Participatieve risico-inventarisatie op maat van kleine ondernemingen De SOBANE-strategie De preventiestrategie SOBANE (Screening, Observation, Analysis, Expertise) en de DEPARIS-opsporingsmethode gaan uit van de vaststelling dat veruit de meeste risico s kunnen worden opgespoord door de mensen op de werkvloer. Ook voor het zoeken van de gepaste preventiemaatregelen hoeft men in de meeste gevallen geen expert te zijn. Deze strategie is vooral gericht op kleine ondernemingen en werd dank zij de steun van de Belgische Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid in samenwerking met de eenheid Arbeidsfysiologie van de Université Catholique de Louvain, onder leiding van professor J. Malchaire ontwikkeld. In de Sobane-strategie worden er vier preventieniveaus onderscheiden. Veel risicovolle situaties kunnen de betrokkenen zelf oplossen. Als dat niet mogelijk is, kan de preventieadviseur van de onderneming worden aangesproken. Indien het probleem toch vrij complex is, kan de externe dienst voor preventie en bescherming worden geraadpleegd (bijvoorbeeld een arbeidsgeneesheer of een ergonoom). Slechts in uitzonderlijke gevallen moet er een beroep worden gedaan op een expert die bijvoorbeeld gespecialiseerde metingen kan uitvoeren. Figuur 1 geeft een schematisch overzicht van de SOBANE-strategie voor risicobeheer. Op de verticale as staat de complexiteit van de aanpak, terwijl op de horizontale as het aantal beschouwde risicofactoren wordt weergegeven. Figuur 1. Schema van de SOBANE-strategie voor risico-beheer.
Niveau 1 Opsporing Niveau 2 Observatie Niveau 3 Analyse Niveau 4 Expertise Wanneer? Alle gevallen Bij probleem Moeilijke gevallen Complexe gevallen Hoe? Eenvoudige Kwalitaieve Kwantitatieve Gespecialiseerde metingen Kostprijs? 10 minuten 2 uren 2 dagen 2 weken Door wie? Mensen uit het bedrijf zelf Mensen uit het bedrijf zelf Mensen uit het bedrijf zelf + preventieadviseurs Mensen uit het bedrijf zelf + preventieadviseurs + experten Competentie arbeidssituatie gezondheid op het werk Zeer hoog Gespecialiseerd Tabel 1. De karakteristieken van de vier niveau s van de SOBANE-strategie Niveau 1: Opsporing Op dit niveau gaat het er alleen om de voornaamste problemen te identificeren en om in het oog springende gebreken, zoals het ontbreken van leuningen aan een stelling, het niet ter beschikking zijn van aangepaste collectieve beschermingsmiddelen bij dakwerken,... Heel wat problemen kunnen op dit niveau reeds worden opgelost. Sommige risico s dienen te worden behandeld op het niveau 2. De Déparis-methode (zie verder) kan hier gebruikt worden als leidraad. Niveau 2: Observatie De problemen die tijdens het niveau 1 niet werden opgelost worden hier grondiger onderzocht. Om problemen op dit niveau te behandelen in meestal een interne preventieadviseur nodig of toch minstens een persoon die vertrouwd is met de risicofactoren en bijvoorbeeld een zekere kennis heeft van de ergonomische benadering van de problemen. Dit niveau 2 vereist een diepgaande kennis van de verschillende aspecten van de arbeidssituatie, haar varianten, de normale en de abnormale werking. Niveau 3: Analyse Indien de niveaus opsporing en observatie niet toelaten om het risico tot een aanvaardbaar niveau terug te brengen of indien er twijfel blijft bestaan, moet er worden verder gegaan met de volgende stap: de analyse.
Op dit niveau is een behoorlijke kennis vereist van het risico en van de middelen en technieken die kunnen worden aangewend. Hierbij kunnen eenvoudige metingen worden uitgevoerd zodat tenminste het probleem precies kan worden gelocaliseerd. Niveau 4: Expertise Enkel zeer complexe problemen die de tussenkomst van experten vereisen, dienen op dit niveau te worden opgelost. De medewerking van personeelsleden van het bedrijf zelf, die zeer goed vertrouwd zijn met de arbeidsituatie, blijft echter onontbeerlijk. De Déparis-methode De Déparis-methode voor participatieve risico-opsporing sluit naadloos aan bij de Sobane-strategie. De methode is specifiek ontworpen om de mensen op de werkvloer toe te laten op een objectieve manier hun alledaagse arbeidssituatie in te schatten. Er worden 18 rubrieken onderscheiden, die elk één bepaald aspect van de arbeidssituatie behandelen. 1. Werkzones 2. Technische organisatie tussen de werkposten 3. Locatie van de werkplaats 4. Risico s voor ongevallen 5. Bedieningsapparatuur en signalen 6. Gereedschap en materiaal 7. Repetitief werk 8. Manuele goederenbehandeling 9. Mentale belasting 10. Verlichting 11. Lawaai 12. Thermische omgevingsfactoren 13. Chemische en biologische risico s 14. Trillingen 15. Arbeidsverhoudingen tussen werknemers 16. Lokale en algemene sociale omgeving 17. Inhoud van het werk 18. Psychologische omgeving Risico-opsporing aan de hand van de Déparis-methode omvat idealiter de volgende stappen: 1. Informeren van de werknemers en de hiërarchische lijn door de directie 2. Aflijnen van alle arbeidssituaties zodat elke situatie een coherent geheel van werkposten vormt 3. Aanduiding van een coördinator 4. De coördinator bereidt zijn rol van moderator voor in de diverse vergaderingen 5. Samenstelling van overleggroepen die bestaan uit vertegenwoordigers van de betrokkenen en eventueel technisch omkaderingspersoneel
6. Er wordt een vergadering van de overleggroep georganiseerd, dicht bij de arbeidsplaats 7. De coördinator maakt een synthese van de vergadering 8. De synthese wordt voorgelegd aan de directie 9. Actieplannen op korte en middellange termijn worden bepaald en uitgevoerd 10. Dit proces wordt periodiek herhaald Bespreking van de SOBANE-strategie De hier besproken methode kunnen echter wel enkele fundamentele bedenkingen oproepen: Is het niet utopisch te rekenen op de werknemersen hun technische omkadering om de preventie te beheren? Op welke manier kan het proces voor het opsporen van risico s in een kleine onderneming worden gestart? Is er geen risico dat de hulp van experten en externe preventiediensten nooit zal worden ingeroepen omdat de uitvoerders van de niveaus 1 en 2 de problemen behoorlijk ondeschatten? Ten slotte, hoe moet de kwaliteit van de methode worden verzekerd, en hoe wordt gegarandeerd dat de problemen goed worden behandeld op korte en lange termijn? Wat betreft de eerste opmerking, is het op dit ogenblik nog te vroeg om al te besluiten dat het zelfbeheer van de problemen niet kan werken. Overigens is de SOBANEstrategie ook geen wondermiddel. Het bezoek van de arbeidsgeneesheer en minstens een jaarlijks bezoek aan de arbeidsplaatsen, blijft noodzakelijk. De tweede opmerking legt de noodzaak bloot voor het ter beschikking stellen van een aangepast opsporingsinstrument. Met de DEPARIS-methode en de hierbijhorende checklists staat een adequaat instrument on-line ter beschikking. Ook met betrekking tot de derde opmerking dient te worden benadrukt dat de documenten die ter beschikking worden gesteld voor het niveau 1 en 2 aan de volgende eisen moeten voldoen: voldoende gedeatilleerd zijn om een oplossing te kunnen vinden; voldoende globaal zijn zodat ook de meer indirecte factoren (organisatorische, relationele, persoonlijke,...) kunnen worden onderzocht; voldoende vormend tezijn zodat de mogelijke gevolgen voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemers worden uitgelegd; voldoende aantonen dat in sommige gevallen de hulp van experten nodig omdat de gevolgen zeer ernstig kunnen zijn of omdat het probleem complexer is dan dit op het eerste zicht lijkt.
De laatste opmerking houdt verband met d follow-up van de acties. Deze follow-up hangt af van de werkgever die de volledige verantwoordelijkheid voor de arbeidssituatie blijft dragen. Besluit Het grote voordeel van deze strategie is dat de meeste risico s op de werkvloer onmiddellijk aangepakt kunnen worden, zonder dat speciale kennis van veiligheids-, gezondheids- of ergonomische aspecten noodzakelijk is. Deze methode is uitsluitend gebaseerd op een grondige kennis van de arbeidssituatie van de werknemers. Een bijkomend voordeel dat eigen is aan elke participatieve risico-evaluatietechniek, is het feit dat de voorgestelde preventiemaatregelen beter aanvaard worden, omdat ze van de betrokkenen zelf komen. Bovendien gaat elk veiligheidszorgsysteem (VCA, OHSAS 18000,...) uit van de verplichting van de werknemers en de werkgevers om zich tegenover de arbeidssituaties te gedragen zoals tegenover hun producten en diensten om de kwaliteit ervan te garanderen.