User Manual WB600/WB610. Klik op een onderwerp. Beknopt overzicht. Inhoud. Basisfuncties. Geavanceerde functies. Opnameopties. Weergeven/bewerken

Vergelijkbare documenten
User Manual PL200/PL201. Klik op een onderwerp. Bekende problemen. Beknopt overzicht. Inhoud. Basisfuncties. Geavanceerde functies.

ES90/ES91. Klik op een onderwerp. Bekende problemen. Beknopt overzicht. Inhoudsopgave. Basisfuncties. Uitgebreide functies. Opname-instellingen

User Manual PL150/PL151. Klik op een onderwerp. Bekende problemen. Beknopt overzicht. Inhoud. Basisfuncties. Geavanceerde functies.

User Manual PL100/PL101. Klik op een onderwerp. Bekende problemen. Beknopt overzicht. Inhoud. Basisfuncties. Geavanceerde functies.

User Manual ES80/ES81. Klik op een onderwerp. Bekende problemen. Beknopt overzicht. Inhoudsopgave. Basisfuncties. Uitgebreide functies

User Manual PL210/PL211. Klik op een onderwerp. Basisprobleemoplossing. Beknopt overzicht. Inhoud. Basisfunctie. Geavanceerde functies.

User Manual WB650/WB660. Klik op een onderwerp. Beknopt overzicht. Inhoud. Basisfuncties. Geavanceerde functies. Opnameopties. Weergeven/bewerken

User Manual ST30. Klik op een onderwerp. Basisprobleemoplossing. Beknopt overzicht. Inhoud. Basisfuncties. Geavanceerde functies.

User Manual PL90/PL91. Klik op een onderwerp. Bekende problemen. Beknopt overzicht. Inhoud. Basisfuncties. Geavanceerde functies.

User Manual ST93/ST94. Klik op een onderwerp. Basisprobleemoplossing. Beknopt overzicht. Inhoud. Basisfuncties. Geavanceerde functies.

User Manual ST90/ST91. Klik op een onderwerp. Basisprobleemoplossing. Beknopt overzicht. Inhoud. Basisfuncties. Geavanceerde functies.

User Manual PL20/PL21. Klik op een onderwerp. Algemene problemen oplossen. Beknopt overzicht. Inhoudsopgave. Basisfuncties. Uitgebreide functies

User Manual WB750. Klik op een onderwerp. Algemene problemen oplossen. Beknopt overzicht. Inhoud. Basisfuncties. Uitgebreide functies.

User Manual WB700/WB710. Klik op een onderwerp. Algemene problemen oplossen. Beknopt overzicht. Inhoud. Basisfuncties. Uitgebreide functies

Uw gebruiksaanwijzing. SAMSUNG ST-550

User Manual ST500/ST510. Klik op een onderwerp. Bekende kwesties. Beknopt overzicht. Inhoud. Basisfuncties. Uitgebreide functies. Opname-instellingen

User Manual ST600. Klik op een onderwerp. Bekende problemen. Beknopt overzicht. Inhoud. Basisfuncties. Uitgebreide functies. Opname-instellingen

Gebruiksaanwijzing WB110. Klik op een onderwerp. Algemene problemen oplossen. Beknopt overzicht

WB100/WB101. Klik op een onderwerp. Algemene problemen oplossen. Beknopt overzicht. Inhoudsopgave. Basisfuncties. Uitgebreide functies

DV50/DV90/DV100/DV101

User Manual PL120/PL121. Klik op een onderwerp. Algemene problemen oplossen. Beknopt overzicht. Inhoud. Basisfuncties. Uitgebreide functies

Uw gebruiksaanwijzing. SAMSUNG ST-5500

Gebruiksaanwijzing. Klik op een onderwerp WB250F/WB251F/WB252F/WB280F. Algemene problemen oplossen Beknopt overzicht Inhoud

Uw gebruiksaanwijzing. SAMSUNG ST66

Gebruiksaanwijzing EX2F. Klik op een onderwerp. Algemene problemen oplossen. Beknopt overzicht. Inhoud. Basisfuncties. Uitgebreide functies

Gebruiksaanwijzing. Klik op een onderwerp DV180F

WB850F/WB855F. Klik op een onderwerp. Algemene problemen oplossen. Beknopt overzicht. Inhoud. Basisfuncties. Uitgebreide functies GPS.

Gebruiksaanwijzing WB350F/WB351F/WB352F. Klik op een onderwerp. Algemene problemen oplossen Beknopt overzicht Inhoud

Klik op een onderwerp

Gebruiksaanwijzing ST150F/ST151F/ST152F/ST72/ST73. Klik op een onderwerp. Algemene problemen oplossen. Beknopt overzicht

ST66/ST68. Klik op een onderwerp. Algemene problemen oplossen. Beknopt overzicht. Inhoud. Basisfuncties. Uitgebreide functies.

WB150/WB150F/ WB151/WB151F/WB152F

WB850F/WB855F. Klik op een onderwerp. Algemene problemen oplossen. Beknopt overzicht. Inhoud. Basisfuncties. Uitgebreide functies GPS.

GEBRUIKERSHANDLEIDING

Gebruiksaanwijzing WB2100. Klik op een onderwerp. Algemene problemen oplossen. Beknopt overzicht

Gebruiksaanwijzing WB2200F. Klik op een onderwerp. Algemene problemen oplossen. Beknopt overzicht

Informatie over gezondheid en veiligheid

MultiSport DV609 Nederlands

NV9. Snel zoeken. Inhoud. 1 Basisfuncties. 2 Geavanceerde functies. 3 Opnameopties. 4 Weergave/bewerken. 5 Multimedia. 6 Naslaginformatie.

Gebruiksaanwijzing GPS car cam

Uw gebruiksaanwijzing. SAMSUNG MV800

Nederlands. Multifunctionele. Digitale camera. Gebruikershandleiding

GEBRUIKERSHANDLEIDING

2. Monitor schermweergave

Action Cam FullHD 1080P Wifi Action Cam FullHD 1080p. Handleiding HANDLEIDING 1

Gebruiksaanwijzing WB35F/WB36F/WB37F

CMP-VOIP80. VoIP + DECT TELEFOON. English Deutsch Français Nederlands Italiano Español Magyar Suomi Svenska Česky ANLEITUNG MANUAL MODE D EMPLOI

Digitale Video. Gebruikershandleiding

Gebruiksaanwijzing WB1100F/WB1101F/WB1102F. Klik op een onderwerp. Algemene problemen oplossen. Beknopt overzicht

User Manual NX5. Klik op een onderwerp. Beknopt overzicht. Inhoud. Basisfuncties. Basale opnamen. Opnameopties. Weergeven/bewerken

Uiterlijk. 1.Lens 2.Opnametoets 3.Fotografeertoets _ NED 01

Helpgids. Ondersteunde cameramodellen. Overzicht van de onderdelen. Voorbereidingen. Opnames maken

Gebruikshandleiding 1

X-T1. Nieuwe Functies. Versie 4.00 DIGITAL CAMERA

Inhoudsopgave Aan de slag met de camera 2 Productweergaven, functies 17 Meer camerafuncties 19 Cameraproblemen oplossen 23 Bijlage 24

Boven- en Zijaanzicht

AR280P Clockradio handleiding

Gebruiksaan Owner s wijzing Guide December 6, 2010 NSOG

SPORTCAM HANDLEIDING. Lees en volg deze instructies voordat u het apparaat gebruikt.

Inhoudsopgave. Inhoudsopgave

GEBRUIKSAANWIJZING PRODUCT SPECIFICATIES

GEBRUIKERSHANDLEIDING CDC300

NEX-3/5/5C/C3 NEX-VG10/VG10E

WAARSCHUWING! Niet geschikt voor kinderen onder de 36 maanden. Verstikkingsgevaar!

Opdrachten. Druk dit document af en maak hierop aantekeningen tijdens uw fotosessies

Multifunctionele Digitale camera

Nieuwe Functies BL B00

Multifunctionele Digitale camera

Nederlands. Multifunctionele. Zoom Digitale Camera. Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding

Nokia Music Speakers MD-3

2015 Multizijn V.O.F 1

SingStar Microphone Pack Gebruiksaanwijzing. SCEH Sony Computer Entertainment Europe

Gebruikershandleiding. Digitale Video Memo

Inhoudsopgave Aan de slag met de camera 2 Productweergaven, functies 11 Meer camerafuncties 14 Cameraproblemen oplossen 19 Bijlage 22

BLUETOOTH-AUDIO-ONTVANGER/Z ENDER

sweex_jb000040_man_nl :34 Page 1 Nederlandse versie 2

Inleiding. Inhoud van de verpakking. Nederlandse versie. JB Sweex 4.2 Megapixel Digitale Camera

Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SV5DA2 8 0

Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SV5TA280

HDR- FOTOGRAFIE. Inleiding. Het digitale beeld - Bijlage

2015 Multizijn V.O.F 1

2015 Multizijn V.O.F 1

Handleiding U8 Wireless Headset

I. Specificaties. II Toetsen en bediening

IDPF-700 HANDLEIDING

Nl_Rhomba CLE.fm Page 29 Wednesday, January 7, :02 PM. Nederlands Overzicht (zie afbeelding op buitenblad)

Onboard auto camera Caméra embarquée

Nieuwe Functies. Versie 2.00

CCT-1301 GEBRUIKSHANDLEIDING

Aanvullende informatie Digital IXUS 100 IS en Digital IXUS 95 IS

Aan de slag. Model: 5800d-1. Nokia 5800 XpressMusic , Uitgave 1 NL

IRIScan Anywhere 5. Scan anywhere, go paperless! PDF. Mobile scanner & OCR software. for Windows and Mac

Nokia Extra Power DC-11/DC-11K /2

Nederlandse versie. Inleiding. Software installatie. MP502FM / MP504FM Sweex Black Onyx MP4 Player

DB-2180 Binocular LCD DigiCam Product informatie D E B C

Electronische loep "One"

De voordelen van de belichtingsregelingen onder creatief gebruik zijn in de meeste gevallen een juist belichte en creatievere foto.

Gebruikershandleiding AT-300T/R UHF-PLL. 40 kanaals rondleidingsysteem & draadloze microfoon systemen.

Uw gebruiksaanwijzing. PIONEER AVIC-S1

Transcriptie:

In deze gebruiksaanwijzing vindt u uitgebreide aanwijzingen voor het gebruik van uw camera. Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door. Klik op een onderwerp User Manual WB600/WB610 Beknopt overzicht Inhoud Basisfuncties Geavanceerde functies Opnameopties Weergeven/bewerken Aanvullende informatie Index

Informatie over gezondheid en veiligheid Houd u altijd aan de volgende voorzorgsmaatregelen en gebruikstips om gevaarlijke situaties te vermijden en ervoor te zorgen dat de camera optimaal werkt. Waarschuwing situaties die bij u of anderen letsel kunnen veroorzaken Voorzichtig situaties die schade aan de camera of andere apparatuur kunnen veroorzaken Opmerking opmerkingen, gebruikstips of aanvullende informatie Waarschuwingen Gebruik de camera niet in de buurt van ontvlambare of explosieve gassen en vloeistoffen Gebruik de camera niet in de buurt van brandstoffen, brandbaar materiaal of ontvlambare of explosieve chemicaliën. Bewaar geen ontvlambare vloeistoffen, gassen en explosief materiaal in dezelfde ruimte als de camera of de onderdelen of accessoires van de camera. Houd de camera buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren Houd de camera en alle bijbehorende onderdelen en accessoires buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren. Kleine onderdelen vormen verstikkingsgevaar of kunnen schadelijk zijn wanneer zij worden ingeslikt. Bewegende delen en accessoires kunnen ook een fysiek gevaar vormen. Voorkom gezichtsschade bij het onderwerp Gebruik de flitser van de camera niet vlakbij (op minder dan 1 m afstand van) de ogen van mensen of dieren. Gebruik van de flitser dicht bij de ogen van het onderwerp kan tot tijdelijke of permanente schade aan het gezichtsvermogen leiden. Behandel batterijen en oplader voorzichtig en verwijder deze volgens de voorschriften Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen en opladers. Niet-compatibele batterijen en opladers kunnen ernstig letsel of schade aan uw camera veroorzaken. Gooi batterijen nooit in open vuur. Houd u aan alle lokale regelgeving bij het verwijderen van gebruikte batterijen. Leg batterijen of camera s nooit in of op verwarmingsapparaten, zoals een magnetron, kachel of radiator. Batterijen kunnen exploderen als ze te heet worden. Vermijd storing van pacemakers Bewaar minimaal 15 cm afstand tussen de camera en pacemakers om mogelijke storing van de pacemaker te voorkomen, overeenkomstig de aanbevelingen van de onafhankelijke onderzoeksgroep Wireless Technology Research. Als u vermoedt dat de camera storing veroorzaakt bij een pacemaker of ander medisch apparaat, dient u de camera onmiddellijk uit te schakelen en voor instructies contact op te nemen met de fabrikant van de pacemaker of het medische apparaat. 1

Informatie over gezondheid en veiligheid Veiligheidsvoorschriften Gebruik en bewaar de camera zorgvuldig en verstandig Zorg ervoor dat de camera niet nat wordt. Het toestel kan door vloeibare stoffen ernstig beschadigen. Raak de camera niet met natte handen aan. De garantie van de fabrikant is niet van toepassing op waterschade aan het toestel. Stel de camera niet gedurende lange tijd aan direct zonlicht of hoge temperaturen bloot. Langdurige blootstelling aan zonlicht of extreme temperaturen kan permanente schade aan interne onderdelen van het toestel veroorzaken. Gebruik of bewaar de camera niet in stoffige, vervuilde, vochtige of slecht geventileerde omgevingen om schade aan bewegende delen en interne onderdelen te vermijden. Haal de batterijen uit de camera wanneer u deze voor langere tijd opbergt. Batterijen in het batterijvak kunnen na verloop van tijd gaan lekken of roesten en ernstige schade aan uw camera veroorzaken. Bescherm de camera tegen zand en vuil wanneer u deze op het strand of in een andere, soortgelijke omgeving gebruikt. Bescherm de camera en het scherm tegen stoten, ruw gebruik en sterke trillingen om ernstige schade te voorkomen. Wees voorzichtig bij het aansluiten van kabels en adapters en het plaatsen van batterijen en geheugenkaarten. Het forceren van stekkers, onjuist aansluiten van kabels of onjuist plaatsen van batterijen en geheugenkaarten kan leiden tot schade aan poorten, stekkers en accessoires. Steek geen vreemde voorwerpen in de compartimenten, sleuven en toegangspunten van de camera. Schade als gevolg van onjuist gebruik wordt mogelijk niet door de garantie gedekt. 2 Bescherm batterijen, opladers en geheugenkaarten tegen schade Vermijd blootstelling van batterijen en geheugenkaarten aan extreme temperaturen (onder 0 C of boven 40 C). Door extreme temperaturen kan de oplaadcapaciteit van de batterijen afnemen en kunnen geheugenkaarten storingen vertonen. Voorkom dat batterijen in aanraking komen met metalen voorwerpen. Dit kan een verbinding vormen tussen de plus- en minpolen van uw batterijen en tijdelijke of permanente schade aan de batterijen veroorzaken. Voorkom dat geheugenkaarten in contact komen met vloeistof, vuil of vreemde stoffen. Veeg, indien nodig, de geheugenkaart met een zachte doek schoon alvorens u de kaart in de camera plaatst. Voorkom dat de sleuf voor geheugenkaarten in contact komt met vloeistoffen, vuil of vreemde stoffen. Dergelijke stoffen kunnen ervoor zorgen dat de camera niet goed meer werkt. Schakel de camera uit wanneer u een geheugenkaart plaatst of verwijdert. Zorg dat geheugenkaarten niet buigen, vallen of aan zware klappen of druk worden blootgesteld. Gebruik geen geheugenkaarten die in een andere camera of door een computer zijn geformatteerd. Formatteer een dergelijke geheugenkaart opnieuw in uw eigen camera. Gebruik nooit een beschadigde oplader, batterij of geheugenkaart. Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde accessoires Het gebruik van niet-compatibele accessoires kan leiden tot schade aan de camera, lichamelijk letsel en het vervallen van de garantie.

Informatie over gezondheid en veiligheid Bescherm de cameralens Stel de lens niet aan direct zonlicht bloot. Hierdoor kan de beeldsensor verkleuren of defect raken. Bescherm de lens tegen vingerafdrukken en krassen. Reinig de lens met een zachte, schone doek. Wees voorzichtig met het gebruik van de camera in vochtige omgevingen Wanneer u de camera vanuit een koude in een warme en vochtige omgeving brengt, kan er op de fijne elektronische schakelingen en op de geheugenkaart condensvorming optreden. Wacht in zo n geval ten minste 1 uur totdat alle vocht is verdampt, alvorens u de camera gebruikt. Controleer voor gebruik of de camera naar behoren functioneert De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verlies van bestanden of schade die kan voortkomen uit defecten aan de camera of onjuist gebruik. Belangrijke gebruiksinformatie Laat reparatie en onderhoud van de camera alleen door gekwalificeerd personeel uitvoeren Laat geen ongekwalificeerd personeel reparatie- of onderhoudswerkzaamheden aan de camera uitvoeren en probeer dit ook niet zelf te doen. Alle schade die voortvloeit uit ongekwalificeerd onderhoud of reparatie wordt niet door de garantie gedekt. Zorg voor een optimale levensduur van batterijen en oplader Te lang opladen van batterijen kan de levensduur daarvan bekorten. Wanneer het opladen is voltooid, dient u de kabel van de camera los te koppelen. Batterijen die niet worden gebruikt, ontladen zich na verloop van tijd en moeten voor gebruik opnieuw worden opgeladen. Laat de stekker van de oplader niet in het stopcontact zitten als u de oplader niet gebruikt. Gebruik de batterijen alleen voor het doel waarvoor ze zijn bedoeld. 3

Indeling van de gebruiksaanwijzing Copyrightinformatie Microsoft Windows en het Windows-logo zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation. Mac is een geregistreerd handelsmerk van Apple Corporation. HDMI, het HDMI-logo en de term "High Definition Multimedia Interface" zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC. Alle merk- en productnamen in deze handleiding zijn de gedeponeerde handelsmerken van de respectieve eigenaars Cameraspecificaties of de inhoud van deze gebruiksaanwijzing kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd bij veranderde camerafuncties. Het is aan te bevelen, de camera te gebruiken in het land waar u hem hebt aangeschaft. Voor informatie over Open Source-licenties raadpleegt u het bestand "OpenSourceinfo" op de meegeleverde cd-rom. Basisfuncties 11 Hier vindt u informatie over de indeling van de camera en basisfuncties voor het maken van opnamen. Geavanceerde functies 27 Hier vindt u informatie over hoe u foto's maakt door een modus te selecteren en hoe u video's en spraakmemo's opneemt. Opnameopties 39 Hier vindt u informatie over de instellingen waarvoor u in de opnamemodus kunt kiezen. Weergeven/bewerken 62 Hier vindt u informatie over hoe u foto's, video's en spraakmemo's kunt weergeven of afspelen en hoe u foto's en video's kunt bewerken. Ook leest u hier hoe u de camera op een computer, fotoprinter, televisie of HDTV aansluit. Aanvullende informatie 85 Hier vindt u informatie over instellingen en foutmeldingen, alsmede specificaties en onderhoudstips. 4

Pictogrammen in deze gebruiksaanwijzing Opnamemodus Smart Auto Auto Programma Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit, Handmatig DUAL IS Beautyshot Scène Film Aanduiding S a p d s v Pictogrammen in de opnamemodus Symbolen in deze gebruiksaanwijzing Symbool Functie Aanvullende informatie Veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen Cameratoetsen; bijvoorbeeld: [Ontspanknop] [ ] (staat voor de ontspanknop) ( ) Paginanummer van verwante informatie De volgorde van de opties of menu s die u moet selecteren om een stap uit te voeren; bijvoorbeeld: Selecteer Opname Witbalans (dit betekent selecteer Opname en vervolgens Witbalans) * Voetnoot Afkortingen in deze gebruiksaanwijzing Deze pictogrammen geven aan dat een bepaalde functie in de desbetreffende modi beschikbaar is. De s modus ondersteunt wellicht bepaalde functies niet voor alle scènes. Voorbeeld: Beschikbaar in de modi Programma, Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit, Handmatig, DUAL IS en Film Afkorting ACB AEB AF DIS DPOF EV OIS WB Betekenis Auto Contrast Balance (automatische contrastverbetering) Auto Exposure Bracket (opnamereeks met verschillende belichtingen) Auto Focus (autofocus) Digital Image Stabilisation (digitale beeldstabilisatie) Digital Print Order Format (digitale afdrukbestelling) Exposure Value (BW: belichtingswaarde) Optical Image Stabilisation (optische beeldstabilisatie) White Balance (witbalans) 5

Uitdrukkingen in deze gebruiksaanwijzing Op de ontspanknop drukken Druk [Ontspanknop] half in: druk de ontspanknop half in Druk op [ Ontspanknop]: druk de ontspanknop volledig in Belichting (Helderheid) De hoeveelheid licht die de camera binnenkomt bepaalt de belichting. De belichting kan worden aangepast met behulp van sluitertijd, diafragma en ISO-waarde. Wanneer u de belichting verandert, worden de foto s donkerder of lichter. Druk [Ontspanknop] half in Druk op [Ontspanknop] Normale belichting Overbelicht (te helder) Onderwerp, achtergrond en compositie Onderwerp: het belangrijkste object in een scène, zoals een persoon, dier of stilleven Achtergrond: de objecten rondom het onderwerp Compositie: de combinatie van onderwerp en achtergrond Achtergrond Onderwerp Compositie 6

Bekende problemen Hier vindt u antwoorden op bekende problemen. Met behulp van opname-instellingen hebt u veel problemen snel opgelost. De ogen van de gefotografeerde zijn rood. Foto's bevatten stofvlekken. Foto's zijn onscherp. Bij nachtopnamen zijn foto's onscherp. Het onderwerp is te donker door tegenlicht. Dit wordt veroorzaakt door een reflectie van de flitser van de camera. Stel de flitsoptie in op Rode ogen of Anti-rode ogen. (pag. 43-44) Als de foto al is genomen, selecteert u Anti-rode ogen in het bewerkingsmenu. (pag. 73) Stofdeeltjes die in de lucht zweven kunnen worden vastgelegd op foto's als u de flitser gebruikt. Schakel de flitser uit of neem geen foto's op stoffige plaatsen. Pas de ISO-waarde aan. (pag. 45) Dit kan worden veroorzaakt doordat u foto's neemt bij weinig licht of doordat u de camera niet goed vasthoudt. Gebruik de d modus. (pag. 29) Druk [ Ontspanknop] half in om te zorgen dat er wordt scherpgesteld op het onderwerp. (pag. 25) Om meer licht binnen te laten, gebruikt de camera een langere sluitertijd. Het kan dan lastig zijn de camera stil te houden, waardoor de foto's bewogen kunnen worden. Schakel de flitser in. (pag. 43-44) Selecteer Nacht in de modus s. (pag. 31) Pas de ISO-waarde aan. (pag. 45) Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt. Als de lichtbron zich achter het onderwerp bevindt of als er een groot contrast is tussen de lichte en donkere gebieden, kan het onderwerp donker worden. Neem geen foto's tegen de zon in. Selecteer Tegenl. in de modus s. (pag. 31) Stel de flitsoptie in op Invulflits. (pag. 44) Stel de optie Automatische contrastbalans ( ACB) in. (pag. 55) Pas de belichting aan. (pag. 55) Stel de lichtmeting in op Spot als er zich een helder onderwerp in het midden van het kader bevindt. (pag. 56) 7

Beknopt overzicht Foto's van mensen maken s modus > Portret, Kinderen 31 Beautyshot 30 Rode ogen, Anti-rode ogen (rode ogen voorkomen of verwijderen) 43-44 Gezichtsdetectie 50 s Nachts of in het donker foto s maken s modus > Nacht, Dageraad, Vuurwerk 31 Flitseropties 43 ISO-waarde (de lichtgevoeligheid aanpassen) 45 Actiefoto s maken h modus 34 Continu, Bew.detectie 58 Foto s maken van tekst, insecten en bloemen s mode > Close Up, Tekst 31 Macro, Auto macro, Handm. scherpte (om foto's van dichtbij te maken) 46 Witbalans (de tint wijzigen) 56 De belichting aanpassen (helderheid) ISO-waarde (de lichtgevoeligheid aanpassen) 45 EV (de belichting aanpassen) 55 ACB (compenseren voor onderwerpen tegen een heldere achtergrond) 55 L.meting 56 AEB (om drie foto's met verschillende belichtingen te maken van dezelfde scène) 58 Een speciaal effect toepassen Fotostijlen (om een speciale tint aan te brengen) 59 Beeld aanpassen (om kleurverzadiging, scherpte en contrast bij te stellen) 61 Bewegingsonscherpte voorkomen OIS (Optical Image Stabilisation) 24 d modus 29 Bestanden op categorie bekijken in Smart Album 65 Alle bestanden op de geheugenkaart wissen 66 Foto's als diavertoning weergeven 68 Bestanden op een tv of HDTV weergeven 76 De camera op een computer aansluiten 79 Geluid en volume aanpassen 87 De helderheid van het scherm aanpassen 87 De schermtaal wijzigen 87 De datum en tijd instellen 88 De geheugenkaart formatteren 88 Problemen oplossen 98 8

Inhoud Basisfuncties... 11 Uitpakken... 12 Camera-indeling... 13 Pictogrammen... 15 De batterij en geheugenkaart plaatsen... 16 De batterij opladen en de camera inschakelen... 17 De batterij opladen... 17 De camera inschakelen... 17 De eerste instelling uitvoeren... 18 Opties selecteren... 19 Display en geluid instellen... 21 Het displaytype wijzigen... 21 Het geluid instellen... 21 Foto's maken... 22 Zoomen... 23 Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS)... 24 Geavanceerde functies... 27 De Smart Auto-modus gebruiken... 28 De Dual IS-modus gebruiken... 29 De Beautyshot modus gebruiken... 30 De Scènemodus gebruiken... 31 De kaderlijnen gebruiken... 31 De Programmamodus gebruiken... 32 Diafragmavoorkeuze, sluitertijdvoorkeuze of de handmatige modus gebruiken... 33 De Diafragmavoorkeuzemodus gebruiken... 34 De Sluitertijdvoorkeuzemodus gebruiken... 34 De Handmatige modus gebruiken... 35 Een video opnemen... 36 De Intelligente scènedetectiemodus gebruiken... 37 Spraakmemo's opnemen... 38 Een spraakmemo opnemen... 38 Een spraakmemo aan een foto toevoegen... 38 Opnameopties... 39 Resolutie en beeldkwaliteit selecteren... 40 De resolutie selecteren... 40 De beeldkwaliteit selecteren... 40 De timer gebruiken... 41 Opnamen in het donker maken... 43 Rode ogen voorkomen... 43 De flitser gebruiken... 43 De flitssterkte regelen... 44 De ISO-waarde aanpassen... 45 De scherpstelling aanpassen... 46 Macro gebruiken... 46 De scherpstelafstand instellen... 46 Meebewegende autofocus gebruiken... 47 Selectief scherpstellen... 48 Het scherpstelgebied aanpassen... 49 Gezichtsdetectie gebruiken... 50 Gezichten detecteren... 50 Een zelfportret maken... 51 Een foto van een lachend gezicht maken... 51 Knipperende ogen detecteren... 52 Slimme gezichtsherkenning... 52 Gezichten als favoriet registreren (Mijn ster)... 53 9

Inhoud Helderheid en kleur aanpassen... 55 De belichting handmatig aanpassen (EV)... 55 Compenseren voor tegenlicht (ACB)... 55 De lichtmeetmethode wijzigen... 56 Een lichtbron selecteren (Witbalans)... 56 Serieopname... 58 Uw foto's mooier maken... 59 Fotostijlen toepassen... 59 Uw eigen RGB-tint definiëren... 59 Intelligente lenseffecten toepassen... 60 Uw foto's aanpassen... 61 Weergeven/bewerken... 62 Weergeven... 63 De weergavemodus starten... 63 Foto's weergeven... 68 Een video afspelen... 69 Spraakmemo s afspelen... 70 Foto's bewerken... 71 Foto s in grootte aanpassen... 71 Een foto draaien... 71 Fotostijlen toepassen... 72 Uw eigen RGB-tint definiëren... 72 Belichtingsproblemen corrigeren... 73 Intelligente lenseffecten toepassen... 74 Een afdrukbestelling maken (DPOF)... 75 Bestanden weergeven op een tv of HDTV... 76 Bestanden naar de computer overbrengen (Windows)... 78 Bestanden overbrengen met behulp van Intelli-studio... 79 Bestanden overbrengen door de camera als een verwisselbare schijf aan te sluiten... 81 De camera loskoppelen (Windows XP)... 82 Bestanden naar de computer overbrengen (Macintosh)... 83 Foto's met een fotoprinter afdrukken (PictBridge)... 84 Aanvullende informatie... 85 Camera-instellingenmenu... 86 Het instellingenmenu openen... 86 Geluid... 87 Display... 87 Instellingen... 88 Foutmeldingen... 91 Onderhoud van de camera... 92 De camera reinigen... 92 Geheugenkaarten... 93 De batterij... 94 Voordat u contact opneemt met een servicecenter... 97 Cameraspecificaties... 100 Index... 105 10

Basisfuncties Hier vindt u informatie over de indeling van de camera en basisfuncties voor het maken van opnamen. Uitpakken 12 Camera-indeling 13 Pictogrammen 15 De batterij en geheugenkaart plaatsen 16 De batterij opladen en de camera inschakelen 17 De batterij opladen 17 De camera inschakelen 17 De eerste instelling uitvoeren 18 Opties selecteren 19 Display en geluid instellen 21 Het displaytype wijzigen 21 Het geluid instellen 21 Foto's maken 22 Zoomen 23 Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS) 24 Tips om betere foto s te maken 25

Uitpakken Controleer of de doos de volgende artikelen bevat: Camera AC-adapter/USB-kabel Oplaadbare batterij Polslus Cd-rom met gebruiksaanwijzing Snelstartgids De afbeelding kan afwijken van de werkelijke artikelen. Optionele accessoires Camera-etui Geheugenkaarten A/V-kabel Batterijoplader HDMI-kabel Basisfuncties 12

Camera-indeling Maak u vertrouwd met de diverse onderdelen en functies van de camera voordat u begint. Modusdraaiknop (Zie hieronder) POWER-knop Sluiterknop Flitser Luidspreker AF-hulplampje/timerlampje Lens Batterijklep Plaatsing van batterij en geheugenkaart Statiefbevestigingspunt Pictogram Modus Beschrijving Een foto maken door de camera een geschikte S Smart Auto modus voor de scène te laten selecteren a Auto Snel een foto maken met de minimale instellingen p Program Een foto maken met instelling van opties Diafragma prioriteit, Sluiter prioriteit, Handmatig Diafragmavoorkeuze, sluitertijdvoorkeuze of de handmatige modus instellen Diafragma prioriteit : Een foto maken door de diafragmawaarde in te stellen (de sluitertijd wordt automatisch bepaald) Sluiter prioriteit : Een foto maken door de sluitertijd in te stellen (de diafragmawaarde wordt automatisch bepaald) Handmatig : Een foto maken door zowel de diafragmawaarde als de sluitertijd in te stellen Pictogram Modus Beschrijving d s DUAL IS Beautyshot Scène v Film Een video opnemen Een foto maken met opties die geschikt zijn om bewegingsonscherpte te voorkomen Een foto van iemand nemen met opties om onvolkomenheden in het gezicht te verbergen Een foto maken met vooraf ingestelde opties voor een specifieke scène Basisfuncties 13

Camera-indeling Aanraakscherm Microfoon Zoomknop In- en uitzoomen in de opnamemodus Inzoomen op een deel van een foto, miniaturen bekijken, of in de weergavemodus het volume regelen Volume regelen in de weergavemodus Knop video-opname Statuslampje Knippert: Bij opslaan van een foto of video, uitlezen door een computer of printer of bij een onscherp onderwerp Brandt: Bij aansluiting op een computer of wanneer de camera is scherpgesteld (Zie hieronder) Knop m Navigatie Beschrijving Naar opties of menu s In de opnamemodus Bij instellen D Weergaveoptie wijzigen Omhoog M Macro-optie wijzigen Omlaag F Flitseroptie wijzigen Naar links USB- en A/V-aansluiting Voor aansluiting van USB- of A/V-kabel HDMI-aansluiting Voor aansluiting van HDMI-kabel t Timeroptie wijzigen Naar rechts o Gemarkeerde optie of menu bevestigen Afspelen Naar de weergavemodus Functie Toegang tot opties in de opnamemodus Bestanden verwijderen in de weergavemodus Basisfuncties 14

Pictogrammen Welke pictogrammen worden weergegeven, is afhankelijk van de geselecteerde modus of de ingestelde opties. A B C A. Informatie Pictogram Beschrijving Geselecteerde opnamemodus Geeft de status van een bewegend onderwerp aan Zoomverhouding Resterend aantal foto s Beschikbare opnametijd Interne geheugen Geheugenkaart geplaatst : Volledig opgeladen : Deels opgeladen : Opladen noodzakelijk Diafragmawaarde Sluitertijd Spraakmemo Autofocuskader Bewegingsonscherpte Huidige datum en tijd Histogram (pag. 21) Rasterlijnen B. Pictogrammen rechts Pictogram Beschrijving Fotoresolutie Videoresolutie Fotokwaliteit Framesnelheid Lichtmeting Flitser Timer Scherpstelafstand Gezichtsherkenning C. Pictogrammen links Pictogram Beschrijving Belichtingswaarde Witbalans Gezichttint Gezicht retoucheren ISO-waarde Fotostijl Beeldaanpassing (scherpte, contrast, kleurverzadiging) Smart filter Geluid uit Type serieopname Optical Image Stabilisation (OIS) Basisfuncties 15

De batterij en geheugenkaart plaatsen De batterij en geheugenkaart verwijderen Geheugenkaart Duw voorzichtig tegen de kaart totdat deze uit de camera loskomt en trek de kaart vervolgens uit de sleuf. Zorg dat bij het plaatsen van een geheugenkaart de goudkleurige contactpunten omlaag zijn gericht. Batterijvergrendeling Druk op de vergrendeling om de batterij los te maken. Plaats de batterij met het Samsung-logo omlaag gericht. Batterij Het interne geheugen kan worden gebruikt als tijdelijk opslagmedium als er geen geheugenkaart is geplaatst. Basisfuncties 16

De batterij opladen en de camera inschakelen De batterij opladen Zorg ervoor dat u de batterij oplaadt voordat u de camera gebruikt. Koppel de USB-kabel aan de AC-adapter en sluit vervolgens het uiteinde van de kabel met het indicatielampje op de camera aan. De camera inschakelen Druk op [POWER] om de camera in of uit te schakelen. Het scherm voor de eerste instelling verschijnt wanneer u de camera voor het eerst inschakelt. (pag. 18) De camera inschakelen in de weergavemodus Druk op [P]. De camera wordt ingeschakeld en gaat direct naar de weergavemodus. Indicatielampje Rood: bezig met opladen Groen: volledig opgeladen Houd [P] ingedrukt om de camerageluiden uit te schakelen. Basisfuncties 17

De eerste instelling uitvoeren Het scherm voor de eerste instelling verschijnt, waar u de basisinstellingen van de camera kunt configureren. 1 Druk op [ POWER]. Het scherm voor de eerste instelling verschijnt wanneer u de camera voor het eerst inschakelt. 2 Druk op [ t] om Language te selecteren en druk vervolgens op [t] of [o]. Language English Date & Time Time Zone Français Deutsch Español Italiano Back Set 3 Druk op [ D] of [M] om een taal te selecteren en druk vervolgens op [o]. 4 Druk op [ D] of [M] om Time Zone te selecteren en druk vervolgens op [t] of [o]. 5 Druk op [ F] of [t] om een tijdzone te selecteren en druk vervolgens op [o]. Als u zomer-wintertijd wilt instellen, drukt u op [ D]. 6 Druk op [ D] of [M] om Date & Time te selecteren en druk vervolgens op [t] of [o]. 7 Druk op [ F] of [t] om een onderdeel te selecteren. Language : English Date & Time Time Zone : 10/01/01 yyyy mm dd 2010 /01/01 10:00 Off Back Set 8 Druk op [ D] of [M] om de datum en tijd of een datumnotatie te selecteren en druk vervolgens op [o]. Back DST Basisfuncties 18

Opties selecteren U kunt opties selecteren door te drukken op [m] en door gebruik te maken van de navigatieknoppen ([D], [M], [F], [t]). U kunt de opnameopties ook openen door op [f] te drukken, maar dan zijn sommige opties niet beschikbaar. 1 Druk in de opnamemodus op [ m]. 2 Gebruik de navigatieknoppen om naar een optie of menu te scrollen. Druk op [ D] of [M] om omhoog of omlaag te gaan; druk op [F] of [t] om naar links of rechts te gaan. Teruggaan naar het vorige menu Druk op [m] om naar het vorige menu terug te gaan. Druk op [Ontspanknop] om naar de opnamemodus terug te gaan. 3 Druk op [ o] om de gemarkeerde keuze te bevestigen. Basisfuncties 19

Opties selecteren Voorbeeld: in de P-modus de witbalans selecteren 1 Draai de modusdraaiknop naar p. 2 Druk op [ m]. Opname Film Geluid Display Instellingen Afsl. Fotoformaat Kwalit. EV ISO Witbalans Gezichtsdetectie Smart FR redig Wijzigen 4 Druk op [ D] of [M] om naar Witbalans te bladeren en druk vervolgens op [t] of [o]. Fotoformaat Kwalit. EV ISO Witbalans Gezichtsdetectie Smart FR redig Afsl. Terug 5 Druk op [ F] of [t] om naar een witbalansoptie te bladeren. Daglicht Druk op [ 3 D] of [M] om naar Opname te bladeren en druk vervolgens op [t] of [o]. Terug Verpl. 6 Druk op [ o]. Basisfuncties 20

Display en geluid instellen Hier vindt u informatie over hoe u de basisinstellingen van het display en het geluid naar wens kunt aanpassen. Het displaytype wijzigen U kunt een weergavestijl voor de opname- of weergavemodus selecteren. Druk meerdere keren op [D] om een displaytype te wijzigen. Het histogram Een histogram is een grafiek die de verdeling van het licht in de foto weergeeft. Als het histogram links een hoge piek heeft, is de foto donker. Een piek aan de rechterkant betekent dat de foto s helder zijn. De hoogte van de pieken houdt verband met de kleurinformatie. Hoe meer er van een bepaalde kleur aanwezig is, des te hoger is de piek. Modus Opname Weergeven Beschrijving Alle opname-informatie weergeven Opname-informatie verbergen, behalve het aantal resterende foto's Rasterlijnen en histogram weergeven Informatie over de huidige foto weergeven Informatie over de huidige foto verbergen Informatie over de huidige foto verbergen, behalve de opname-instellingen en het histogram Onderbelicht Goed belicht Overbelicht Het geluid instellen Hiermee stelt u in of de camera een bepaald geluid laat klinken wanneer u de camera bedient. 1 Druk in de opname- of weergavemodus op [ m]. 2 Selecteer Geluid Piepjes een optie. Optie Beschrijving Uit De camera laat geen geluid klinken. 1/2/3 De camera laat een geluid klinken. 3 Druk op [ m] om naar de vorige modus terug te keren. Basisfuncties 21

Foto's maken Hier vindt u informatie over basishandelingen om in de modus Smart Auto snel en eenvoudig foto's te maken. 1 Draai de modusdraaiknop naar S. 3 Druk [ Ontspanknop] half in om scherp te stellen. Een groen kader betekent dat het onderwerp scherp in beeld is. 2 Kadreer het onderwerp. 4 Druk [ Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. Zie pagina 25 voor tips om betere foto's te maken. Basisfuncties 22

Foto's maken Zoomen U kunt close-upfoto's maken door in te zoomen. De camera kan zowel optisch als digitaal tot een verhouding van 15X inzoomen. Door beide te gebruiken, kunt u tot 75 keer inzoomen. Draai de [Zoomknop] naar rechts om op het onderwerp in te zoomen. Draai de [Zoomknop] naar links om uit te zoomen. Digitale zoom Als de zoomindicator zich in het digitale bereik bevindt, gebruikt de camera de digitale zoomfunctie. De beeldkwaliteit kan bij het gebruik van digitale zoom achteruitgaan. Optisch bereik Zoomindicator Digitaal bereik Uitzoomen Inzoomen Zoomverhouding De digitale zoomfunctie is niet beschikbaar bij het gebruik van de modi S, d,, s (,,,,, ), (in bepaalde scènes) en v en in combinatie met Gezichtsdetectie. Bij gebruik van de digitale zoomfunctie kan het langer duren voordat een foto is opgeslagen. Als u tijdens het opnemen van een video in- of uitzoomt, kan het zoomgeluid op de video hoorbaar zijn. De zoomverhouding die voor video s beschikbaar is, verschilt. Basisfuncties 23

Foto's maken Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS) In de opnamemodus kunt u de bewegingsonscherpte optisch beperken. Vóór correctie Na correctie 1 Druk in de opnamemodus op [ m]. 2 Selecteer Opname OIS een optie. Optie Beschrijving Uit: de OIS-functie uitzetten. Aan: de OIS-functie aanzetten. OIS werkt mogelijk in de volgende omstandigheden niet goed: - u beweegt de camera om een bewegend onderwerp te volgen - u gebruikt digitale zoom - de camera trilt te veel - de sluitersnelheid is traag (bijvoorbeeld als u Nacht selecteert in de s-modus) - de batterij is bijna leeg - u neemt een close-up Als u de OIS-functie met een statief gebruikt, kunnen de foto's onscherp worden door de trilling van de OIS-sensor. Schakel de OIS-functie bij gebruik van een statief uit. Als dit invloed heeft op de camera, wordt het scherm wazig. In dat geval schakelt u de camera uit en weer in om de OIS-functie correct te gebruiken. Basisfuncties 24

Foto's Tips maken om betere foto s te maken De camera op de juiste manier vasthouden Controleer of er niets voor de lens zit. Bewegingsonscherpte voorkomen Stel de optie OIS (Optical Image Stabilisation) in om de bewegingsonscherpte optisch te reduceren. (pag. 24) Selecteer de modus d om de bewegingsonscherpte zowel optisch als digitaal te reduceren. (pag. 29) De ontspanknop half indrukken Als wordt weergegeven Druk [Ontspanknop] half in en pas de scherpstelling aan. De scherpstelling en belichting worden automatisch aangepast. Diafragma en sluitertijd worden ingesteld. Scherpstelkader Druk op [ Ontspanknop] om een foto te maken als het kader groen is. Pas het kader aan en druk [Ontspanknop] nogmaals half in als het kader rood is. Bewegingsonscherpte Zorg dat bij opnamen in het donker de flitser niet op Langz sync of Uit staat ingesteld. Het diafragma blijft dan langer open, waardoor het moeilijker is om de camera stil te houden. Gebruik een statief of stel de flitser in op Invulflits. (pag. 44) Pas de ISO-waarde aan. (pag. 45) Basisfuncties 25

Foto's Voorkomen maken dat het onderwerp niet scherp is In de volgende gevallen kan het moeilijk zijn om op het onderwerp scherp te stellen: - er is weinig contrast tussen het onderwerp en de achtergrond (wanneer het onderwerp kleding draagt in dezelfde kleur als de achtergrond) - de lichtbron achter het onderwerp is te fel - het onderwerp glanst - het onderwerp heeft horizontale patronen, zoals jaloezieën - het onderwerp bevindt zich niet in het midden van het beeld Als u foto s maakt bij weinig licht Schakel de flitser in. (pag. 43-44) Wanneer onderwerpen snel bewegen Gebruik de functie Continu of Bew. detectie. (pag. 58) Gebruik de scherpstelvergrendeling Druk [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. Wanneer het onderwerp scherp in beeld is, kunt u het kader verschuiven om de compositie aan te passen. Druk wanneer u klaar bent op [Ontspanknop] om een foto te maken. Basisfuncties 26

Geavanceerde functies Hier vindt u informatie over hoe u foto's maakt door een modus te selecteren en hoe u video's en spraakmemo's opneemt. De Smart Auto-modus gebruiken 28 De Dual IS-modus gebruiken 29 De Beautyshot modus gebruiken 30 De Scènemodus gebruiken 31 De kaderlijnen gebruiken 31 De Programmamodus gebruiken 32 Diafragmavoorkeuze, sluitertijdvoorkeuze of de handmatige modus gebruiken 33 De Diafragmavoorkeuzemodus gebruiken 34 De Sluitertijdvoorkeuzemodus gebruiken 34 De Handmatige modus gebruiken 35 Een video opnemen 36 De Intelligente scènedetectiemodus gebruiken 37 Spraakmemo's opnemen 38 Een spraakmemo opnemen 38 Een spraakmemo aan een foto toevoegen 38

De Smart Auto-modus gebruiken In deze modus kiest de camera automatisch camera-instellingen die bij het gedetecteerde type scène passen. Dit is handig als u niet bekend bent met de camera-instellingen voor de diverse scènes. 1 Draai de modusdraaiknop naar S. 2 Kadreer het onderwerp. De camera selecteert automatisch een scène. Het pictogram voor de desbetreffende modus wordt linksboven in het scherm weergegeven. Pictogram Beschrijving Verschijnt bij foto's van landschappen. Verschijnt bij foto's met een heldere achtergrond. Verschijnt bij nachtfoto's van landschappen. Alleen beschikbaar wanneer de flitser uitstaat. Verschijnt bij nachtelijke portretfoto's. Verschijnt bij foto's van landschappen met tegenlicht. Verschijnt bij portretfoto's met tegenlicht. Verschijnt bij portretfoto's. Verschijnt bij close-upfoto's van objecten. Verschijnt bij close-upfoto's van tekst. Pictogram Beschrijving Verschijnt bij foto's van zonsondergangen. Verschijnt bij foto's van heldere luchten. Verschijnt bij foto's van beboste gebieden. Verschijnt bij close-upfoto's van kleurrijke onderwerpen. Verschijnt bij close-upfoto's van mensen. Verschijnt wanneer camera en onderwerp een tijdje stabiel zijn. Verschijnt bij foto's van actief bewegende onderwerpen. Verschijnt bij foto's van vuurwerk. Deze functie is alleen bij gebruik van een statief beschikbaar. 3 Druk [ Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 4 Druk [ Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. Als de camera geen scènemodus herkent, verandert, S niet en worden de standaardinstellingen gebruikt. Ook als er een gezicht wordt gedetecteerd, is het mogelijk dat de camera geen portretmodus selecteert. Dit hangt af van de positie van het onderwerp en de lichtval. Door verscheidene opnameomstandigheden kan het gebeuren dat de camera de juiste scène niet kan selecteren, bijvoorbeeld door het trillen van de camera, de lichtval en de afstand tot het onderwerp. Ook als u een statief gebruikt, kan het gebeuren dat de modus niet wordt gedetecteerd. Dit hangt van de beweging van het onderwerp af Geavanceerde functies 28

De Dual IS-modus gebruiken U kunt bewegingsonscherpte verminderen en onscherpe foto's vermijden met de functies OIS (Optical Image Stabilisation) en DIS (Digital Image Stabilisation). Vóór correctie Na correctie 1 Draai de modusdraaiknop naar d. 2 Kadreer het onderwerp en druk [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 3 Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. De digitale zoomfunctie werkt in deze modus niet. De foto wordt alleen optisch gecorrigeerd wanneer deze gemaakt wordt bij een lichtbron die helderder is dan TL-licht. Als het onderwerp snel beweegt, kan de foto onscherp worden. Schakel de optie OIS in om bewegingsonscherpte in verschillende opnamemodi tegen te gaan. (pag. 24) Geavanceerde functies 29

De Beautyshot modus gebruiken Maak een foto van iemand met opties om onvolkomenheden in het gezicht te verbergen. 1 Draai de modusdraaiknop naar. 2 Als u de huidtint van het onderwerp lichter wilt laten lijken (alleen het gezicht), drukt u op [m]. 3 Selecteer Opname Gezichtstint een optie. Selecteer een hogere instelling om de huidtint lichter te laten lijken. 5 Selecteer Opname Gezicht retouch een optie. Selecteer een hogere instelling om een groter aantal onvolkomenheden te verbergen. Niveau 3 Niveau 2 Terug Verpl. Terug Verpl. 6 Kadreer het onderwerp en druk [ Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 7 Druk [ Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. 4 Druk op [ m] om onvolkomenheden in het gezicht te verbergen. De scherpstelafstand wordt op Auto macro ingesteld. Geavanceerde functies 30

De Scènemodus gebruiken Maak een foto met vooraf ingestelde opties voor een specifieke scène. 1 Draai de modusdraaiknop naar s. 2 Selecteer een scène. Kaderlijnen Deze modus is geschikt voor het fotograferen van vooraf ingestelde scènes. Als u de scènemodus wilt wijzigen, drukt u op [ m] en selecteert u Scène een scène. Voor de Kaderlijnen, zie De kaderlijnen gebruiken op pagina 31. 3 Kadreer het onderwerp en druk [ Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 4 Druk [ Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. De kaderlijnen gebruiken Wanneer u iemand anders een foto van u wilt laten maken, kunt u de compositie bepalen met behulp van de kadergids. De kadergids helpt degene die een foto van u maakt door het gedeelte van de vooraf gekadreerde scène te laten zien. 1 Draai de modusdraaiknop naar s. 2 Selecteer Kaderlijnen. 3 Kadreer het onderwerp en druk op [ Ontspanknop]. 4 Aan de linker- en rechterkant van het beeld verschijnen doorzichtige lijnen. Kader annuleren: OK Vraag een andere persoon om een foto te maken. Deze persoon kan het onderwerp kadreren met behulp van de kaderlijnen en vervolgens op [Ontspanknop] drukken om de foto te maken. 5 Druk op [ o] om de kadergids op te heffen. Geavanceerde functies 31

De Programmamodus gebruiken In de Programmamodus kunt u diverse opties instellen (met uitzondering van de sluitertijd en diafragmawaarde). 1 Draai de modusdraaiknop naar p. 2 Stel opties in. (Voor een lijst met opties, zie Opnameopties.) Fotoformaat Terug Verpl. 3 Kadreer het onderwerp en druk [ Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 4 Druk [ Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. Geavanceerde functies 32

Diafragmavoorkeuze, sluitertijdvoorkeuze of de handmatige modus gebruiken Selecteer de diafragmawaarde of sluitertijd om de belichting van uw foto's te regelen. U kunt deze opties gebruiken in de modi Diafragmavoorkeuze, Sluitertijdvoorkeuze en Handmatig. Diafragmawaarde Het diafragma is een opening waardoor licht binnenvalt. U kunt de diafragmawaarde instellen om de hoeveelheid licht te regelen die bij het maken van een foto door de lens valt. Door de diafragmawaarde te verlagen (grotere opening) valt er meer licht door de lens en worden objecten die verder weg staan onscherp. Hiermee kan bij bijvoorbeeld close-ups en portretopnamen de aandacht op het hoofdonderwerp worden gevestigd. U kunt ook de diafragmawaarde verhogen, om zowel onderwerpen dichtbij als veraf scherp te krijgen. Bij bijvoorbeeld landschapsfoto's kan hiermee de volledige scène scherp worden weergegeven. Sluitertijd De sluitertijd bepaalt hoelang de sluiter van de camera bij het maken van een foto open blijft. Bij een langere sluitertijd valt er meer licht in de camera en wordt de foto helderder. Een lange sluitertijd kan echter tot onscherpe foto's leiden als het onderwerp of de camera beweegt. Bij een kortere sluitertijd wordt de foto donkerder. Een korte sluitertijd kan echter ook helpen om onscherpte tegen te gaan als het onderwerp of de camera beweegt. Lange sluitertijd Korte sluitertijd Grote diafragmawaarde Kleine diafragmawaarde Geavanceerde functies 33

De Scènemodus gebruiken De Diafragmavoorkeuzemodus gebruiken In de Diafragmavoorkeuzemodus kunt u handmatig de diafragmawaarde instellen terwijl de camera automatisch een geschikte sluitertijd kiest. 1 Draai de modusdraaiknop naar. 2 Selecteer en druk vervolgens op [o]. 3 Druk op [ m]. 4 Kies Opname Diafragma en stel het gewenste diafragma in. Zie pagina 33 voor meer informatie over de diafragmawaarde. De Sluitertijdvoorkeuzemodus gebruiken In de Sluitertijdvoorkeuzemodus kunt u handmatig de sluitertijd instellen terwijl de camera automatisch een geschikte diafragmawaarde kiest. 1 Draai de modusdraaiknop naar. 2 Selecteer en druk vervolgens op [o]. 3 Druk op [ m]. 4 Kies Opname Sluitertijd en stel de gewenste sluitertijd in. Zie pagina 33 voor meer informatie over de sluitertijd. Diafragma Sluitertijd Terug Verpl. 5 Stel opties in. (Voor een lijst met opties, zie Opnameopties.) 6 Kadreer het onderwerp en druk [ Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 7 Druk [ Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. 5 Terug Verpl. Stel opties in. (Voor een lijst met opties, zie Opnameopties.) 6 Kadreer het onderwerp en druk [ Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 7 Druk [ Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. Geavanceerde functies 34

De Scènemodus gebruiken De Handmatige modus gebruiken In de Handmatige modus kunt u zowel de diafragmawaarde als de sluitertijd instellen. 1 Draai de modusdraaiknop naar. 2 Selecteer en druk vervolgens op [o]. 3 Druk op [ m]. 4 Kies Opname Handmatige EV en voer het gewenste diafragma en de gewenste sluitertijd in. Handmatige EV Terug Verpl. 5 Stel opties in. (Voor een lijst met opties, zie Opnameopties.) 6 Kadreer het onderwerp en druk [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 7 Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. Geavanceerde functies 35

Een video opnemen Neem video's in high-definition van maximaal 20 minuten op. De video-opname wordt opgeslagen als een H.264-bestand (MPEG-4.AVC). H.264 (MPEG-4 part 10/AVC) is een video-indeling met hoge compressie, die is ontwikkeld door de internationale standaardisatieorganisaties ISO/IEC en ITU-T. Sommige geheugenkaarten ondersteunen mogelijk geen opname met high-definition kwaliteit. Stel in dat geval een lagere resolutie in. (pag. 40) Wanneer de OIS ( ) actief is, kan het geluid van de OIS op de video worden opgenomen. Als u tijdens het opnemen van een video in- of uitzoomt, kan het zoomgeluid op de video hoorbaar zijn. 1 Draai de modusdraaiknop naar v. 2 Druk op [ m]. 3 Selecteer Film Framesnelheid een framesnelheid (het aantal frames per seconde). Bij een hoger aantal frames doet de actie natuurlijker aan, maar wordt het bestand ook groter. 60 fps is alleen beschikbaar bij een videoresolutie van 320 x 240. 4 Druk op [ m]. 5 Selecteer Film Spraak een geluidsoptie. Optie Beschrijving Uit: een video zonder geluid opnemen. 6 Aan: een video met geluid opnemen. Zoom gedempt: Video opnemen zonder geluid tijdens in- / uitzoomen. Stel naar wens andere opties in. (Voor een lijst met opties, zie Opnameopties.) 7 Druk op [ Ontspanknop] om de opname te starten. 8 Druk nogmaals op [ Ontspanknop] om de opname te stoppen. Het opnemen onderbreken U kunt tijdens het opnemen van een video de opname tijdelijk onderbreken. Met deze functie kunt u uw favoriete scènes in één video opnemen. Druk op [o] om tijdens het opnemen te pauzeren. Geavanceerde functies 36 U kunt het opnemen van video direct starten door in de modus opnemen op de video-opnametoets te drukken. U kunt de videoopname beëindigen door de video-opnametoets nogmaals in te drukken.

Een video opnemen De Intelligente scènedetectiemodus gebruiken In deze modus kiest de camera automatisch instellingen die bij het gedetecteerde type scène passen. 1 Draai de modusdraaiknop naar v. 2 Druk op [ m]. 3 Selecteer Film Intelligente scènedetectie Aan. 4 Kadreer het onderwerp. De camera selecteert automatisch een scène. Het pictogram voor de desbetreffende modus wordt linksboven in het scherm weergegeven. Verschijnt bij het maken van video s van beboste gebieden. Verschijnt bij het maken van video s van zonsondergangen. 5 Druk op de [ Ontspanknop] om de opname te starten. 6 Druk nogmaals op de [ Ontspanknop] om de opname te stoppen. Als de camera geen scènemodus herkent, verandert, niet en worden de standaardinstellingen gebruikt. Door verscheidene opnameomstandigheden kan het gebeuren dat de camera de juiste scène niet kan selecteren, bijvoorbeeld door het trillen van de camera, de lichtval en de afstand tot het onderwerp. Verschijnt bij het maken van video s van landschappen. Verschijnt bij het maken van video s van heldere luchten. Geavanceerde functies 37

Spraakmemo's opnemen apahnds Hier vindt u informatie over hoe u een spraakmemo opneemt die u op elk gewenst moment kunt afspelen. U kunt een spraakmemo aan een foto toevoegen als een korte herinnering aan de opnameomstandigheden. U bereikt de beste geluidskwaliteit als u op 40 cm afstand van de camera opneemt. Een spraakmemo opnemen 1 Druk in de opnamemodus op [ m]. 2 Selecteer Opname Spraak Opnemen. 3 Druk op [ Ontspanknop] om de opname te starten. Een spraakmemo aan een foto toevoegen 1 Druk in de opnamemodus op [ m]. 2 Selecteer Opname Spraak Memo. 3 4 Kadreer het onderwerp en maak een foto. Direct nadat de foto is gemaakt, begint u met het opnemen van een spraakmemo. Neem een korte spraakmemo op (maximaal 10 seconden). Druk op [ Ontspanknop] om de opname van de spraakmemo te stoppen. Stop Pauze Druk op [ o] als u de opname wilt onderbreken of hervatten. U kunt spraakmemo's van maximaal 10 uur opnemen. 4 Druk op [ Ontspanknop] om de opname te stoppen. Druk nogmaals op [ Ontspanknop] om een nieuwe spraakmemo op te nemen. 5 Druk op [ m] om naar de opnamemodus te gaan. Geavanceerde functies 38

Opnameopties Hier vindt u informatie over de instellingen waarvoor u in de opnamemodus kunt kiezen. Resolutie en beeldkwaliteit selecteren... 40 De resolutie selecteren...40 De beeldkwaliteit selecteren...40 De timer gebruiken... 41 Opnamen in het donker maken... 43 Rode ogen voorkomen...43 De flitser gebruiken...43 De flitssterkte regelen...44 De ISO-waarde aanpassen...45 De scherpstelling aanpassen... 46 Macro gebruiken...46 De scherpstelafstand instellen...46 Meebewegende autofocus gebruiken...47 Selectief scherpstellen...48 Het scherpstelgebied aanpassen...49 Gezichtsdetectie gebruiken... 50 Gezichten detecteren...50 Een zelfportret maken...51 Een foto van een lachend gezicht maken...51 Knipperende ogen detecteren...52 Slimme gezichtsherkenning...52 Gezichten als favoriet registreren (Mijn ster)...53 Helderheid en kleur aanpassen... 55 De belichting handmatig aanpassen (EV)...55 Compenseren voor tegenlicht (ACB)...55 De lichtmeetmethode wijzigen...56 Een lichtbron selecteren (Witbalans)...56 Serieopname... 58 Uw foto's mooier maken... 59 Fotostijlen toepassen...59 Uw eigen RGB-tint definiëren...59 Intelligente lenseffecten toepassen...60 Uw foto's aanpassen...61

Resolutie en beeldkwaliteit selecteren Hier vindt u informatie over hoe u instellingen voor de beeldresolutie en -kwaliteit kunt aanpassen. De resolutie selecteren Bij het maken van een foto: 1 Druk in de opnamemodus (behalve de modus v) op [m]. 2 Selecteer Opname Fotoformaat een optie. Optie Beschrijving 4000 X 3000 3984 X 2656 3840 X 2160 3264 X 2448 2560 X 1920 2048 X 1536 1920 X 1080 1024 X 768 Bij het maken van een video: 1 Druk in de v modus op [m]. 2 Selecteer Film Filmformaat een optie. Optie Beschrijving 1280 X 720 HQ 1280 X 720 640 X 480 320 X 240 De beeldkwaliteit selecteren 1 Druk in de opnamemodus op [ m]. 2 Selecteer Opname Kwalit. een optie. Optie Beschrijving Superhoog Hoog Normaal Opnameopties 40

De timer gebruiken SapAhndsv Hier vindt u informatie over hoe u de timer instelt om de opname met een vertraging te maken. 1 Druk in de opnamemodus op [ t]. Uit 3 Druk op [ Ontspanknop] om de timer te starten. Het AF-hulplampje/timerlampje gaat knipperen en de camera maakt na de ingestelde tijdsduur automatisch een foto. Druk op [t] om de timer te annuleren. Afhankelijk van de geselecteerde gezichtsdetectie-optie is de timer niet beschikbaar of zijn sommige timeropties niet beschikbaar. 2 Selecteer een optie. Optie Beschrijving Uit: De timer is uitgeschakeld. 10 sec: Over 10 seconden een foto maken. 2 sec: Over 2 seconden een foto maken. Dubbel: Over 10 seconden een foto maken en twee seconden later nog een. Bewegingstimer: Detecteert uw beweging en maakt dan een foto. (pag. 42) Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen. Opnameopties 41

De timer gebruiken De bewegingstimer gebruiken 1 Druk in de opnamemodus op [t]. 2 Selecteer. 3 Druk op [Ontspanknop]. 4 Zorg dat u binnen 6 seconden nadat u op [ Ontspanknop] hebt gedrukt voor de camera staat, op maximaal 3 m afstand. 5 Maak een beweging, zoals een armzwaai, om de timer te activeren. Wanneer de camera u detecteert, begint het AF-hulplampje/ timerlampje snel te knipperen. 6 Poseer voor de foto terwijl het AF-hulplampje/timerlampje knippert. Vlak voordat de camera een foto maakt, stopt het AF-hulplampje/timerlampje met knipperen. De bewegingstimer werkt mogelijk niet in de volgende omstandigheden: u bevindt zich op meer dan 3 m afstand van de camera uw bewegingen zijn niet opvallend genoeg er is te veel licht of tegenlicht Het detectiebereik van de bewegingstimer Opnameopties 42

Opnamen in het donker maken Hier vindt u informatie over hoe u 's nachts of bij weinig licht foto's kunt maken. Rode ogen voorkomen Als u in het donker een foto van iemand maakt met gebruik van de flitser, kan er een rode gloed in de ogen van het onderwerp verschijnen. U kunt dit voorkomen door Rode ogen of Anti-rode ogen te selecteren. De flitser gebruiken Gebruik de flitser wanneer u foto's in het donker maakt of wanneer u meer licht in de foto's wilt hebben. 1 Druk in de opnamemodus op [ F]. aps SapAhns Auto 2 Opnameopties 43 Selecteer een optie. Optie Beschrijving Uit: De flitser gaat niet af. De waarschuwing voor bewegingsonscherpte ( ) wordt weergegeven wanneer u bij weinig licht opnamen maakt. Auto: De camera selecteert een geschikte flitsinstelling voor de gedetecteerde scène in de modus S. Anti-rode ogen*: De flitser gaat af wanneer het onderwerp of de achtergrond donker is. De camera corrigeert rode ogen door middel van geavanceerde softwarematige analyse van de opname.

Opnamen in het donker maken Optie Beschrijving Langz sync: De flitser gaat af en de sluiter blijft langer open. Selecteer deze optie wanneer u het omgevingslicht wilt gebruiken om meer details in de achtergrond zichtbaar te maken. Gebruik een statief om te voorkomen dat de foto's onscherp worden. Invulflits: De flitser gaat altijd af De lichtintensiteit wordt automatisch bijgesteld. Rode ogen*: De flitser gaat af wanneer het onderwerp of de achtergrond donker is. De camera gaat rode ogen tegen. Auto: De flitser gaat automatisch af twee flitsen wanneer het onderwerp of de achtergrond donker is. Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen. * Er zit een korte tijd tussen twee afgevuurde flitsen. Beweeg de camera niet totdat de flitser voor de tweede keer afgaat. Er zijn geen flitseropties beschikbaar bij serieopname of als u Zelfportret of Knipperen selecteert. Zorg dat uw onderwerp zich binnen de aanbevolen afstand van de flitser bevindt. (pag. 100) Als er licht wordt gereflecteerd of er te veel stof in de lucht is, kunnen er kleine spikkels op de foto zichtbaar zijn. De flitssterkte regelen Stel de flitssterkte in om over- of onderbelichting te voorkomen. 1 Druk in de opnamemodus op [ m]. 2 Selecteer Opname Flash EVC. 3 Stel de flitssterkte in. 0 Terug Verpl. pahn Het bijstellen van de flitssterkte helpt mogelijk niet in de volgende gevallen: - het onderwerp bevindt zich te dicht bij de camera - er is een hoge ISO-waarde ingesteld - de belichtingswaarde is te groot of te klein In bepaalde opnamemodi kan deze functie niet worden gebruikt. Opnameopties 44