspraakverordening (artikel 2) wordt deze verordening niet verder voor inspraak vrijgegeven. Hierbij spelen de volgende overwegingen een rol: de zeer beperkte kring van belanghebbenden (zie eerder bij Reikwijdte); met de advisering van de Cliëntenraad SOZA is er al sprake van inspraak door een directe vertegenwoordiging van belanghebbenden; er wordt niet afgeweken van het bestaande handhavingsbeleid. Doel: Conform de boven als 2 e genoemde verplichting een Handhavingsverordening WWB, WIJ, IOAW en IOAZ 2010, vast te stellen waarmee: het voor de WWB en WIJ vastgestelde gemeentelijk beleid inzake het bestrijden van het ten onrechte ontvangen van, evenals misbruik en oneigenlijk gebruik van een uitkering eveneens van toepassing is bij de uitvoering van de IOAW en IOAZ

Kader: De sinds 1 januari 1987 bestaande Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) is een door de gemeente in medebewind uit te voeren inkomensregeling die een uitkering op het sociaal minimum verschaft aan personen jonger dan 65 jaar die: a. na het bereiken van het vijftigste levensjaar werkloos zijn geworden en de volledige uitkeringsduur voor de Werkloosheidswet (WW) doorlopen hebben, tenzij de uitkering gedurende die periode blijvend geheel of gedeeltelijk geweigerd is wegens verwijtbare werkloosheid of weigeren van passende arbeid; of b. na het bereiken van het vijftigste levensjaar een loongerelateerde gedeeltelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) hebben ontvangen en nadien het arbeidsongeschiktheidspercentage verlaagd wordt tot minder dan 35%. Voor deze doelgroepen geldt bij de bepaling van het recht op uitkering een beperkte inkomenstoets en geen vermogenstoets, waar in de Wet werk en bijstand (WWB) wel een volledige inkomenstoets en een beperkte vrijstelling van beschikbaar vermogen dan wel in de eigen woning gebonden vermogen bestaat. Met de IOAW, als voorlaatste vangnet in het sociale zekerheidsstelsel, wordt voorkomen dat de oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemer een beroep moet doen op de WWB, die het sluitstuk vormt van dat stelsel. De betreffende persoon kan, ondanks bepaalde inkomsten en vermogenbezit, wel recht op een IOAW-uitkering hebben, waar hij geen dan wel pas na enige tijd - middels het opeten van bepaalde vermogensbestanddelen - recht op een WWB-uitkering zou hebben. Voor voormalige oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte zelfstandigen vormt de IOAZ in dezelfde zin het voorlaatste vangnet als wat hierboven voor de IOAW aangegeven is. De op 1 juli 1987 in werking getreden Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) is eveneens een door de gemeente in medebewind uit te voeren inkomensregeling die een uitkering op het sociaal minimum verschaft aan personen jonger dan 65 jaar die na het bereiken van de leeftijd van 55 jaar het eigen bedrijf of beroep beëindigd hebben binnen maximaal 1½ jaar na de aanvraagdatum en voorafgaand aan die beëindiging voldoen aan specifieke eisen met betrekking tot arbeidsverleden, bedrijfsinkomsten uit het verleden en die voor de toekomst. Evenals voor de IOAW geldt voor de bepaling van het recht op uitkering een soortgelijke beperkte inkomenstoets, waarbij - in tegenstelling tot de IOAW - echter wel van het bij de bedrijfsbeëindiging vastgestelde vermogen boven de wettelijke vrijlatingsgrens (per 1 juli 2010: 120.408,00) voor een wettelijk vastgesteld fictief rendementspercentage (per 1 juli 2010: 4%) een bedrag als inkomsten uit vermogen in aanmerking genomen worden. Voorgaande impliceert dat de IOAZ wel een vermogenstoets kent, doch uitsluitend ter bepaling van eventuele inkomsten uit vermogen boven voormelde vrijlatingsgrens voor de inkomenstoets. Reikwijdte Leiden kent ca. 50 IOAW/IOAZ-uitkeringsgerechtigden. Per 1 januari 2010 is voor 60-plussers de IOW (Inkomensvoorziening Oudere Werklozen) ingevoerd, deze regeling wordt uitgevoerd door het UWV. De IOW heeft tot gevolg dat de potentiële instroom in de IOAW en IOAZ afneemt. Desondanks neemt het aantal IOAW/IOAZ-ers iets toe. Dit is vermoedelijk het gevolg van de crisis (ultimo 2008: 39; ultimo 2009: 43)

Handhavingsbeleid Met de invoering van de WWB (Wet werk en bijstand) in 2004 is het handhavingsbeleid voor de WWB bij gemeentelijke verordening geregeld. In december 2009 is deze verordening in het kader van de WIJ (Wet investeren in jongeren) gewijzigd in de Handhavingsverordening Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren 2009 (RV 09.0113). Overwegingen: Daar de IOAW en IOAZ qua vorm, inhoud en uitvoering veel overeenkomsten vertonen met de WWB als ook de vanaf 1 januari resp. 1 juli 2010 doorgevoerde deregulering voor beide wetten op vrijwel identieke wijze als in de WWB geformuleerd is, leent het voor de WWB - evenals WIJ - vastgestelde en toegepaste handhavingsbeleid zich ook goed voor de IOAW en IOAZ. Om voorgaande reden is dan ook gekozen voor een zelfde handhavingsbeleid bij de IOAW en IOAZ en voor het combineren van de daartoe vast te stellen verordeningen met die voor de WWB en WIJ. Voorliggende wijziging van de Handhavingsverordening WWB en WIJ voorziet hierin. Hierbij zijn, naaste de noodzakelijke wijzigingen om de verordening ook van toepassing te laten zijn op de IOAW en IOAZ, ook een aantal redactionele/technische verbeteringen doorgevoerd. Zo zijn er een aantal begripsbepalingen toegevoegd en is de toelichting uitgebreid. Financiën: Met de inwerkingtreding van de Wet BUIG zijn de gemeentelijke middelen voor onder meer de IOAW, IOAZ en Bbz 2004 gebundeld met het inkomensdeel van de WWB en krijgen gemeenten één budget voor de bekostiging van uitkeringen op grond van onder deze wetten. Tegelijkertijd is ook de financieringssystematiek van de IOAW, IOAZ en Bbz 2004 gewijzigd. Deze wetten kenden een systematiek van 75% declaratie (van de gemeente aan de landelijke overheid) en 25 % budget. Dit systeem is vervangen door een systeem van volledige budgetfinanciering, zoals dit al van toepassing was voor het WWB-inkomensdeel. Voor de kosten van levensonderhoud van gevestigde zelfstandigen en voor de kosten van een bedrijfskapitaal onder het regime van de Bbz blijft de oude financieringswijze gehandhaafd. Dat wil zeggen 75% declarabel bij de overheid en 25% voor rekening van de gemeente. De gewijzigde budgetfinanciering van de IOAW/IOAZ is een budgetneutrale wijziging. Via de 2 e algemene begrotingswijziging 2010 worden de batenramingen die nu op het product 612.01 IOAW/IOAZ staan structureel overgeheveld naar product 610.01 Inkomensvoorziening bijstand. Evaluatie: Niet van toepassing. Bijgevoegde informatie: Advies Cliëntenraad SOZA Algemene en artikelsgewijze toelichting bij de Handhavingsverordening WWB, WIJ, IOAW en IOAZ 2010

RAADSBESLUIT De raad van de gemeente Leiden: Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders (raadsvoorstel 10.0105 van 2010), kennis genomen hebbende van het advies van de Cliëntenraad SOZA, mede gezien het advies van de commissie gelet op artikel 147 lid 1 en artikel 108 lid 2 van de Gemeentewet; gelet op artikel 8a van de Wet werk en bijstand; gelet op artikel 12 lid 1 onder c van de Wet investeren in jongeren; gelet op artikel 35 lid 1 onder c van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers; en gelet op artikel 35 lid 1 onder c van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, die bepalen dat de Raad regels stelt met betrekking tot de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand, een inkomensvoorzieningsnorm en een uitkering evenals van misbruik en oneigenlijk gebruik van deze wetten in het kader van het financiële beheer, BESLUIT: 1. vast te stellen de volgende Handhavingsverordening WWB, WIJ, IOAW en IOAZ 2010 : Handhavingsverordening WWB, WIJ, IOAW en IOAZ 2010 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Algemene bepalingen 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand, de Wet investeren in jongeren, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen en de Algemene wet bestuursrecht. 2. In deze verordening wordt verstaan onder: a. de wetten: de Wet werk en bijstand en de Wet investeren in jongeren, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen; b. het College: het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden; c. Hoogwaardig Handhaven: een stelsel van preventieve en repressieve maatregelen gericht op het voorkomen of ontmoedigen en bestrijden van misbruik of oneigenlijk gebruik van de wetten; d. Belanghebbende: personen als bedoeld in artikel 11 Wet werk en bijstand, artikel 5 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en artikel 5 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen en de jongere als bedoeld in artikel 13 Wet investeren in jongeren;

e. risicoprofiel: kenmerk van een belanghebbende of een combinatie van kenmerken van een belanghebbende op basis waarvan tot gerichte controle kan worden besloten; f. risicogestuurde controle: controle op basis van risicoprofielen waardoor onderzoekscapaciteit efficiënt wordt ingezet; g. signaalgestuurde controle: controle op basis van ontvangen en beoordeelde externe of interne signalen van misbruik of oneigenlijk gebruik, waardoor onderzoekscapaciteit efficiënt wordt ingezet. Hoofdstuk 2 Beleid Artikel 2 Handhavingsbeleidsplan 1. Het college stelt een handhavingsbeleidsplan vast, waarin maatregelen zijn opgenomen gericht op voorkoming, ontmoediging en bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wetten. Het plan wordt opgesteld op basis van het concept Hoogwaardig Handhaven. De maatregelen in het plan hebben in ieder geval betrekking op voorlichting aan belanghebbenden over rechten en plichten, optimalisering van de dienstverlening, risico- en signaalgestuurde controle en daadwerkelijke sanctionering bij geconstateerd misbruik of oneigenlijk gebruik van de wetten. 2. Het College stelt ten minste één maal per vier jaar een meerjarenbeleidsplan op. Hoofdstuk 3 Uitvoeringsbeleid Artikel 3 Voorlichting Het college stelt zich ten doel een effectieve communicatie te realiseren om daarmee een zo groot mogelijke nalevingsbereidheid van de belanghebbende bij de uitvoering van de wetten te bereiken. Artikel 4 Dienstverlening Het college stelt zich ten doel de dienstverlening zodanig in te richten dat misbruik en oneigenlijk gebruik van de wetten zoveel mogelijk worden voorkomen. Artikel 5 Risico- en signaalgestuurde controle Het college stelt zich ten doel onderzoekscapaciteit zodanig in te zetten dat het meest intensief wordt gecontroleerd waar het risico op misbruik en oneigenlijk gebruik het grootst is. Daarbij wordt gebruik gemaakt van risicoprofielen en adequaat gereageerd op signalen van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wetten. Artikel 6 Daadwerkelijk sanctioneren en terugvorderen Het college bevordert dat bij gebleken misbruik en oneigenlijk gebruik: a. daadwerkelijk worden gesanctioneerd, hetzij door aangifte te doen bij het Openbaar Ministerie, hetzij door de hoogte van de bijstand of inkomensvoorziening of een uitkering tijdelijk te verlagen ingevolge de Maatregelenverordeningenen van de wetten; en b. ten onrechte verstrekte bijstand, inkomensvoorziening of uitkering wordt teruggevorderd op grond van de door het College te stellen nadere regels ingevolge de verstrekte bevoegdheid tot terugvordering in de wetten.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen Artikel 7 Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als Handhavingsverordening WWB, WIJ, IOAW en IOAZ 2010. Artikel 8 Inwerkingtreding verordening Deze verordening treedt in werking op de achtste dag volgend op die van haar bekendmaking, onder gelijktijdige intrekking van de Handhavingsverordening Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren 2010. 2. in te trekken de geldende Handhavingsverordening Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren 2009 met ingang van de inwerkingtreding van de Handhavingsverordening WWB, WIJ, IOAW en IOAZ 2010. Gedaan in de openbare raadsvergadering van 14 oktober 2010, de Griffier, de Voorzitter, Dit voorstel is op 14 oktober 2010 ongewijzigd vastgesteld.

TECHNISCHE INFORMATIE Opsteller: A. van Brakel Organisatieonderdeel: REA/Stadsleven Telefoon: 7233 E-mail: a.van.brakel@leiden.nl Verantwoordelijk portefeuillehouder: Wethouder Cultuur, Werk en Inkomen Communicatie: Na vaststelling zal de nieuwe verordening dienen te worden gepubliceerd in de gemeenteberichten van de Stadskrant. Bijgevoegde informatie: Advies Cliëntenraad SOZA Algemene en artikelsgewijze toelichting bij de Handhavingsverordening WWB, WIJ, IOAW en IOAZ 2010 ADVIES PRESIDIUM Doel: Behandelingsvoorstel: Opmerkingen/aandachtspunten: B&W.nr. 10.0964, d.d. 14-09-2010

B&W-Aanbiedingsformulier Onderwerp Wet BUIG: vaststellen Handhavingsverordening WWB, WIJ, IOAW en IOAZ 2010 BESLUITEN Behoudens advies van de commissie 1. kennis te nemen van bijgaand advies van de Cliëntenraad op de voorliggende conceptverordening; 2. in te stemmen met de conceptverordening Handhavingsverordening WWB, WIJ, IOAW en IOAZ 2010, waarmee: het voor de WWB en WIJ vastgestelde gemeentelijk beleid inzake het bestrijden van het ten onrechte ontvangen van, evenals misbruik en oneigenlijk gebruik van een uitkering eveneens van toepassing is bij de uitvoering van de IOAW en IOAZ; 3. de raad voor te stellen de Handhavingsverordening WWB, WIJ, IOAW en IOAZ 2010 vast te stellen, onder gelijktijdige intrekking van de Handhavingsverordening WWB en WIJ 2010. Samenvatting Op 1 januari 2010 is de Wet BUIG (Bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten) in werking getreden. Met deze wet kreeg de gemeente een grotere financiële verantwoordelijkheid rond de uitvoering van onder meer de inkomensregelingen IOAW en IOAZ (dit zijn inkomensregelingen voor oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte werkloze werknemers of gewezen zelfstandigen). Tegelijkertijd is met de wet BUIG het aantal landelijke regels sterk teruggedrongen en heeft de gemeente een grotere beleidsruimte. Daarbij is de gemeente wel verplicht om voor 2 onderdelen een verordening op te stellen. Het gaat om regels met betrekking tot het bestrijden van fraude (Handhavingsverordening) en regels over het weigeren of verlagen van de uitkering (Maatregelenverordening). Omdat de IOAW en IOAZ veel verwantschap hebben met de Wet werk en bijstand (WWB) is er voor het opstellen van de twee verordeningen aangesloten bij het voor de WWB geldende maatregelen- en handhavingsbeleid.

Toelichting op de Handhavingsverordening WWB, WIJ, IOAW en IOAZ 2010 Algemeen 1. Aanleiding hernieuwde wijziging van de verordening Op 14 december 2009 is de Handhavingsverordening Wet werk en bijstand (WWB) en Wet investeren in jongeren (WIJ) 2010 door de gemeenteraad vastgesteld, die vervolgens op 1 januari 2010 van kracht geworden is. Die verordening betrof in feite een wijziging van de sinds 1 januari 2004 van kracht zijnde Handhavingsverordening WWB door deze te combineren met een soortgelijke, wettelijk verplichte verordening voor de WIJ, die per 1 oktober 2009 in werking was getreden. De WIJ regelt de (duurzame) arbeidsparticipatie - in de vorm van een zgn. werkleeraanbod - het daarvan afgeleid recht op inkomensondersteuning voor personen van 16 tot en met 26 jaar, die voorheen in de WWB vielen. Daar de WWB en WIJ qua juridische opzet, inhoud en wijze van uitvoering grote gelijkenissen vertonen, werd ook voor het gemeentelijk beleid met betrekking tot het bestrijden van het onterecht ontvangen van een uitkering, misbruik en oneigenlijk gebruik van beide wetten gekozen voor het vaststellen van een gecombineerde verordening. De gecombineerde Handhavingsverordening WWB en WIJ 2010 behoeft echter wederom wijziging. Aanleiding vormt nu de ingaande 1 januari 2010 in werking getreden wet Bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten (wet BUIG) Met de wet BUIG is er één financieel budget tot stand gekomen waaruit de middelen verstrekt worden ter bekostiging van bijstand en uitkeringen voor de volgende door de gemeente uit te voeren inkomensregelingen: - WWB; - WIJ; - Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW); - Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ); en - Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004). 3 Deze bundeling brengt echter tevens een wijziging in de financieringssystematiek met zich mee voor de IOAW, IOAZ en het Bbz 2004. Het tot 1 januari jl. gecombineerde declaratie- en budgetsysteem voor deze uitkeringskosten - van resp. 75% en 25% - is vervangen door een systeem van volledige budgetfinanciering, zoals dit ook al vanaf 1 januari 2004 van toepassing is voor de WWB. Ten aanzien van de IOAW en IOAZ krijgen de gemeenten de volledige financiële verantwoordelijkheid voor de uitkeringskosten. Met het budgetteringssysteem wordt echter ook beoogd de gemeenten financieel te prikkelen hun prestaties op het gebied van beperking van de instroom in en vergroting van de uitstroom uit een uitkeringsregeling te verbeteren. 3 Voor het Bbz gaat het bij de bundeling alleen om de middelen voor de verstrekking van de uitkeringen voor de algemeen noodzakelijke bestaanskosten aan startende ondernemers. Volledigheidshalve zij ook nog gemeld dat in de bundeling nog een wet opgenomen is, te weten de Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK). Daar deze regeling door een beperkt aantal - door de rijksoverheid aangewezen - centrumgemeenten uitgevoerd wordt, is afgezien van vermelding in de opsomming en behandeling in deze toelichting. De gemeente Leiden valt onder de regio van de gemeente Den Haag als centrumgemeente.

Evenals dat bij de invoering van de WWB al geregeld is, past volgens de wetgever bij een directer financieel belang om de IOAW en IOAZ zo goed en doeltreffend mogelijk uit te voeren echter ook een grotere beleids- en uitvoeringsruimte om bovenvermelde prestaties te verbeteren. Dat vraagt om een verlichting, vermindering en/of afschaffing van diverse wettelijke verplichtingen en administratieve beheerseisen voor de gemeenten. In de wet BUIG is dan ook in deregulering van de IOAW en IOAZ voorzien, welke vrijwel identiek is aan die eerder in de WWB is doorgevoerd. Één van de wijzigingen in beide wetten betreft de vanaf 1 juli 2010 geldende wettelijke verplichting voor gemeenten om lokaal beleid inzake het bestrijden van onterecht ontvangen, misbruik en oneigenlijk gebruik van uitkeringen te ontwikkelen en vast te leggen in een door de gemeenteraad vast te stellen verordening. Daar de sinds 1987 bestaande IOAW en IOAZ als inkomensregelingen op sociaal minimumniveau voor oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers evenals voormalige oudere zelfstandigen qua vorm, inhoud en uitvoering veel overeenkomsten vertonen met de WWB als ook de vanaf 1 januari resp. 1 juli 2010 doorgevoerde deregulering voor beide wetten op vrijwel identieke wijze als in de WWB geformuleerd is, leent het voor de WWB - evenals WIJ - vastgestelde en toegepaste handhavingsbeleid zich ook goed voor de IOAW en IOAZ. Om voorgaande reden is dan ook gekozen voor een zelfde handhavingsbeleid bij de IOAW en IOAZ en voor het combineren van de daartoe vast te stellen verordeningen met die voor de WWB en WIJ. Voorliggende gecombineerde Handhavingsverordening WWB, WIJ, IOAW en IOAZ voorziet hierin. 2. Kaderverordening en gebruik van het concept hoogwaardig handhaven De handhavingsverordening is een zgn. kaderverordening, waarin het beleid slechts qua beginselen en op hoofdlijnen vastgelegd is. Het door het college op te stellen meerjarenbeleidsplan biedt de mogelijkheid het beleid, binnen de aangegeven kaders van de verordening, nader vorm te geven en de daarvoor geëigende uitvoering te kiezen. Dit geeft het college de ruimte flexibel in te spelen op nieuwe ontwikkelingen op wettelijk terrein dan wel op het terrein van ontrecht gebruik, misbruik of oneigenlijk gebruik, waarbij in geval van wettelijke verplichtingen en door het college gewenste afwijkingen van de aangegeven kaders uiteraard de verordening door de gemeenteraad aangepast zal moeten worden. Als leidend beginsel in voorliggende kaderverordening is voor de bestrijding van onterecht gebruik, misbruik en oneigenlijk gebruik gekozen voor het concept van het zgn. hoogwaardig handhaven. 3. Hoogwaardig handhaven als beleids- en uitvoeringsinstrument Hoogwaardig handhaven is een - in de jaren negentig van de vorige eeuw - specifiek voor de sector werk & inkomen ontwikkeld beleids- en uitvoeringsconcept dat enerzijds berust op de gedachte dat goede dienstverlening evenals uitstekende voorlichting en communicatie de nalevingsbereidheid van een belanghebbende doen toenemen. Belanghebbenden die goede service en relevante informatie ontvangen, houden zich, zo is de veronderstelling, beter aan de regels (preventie). Anderzijds wordt het misbruik ook teruggedrongen door efficiënte risicogestuurde en signaalgestuurde controle evenals daadwerkelijk sanctioneren en terugvorderen van ten onrechte verstrekte bijstand, inkomensvoorziening of uitkering (repressie). Juist de combinatie van preventieve én repressieve maatregelen wordt in brede kring gezien als een effectief middel om onterecht gebruik, misbruik en oneigenlijk gebruik tegen te gaan. Aan de hand van de algemeen erkende beleidscyclus (ontwikkeling, vaststelling, uitvoering, evaluatie, aanpassing etc.) wordt dit concept in de uitvoering van de lokale sociale zekerheid toegepast.

Artikelsgewijze toelichting Daar waar geen toelichting is gegeven, wordt het artikel en/of lid voldoende duidelijk geacht. Artikel 3 tot en met 6 In deze artikelen is het uitvoeringskader van het handhavingsbeleid vastgelegd, gebaseerd op het bovenvermeld concept van hoogwaardig handhaven Het systeem van de in artikel 5 omschreven risicogestuurde controle wordt zowel bij de aanvraag als gedurende de verlening van bijstand, inkomensvoorziening of uitkering toegepast. Ook de regionale Sociale Recherche Zuid-Holland Noord werkt risicogestuurd. Uitgangspunt bij handhaving is het vertrouwen in een belanghebbende. Controle gebeurt in de regel steekproefsgewijs. Daar waar op grond van (landelijke en regionale) kennis en ervaring gebleken is dat de kans op misbruik in bepaalde situaties meer dan gemiddeld is, worden gerichte controle en opsporing ingezet. In dat kader worden wisselend bestaande en nieuw ontwikkelde risicoprofielen benut.