Inspectierapport De Wingerd (KDV) Wingerdstraat 3 7621CP BORNE Registratienummer 384376423 Toezichthouder: GGD Twente In opdracht van gemeente: Borne Datum inspectie: 23-03-2015 Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 20-04-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek...3 Observaties en bevindingen...4 Pedagogisch klimaat...4 Personeel en groepen...7 Inspectie-items...8 Gegevens voorziening... 10 Gegevens toezicht... 10 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 11 2 van 11
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Tijdens deze inspectie zijn niet alle domeinen en de daarbij behorende voorwaarden beoordeeld, omdat er sprake is van een zogeheten risicogestuurd toezicht (RGT). De domeinen en de daarbij behorende voorwaarden die bij deze inspectie worden getoetst richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk. Beschouwing Deze beschouwing beschrijft de resultaten bij het risicogestuurde onderzoek. Na de feiten over het kindercentrum en de inspectiegeschiedenis, volgen de belangrijkste bevindingen. Deze worden elders in het rapport per domein verder uitgewerkt. Feiten over kindercentrum Kinderdagverblijf De Wingerd maakt deel uit van koepelorganisatie Stichting Kinderopvang Borne. Deze organisatie heeft meerdere KDV/BSO locaties in de gemeente Borne. Het kinderdagverblijf is samen met BSO De Wingerd gevestigd in één pand. Kinderdagverblijf De Wingerd staat vanaf 01-01-2010 geregistreerd in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen met 63 kindplaatsen. De opvang vindt momenteel plaats in drie stamgroepen: Rupsjes, Kikkers en Krekels. Waarschijnlijk wordt medio mei/juni de vierde stamgroep weer geopend als de verhuizing plaatsvindt van een aantal kinderen van 't Ridderspoortje naar deze locatie. Het kinderdagverblijf is van maandag t/m vrijdag geopend van 7:45-17:45 uur. Met mogelijkheid tot verlenging van 7.15-7.45 en 17.45-18.15 uur. De peutergroep Krekels is alleen in de ochtend geopend. Inspectiegeschiedenis * Tijdens de inspectie op 14-05-2013 en 06-05-2014 werd voldaan aan de getoetste kwaliteitseisen. Bevindingen op hoofdlijnen Tijdens dit risicogestuurde onderzoek is gebleken dat de houder aan bijna alle kwaliteitseisen voldoet. Er wordt niet voldaan aan een voorwaarde betreffende het domein: pedagogisch klimaat. De zienswijze heeft niet geleid tot een andere oordeelsvorming van de toezichthouder. Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid. De beroepskrachten van de peutergroep zijn niet in het bezit van een geldig VVE certificaat. 3 van 11
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Tijdens deze inspectie is geobserveerd of de beroepskrachten in de praktijk van de opvang handelen naar de pedagogische basisdoelen in het algemeen en het pedagogisch beleidsplan specifiek. Voor deze observatie van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum (opgesteld door GGD Nederland, versie januari 2014). De beschrijvingen, die cursief zijn weergegeven, zijn aan dit instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Bij het beoordelen van de observaties is uitgegaan van 4 basiscompetenties vanuit de Wet Kinderopvang, waaraan de pedagogische praktijk minimaal moet voldoen, namelijk: emotionele veiligheid; persoonlijke competentie; sociale competentie; overdracht van normen en waarden. Daarnaast zijn de voorwaarden behorende bij de voorschoolse educatie beoordeeld. Pedagogische praktijk Tijdens het interview met de beroepskrachten blijkt dat zij voldoende op de hoogte zijn van het pedagogisch beleidsplan. De beroepskrachten weten wat de vier pedagogische basisdoelen inhouden. Ze weten in grote lijnen wat hierover in het pedagogisch beleidsplan en de locatiegebonden afspraken staat. Dit kwam ook tot uiting tijdens de observatie op de groepen. Emotionele veiligheid De beroepskrachten communiceren met de kinderen De beroepskrachten kennen ieder kind in de groep. Ze kennen de kinderen bij naam en weten persoonlijke bijzonderheden. De beroepskrachten gaan op een enthousiaste, rustige en persoonlijke manier met de kinderen om. Ze hebben korte gesprekjes met de kinderen. In de peutergroep Krekels vinden er gesprekjes plaats over fruit kopen. Een kind zegt: "Als alles op is moet je nieuwe kopen". Hierop vraagt de beroepskracht: "Waar koop je dan fruit?". De beroepskrachten hebben een vertrouwde relatie met de kinderen De beroepskrachten laten merken dat ze de kinderen accepteren zoals ze zijn; ze geven complimentjes ("Jullie zijn snel vandaag!"), maken grapjes, knuffelen, hebben oogcontact en treden bemoedigend op als een kind dat nodig heeft. Een kind dat gevallen is wordt getroost door de beroepskracht. De kinderen gaan spontaan naar de beroepskrachten als ze iets willen vragen of vertellen. De beroepskrachten gaan op een ongedwongen manier om met de kinderen. Persoonlijke en sociale ontwikkeling Kinderen hebben de mogelijkheid om (leer)ervaringen op te doen dankzij de groep, spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting Er zijn drie groepsruimten. Per ruimte zijn een aantal hoeken gecreëerd afhankelijk van de leeftijd van de kinderen; o.a. huishoek, bouwhoek. De beroepskrachten ondersteunen en stimuleren de ontwikkeling van (individuele) kinderen In de peutergroep mogen de kinderen om de beurt in de kring zitten. Ze worden omgetoverd tot paashaas en krijgen een kwast en eieren om te schilderen. Gezamenlijk wordt er een liedje gezongen over de paashaas. Het kind kiest hierna een kind dat dan de paashaas mag zijn. De beroepskracht zegt: "Goed zo! Wat kunnen jullie goed verven. Wat voor kleur heeft dat ei?" 4 van 11
Hierna legt de beroepskracht de activiteit "eitje leggen" uit, die buiten plaats zal vinden. Alle kinderen reageren enthousiast. Buiten worden de kinderen van de stamgroepen Rupsjes en Kikkers door de beroepskrachten gestimuleerd in hun motorisch ontwikkeling. Normen en waarden Afspraken, regels en omgangsvormen zijn herkenbaar aanwezig en worden toegepast Eerst zitten en dan pas drinken. De beroepskrachten vervullen een voorbeeldfunctie in spreken en handelen De beroepskrachten geven kinderen het goede voorbeeld van sociale vaardigheden in de omgang met andere kinderen; ze zijn vriendelijk, luisteren, leven mee, troosten en helpen, werken samen. De beroepskrachten communiceren in heldere taal en met een correcte woordkeuze. Conclusie De voorwaarden behorende bij de pedagogische praktijk worden voldoende gewaarborgd. Voorschoolse educatie In de peutergroep Krekels wordt gewerkt met het voorschools educatieprogramma Kaleidoscoop. De kinderen die gebruik maken van dit programma kunnen 4 dagdelen per week de peutergroep bezoeken. Dit is 10 uur per week. Daarmee biedt de houder voldoende uren voor voorschoolse educatie. Op dit moment zijn er geen geïndiceerde VVE kinderen. Er zijn twee beroepskrachten werkzaam op deze groep. De groepsgrootte bestaat uit maximaal 16 kinderen met twee beroepskrachten. De beroepskrachten die werkzaam zijn op deze groepen zijn niet in het bezit van een VVEcertificaat. De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op waarin tot uitdrukking komt op welke wijze de kennis en vaardigheden van de beroepskrachten voorschoolse educatie worden onderhouden. Conclusie Er wordt niet voldaan aan de wettelijke vereisten aangaande de basisvoorwaarden van voorschoolse educatie. De beroepskrachten hebben geen VVE certificaat. Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan. De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma s. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit 5 van 11
Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma s. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (vestigingsmanager) Interview anderen (beroepskrachten) Observaties Pedagogisch beleidsplan (februari 2014) Pedagogisch werkplan (locatiegebonden afspraken maart 2015) 6 van 11
Personeel en groepen Binnen dit domein zijn de pedagogisch medewerkers gecontroleerd op het hebben van een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag. De stagiaires zijn gecontroleerd op een geldige verklaring omtrent het gedrag. De beroepskracht-kindratio en de basisgroepen zijn gecontroleerd door middel van roosters en presentielijsten. Beoordeeld is of de praktijk met de theorie overeenkomt. Verklaring omtrent het gedrag De beroepskrachten en de stagiaire hebben een verklaring omtrent het gedrag die voldoet aan de gestelde voorwaarden. Passende beroepskwalificatie De beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen Er zijn momenteel drie stamgroepen: Naam stamgroep Leeftijd kinderen Aantal kinderen Rupsjes 0-4 jaar 16 Kikkers 0-4 jaar 16 Krekels 2,5-4 jaar 16 De stamgroep Krekels is alleen in de ochtend geopend. Zowel peuters van het kinderdagverblijf als peuters die het kinderdagverblijf niet bezoeken kunnen hiervan gebruik maken. Conclusie De omvang en samenstelling van de stamgroepen voldoen aan de wettelijke voorwaarden. Beroepskracht-kindratio Voor het berekenen van de beroepskracht-kindratio wordt gebruik gemaakt van de rekentool: 1ratio.nl (in opdracht van het ministerie van SZW ontwikkeld op basis van afspraken tussen de Brancheorganisatie Kinderopvang en de belangenvereniging van ouders: BOinK). Conclusie Tijdens de inspectiedag blijkt dat de beroepskracht-kindratio voldoet aan de eisen vanuit de Wet Kinderopvang. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (vestigingsmanager) Interview anderen (beroepskrachten) Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten (inspectiedag) Personeelsrooster (inspectiedag) 7 van 11
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Voorschoolse educatie Voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma s. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma s. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit 8 van 11
Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt dat op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 9 van 11
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : De Wingerd Website : http://www.kinderopvangborne.nl Aantal kindplaatsen : 63 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Ja Gegevens houder Naam houder : Stichting Kinderopvang Borne Adres houder : Welemanstraat 25 Postcode en plaats : 7622HB BORNE KvK nummer : 41030536 Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Twente Adres : Postbus 1400 Postcode en plaats : 7500BK ENSCHEDE Telefoonnummer : 053-4876700 Onderzoek uitgevoerd door : G. Kuipers Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Borne Adres : Postbus 200 Postcode en plaats : 7620AE BORNE Planning Datum inspectie : 23-03-2015 Opstellen concept inspectierapport : 02-04-2015 Zienswijze houder : 16-04-2015 Vaststelling inspectierapport : 20-04-2015 Verzenden inspectierapport naar houder : 22-04-2015 en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar : 22-04-2015 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 11-05-2015 10 van 11
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Borne, 16 april 2015 Betreft: Zienswijze op het concept inspectierapport Kinderdagopvang de Wingerd, Wingerdstraat 3 7621CP BORNE. Registratienummer 384376423 Geachte mevrouw Kuipers, Hierbij ontvangt u onze zienswijze, na hoor en wederhoor op maandag 13 april 2015, op de constatering vermeld in het conceptrapport KDV de Wingerd. Datum inspectiebezoek 23 maart 2015. Pedagogisch klimaat Uit het rapport, pag. 5: U geeft aan dat wij niet voldoen aan het pedagogisch klimaat met betrekking tot het onderdeel Voorschoolse educatie. De inspectie heeft, voor zover we weten, op dit onderdeel plaatsgevonden op basis van het feit dat in het Landelijk Registratie Kinderopvang Ja staat bij het onderdeel Voorschoolse educatie. Het Ja bij het onderdeel Voorschoolse educatie is door de organisatie onterecht aangekruist. Binnen kinderdagopvang de Wingerd worden geen geïndiceerde VVE kinderen opgevangen. Als gevolg hiervan worden er beroepskrachten ingezet die niet in het bezit zijn van een VVE certificaat. Omdat er geen VVE wordt aangeboden is een VVE certificaat niet verplicht. In de peutergroep De Krekels worden elementen uit het programma Kaleidoscoop gebruikt. Het betreft dus geen voorschoolse educatie. De mogelijkheid van VVE wordt ook niet geboden aan kinderen van peutergroep De Krekels. Tijdens het hoor en wederhoor hebben we aangegeven dat per omgaande zal worden doorgeven, dat in het LRK het Ja bij het onderdeel Voorschoolse educatie moet worden gewijzigd in Nee. We hebben er alle vertrouwen in hiermee de tekortkoming naar tevredenheid te hebben opgelost. Met vriendelijke groet, KINDEROPVANG BORNE A.J.M (Agnes) de Beer Manager Bedrijfsbureau 11 van 11