BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD. Bulletin van de interpellaties en mondelinge vragen

Vergelijkbare documenten
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD. Bulletin van de interpellaties en mondelinge vragen

BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK PARLEMENT

BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD. Bulletin van de interpellaties en mondelinge vragen

BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD. Bulletin van de interpellaties en mondelinge vragen

BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK PARLEMENT

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP

11 JULI 2011 Koninklijk besluit betreffende de veiligheidsinrichtingen aan overwegen op de spoorwegen

BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD. Bulletin van de interpellaties en mondelinge vragen

Roeselare - Tielt. 1. Reservegebieden voor woonwijken (KB 17/12/79)

BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD. Bulletin van de interpellaties en mondelinge vragen

BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD. Bulletin van de interpellaties en mondelinge vragen

BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD. Bulletin van de interpellaties en mondelinge vragen

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 21 december

ADVIES. Ontwerp van Milieuovereenkomst betreffende de afgedankte voertuigen voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

Gelet op het gewestelijk ontwikkelingsplan, goedgekeurd bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 september 2002;

SUBSIDIARITEIT. Gelet op artikel 92bis, 1, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen ;

RECLAME- EN UITHANGBORDEN Titel 6 van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening. 1. Doelstelling

RAAD VAN STATE. Gecoördineerde wetten van 12 januari 1973 op de Raad van State (artikelen 2, 3, 3bis, 4, 6bis, 84, 85, 85bis)

BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD. Bulletin van de interpellaties en mondelinge vragen

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD. Bulletin van de interpellaties en mondelinge vragen

AGROFORESTRY - JURIDISCH ASPECTEN. Infoavond Agroforestry 17 augustus 2012

BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD. Bulletin van de interpellaties en mondelinge vragen

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Kamer van de Middenstand. Initiatiefadvies betreffende de bevoegdhedenoverdracht van de federale Overheid naar de Gewesten op het vlak van handelshuur

BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJK REGERING AGENDA VAN DE MINISTERRAAD VAN DONDERDAG 13 SEPTEMBER 2018

Algemene beschrijving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Federale Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-informatie

Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en. Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt :

Deel I. Burgerlijk recht

VLAAMS PARLEMENT HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING COMMISSIE VOOR BINNENLANDSE AANGELEGENHEDEN, HUISVESTING EN STEDELIJK BELEID

ADVIES UITGEBRACHT DOOR DE ECONOMISCHE EN SOCIALE RAAD VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST TIJDENS ZIJN ZITTING VAN 20 SEPTEMBER 2001

Afbakening regionaalstedelijk gebied Aalst deelplan 7 Gemengd Regionaal Bedrijventerrein Sterrenhoek (wijziging)

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Ieper - Poperinge. 1. Reservegebieden voor beperkte industriële uitbreiding (KB 14/08/79)

Motivering bij de bouwaanvraag in aanvulling op aanvraagdocument MOTIVERING. TIJDELIJKE HUISVESTING te Koning Albertlaan Sint-Agatha-Berchem

Brussel, 9 februari 2005 Advies reparatiedecreet. Advies

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD. Bulletin van de interpellaties en mondelinge vragen

HERZIENING VAN DE GRONDWET. Herziening van de Grondwet, teneinde de Senaat af te schaffen. (Voorstel van de heer Bart Laeremans c.s.

BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD. Bulletin van de interpellaties en mondelinge vragen

Stuk 628 ( ) Nr. 1. Zitting december 2005 SAMENWERKINGSAKKOORD

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

DE BEROEPSINSTANTIE. Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur;

Deel I. Burgerlijk recht

ADVIES. 15 september 2016

ADVIES. Voorontwerp van ordonnantie betreffende de steun voor de economische ontwikkeling van ondernemingen. 21 september 2017

BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD. Bulletin van de interpellaties en mondelinge vragen

Aanvraag van een planologisch attest

RAAD VAN STATE TITEL II. - BEVOEGDHEID VAN DE AFDELING WETGEVING

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD. Bulletin van de interpellaties en mondelinge vragen

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Stedenbouwkundige verordening i.v.m. de landschappelijke inkleding van bedrijfsgebouwen bij het afleveren van een stedenbouwkundige vergunning

Algemene beschrijving

Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de samenstelling en de werking van de Vlaamse Raad voor Dierenwelzijn

STATUTEN RAAD VOOR TOERISME

Gelet op de aanvraag van het Parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ontvangen op 15/10/2013;

MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD. Bulletin van de interpellaties en mondelinge vragen

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 mei 2005 (08.06) (OR. fr) 9506/05 LIMITE CAB 19 JUR 221

BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD. Bulletin van de interpellaties en mondelinge vragen

Algemene beschrijving

Rise- Innovatieve start-ups

ADVIES UITGEBRACHT DOOR DE ECONOMISCHE EN SOCIALE RAAD VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST TIJDENS ZIJN ZITTING VAN 16 DECEMBER 2010.

BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD. Bulletin van de interpellaties en mondelinge vragen

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN artikel 14

BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD. Bulletin van de interpellaties en mondelinge vragen

Provincieraadsbesluit

Nationaal Actie Plan d A ction N ational HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE NAPAN TASK FORCE

Adviesvraag: voorontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning en van de Vlaamse Codex

Het Brussels model van Goed Bestuur

Leuven Noord. gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan BIJLAGE 1: GRAFISCH PLAN BIJLAGE 2: STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Gemeenschappelijke Raadszitting van donderdag 2 mei

Sociale Groene Lening 12 oktober 2010

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, artikel 26, 2;

Rolnummer Arrest nr. 68/2011 van 5 mei 2011 A R R E S T

BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD. Bulletin van de interpellaties en mondelinge vragen

BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD. Bulletin van de interpellaties en mondelinge vragen

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

ADVIES. 3 december 2012

RAAD VAN STATE. afdeling Wetgeving. advies /3 van 22 februari over

BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD. Bulletin van de interpellaties en mondelinge vragen

Verslag GECORO 12/01/2016

KAMER VAN BEROEP GEMEENSCHAPSONDERWIJS BESLISSING GO/2013/10/ / 3 JULI 2013

ADVIES. Uitgebracht door de Raad van Bestuur van 4 december 2017

1. Wat is «Parlement»?...2

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Uittreksel uit het vergunningenregister

MLAV1/ /MV/lydr.

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Aanvraag van een stedenbouwkundig attest

MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST

MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

ADVIES UITGEBRACHT DOOR DE ECONOMISCHE EN SOCIALE RAAD VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST TIJDENS ZIJN ZITTING VAN 17 JANUARI 2002

BELASTINGREGLEMENT OP HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN VERGUNNINGEN EN ATTESTEN OP HET VLAK VAN STEDENBOU EN MILIEU

Transcriptie:

BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD Bulletin van de interpellaties en mondelinge vragen Commissie voor de ruimtelijke ordening, de stedenbouw en het grondbeleid VERGADERING VAN WOENSDAG 21 NOVEMBER 2001 Brusselse Hoofdstedelijke Raad - Bulletin van de interpellaties en mondelinge vragen - Gewone zitting 2001-2002

2 BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD BULLETIN VAN DE INTERPELLATIES EN MONDELINGE VRAGEN INHOUD INTERPELLATIE van mevrouw Geneviève Meunier (F) tot de heer Willem Draps, Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met ruimtelijke ordening, monumenten, betreffende het standpunt van het Gewest ten aanzien van de aanvragen om op grote schaal bomen te rooien op de terreinen van de NMBS. (Sprekers: mevrouw Geneviève Meunier, de heer Bernard Clerfayt en de heer Willem Draps, Staatssecretaris bij het Brussels en landschappen en bezoldigd vervoer van personen). MONDELINGE VRAGEN van de heer Alain Adriaens (F) aan de heer Willem Draps, Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met ruimtelijke ordening, monumenten, betreffende de gevolgen van het buiten gebruik stellen van de Koning Albert I-kazerne in Haren, welke is aangekondigd door de federale Minister van Landsverdediging. (Sprekers: de heer Alain Adriaens en de heer Willem Draps, Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met ruimtelijke ordening, monumenten ). van de heer Joël Riguelle (F) aan de heer Willem Draps, Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met ruimtelijke ordening, monumenten, betreffende het beleid ter ondersteuning van feestverlichting in het Brussels Gewest. (Sprekers: de heer Joël Riguelle en de heer Willem Draps, Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met ruimtelijke ordening, monumenten ). Brusselse Hoofdstedelijke Raad - Gewone zitting 2001-2002

VERGADERING VAN WOENSDAG 21 NOVEMBER 2001 3 Opeenvolgend voorzitterschap van de heer Bernard CLERFAYT, voorzitter en de heer Mohamed AZZOUZI, eerste ondervoorzitter. - De vergadering wordt om 10.40 uur geopend. INTERPELLATIE VAN MEVROUW GENEVIEVE MEUNIER TOT DE HEER WILLEM DRAPS, STAATSSECRETARIS BIJ HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST, BELAST MET RUIMTELIJKE ORDENING, MONUMENTEN EN LAND-SCHAPPEN EN BEZOLDIGD VERVOER VAN PERSONEN, betreffende het standpunt van het Gewest ten aanzien van de aanvragen om op grote schaal bomen te rooien op de terreinen van de NMBS. (Voorzitter: de heer Mohamed Azzouzi) Mevrouw Geneviève Meunier (in het Frans).- De NMBS heeft dit jaar, net als vorig jaar, aanvragen om stedenbouwkundige vergunningen ingediend om op grote schaal bomen te mogen kappen langs de spoorwegen. Er is een groen plan voor het beheer van de spoorwegbermen ingediend. In februari 2000 hebben we die kwestie al eens behandeld. Alle democratische partijen hebben in de plenaire vergadering een motie ingediend, die bij eenparigheid (70 stemmen voor) is aangenomen. Uzelf, mijnheer Draps, toen nog geen minister, hebt die motie goedgekeurd met die gemotiveerde motie werd de regering gevraagd alle mogelijke maatregelen te treffen om de groene stroken die de spoorwegbermen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vormen te behouden, grootschalige kappingen af te wijzen, de NMBS samen met het BIM, het BROH een beheersplan te doen opstellen en aanvaarden waardoor de NMBS een gecoördineerd beleid voor het onderhoud van de spoorwegbermen kan voeren zonder de veiligheid op het spoor in het gedrang te brengen. Het is dus jammer dat de NMBS dit jaar opnieuw aanvragen om grootschalige kappingen indient! Sommige bomen die vorig jaar als gevaarlijk werden beschouwd, zijn gekapt. Verenigingen zoals de commissie voor het leefmilieu van Brussel-Oost en het gemeenschappelijk front voor de verdediging van de natuur zijn om verschillende redenen gekant tegen het ontwerp van groen plan voor het beheer van de spoorwegbermen: de kostprijs en de omslachtigheid, de schending van het beginsel dat niet mag worden geraakt aan de bestaande vegetatie, het massale gebruik van onkruidverdelgers, de dienstgangen van 4,5 meter breed om het afval per vrachtwagen weg te halen die zouden worden aangelegd op beekjes die aldus zouden worden bedekt terwijl het de enige vochtige gebieden zijn langs de bermen, wat zou leiden tot een onaanvaardbaar verlies aan diversiteit, de aanplanting van uitheemse soorten in de struikgebieden en de volledige verwijdering van de gewone acacia. Aangezien het Gewest moet beslissen al dan niet gevolg te geven aan de huidige aanvragen om stedenbouwkundige vergunningen, had ik de staatssecretaris graag in dit verband vragen gesteld, wetende dat er in oktober van dit jaar bij het federaal Parlement een ontwerp is ingediend tot wijziging van de wet van 1891 betreffende de vegetatie langs de spoorwegen maar dat er over die wijziging waarschijnlijk niet zal worden gestemd binnen de twee maanden waarbinnen het Gewest de vergunning moet afgeven. Ofschoon die wetswijziging noodzakelijk is, zal ze niet het hele probleem oplossen. Het is moeilijk om een evenwicht te vinden tussen veiligheid en leefmilieu. Er dreigen bevoegdheidsproblemen te rijzen tussen de federale overheid, het Gewest en de gemeenten wat het kappen van de bomen betreft. Is het mogelijk om een beheersplan op te stellen dat rekening houdt met de huidige toestand zonder over te gaan tot kappingen op grote schaal? Welk standpunt zullen de gemeenten in deze kwestie innemen? De heer Bernard Clerfayt (in het Frans).- In de grond ben ik het eens met mevrouw Meunier, die het eensgezinde standpunt van het Parlement verwoordt. Het echte probleem ligt in de juridische definitie van een beheersplan. Artikel 84 van de ordonnantie bepaalt de omstandigheden waarin een vergunning vereist is. Daaruit blijkt dat er voor het wijzigen van het bodemreliëf en voor het kappen van bomen een vergunning nodig is. Iedereen vraagt dat er een gecoördineerd beheersplan komt om te vermijden dat er telkens een vergunningsaanvraag moeten worden ingediend. Het huidige beheersplan is juridisch echter niet vastgesteld. Moet de ordonnantie bijgevolg worden gewijzigd of moet het beheersplan een juridische inhoud krijgen? Men zou moeten bepalen vanaf welke oppervlakte, voor welke geldigheidstermijn en onder welke controle dat beheersplan zou afwijken van specifieke vergunningsaanvragen? Wat de bevoegdheid betreft, rijst de vraag of de gemachtigd ambtenaar die vergunningen moet afgeven? Volgens de OOPS worden de stedenbouwkundige vergunningen afgegeven door de gemeente, met uitzondering van de die voor nutsvoorzieningen. De spoorwegen vallen weliswaar in de categorie van nutsvoorzieningen, wat niet het geval is met de aanpalende tuinen en bermen, wie ook de eigenaar is. Bijgevolg denk ik dat de gemeenten vrij moeten kunnen beslissen over de aanleg van die groene ruimten. (in het Frans).- Uw interpellatie heeft betrekking op twee vergunningsaanvragen voor het kappen van bomen, te weten in Watermaal-Bosvoorde en in Schaarbeek. Bij deze laatste aanvraag zit een mini-beheersplan, waaruit blijkt dat de bomen op de bermen zouden worden heraangeplant. Het is niet gebruikelijk dat de uitvoerende macht zich uitspreekt over lopende dossiers. De wet van 1891 op de politie der spoorwegen verbiedt het behoud van bomen die zouden kunnen terechtkomen op het eigendom van de Spoorwegen tussen de twee vrije randen, zelfs als die bomen helemaal niet dreigen om te vallen. De

4 BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD BULLETIN VAN DE INTERPELLATIES EN MONDELINGE VRAGEN vrije rand valt samen met de bovenrand van de bermen of heeft, als er geen bermen zijn, een breedte van 1,5 meter vanaf de buitenspoorstaaf. De huidige visie op natuurbescherming noopt ertoe die wet te wijzigen, als het gaat over het kappen van bomen die, als ze al zouden omvallen, alleen op de bermen zouden terechtkomen. Onze assemblee heeft gevraagd maatregelen te treffen om die groene stroken te behouden en om het stelselmatig kappen van bomen te verbieden. Op 28 februari 2000 heeft mijn voorganger de federale minister van Vervoer bij brief gewezen op de noodzakelijke wijziging van die wet en op de aanpassing ervan aan de huidige visie inzake leefmilieu en stedenbouw. Naar verluidt zou er bij het federaal Parlement onlangs een ontwerp van wet tot wijziging van die wet zijn ingediend. Het Gewest is daar officieel niet van in kennis gesteld en was daar ook niet bij betrokken. In maart jl. is ons een eerste ontwerp voorgelegd waarop wij tijdens een vergadering onze opmerkingen hebben geformuleerd. Sedertdien hebben we geen nieuws meer ontvangen, ondanks twee brieven waarin we wezen op de dringende noodzaak om die wijziging aan te brengen. Ik weet dus niet hoever het staat met de wijziging van de wet van 1891. Ik heb de tekst van die wijziging van de wet van 1891 echter opgevraagd en ik heb vastgesteld dat het ontwerp geen grote stap voorwaarts betekent voor het behoud van de bomen. Voor bomen die op meer dan 20 meter van de buitenste rail staan, is geen maximum hoogte vastgesteld. Bomen die op minder dan 20 meter staan mogen niet hoger zijn dan 17 meter. Die maximumhoogte vermindert geleidelijk tot 5 meter op 8 meter van de sporen. In principe wordt geen enkele boom geduld op minder dan 8 meter van een rail, maar de NMBS kan afwijkingen toestaan als de boom geen gevaar voor de veiligheid betekent als hij zou omvallen. Geen enkele struik wordt geduld op minder dan 4,5 meter van de buitenste rail. Die zone is bestemd voor grasachtige planten, voor houtachtige planten en groene heggen, met uitsluiting van struiken. Tussen 4,5 en 8 meter van de buitenste rail laat de NMBS struiken toe, behalve in behoorlijk te motiveren bijzondere omstandigheden, als ze niet hoger zijn dan 3,5 tot 5 meter naargelang de afstand tot de rail en voor zover die struiken tot op de grond kunnen worden gekort in het kader van een regelmatig onderhoud. Alleen ingeval het spoor diep is ingegraven, bevordert het ontwerp tot wijziging van de wet van 1891 het behoud van de bomen. De nieuwe wet biedt daarentegen de mogelijkheid om bomen te behouden binnen een afstand van 8 meter, maar dat zal wellicht weinig worden toegestaan. Geen enkele ingenieur zal immers de veiligheid op het spoor in het gedrang willen brengen. Ook voor het behoud van struiken binnen de 8-meter-zone moet de NMBS haar toestemming verlenen. Kortom, de ingediende wijziging strekt tot het behoud van de bomen langs de spoorweg in Schaarbeek, maar is nefast voor de plantengroei op de opgehoogde bermen, wat het geval is in Watermaal-Bosvoorde. Ik heb de federale minister bevoegd voor vervoer dan ook een brief gestuurd met mijn opmerkingen over die wijziging van de wet van 1891. In feite is het voormelde groen plan alleen opgesteld voor de bermen in Schaarbeek en zeker niet voor alle bermen van de NMBS in het Gewest, waar de werken zijn stilgelegd in afwachting van de wijziging van de wet van 1891. Ik sluit me volledig aan bij de adviezen van het wijkcomité en van de commissie voor het leefmilieu van Brussel-Oost, te weten dat het voormelde plan geen rekening houdt met de bestaande plantengroei en dat de vergroening van de bermen met grasachtige planten en sporadisch enkele struiken, zeker geen gepaste aanleg van het landschap is. Ik heb me ook verzet tegen het dichtgooien van de grachtjes tussen de moestuintjes en de bermen in het gedeelte tussen de bruggen van de Rogierlaan en de Azalealaan. Ik kan er me daarentegen niet mee verenigen dat de veiligheid van het treinverkeer in gevaar wordt gebracht door overwoekerende plantengroei en gevaarlijke bomen. De NMBS moet dus heel dringend gemachtigd worden om die gevaarlijke plantengroei te kappen op grond van de toekomstige wetswijziging, als het gaat om ingegraven rails. Bij het beheer van die bermen moet men ervan uitgaan dat de bestaande plantengroei zoveel mogelijk wordt behouden zolang die de veiligheid van het spoorwegverkeer niet in het gedrang brengt. In Schaarbeek zal ik toestemming verlenen om de bomen die op minder dan 4 meter van de buitenste rail staan volledig te verwijderen, om de bomen en struiken tussen 4 en 8 meter van de rail zo te kappen dat de struiken opnieuw kunnen groeien en om de bomen tussen 8 en 20 meter van het spoor selectief te kappen naargelang van de hoogte. Bovendien zal de NMBS zoveel mogelijk rekening moeten houden met de moestuintjes en de fruitbomen die er staan. Uiteindelijk wil de regering met de NMBS een echt beheersplan voor de spoorwegbermen vaststellen op basis van een regelmatig onderhoud van de bestaande plantengroei en niet op basis van een omvorming van de bermen tot grasgebieden. Men zal pas aan dat plan kunnen voortwerken nadat de wet van 1891 daadwerkelijk gewijzigd is. Het BIM hoeft uiteraard geen stedenbouwkundige vergunning aan te vragen voor kappingen in een gedeelte van het Zoniënwoud. De wijziging van de wet van 1891 en het beheersplan dienen om de NMBS een soortgelijke vrijheid te geven, op voorwaarde dat deze laatste de kappingen op gepaste wijze laat uitvoeren. Ten slotte wil ik het hebben over artikel 139 van de ordonnantie waarnaar de heer Clerfayt heeft verwezen. De bewering is nogal gedurfd, want het gaat er voor de NMBS immers om de veiligheid van het treinverkeer te waarborgen. De aanvragen voor Schaarbeek hebben betrekking op gebieden naast de

VERGADERING VAN WOENSDAG 21 NOVEMBER 2001 5 spoorlijn en niet op gebieden die buiten gebruik zijn, zoals overal in het land het geval is. De NMBS streeft dus geen winst na, wanneer ze vraagt om de bomen te mogen kappen. Mevrouw Geneviève Meunier (in het Frans).- Ik wijs erop dat ik mijn interpellatie op 16 oktober heb ingediend en dat ze pas vandaag wordt behandeld. Ik vind het te gemakkelijk om de bal in het kamp van de federale overheid te leggen, aangezien het volgens u slechts een wijziging van de wet van 1891 betreft. U weet ook dat het niet makkelijk is voor een minister die toezicht houdt op een autonoom overheidsbedrijf - in dit geval de NMBS - om haar een tijdschema op te leggen en dat het nog minder makkelijk is om een wetswijziging die op de NMBS van toepassing is, op te leggen. Er wordt vandaag gediscussieerd over het gebrek aan overheidscontrole op andere autonome overheidsbedrijven en sommige partijen geven zich daar nu pas rekenschap van. Het kabinet van de federale minister van Verkeerswezen heeft me bevestigd dat er contacten zijn met uw kabinet. Een wijziging van de wet van 1891 zal niet volstaan en zal niet makkelijk zijn, aangezien sommige parlementsleden uit plattelandsgebieden, die zich weinig rekenschap geven van het belang van groene stroken in stedelijke gebieden, tegen elke prijs de veiligheid als argument zullen aanvoeren. Ik vraag u dus om uw respectieve partijen warm te maken voor het behoud van het groene netwerk in stadsgebieden. (in het Frans).- De wijziging van de wet van 1891 heeft niets te maken met de autonome overheidsbedrijven, die onder de wet van 1991 vallen. De wet van 1891 zou zonder problemen kunnen worden gewijzigd zonder de NMBS daarover in te lichten. Anderzijds kan ik u bevestigen - en ik kan dit staven met brieven - dat er in dit dossier sedert maart niet het minste contact meer is geweest tussen de federale overheid en het Gewest. - Het incident is gesloten. MONDELINGE VRAGEN De gevolgen van het buiten gebruik stellen van de Koning Albert I-kazerne in Haren, welke is aangekondigd door de federale Minister van Landsverdediging. (Voorzitter: de heer Bernard Clerfayt) De heer Alain Adriaens (in het Frans).- De minister van Landsverdediging heeft deze zomer aangekondigd dat hij van plan is een aantal kazernes te sluiten, waaronder de Brusselse kazernes. Een ervan is het voormalige vliegveld van Evere/ Haren, waar de Koning Albert I-kazerne gelegen is, een heel groot terrein. Welke plannen heeft het Gewest voor het beheer van die site? Er zij aan herinnerd dat, bij het ontstaan van het Gewest in 1989, de herbestemming van de vijf militaire terreinen een van de belangrijkste projecten was. Vorige week zijn er in de pers artikels verschenen waaruit blijkt dat de NAVO van plan zou zijn zich aan de overzijde van de Leopold III-laan te vestigen. Het Gewest is uiteraard betrokken partij en als het project concreet gestalte krijgt, zullen er vergunningen moeten worden afgegeven. Zijn er officiële contacten geweest tussen het Ministerie van Landsverdediging en het Brussels Gewest na de bekendmaking van de verhuisplannen? Is er een datum vastgesteld voor het vertrek van het leger? Zou dat in 2008 gebeuren? Gaat het Brussels Gewest akkoord met de genomen beslissingen? Heeft de NAVO die site van 40 hectare nodig? Zou een gedeelte van de site niet voor andere functies moeten worden bestemd? Wie is eigenaar van de site van 30 hectare die de NAVO niet langer zou gebruiken? Hebt u plannen voor de bestemming van die site? (in het Frans).- Volgens het plan voor de hervorming van het leger wordt de Koning Albert I-kazerne in Brussel-Haren gesloten. De federale overheid overweegt om die terreinen te verkopen. De NAVO is kandidaat-koper en wil er de noodzakelijke extra ruimte vinden in het kader van haar uitbreiding. De regering heeft de GOMB opdracht gegeven de zaak te onderzoeken. Een gedeelte van de site zou kunnen worden herbestemd voor de vliegtuigbouw van SABCA. De federale overheid wil de terreinen die vrijkomen, verkopen. Op dit ogenblik gebruikt de NAVO een gebouw dat oorspronkelijk als tijdelijk onderkomen bestemd was. De huidige locatie voldoet niet meer aan de behoeften van de Alliantie, die sedert haar ontstaan meer leden heeft gekregen en er nog meer zal krijgen. De site die de NAVO op het oog heeft, is groter, ideaal gelegen en komt beter tegemoet aan de nieuwe noden van de NAVO. Het Brussels Gewest wenst een gedeelte van de huidige site te gebruiken voor economische doeleinden die verenigbaar zijn met de nabijheid van een militair domein. Aangezien ik niet beschik over een tijdschema voor het vertrek van de luchtmacht, kan ik u geen informatie verschaffen over de termijnen. Anderzijds weet ik wel dat de NAVO gehaast is. De mogelijke bestemmingen van de site zijn vastgesteld in het GBP. De Koning Albert I-kazerne is opgenomen als een uitrusting van een collectief belang en openbare dienst. Als de NAVO zich daar zou vestigen, hoeft de bestemming niet te worden gewijzigd. Als er terreinen worden vrijgemaakt voor economische activiteiten op die site of op de huidige site van de NAVO, dan bepaalt het GBP dat de bepalingen betreffende

6 BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD BULLETIN VAN DE INTERPELLATIES EN MONDELINGE VRAGEN de sterk gemengde gebieden toegepast kunnen zijn in die gebieden, op voorwaarde dat er een BBP wordt opgesteld en dat de herbestemming van het gebied met redenen wordt omkleed. Het GBP zou dus niet hoeven te worden herzien. De huidige site die door de NAVO wordt gebruikt is eigendom van de federale Staat. De heer Joël Riguelle (in het Frans).- Ik veronderstel dat u middelen hebt uitgetrokken om die initiatieven in 2002 te kunnen voortzetten. - Het incident is gesloten. - De vergadering wordt om 11.50 uur gesloten. - Het incident is gesloten. Het beleid ter ondersteuning van feestverlichting in het Brussels Gewest. De heer Joël Riguelle (in het Frans).- De steun van het Brussels Gewest aan de vzw Louizawijk voor de aankoop van verlichting voor de eindejaarsfeesten ondersteunt het initiatief van de handelaars van drie gemeenten die zich hebben verenigd om versnippering van de investeringen en van de activiteiten te voorkomen, en dat voor de volgende vijf jaar. Het Gewest investeert wellicht een aanzienlijk bedrag, maar de vraag rijst of het voldoende is om het initiatief te kunnen voortzetten. Wie zal het aldus gekochte materiaal beheren? Is het Gewest van plan om op dezelfde manier te investeren in andere handelswijken? (in het Frans).- Uitgaande van het beginsel dat eindejaarsverlichting onmiskenbaar bijdraagt tot de aantrekkelijkheid van de stad op een cruciaal moment voor de handelaars, vooral in een jaar dat België het voorzitterschap van de Europese Unie waarneemt, moest Brussel wel feestelijk verlicht en versierd worden. We hebben dus besloten om de drie handelsverenigingen die actief zijn in de handelskern van de bovenstad te helpen om feestverlichting aan te schaffen. Het materiaal dat door de drie gesubsidieerde verenigingen is aangekocht, zal worden hergebruikt en op vijf jaar worden afgeschreven. Er is met Sibelgaz een onderhoudsovereenkomst gesloten voor het plaatsen, wegnemen en opslaan van dat materiaal. Ik heb bij de schepenen van Middenstand van de 19 gemeenten een oproep gedaan om projecten in te dienen. In dat kader zal ik ook de aankoop van verlichting en versiering door handelaarsverenigingen subsidiëren in Jette, Vorst, Brussel- Stad Zavel, Sint-Gillis, Elsene, Watermaal-Bosvoorde, Koekelberg, Sint-Pieters-Woluwe en Sint-Lambrechts-Woluwe. Die subsidie is niet onverenigbaar met de steun aan de handelskernen. Het verbaast me dat de schepenen van Middenstand geen verband hebben gelegd tussen die oproep tot het indienen van projecten en de handelskernen. Ikzelf heb de coördinator van de twaalf handelskernen op de hoogte gebracht van de voormelde oproep. Hij zal daar volgend jaar gebruik van kunnen maken. De prioriteit lag trouwens niet bij de handelskernen.