BEVERWIJK WEST GEMEENTE BEVERWIJK 27 juni 2008
Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Onderzoeksgebied 3 1.3 Afbakening 4 2 Het onderzoek 5 2.1 Onderzoeksmethode 5 2.2 Onderzoekers 6 3 Resultaten 7 3.1 Vleermuizen 7 3.2 Overige zoogdieren 7 3.3 Vogels 7 3.4 Reptielen en amfibieën 7 3.5 Vissen 8 3.6 Flora 8 Bijlage 1 Colofon Actualisatie Flora- en faunaonderzoek 11 2
ACTUALISATIE FLORA- EN FAUNAONDERZOEK HOOFDSTUK 1.1 1 Inleiding AANLEIDING De Gemeente Beverwijk is voornemens nieuwe woningen te bouwen in Beverwijk West. Bij werkzaamheden in het kader van ruimtelijke ontwikkeling dient rekening te worden gehouden met beschermde gebieden en beschermde soorten. De Gemeente Beverwijk heeft verzocht te beoordelen of er door de voorgenomen ruimtelijke ingrepen, belemmeringen op kunnen treden met betrekking tot wettelijk beschermde soorten. 1.2 ONDERZOEKSGEBIED Het plangebied ligt aan de westkant van Beverwijk (zie afbeelding 1.1). De locatie bestaat nu voornamelijk uit landbouwgebied. Hier en daar staan er bomen en zijn er watergangen aanwezig. Het plangebied ligt aan de oostkant direct tegen de bebouwing van Beverwijk aan. Er staan enkele oude gebouwen in het plangebied, maar deze vallen buiten dit flora en fauna onderzoek. Afbeelding 1.1 Ligging van het plangebied in Beverwijk West (rode ovaal) Bron ondergrond: Google Earth. 3
1.3 AFBAKENING Bij ruimtelijke ontwikkelingen is het belangrijk op tijd te weten welke mogelijke beperkingen de huidige natuurwetgeving heeft op de plannen en werkzaamheden. Daarom is onderzoek uitgevoerd op soortenniveau (soortbescherming). In deze rapportage wordt een beschrijving gegeven van de voorkomende door de Flora- en faunawet beschermde soorten binnen het onderzoeksgebied. Effectbeschrijving en toetsing aan de Flora- en faunawet valt niet onder deze rapportage. Onderzoek op gebiedsniveau (gebiedsbescherming) is in dit geval niet relevant, omdat er geen beschermde natuurgebieden in of nabij het plangebied liggen. Afbeeldingen 1.2 en 1.3 Het plangebied 4
HOOFDSTUK 2Het onderzoek 2.1 ONDERZOEKSMETHODE In totaal zijn er drie veldbezoeken gebracht: op 7 mei 2008 is s avonds en s nachts onderzoek uitgevoerd naar de mogelijke aanwezigheid van met name vleermuizen, amfibieën (rugstreeppadden) en uilen. op 11 mei 2008 is overdag een planteninventarisatie uitgevoerd. op 28 mei 2008 is s avonds en s nachts opnieuw onderzoek uitgevoerd naar de mogelijke aanwezigheid van met name vleermuizen, amfibieën en uilen. Tijdens alle onderzoeksdagen zijn terloops ook andere soortgroepen meegenomen. Van de aangetroffen soorten is de status vastgesteld. Tijdens de inventarisaties hebben wij de door FLORON, SOVON en VZZ aanbevolen inventarisatiemethodieken gehanteerd. Hieronder wordt, per onderzochte soortengroep, kort de methode van onderzoek beschreven. Vleermuizen Het onderzoek naar jachtgebieden en migratieroutes van vleermuizen is uitgevoerd met een batdetector (Petterson D240X). Hiermee zijn vrijwel alle in Nederland voorkomende vleermuissoorten herkenbaar en te onderscheiden. Een uitzondering hierop zijn de Gewone baardvleermuis en de Brandt s vleermuis. Deze zijn niet aan de hand van hun echolocatiegeluid te onderscheiden. Onderzoek naar de mogelijke aanwezigheid van verblijfplaatsen in de gebouwen vallen buiten deze opdracht. Overige zoogdieren Tijdens de bezoeken aan het onderzoeksgebied zijn eventuele waarnemingen van grondgebonden zoogdieren genoteerd. Ook is er gekeken naar de geschiktheid van het plangebied voor beschermde zoogdieren. Er is geen onderzoek met inloopvallen uitgevoerd naar het voorkomen van kleine zoogdieren; dat is gezien de habitat- niet nodig. Vogels Er is geen uitvoerig broedvogelonderzoek uitgevoerd (BMP-methode), wel is de geschiktheid van de habitats voor de diverse broedvogels beoordeeld en zijn aangetroffen nesten genoteerd. Daarnaast is gelet op de aanwezigheid van vaste verblijfplaatsen van broedvogels in bomen, zoals nestholten van spechten, nesten van kraaien (uilen) en vaste roestplaatsen van uilen. Onderzoek naar de mogelijke aanwezigheid van verblijfplaatsen in de gebouwen valt buiten deze opdracht. Reptielen en amfibieën Kansrijke locaties zijn onderzocht op het voorkomen van amfibieën. Planken, stenen e.d. zijn omgekeerd en slootoevers zijn afgelopen. Ook is er tijdens de avondbezoeken geluisterd 5
naar de mogelijke aanwezigheid van rugstreeppadden (en andere amfibieën), een soort die een hele karakteristiek geluid heeft. Vissen Onderzoek naar vissen valt buiten deze rapportage. Wel is er gekeken naar de habitatgeschiktheid van de aanwezige watergangen voor vissen. Flora Het plangebied is vlakdekkend onderzocht op het voorkomen van door de Flora- en faunawet beschermde plantensoorten en Rode Lijstsoorten. Alle paadjes zijn afgelopen, alle sloten en greppels bekeken en alle weilanden betreden. De bouwlanden zijn deels langsgelopen, deels vanaf de kant bekeken. 2.2 ONDERZOEKERS De onderzoeken van 7 en 28 mei zijn uitgevoerd door dhr. Ing. I.W. (Ilco) van Woersem. Hij heeft de HBO-opleiding bosbouw- natuurbeheer aan de Hogere Bosbouw en Cultuurtechnische School in Velp afgerond. Hij inventariseert/monitoort al meer dan 30 jaar broedvogels, eerst voor de Vogelwerkgroep Gooi en omstreken, de laatste 20 jaar voor de SOVON. Ook monitoort Van Woersem enkele reptielenroutes en amfibieënplots en werkt als vrijwilliger bij de RAVON mee aan de actualiseringslag van de verspreiding van amfibieën en reptielen. Al begin 80-er jaren verrichte Van Woersem tellingen van vleermuiskolonies, onder andere van rosse vleermuizen in Het Gooi. Het onderzoek van 11 mei is uitgevoerd door dhr. Dr. A. (André) Aptroot. Hij heeft biologie gestudeerd aan de Universiteit Utrecht, waarna hij bij dezelfde universiteit is gepromoveerd. Hij heeft zich gespecialiseerd in flora en heeft daardoor veel veldkennis opgedaan. Op dit moment houdt hij zich met name bezig met het inventariseren van vaatplanten, mossen en korstmossen. 6
HOOFDSTUK 3Resultaten 3.1 VLEERMUIZEN Tabel 3.1 (Mogelijk) aanwezige vleermuizen. Buiten het plangebied zijn vliegroutes vastgesteld van de gewone dwergvleermuis, rosse vleermuis en laatvlieger. Van de rosse vleermuis ligt ook een jachtgebied buiten het plangebied. Binnen het plangebied zijn alleen jagende gewone dwergvleermuizen waargenomen. Deze jaagden met name boven de waterplasjes in het plangebied. Onderzoek naar de aanwezigheid van vaste verblijfplaatsen in gebouwen viel buiten deze opdracht. Soort Flora- en faunawet Indicatie aantallen Gewone dwergvleermuis Tabel 3 Enkele jagend 3.2 OVERIGE ZOOGDIEREN Tabel 3.2 Mogelijk aanwezige overige zoogdieren. Het plangebied is niet geschikt voor zwaarder door de Flora- en faunawet (tabel 2 en 3) beschermde overige zoogdieren. Wel worden er enkele algemene overige zoogdieren (tabel 1) verwacht, zoals de haas, mol, veldmuis, huisspitsmuis, egel. Soort Flora- en faunawet Egel Haas Huisspitsmuis Mol Veldmuis 3.3 VOGELS Op het terrein broeden diverse soorten vogels, zoals kleine karekiet, scholekster en verschillende algemene zangvogels. Daarnaast is aan de zuidoostkant bij de Brederodelaan een kerkuil gehoord. Boven de begraafplaats buiten het plangebied zijn bosuilen waargenomen. Er zijn geen (sporen van) verblijfplaatsen van uilen aangetroffen binnen het plangebied. Verder zijn er geen bomen met boomholtes, die kunnen dienen als vaste broed- en verblijfplaats voor holenbroedende vogels, aangetroffen. Onderzoek naar de aanwezigheid van vaste verblijfplaatsen van vogels in gebouwen viel buiten deze opdracht. 3.4 REPTIELEN EN AMFIBIEËN Tijdens de veldonderzoeken zijn algemene amfibieën (tabel 1 van de Flora- en faunawet) aangetroffen, zoals de gewone pad en de bastaardkikker. Verder worden er enkele 7
ACTUALISATIE FLORA- EN FAUNAONDERZOEK algemene soorten als de bruine kikker en kleine watersalamander verwacht. Vanwege steile oevers (houten beschoeiing) zijn de watergangen deels ongeschikt voor amfibieën, die in dat geval niet het water uit kunnen komen. De rugstreeppad is ondanks gericht onderzoek niet vastgesteld in het plangebied. Op dezelfde avonden is de rugstreeppad wel gehoord in Heemskerk, dus de soort was de desbetreffende avonden wel actief. Gezien de voorkomende biotopen kan worden gesteld, dat het plangebied ongeschikt is voor reptielen. Tabel 4.4 Aangetroffen beschermde amfibieën Soort Flora- en faunawet Bastaardkikker Bruine kikker Gewone pad Kleine watersalamander Afbeeldingen 4.1 en 4.2 Watergangen in het plangebied. 3.5 VISSEN Een groot deel van de aanwezige watergangen is nagenoeg drooggevallen, waardoor het ongeschikt is voor beschermde vissen. In een waterplas is de karper aangetroffen. Er worden geen beschermde soorten verwacht in de watergangen, die door de voorgenomen werkzaamheden worden aangetast. 3.6 FLORA Er zijn twee beschermde plantensoorten aangetroffen, namelijk gewone dotterbloem en gewone vogelmelk (zie afbeeldingen 4.3 en 4.4). Beide soorten komen voor in tabel 1, algemene soorten, van de Flora- en faunawet. De gewone dotterbloem is aangetroffen in één sloot. De gewone vogelmelk is aangetroffen op een tiental plekken (zie figuur 4.1). De soort is vooral waargenomen langs randen van paden en grasveldjes, zowel tussen gras als onder bomen als in vrij open zandgrond. Bij de huidige plannen blijven de meeste locaties gespaard. Wat betreft Rode Lijstsoorten is hangende zegge aangetroffen. Het gaat hierbij om een exemplaar nabij een plantsoen waarin ze aangeplant zijn. Deze soort komt van nature niet voor in de regio. Tabel 4.5 Aangetroffen beschermde planten Soort Flora- en faunawet Gewone dotterbloem Gewone vogelmelk 8
ACTUALISATIE FLORA- EN FAUNAONDERZOEK Afbeeldingen 4.3 en 4.4 Gewone dotterbloem (links) en gewone vogelmelk (rechts) 9
Figuur 4.1 Verspreiding van beschermde planten. Roze stippen = gewone dotterbloem Blauwe stippen = gewone vogelmelk 10
BIJLAGE 1 Colofon Actualisatie Flora- en faunaonderzoek OPDRACHTGEVER: GEMEENTE BEVERWIJK STATUS: Conceptrapport AUTEURS: E.D. Graaskamp GECONTROLEERD DOOR: M.J. Breedveld VRIJGEGEVEN DOOR: R.J.M. Kleijberg 27 juni 2008 NEDERLAND BV Polarisavenue 15 Postbus 410 2130 AK Hoofddorp Tel 023 5668 411 Fax 023 5611 575 www.arcadis.nl. Alle rechten voorbehouden. Behoudens uitzonderingen door de wet gesteld, mag zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbenden niets uit dit document worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, digitale reproductie of anderszins. 11