RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 29 juli 2009 (30.07) (OR. en) 12460/09 ECOFI 531 UEM 218

Vergelijkbare documenten
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Aanbeveling voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

PUBLIC. Brussel, 21 oktober 2009 (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE /09 Interinstitutioneel dossier: 2009/0159 (CNB) LIMITE ECOFIN 657 UEM 239

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 september 2001 (13.09) (OR. it) 11551/01 UEM 73 ECOFIN 228

BEGELEIDENDE NOTA Betreft: Monetaire overeenkomst tussen de Italiaanse Republiek, namens de Europese Gemeenschap, en de Republiek San Marino

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Aanbeveling voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 7 juli 2003 (08.07) (OR. fr) 11193/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0142 (CNB) ECOFIN 206 UEM 120

EUROPESE CENTRALE BANK

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2009) 918 definitief.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 juni 2005 (OR. en) 9550/05 UEM 130 ECOFIN 175

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de uitgifte van euromunten

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 maart 2010 (OR. en) 7934/10 ECOFIN 182 UEM 86

COMMISSE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 mei 2008 (22.05) (OR. en) 9192/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0096 (CNB) UEM 110 ECOFIN 166

WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Verordening (EG) Nr. /2004 van de Raad betreffende op euromunten lijkende medailles en penningen

Publicatieblad van de Europese Unie L 373/1. (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing)

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 24 mei 2012 (30.05) (OR. en) 10175/12 Interinstitutioneel dossier: 2011/0131 (COD)

Aanbeveling voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 juli 1999 (07.09) (OR. en) 10456/99 LIMITE DROIPEN 5

WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 974/98 over de invoering van de euro

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 maart 2006 (29.03) (OR. en) 7813/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0037 (CNS)

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2011)0295),

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2001) 600 def.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2009) 283 definitief.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 2167.

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 november 2007 (16.11) (OR. en) 15314/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0244 (CNS) LIMITE AGRILEG 171

C 284/6 Publicatieblad van de Europese Unie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 24 oktober 2008 (28.10) (OR. fr) 14533/08. Interinstitutioneel dossier: 2007/0192 (C S)

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

EUROPESE CENTRALE BANK

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. betreffende de analyse van en de samenwerking inzake valse euromunten

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Deze herziene versie van het verslag is opgesteld na bespreking in de Groep materieel strafrecht van 23 juni 2004.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2008) 507 definitief.

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN DE EUROPESE CENTRALE BANK

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 20 januari 2009 (21.01) (OR. en) 5524/09 SOC 25 COMPET 25

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 9 februari 2010 (10.02) (OR. fr) 6290/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0011 (NLE) HR 8 CORDROGUE 25

(Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 mei 2014 (OR. en) 10071/14 Interinstitutioneel dossier: 2014/0134 (NLE) AVIATION 120 COEST 175 NIS 27 RELEX 437

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 juni 2014 (OR. en) 11190/14 Interinstitutioneel dossier: 2014/0188 (NLE) AVIATION 137 ISR 2

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 mei 2008 (04.06) (OR. en) 9935/08 SOC 316 COMPET 194

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 september 2007 (17.09) (OR. en) 12907/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0181 (CNS)

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 19 juli 2017 (OR. en)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING (EG) VAN DE RAAD over de invoering van de euro /* COM/96/0499 DEF - CNS 96/0250 */

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 september 2001 (25.09) (OR. fr) 12015/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0206 (ACC) M 28 PECHE 177

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD. tot intrekking van Besluit 2010/288/EU betreffende het bestaan van een buitensporig tekort in Portugal

Brussel, 5 januari 2007 (11.01) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 5068/07 UEM 2 ECOFIN 4

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN DE EUROPESE CENTRALE BANK

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 31 augustus 2005 (02.09) (OR. fr) 11843/05 FISC 96

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 27 januari 2012 (30.01) (OR. en) 5859/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0002 ( LE) FISC 15

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 juli 2010 (05.08) (OR. en) 12675/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0206 (APP)

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. tot wijziging van Verordening (EG) nr. 974/98 in verband met de invoering van de euro in Litouwen

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET ECONOMISCH EN FINANCIEEL COMITÉ

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 21 november 2000 (OR. en) 13191/00 Interinstitutioneel dossier: 2000/0137 (C S) LIMITE UEM 120 ECOFI 330

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 februari 2003 (10.03) (OR. en) 6927/03 CRIMORG 16

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Raad van de Europese Unie Brussel, 7 november 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en)

BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 13 december 2010 betreffende de uitgifte van eurobankbiljetten (ECB/2010/29) (2011/67/EU)

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2002) 38 def.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 juni 2010 (OR. en) 11682/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0180 (NLE) AVIATION 100 RHJ 13 RELEX 599

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

1. De Commissie heeft het in hoofde genoemde voorstel op 28 juli 2000 bij de Raad ingediend.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 april 2005 (07.04) (OR. fr) 7843/05 FISC 38

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 22 september 2004 (23.09) (OR. fr) 12609/04 FISC 163. VOORSTEL de Commissie d.d.: 20 september 2004 Betreft:

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument D011014/02

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 12 maart 2002 (13.03) (OR. fr) 7122/02 Interinstitutioneel dossier: 2002/0056 (ACC) PECOS 68 PECHE 61

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 september 2001 (06.09) (OR. fr) 11580/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0186 (COD)

Brussel, 1 augustus 2012 (OR. en) RAAD VA DE EUROPESE U IE /12 Interinstitutioneel dossier: 2011/0297 (COD)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2004 (05.11) (OR. en) 14028/04 EUROPOL 50 JAI 409

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

ECB-PUBLIC ADVIES VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK. van 18 augustus 2011

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Gewijzigd voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 24 mei 2012 (OR. en) 10369/12 Interinstitutioneel dossier: 2010/0390 (COD)

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 30 augustus 2011 (14.09) (OR. en) 13631/11. Interinstutioneel dossier: 2011/0128 ( LE) 2011/0131 (COD)

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document.

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Transcriptie:

RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 29 juli 2009 (30.07) (OR. en) 12460/09 ECOFI 531 UEM 218 I GEKOME DOCUME T van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie ingekomen: 14 juli 2009 aan: de heer Javier SOLANA, secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger Betreft: Mededeling van de Commissie aan de Raad Verslag over de werking van de monetaire overeenkomsten met Monaco, San Marino en Vaticaanstad Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2009) 359 definitief Bijlage: COM(2009) 359 definitief 12460/09 yh DG G I L

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 14.7.2009 COM(2009) 359 definitief MEDEDELI G VA DE COMMISSIE AA DE RAAD Verslag over de werking van de monetaire overeenkomsten met Monaco, San Marino en Vaticaanstad NL NL

MEDEDELI G VA DE COMMISSIE AA DE RAAD Verslag over de werking van de monetaire overeenkomsten met Monaco, San Marino en Vaticaanstad 1. I LEIDI G Tussen de Europese Gemeenschap en Monaco, San Marino en Vaticaanstad zijn monetaire overeenkomsten gesloten teneinde de juridische continuïteit te verzekeren van de regelingen die vóór de invoering van de euro bestonden tussen deze landen enerzijds en Frankrijk en Italië anderzijds. Een aan het Verdrag van Maastricht gehechte verklaring 1 voorzag immers in de heronderhandeling van de bestaande overeenkomsten als gevolg van de invoering van de euro. Tien jaar nadat de door Monaco, San Marino en Vaticaanstad gebruikte oude munteenheden van Frankrijk en Italië door de euro werden vervangen, heeft de Raad de Commissie verzocht de werking van de bestaande monetaire overeenkomsten te evalueren 2. In deze mededeling wordt de inhoud van de overeenkomsten grondig bestudeerd, worden de sterke en zwakke punten bij de tenuitvoerlegging ervan beschreven en worden voorstellen tot wijziging van de inhoud van de drie overeenkomsten gedaan. 2. BESCHRIJVI G VA DE I HOUD VA DE OVEREE KOMSTE 2.1. Gemeenschappelijke bepalingen van de overeenkomsten Aangezien de nationale munteenheden van de lidstaten van het eurogebied op 1 januari 1999 door de euro zijn vervangen en de bevoegdheden van de deelnemende lidstaten op het gebied van monetaire en wisselkoersaangelegenheden aan de Gemeenschap zijn overgedragen, besloot de Raad dat de tussen lidstaten van het eurogebied en derde landen bestaande regelingen betreffende monetaire aangelegenheden dienden te worden gewijzigd 3. De onderhandelingen over de nieuwe overeenkomst tussen de Gemeenschap en het Vorstendom Monaco werden gevoerd door Frankrijk (in samenwerking met de Commissie en de Europese 1 2 3 Verklaring nr. 6 betreffende de monetaire betrekkingen met de Republiek San Marino, Vaticaanstad en het Vorstendom Monaco. Conclusies van de Raad over de "Gemeenschappelijke richtsnoeren voor de nationale zijden en de uitgifte van voor omloop bestemde euromunten", 2922 e zitting van de Raad Economische en Financiële Zaken van 10 februari 2009. De Franse frank had sinds 1925 de status van wettig betaalmiddel in Monaco. Het Vorstendom maakte gebruik van in Franse frank luidende bankbiljetten en muntstukken en had het recht om tot een zeker bedrag aan eigen frankstukken uit te geven (deze stukken hadden alleen op het grondgebied van Monaco de status van wettig betaalmiddel). De monetaire betrekkingen tussen Italië en San Marino waren geregeld bij de in 1939 ondertekende vriendschaps- en nabuurschapsovereenkomst en die tussen Italië en Vaticaanstad bij de in 1929 ondertekende monetaire overeenkomst. Beide overeenkomsten konden om de tien jaar worden verlengd en verleenden San Marino en Vaticaanstad het recht om liremunten uit te geven die in Italië de status van wettig betaalmiddel hadden. NL 2 NL

Centrale Bank (ECB)) 4, terwijl die over de overeenkomsten met de Republiek San Marino en Vaticaanstad werden gevoerd door Italië (eveneens in samenwerking met de Commissie en de ECB) 5. De monetaire overeenkomsten verleenden Monaco, San Marino en Vaticaanstad het recht de euro als hun officiële munteenheid te gebruiken en aan eurobankbiljetten en -munten de status van wettig betaalmiddel toe te kennen. Vanaf 1 januari 2002 heeft het Vorstendom Monaco het recht een jaarlijkse hoeveelheid euromunten uit te geven die overeenkomt met 1/500 ste van de hoeveelheid munten die per jaar in Frankrijk worden uitgegeven. De Republiek San Marino heeft het recht euromunten uit te geven met een nominale waarde van maximaal 1 994 000 EUR per jaar. De nominale waarde van de euromunten die Vaticaanstad per jaar kan uitgeven, was aanvankelijk vastgesteld op maximaal 670 000 EUR. Daarnaast werd Vaticaanstad het recht verleend extra munten uit te geven in de jaren waarin de pauselijke zetel vacant is, in elk jubeljaar en in het jaar waarin een oecumenisch concilie wordt geopend. Bij elke gelegenheid ging het om een totaalbedrag van 201 000 EUR. Bij een besluit van de Raad van 7 oktober 2003 zijn deze maxima opgetrokken tot 1 000 000 EUR voor een "normale" jaarlijkse uitgifte en tot 300 000 EUR voor speciale omstandigheden. De uitgifteplafonds die voor San Marino en Vaticaanstad gelden, worden om de twee jaar herzien om met de veranderingen in de consumentenprijsindex van Italië rekening te houden. De hoeveelheid euromunten die jaarlijks door Monaco (San Marino en Vaticaanstad) wordt uitgegeven, wordt opgeteld bij de door de Frankrijk (Italië) uitgegeven hoeveelheid munten met het oog op de goedkeuring door de ECB van de totale omvang van de uitgifte. De voor circulatie bestemde euromunten die door Monaco, San Marino en Vaticaanstad worden uitgegeven, moeten, wat de nominale waarde, de wettigheid als betaalmiddel, de technische specificaties, de artistieke kenmerken van de gemeenschappelijke zijde en de gemeenschappelijke artistieke kenmerken van de nationale zijde betreft, identiek zijn aan de voor circulatie bestemde euromunten die door de lidstaten van het eurogebied worden uitgegeven. De artistieke kenmerken van de nationale zijden moeten vooraf aan de bevoegde communautaire autoriteiten worden meegedeeld. Monaco, San Marino en Vaticaanstad mogen ook euromunten voor verzamelaars uitgeven volgens dezelfde regels als die welke gelden voor de lidstaten van het eurogebied. De waarde daarvan wordt meegerekend voor de maximale jaarlijkse hoeveelheid van de desbetreffende landen. Daarenboven mag de Republiek San Marino in scudi luidende gouden munten uitgeven 6. Monaco, San Marino en Vaticaanstad mogen geen eurobankbiljetten uitgeven en hun munten voor verzamelaars zijn buiten hun grondgebied geen wettig betaalmiddel. Alle drie de landen hebben zich ertoe verbonden nationale juridische maatregelen te treffen om de regels van de Gemeenschap betreffende eurobankbiljetten en -munten op hun respectieve grondgebied toe te passen en tevens nauw met de Europese Gemeenschap samen te werken om vervalsing van eurobankbiljetten en -munten te bestrijden. 4 5 6 Monetaire overeenkomst tussen de regering van de Franse Republiek, namens de Europese Gemeenschap, en de regering van Zijne Doorluchtigheid de Vorst van Monaco (PB L 142 van 31 mei 2002). Monetaire overeenkomst tussen de Italiaanse Republiek, namens de Europese Gemeenschap, en de Republiek San Marino (PB C 209 van 27.7.2001). Monetaire overeenkomst tussen de Italiaanse Republiek, namens de Europese Gemeenschap, en Vaticaanstad en namens deze de Heilige Stoel (PB C 299 van 25.10.2001). Een munteenheid die tot in de 19 e eeuw op het Apennijnse schiereiland werd gebruikt. NL 3 NL

2.2. Specifieke bepalingen van de overeenkomst met Monaco Naast de bovenbeschreven bepalingen, die in alle drie de monetaire overeenkomsten voorkomen, bevat de overeenkomst met Monaco nog een aantal extra eisen. De overeenkomst bevat de uitdrukkelijke verplichting voor Monaco om Gemeenschapswetgeving ter bestrijding van de vervalsing van eurobankbiljetten en -munten ten uitvoer te leggen. Kredietinstellingen en andere financiële instellingen die activiteiten in het Vorstendom Monaco ontplooien, mogen onder dezelfde voorwaarden als identieke in Frankrijk gevestigde instellingen aan interbancaire betalingssystemen en effectenafwikkelingssystemen deelnemen, mits zij voldoen aan de voorwaarden die gelden voor het verkrijgen van toegang tot deze systemen. De kredietinstellingen van Monaco zijn ook aan dezelfde maatregelen van de Banque de France ter uitvoering van de ECB-voorschriften inzake monetaire beleidsinstrumenten en -procedures onderworpen als in Frankrijk gevestigde kredietinstellingen. Het Vorstendom is verantwoordelijk voor het toepassen op zijn grondgebied van juridische bepalingen om de bescherming en stabiliteit van de euro en van het communautaire financiële stelsel te waarborgen. Overeenkomstig artikel 11 van de monetaire overeenkomst moeten communautaire wetgevingsbesluiten op de volgende terreinen op het grondgebied van het Vorstendom Monaco van toepassing zijn: het verzamelen van statistische gegevens door de ECB, het aanhouden van minimumreserves door kredietinstellingen, het opleggen van boeten en dwangsommen aan ondernemingen bij niet-naleving van ECB-verordeningen en -beschikkingen, de uitgifte van bankbiljetten, markttransacties, instrumenten van monetair beleid en verrekenings- en betalingssystemen. Het Vorstendom Monaco moet ook de bepalingen toepassen die door Frankrijk zijn aangenomen voor de omzetting van communautaire besluiten inzake het prudentiële toezicht op kredietinstellingen en de voorkoming van systeemrisico's in betalings- en effectenafwikkelingssystemen. Voorts moet Monaco maatregelen van gelijke werking treffen als die van de communautaire richtlijnen inzake de bestrijding van het witwassen van geld en de communautaire besluiten betreffende beleggingsdiensten. De monetaire overeenkomst met Monaco voorziet in de instelling van een gemengd comité dat tot taak heeft de uitvoering en de werking van de overeenkomst te vergemakkelijken. 3. EVALUATIE VA DE WERKI G VA DE OVEREE KOMSTE E SUGGESTIES VOOR EVE TUELE UITBREIDI GE VA DE I HOUD ERVA 3.1. Omzetting van toepasselijke EG-wetgeving De reikwijdte van de Gemeenschapswetgeving die ten uitvoer moet worden gelegd in de drie staten die een monetaire overeenkomst met de Gemeenschap hebben ondertekend, loopt sterk uiteen van overeenkomst tot overeenkomst. Alle drie de staten hebben zich ertoe verbonden nationale juridische maatregelen te treffen om de regels van de Gemeenschap betreffende eurobankbiljetten en -munten van toepassing te maken op hun respectieve grondgebied. De voorschriften inzake de artistieke kenmerken en de technische specificaties van euromunten worden doorgaans goed toegepast. Daar de euromunten van Monaco, San Marino en Vaticaanstad in samenwerking met officiële Munten NL 4 NL

uit het eurogebied (namelijk de nationale Munten van Frankrijk en Italië) worden ontworpen en geproduceerd, is de toepassing van de recentste communautaire voorschriften algemeen genomen gewaarborgd. Wat eurobankbiljetten betreft, zijn er geen bevoegde autoriteiten of follow-upprocedures ingesteld om na te gaan of de toepasselijke bepalingen (bv. regels inzake de omwisseling en intrekking van eurobankbiljetten) worden toegepast. De overeenkomstsluitende partijen hebben zich er tevens toe verbonden nauw met de Gemeenschap samen te werken bij de bestrijding van de vervalsing van eurobankbiljetten en -munten. De overeenkomst met Monaco gaat verder dan beide andere overeenkomsten, in die zin dat wordt bepaald dat het Vorstendom de passende maatregelen dient te nemen die deel uitmaken van de Gemeenschapswetgeving 7 ter bestrijding van valsemunterij. Wat valsemunterij betreft, wordt de uitvoering van de overeenkomst met Monaco op gezette tijden geëvalueerd; de lijst van aan te nemen wetgevingsinstrumenten wordt bijgewerkt tijdens de vergaderingen van het gemengd comité (zie punt 3.2). Hoewel er nog steeds van een aantal tekortkomingen sprake is (zo is er nog geen overeenkomst met Europol ondertekend), zijn er op dit terrein al opmerkelijke vorderingen gemaakt. De overeenkomsten met San Marino en Vaticaanstad brengen geen specifieke verplichting met zich om EU-wetgeving op het gebied van de bescherming van eurocontanten tegen vervalsing en de samenwerkingswijzen met de Gemeenschap in nationaal recht om te zetten. Volgens de informatie waarover de Commissie beschikt, hebben beide landen een inspanning geleverd om hun wetgeving in overeenstemming te brengen met de in de Gemeenschap geldende normen. Aangezien de overeenkomsten met deze beide landen evenwel niet in eenzelfde follow-upmechanisme als dat voor Monaco voorzien, wordt de Gemeenschap niet regelmatig op de hoogte gehouden van de wijze waarop San Marino en Vaticaanstad de monetaire overeenkomsten ten uitvoer leggen. De monetaire overeenkomst met Monaco bevat diverse andere elementen, waarvan het grootste deel al in de eerdere overeenkomsten met Frankrijk was opgenomen. Anders dan de monetaire overeenkomsten met Vaticaanstad en San Marino, bevat de overeenkomst met Monaco de voorwaarden waaronder kredietinstellingen en andere instellingen waaraan vergunning is verleend om op het grondgebied van Monaco te opereren, toegang kunnen verkrijgen tot de interbancaire betalingssystemen en effectenafwikkelingssystemen in de Europese Unie. In de overeenkomsten met Vaticaanstad en San Marino is bepaald dat financiële instellingen die in deze beide staten zijn gevestigd, op passende voorwaarden, die met de instemming van de Europese Centrale Bank speciaal daartoe door de Banca d'italia worden vastgesteld, toegang kunnen krijgen tot betalingssystemen in het eurogebied. Tot dusver hebben Vaticaanstad en San Marino nog geen belangstelling getoond om rechtstreeks aan de betalingssystemen in het eurogebied deel te nemen, ondanks het feit dat er in San Marino sprake is van een aanzienlijke financiële sector (de aldaar opererende banken hebben voorlopig via Italiaanse banken toegang tot de betalingssystemen). Gezien de omvang van de banksector in San Marino en de nauwe verwevenheid met de in het eurogebied actieve banken, verdient het aanbeveling de Republiek San Marino te vragen haar wetgeving voor het bankwezen en de financiële sector in overeenstemming te brengen met de wetgeving die in de lidstaten van het eurogebied van toepassing is. 7 Kaderbesluit 2000/383/JBZ van de Raad van 29 mei 2000 tot versterking, door middel van strafrechtelijke en andere sancties, van de bescherming tegen valsemunterij in verband met het in omloop brengen van de euro (PB L 140 van 14.6.2000) en Verordening (EG) nr. 1338/2001 van de Raad van 28 juni 2001 tot vaststelling van maatregelen die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (PB L 181 van 4.7.2001). NL 5 NL

Op de drie landen die een monetaire overeenkomst met de Gemeenschap hebben ondertekend, rusten sterk uiteenlopende verplichtingen wat de omzetting van toepasselijke communautaire wetgeving in de nationale rechtsorde en/of het nemen van maatregelen van gelijke werking betreft. Teneinde eurobankbiljetten en -munten afdoende bescherming tegen vervalsing te bieden, dient de tenuitvoerlegging van de desbetreffende Gemeenschapswetgeving in alle drie de landen te worden gecontroleerd. Voor de banken en financiële instellingen van San Marino dienen dezelfde regels te gelden als voor hun tegenhangers in het eurogebied. San Marino dient derhalve te worden verzocht de desbetreffende bestaande communautaire bancaire en financiële wetgeving in nationaal recht om te zetten, alsook alle latere actualiseringen en nieuwe wetgeving op dit terrein. Gezien de complexiteit van deze wetgeving en de beperkte administratieve capaciteit van de Republiek kan eventueel in een overgangsperiode van twee jaar worden voorzien. 3.2. Follow-upmechanismen De monetaire overeenkomsten zijn in de plaats gekomen van de bestaande overeenkomsten tussen Frankrijk en Italië enerzijds en Monaco, Vaticaanstad en San Marino anderzijds. Het gaat niet meer om bilaterale overeenkomsten maar om op grond van artikel 111 van het Verdrag gesloten overeenkomsten tussen derde landen en de Europese Gemeenschap. Aan Monaco, Vaticaanstad en San Marino werd het recht verleend muntstukken uit te geven die de status van wettig betaalmiddel hebben voor de 325 miljoen inwoners van het eurogebied. De lidstaten van het eurogebied moeten zich houden aan strikte regels, waarvan de toepassing nauwlettend door de EU-instellingen wordt gecontroleerd. Aan deze instellingen zou dan ook een passende rol moeten worden toebedeeld bij het controleren van de uitvoering van de monetaire overeenkomsten. De monetaire overeenkomst met Monaco voorziet in de instelling van een gemengd comité dat tot taak heeft de uitvoering en de werking van de overeenkomst te vergemakkelijken. Het comité is samengesteld uit vertegenwoordigers van het Vorstendom Monaco, Frankrijk, de Europese Commissie en de Europese Centrale bank en komt doorgaans eenmaal per jaar bijeen. Tijdens die bijeenkomsten bespreken de partijen de bij de uitvoering van de overeenkomst gemaakte vorderingen en mogelijke wijzigingen in de bijlagen waarin de in nationaal recht om te zetten wetgeving is opgenomen. Ook de samenwerking bij de bestrijding van de vervalsing van eurobankbiljetten en -munten en bij de tenuitvoerlegging van desbetreffende wetgevingsmaatregelen wordt regelmatig door het comité behandeld. Anders dan in de overeenkomst met Monaco, is in de met San Marino en Vaticaanstad ondertekende overeenkomsten niet in een follow-upprocedure voorzien. Doordat er geen sprake is van een regelmatige formele follow-up, brengen San Marino en Vaticaanstad niet op gezette tijden verslag uit over de uitvoering van hun respectieve overeenkomst. De verenigbaarheid van hun wetgeving met de verplichtingen die de monetaire overeenkomsten met zich meebrengen, is dan ook nog nooit aan een grondig onderzoek onderworpen. San Marino en Vaticaanstad worden evenmin naar behoren op de hoogte gebracht van de ontwikkelingen op de gebieden die door de overeenkomsten worden bestreken. Met het oog op de opstelling van deze mededeling hebben de Commissie en de ECB in maart 2009 een informele vergadering met vertegenwoordigers van de drie staten gehouden. NL 6 NL

De dialogen met de vertegenwoordigers van Monaco en San Marino waren constructief, terwijl Vaticaanstad minder openstond voor een gedachtewisseling en een uitwisseling van informatie. De overeenkomsten met Vaticaanstad en San Marino bieden geen platform om regelmatig van gedachten te wisselen over de werking ervan. Aangezien er geen regelmatige vergaderingen plaatshebben, ondervinden de autoriteiten van San Marino en Vaticaanstad moeilijkheden om op de hoogte te blijven van nieuwe wetgeving die op de door de overeenkomsten bestreken terreinen wordt aangenomen en kunnen de communautaire instellingen de uitvoering van de overeenkomsten niet naar behoren controleren. De Commissie stelt daarom voor een gemengd comité met Vaticaanstad en een gemengd comité met de Republiek San Marino in te stellen, naar analogie van het reeds bestaande gemengde comité met het Vorstendom Monaco. De comités zouden zijn samengesteld uit vertegenwoordigers van San Marino/Vaticaanstad, Italië, de Commissie en de ECB en zouden ten minste eenmaal per jaar bijeenkomen om de bij de uitvoering van de overeenkomsten gemaakte vorderingen te controleren en eventuele wijzigingen in de overeenkomsten te bespreken. 3.3. Vrijwaringsclausule in geval van een ernstig tekortschieten bij de uitvoering van de overeenkomsten Met de ondertekening van de monetaire overeenkomsten met de Gemeenschap zijn de drie staten een aantal verbintenissen aangegaan in ruil voor het recht om de euro als hun nationale munteenheid te gebruiken en euromunten uit te geven. De EU beschikt weliswaar over de mogelijkheid om een inbreukprocedure in te leiden wanneer een lidstaat de op hem rustende verplichtingen niet nakomt, maar de overeenkomsten in hun huidige vorm verschaffen de Gemeenschap geen drukkingsmiddel ingeval het land dat de overeenkomst heeft ondertekend, zijn verplichtingen niet vervult (afgezien van de ultieme en daarom onwaarschijnlijke mogelijkheid om de overeenkomst unilateraal op te zeggen). De Commissie stelt voor dat het de EU wordt toegestaan te besluiten tot een tijdelijke opschorting van het recht om euromunten uit te geven ingeval er sprake is van een ernstige en voortdurende (bv. gedurende een periode van 2 jaar) schending van de verplichtingen die uit de monetaire overeenkomsten voortvloeien. De tijdelijke opschorting van het uitgifterecht (bv. wanneer bij voortduring wordt nagelaten de desbetreffende Gemeenschapswetgeving in nationaal recht om te zetten) zou door diverse waarschuwingen en gedachtewisselingen worden voorafgegaan. 3.4. Plafonds voor de uitgifte van euromunten Monaco, Vaticaanstad en San Marino hebben het recht euromunten uit te geven die een nationale zijde hebben en die in het gehele eurogebied de status van wettig betaalmiddel genieten. Om historische redenen werden de plafonds voor de jaarlijkse uitgiften op zeer verschillende wijze vastgesteld 8. Monaco mag een jaarlijkse hoeveelheid munten uitgeven die maximaal 1/500 ste bedraagt van de hoeveelheid munten die per jaar in Frankrijk worden geslagen (d.w.z. 8 In de huidige monetaire overeenkomsten is de methode overgenomen die in de vóór de invoering van de euro bestaande monetaire overeenkomsten werd gehanteerd om de uitgifteplafonds vast te stellen. NL 7 NL

euromunten met Franse nationale zijden). In 2009 mag het Vorstendom euromunten uitgeven met een totale nominale waarde van 221 094 EUR. De voor San Marino en Vaticaanstad geldende plafonds zijn vaste bedragen die om de twee jaar worden herzien om met de veranderingen in de consumentenprijsindex van Italië rekening te houden. Deze beide maxima zijn gebaseerd op de uitgifteplafonds die werden gehanteerd in de vóór de invoering van de euro met Italië bestaande overeenkomst en zijn niet gekoppeld aan een echte variabele, zoals het aantal inwoners, het bbp of de uitgifte van euromunten in de lidstaten van het eurogebied. Voor 2008 en 2009 zijn de plafonds vastgesteld op 2 183 112 EUR voor San Marino en 1 074 000 EUR voor Vaticaanstad. Bij speciale gelegenheden mag Vaticaanstad extra hoeveelheden voor circulatie bestemde euromunten uitgeven (zie punt 2.1). Alle drie de landen hebben hun uitgifteplafonds tot dusver strikt in acht genomen. Uit de feitelijke gegevens per hoofd van de bevolking blijkt dat aan de landen die een monetaire overeenkomst met de Gemeenschap hebben ondertekend, genereuze uitgifteplafonds zijn toegekend. In september 2008 bedroeg de waarde van de per inwoner uitgegeven munten 7 028 EUR in Vaticaanstad, 422 EUR in San Marino en 190 EUR in Monaco. Tijdens de periode 2002-2008 beliep de gemiddelde uitgiftewaarde per hoofd van de bevolking in de lidstaten van het eurogebied 63 EUR (voor nadere bijzonderheden, zie bijlage I). Het feit dat de uitgiftequota van de drie staten hoger dan evenredig zijn in het licht van hun aantal inwoners, kan niettemin worden gerechtvaardigd door de relatief grotere vraag naar en absorptie van deze munten door de muntverzamelaarsmarkt. Voor circulatie bestemde euromunten vormen echter in de eerste plaats een betaalinstrument: zij moeten vrij op de markt circuleren en voor betalingen worden gebruikt. Circulatiemunten die door muntverzamelaars uit omloop worden genomen, dienen hun oorspronkelijke doel niet maar worden uitsluitend als verzamelobjecten gebruikt. Teneinde toch een zekere circulatie van hun munten mogelijk te maken, stelt de Commissie een verhoging voor van de uitgifteplafonds van de drie landen die een monetaire overeenkomst hebben ondertekend. De nieuwe plafonds zouden worden berekend volgens een nieuwe uniforme methode waarbij alle drie de landen op gelijke voet worden behandeld. In de oorspronkelijke monetaire overeenkomsten werd Monaco in feite veel minder gunstig behandeld dan San Marino en Vaticaanstad. Dit heeft tot gevolg dat Monaco momenteel ongeveer een tiende uitgeeft van de hoeveelheid munten die door San Marino wordt uitgegeven en een vijfde van die welke door Vaticaanstad wordt uitgegeven, hoewel van de drie landen Monaco het grootste aantal inwoners telt en zijn monetaire overeenkomst de meeste verplichtingen bevat. Een nieuw plafond voor een jaar (n) zou uit een vast en een variabel deel kunnen bestaan: (1) het vaste deel dient erop gericht te zijn aan de vraag van muntverzamelaars te voldoen. Volgens de gangbare ramingen zou een totale waarde van ongeveer 2 100 000 EUR moeten volstaan om aan de vraag van de verzamelaarsmarkt te voldoen 9 ; 9 Zo heeft San Marino zich met enig succes geconcentreerd op het slaan van euromunten met een bepaalde denominatie: deze munten worden thans tegen hun nominale waarde voor transacties gebruikt. NL 8 NL

(2) het variabele deel zou zijn gebaseerd op de gemiddelde uitgifte per hoofd van de bevolking van het eurogebied De gemiddelde hoeveelheid munten die in (n-1) in het eurogebied per hoofd van de bevolking wordt uitgegeven, zou worden vermenigvuldigd met het aantal inwoners van het land dat een monetaire overeenkomst heeft ondertekend. Tabel 1 bevat een simulatie van de volgens de bovenbeschreven methode berekende plafonds voor 2009. Tabel 1: Uitgifteplafonds berekend volgens een uniforme methode (voorbeeld voor 2009) Land Bevolkingsaantal Variabel deel (3,61 EUR per hoofd v.d. bevolking x bevolkingsaantal 10 ) Vast deel (EUR) Totaal nieuw plafond voor 2009 (vast + variabel) (EUR) Totaal huidig plafond voor 2009 (EUR) Monaco 32 965 119 004 2 100 000 2 219 004 221 094 San Marino 30 324 109 470 2 100 000 2 209 470 2 183 112 Vaticaanstad 826 2 952 2 100 000 2 102 952 1 074 000 De nieuwe methode zou resulteren in een aanzienlijke toename van het uitgifteplafond van Monaco, namelijk van ongeveer 220 000 EUR tot bijna 2 220 000 EUR. Het plafond van Vaticaanstad zou bijna verdubbelen van 1 074 000 EUR tot ruim 2 100 000 EUR. De verhoging van de uitgifteplafonds zou echter afhankelijk worden gesteld van de naleving van de nieuwe aanbeveling van de Commissie over gemeenschappelijke richtsnoeren voor de nationale zijden en de uitgifte van voor omloop bestemde euromunten 11, die op 10 februari 2009 door de Raad is onderschreven. Dit betekent dat alle voor circulatie bestemde euromunten tegen nominale waarde in omloop dienen te worden gebracht, met uitzondering van een klein deel van de uitgegeven munten dat tegen een hogere prijs mag worden verkocht, indien dat gerechtvaardigd wordt door een speciale kwaliteit of verpakking. Zowel Monaco als San Marino houdt zich aan deze regel. Bij de verdeling van het merendeel van zijn euromunten aan Monegaskische banken maakt Monaco gebruik van muntrollen waarin zijn munten zijn gemengd met euromunten van andere landen uit het eurogebied. San Marino verdeelt ongeveer 70% van zijn munten aan de banken op zijn grondgebeid zonder deze met euromunten van andere landen te mengen. Om te voorkomen dat muntverzamelaars massale aankopen van munten van San Marino bij lokale banken verrichten, zou een mogelijke oplossing erin bestaan deze munten te mengen met euromunten van andere landen voordat ze aan de banken worden geleverd. De grootste veranderingen ten opzichte van de huidige praktijken zullen worden verlangd van Vaticaanstad, dat vrijwel alle voor circulatie 10 11 In 2008 was de gemiddelde netto-uitgifte in het eurogebied gelijk aan 3,61 EUR per hoofd van de bevolking. Zie voetnoot 2. NL 9 NL

bestemde munten in verzamelsets uitgeeft (in het eurogebied wordt minder dan 1% van de munten boven de nominale waarde verkocht in muntsets). De nieuwe gemeenschappelijke methode zou eveneens van toepassing zijn in het kader van een eventuele toekomstige monetaire overeenkomst 12. De Commissie stelt voor een nieuwe methode in te voeren voor de berekening van de uitgifteplafonds, zodat alle landen die een monetaire overeenkomst met de Gemeenschap hebben ondertekend, op gelijke voet worden behandeld. De gemeenschappelijke methode zou een billijke behandeling garanderen en rekening houden met de vraag van muntverzamelaars teneinde ervoor te zorgen dat een deel van de voor circulatie bestemde euromunten die door deze landen worden uitgegeven, ook effectief in omloop komt. 3.5. Regels voor het slaan van euromunten Krachtens de monetaire overeenkomst met Monaco heeft alleen de nationale Munt van Frankrijk het recht om euromunten van Monaco te slaan, terwijl de munten van Vaticaanstad en San Marino alleen door de Munt van Italië mogen worden geslagen. Deze regel is ingevoerd om historische redenen op een moment waarop er nog geen eurocontanten in omloop waren en bijna alle landen van het eurogebied alleen in hun eigen behoeften aan euromunten voorzagen, waarbij er zeer weinig werd samengewerkt bij de productie en het voorraadbeheer. De situatie ligt thans totaal anders: vandaag laat een aantal landen uit het eurogebied hun munten in een ander land uit het eurogebied slaan en zijn er sommige landen die munten uit buitenlandse voorraden kopen. Een groot aantal Munten uit het eurogebied heeft gaandeweg een brede en dynamische commerciële activiteit ontwikkeld in het produceren van muntstukken voor andere Europese en niet-europese landen 13. Hoewel de bestaande regelingen tussen Monaco, San Marino en Vaticaanstad en de Munten van Frankrijk en Italië goed lijken te functioneren, is er volgens het Gemeenschapsrecht vandaag geen enkele reden meer voor de handhaving van het monopolie van bepaalde nationale Munten bij het slaan van de munten die nodig zijn voor de uitvoering van een overeenkomst tussen de Gemeenschap en een derde land. Een dergelijk monopolie druist immers volledig in tegen de geest van het Verdrag en resulteert in een feitelijke discriminatie tussen lidstaten, aangezien de andere Munten uit het eurogebied het legitieme recht wordt ontzegd een offerte te doen voor het slaan van de door Monaco, Vaticaanstad en San Marino benodigde munten. De Munten uit het eurogebied moeten de kans krijgen een offerte te doen aan de drie betrokken landen voor het slaan van hun euromunten en tevens moet Monaco, Vaticaanstad en San Marino de vrijheid worden gelaten om onder deze Munten de contractant van hun keuze te selecteren 14. 12 13 14 Momenteel wordt onderhandeld over een overeenkomst met het Vorstendom Andorra. Tien Munten uit het eurogebied exporteren muntstukken. In overeenstemming met de bestaande praktijk zou het land waarvan de Munt euromunten zou slaan voor een land dat een monetaire overeenkomst heeft ondertekend, deze munten bij de voor eigen gebruik geplande hoeveelheid munten tellen met het oog op de goedkeuring door de ECB van de totale omvang van de uitgifte van munten. De uitgifterechten van de betrokken lidstaat van het eurogebied zouden niet worden verminderd, aangezien er geen van tevoren vastgestelde limiet staat op de totale omvang van de uitgifte. NL 10 NL

4. CO CLUSIES De Raad heeft de Commissie verzocht de werking van de bestaande monetaire overeenkomsten te evalueren. Na een grondig onderzoek van de overeenkomsten stelt de Commissie voor hen zodanig te wijzigen dat zij in het volgende voorzien: (1) een grotere gelijkheid wat de verplichtingen betreft van de landen die een monetaire overeenkomst met de Gemeenschap hebben ondertekend; (2) een passend follow-upmechanisme voor alle drie de overeenkomsten; (3) de mogelijkheid tot opschorting van het recht om euromunten uit te geven ingeval er sprake is van een ernstige en voortdurende schending van de verplichtingen die uit de monetaire overeenkomst voortvloeien; (4) een gemeenschappelijke methode voor de berekening van de plafonds voor de uitgifte van euromunten en voor de herziening daarvan; (5) de mogelijkheid voor de Munten uit het eurogebied om een offerte te doen voor het slaan van de munten van Monaco, Vaticaanstad en San Marino, waarbij de drie staten vrij worden gelaten bij de keuze van hun contractant onder de betrokken Munten. Aan de Commissie en Frankrijk kan een mandaat worden verleend om in samenwerking met de ECB opnieuw over de monetaire overeenkomst met Monaco te onderhandelen, terwijl de heronderhandelingen over de monetaire overeenkomsten met San Marino en Vaticaanstad kunnen worden gevoerd door de Commissie en Italië in samenwerking met de ECB. NL 11 NL

BIJLAGE I Cumulatieve uitgifte van munten aan het einde van 2008 15 Land Bevolkingsaantal 16 Hoeveelheid uitgegeven munten (1000) Hoeveelheid uitgegeven munten per hoofd v.d. bevolking Waarde v.d. uitgegeven munten (1000 EUR) Waarde v.d. uitgegeven munten (EUR/ hoofd) Monaco 32 965 7 439 226 6 285 190,66 San Marino 30 324 24 074 794 12 808 422,38 Vaticaanstad 826 5 461 6 611 5 806 7 028,77 Eurogebied 323 186 285 82 033 879 254 20 399 071 63,12 BE 10 741 048 3 227 578 300 1 168 911 108,83 DE 82 062 249 23 406 690 285 5 689 889 69,34 IE 4 517 758 4 096 719 907 697 268 154,34 EL 11 262 539 2 190 838 195 661 998 58,78 ES 45 853 045 14 198 243 310 3 419 593 74,58 FR 64 105 125 12 485 491 195 2 439 620 38,06 IT 60 090 430 11 526 576 192 3 635 354 60,50 CY 801 622 217 011 271 73 282 91,42 LU 491 702 513 019 1043 181 312 368,74 MT 412 614 110 173 267 31 244 75,72 NL 16 481 139 2 829 555 172 539 189 32,72 AT 8 356 707 3 918 946 469 959 720 114,84 PT 10 631 800 2 012 771 189 416 684 39,19 SI 2 053 393 159 550 78 39 906 19,43 FI 5 325 115 1 140 716 214 445 100 83,59 15 16 Bronnen: ECB (cumulatieve netto-uitgifte) voor de EU-landen; bevoegde instellingen in Frankrijk en Italië voor de drie derde landen. Bronnen: Eurostat voor de EU-landen; CIA fact book (ramingen van juli 2009) voor de drie derde landen. NL 12 NL

NL 13 NL