WEDSTRIJDREGELS De wedstrijden zullen worden gespeeld volgens de Special Olympics-regels zoals beschreven in de officiële Special Olympics Zomersportregels van januari 2009 (herziene versie). In principe zullen de regels van de FIFA worden gehanteerd, behalve wanneer die in strijd zijn met het officiële Special Olympics-sportreglement voor 7 tegen 7-voetbal of Artikel 1. In die gevallen zal het officiële Special Olympicssportreglement voor voetbal prevaleren. Sporters met het downsyndroom bij wie atlanto-axiale instabiliteit is vastgesteld, worden uitgesloten van deelname aan voetbalwedstrijden. Volgens de algemene regels van de Special Olympics moet elk teamlid regelmatig de gelegenheid krijgen om in wedstrijdverband te spelen (Algemene Regels 7.06). Hiertoe worden de volgende richtlijnen gehanteerd: 1. Divisioning wedstrijden duren 15 minuten. 2. Competitiewedstrijden duren 30 minuten (15 minuten per helft). 3. Tijdens de gehele wedstrijd kan er gewisseld worden. 4. Een team mag maximaal tien spelers meenemen naar een toernooi. 5. De vierde official houdt de wissels in de gaten en moet ervoor zorgen dat alle spelers een halve divisioning wedstrijd spelen. 6. De coach moet alle spelers de gelegenheid geven om in elke wedstrijd speelminuten te maken, zowel in classificatie- als in competitiewedstrijden. RODE EN GELE KAARTEN Sporters Gele kaarten kunnen door de hele competitie heen opgelopen worden (in de pools en de finalerondes). Een tweede gele kaart betekent schorsing voor de volgende wedstrijd. Spelers die een rode of twee gele kaarten krijgen, worden het veld uitgestuurd en geschorst voor de volgende wedstrijd. Gele kaarten die in divisioning worden opgelopen, worden niet meegenomen naar wedstrijdrondes. Rode kaarten worden wél meegenomen en schorsing zal dan ook ten uitvoer worden gebracht. Coaches Van coaches wordt verwacht dat ze zich beperken tot eenvoudige verbale aanmoediging. Ze moeten tijdens de gehele wedstrijd in het coachingsgebied blijven. Er mag maar één coach aanwezig zijn. Verbaal geweld van spelers of officials, of overmatige en expliciete coaching vanaf de zijlijn wordt beschouwd als onsportief gedrag en kan rekenen op een waarschuwing 1 1
van de scheidsrechter. Als dergelijk gedrag aanhoudt, kan de scheidsrechter de coach in overtreding van het veld sturen. Als een official wordt gedwongen om een coach te verwijderen, dan wordt dat beschouwd als een rode kaart met als gevolg dat die coach wordt geschorst voor de volgende wedstrijd. De Sportreglementencommissie kan in afwachting van een wedstrijdverslag van een betrokken official nog verdere sancties opleggen. FINALE UITSLAGEN VAN DE POOLRONDES Voor de finale uitslagen van de poolrondes wordt het volgende puntensysteem gehanteerd: Winst = 3 punten Gelijkspel = 1 punt Verliezen = 0 punten Als de teams na gebruik van het puntensysteem nog steeds gelijk staan, zijn de volgende plaatsingscriteria van toepassing: Gewonnen wedstrijden Nek-aan-nekrace Minste doelpunten tegen Meeste doelpunten gemaakt GELIJKSPEL Aan het einde van divisioning en poolwedstrijden voldoet een gelijkspel. In de finalerondes wordt er tweemaal 5 minuten extra tijd uitgetrokken ( zilveren doelpunt ) om de winnaar te bepalen. Als de teams daarna nog steeds gelijk staan, moeten er strafschoppen genomen worden. Hierbij gelden de volgende richtlijnen: 1. Alleen spelers die aan het einde van de tweede periode van de extra tijd op het veld staan, mogen een strafschop nemen. 2. De toss bepaalt welk team mag beginnen. 3. Alle spelers verzamelen zich in de middencirkel. 4. De scheidsrechter bepaalt welk doel er wordt gebruikt. 5. De hoofdcoach moet vijf spelers aanwijzen die een strafschop nemen en de namen doorgeven aan de scheidsrechter. 6. Teams nemen om de beurt een strafschop en de winnaar is het team dat het meeste doelpunten maakt. 2 2
7. Als de teams na ieder vijf strafschoppen te hebben genomen nog steeds gelijk staan, komen de overige spelers aan de beurt. 8. Een team kan een willekeurige speler aanwijzen als doelman voor de strafschoppen. Als de doelman tijdens de strafschoppensessie geblesseerd raakt, kan elke speler in het team die niet geschorst is hem vervangen. DIVISIONING Sporters moeten divisioning wedstrijden spelen voor een zo eerlijk mogelijke competitie. De minimale leeftijd is 16 jaar. Alle deelnemende teams bestaan uit mannen, al hebben sommige eveneens vrouwen in de gelederen. De bedoeling is dat een capaciteitsgroep uit minimaal drie en maximaal vijf teams bestaat. Divisioning wedstrijden duren 15 minuten. De indeling wordt gebaseerd op het oordeel van de Divisioning Commissie. Alle spelers op het wedstrijdformulier spelen een redelijk deel van elke divisioning wedstrijd voor een zo eerlijk mogelijke competitie. Verwacht wordt dat alle spelers steeds ten minste één helft in het veld staan. Alle spelers moeten op de juiste plek staan voor de beginopstelling. Hoofdcoaches zijn ervoor verantwoordelijk dat dit ook gebeurt. De teams spelen minimaal twee wedstrijden, en meer als de commissie dat noodzakelijk acht. Na de divisioning rondes bereidt de commissie de verschillende divisies voor op de wedstrijden in de pools. DE REGEL VAN DE OPRECHTE INSPANNING De regel van de oprechte inspanning vormt het hart van een eerlijke en uitdagende competitie. De Divisioning Commissie is verantwoordelijk voor handhaving van deze regel in alle voor- en eindrondes. Spelers moeten oprecht en met maximale inspanning deelnemen aan de wedstrijden. De hoofdcoach is verantwoordelijk voor het gedrag van zijn team. Coaches moeten deze instelling daarom volledig stimuleren. Laten zij dit na, dan lopen ze het risico om sancties opgelegd te krijgen door de Sportreglementencommissie. 3 3
De hoofdcoach van het team is verantwoordelijk voor het overleggen van de juiste beoordelingsscores (Formulier voor Voorafgaande Divisioning), en hij moet erop toezien dat zijn team zich in alle rondes maximaal inzet. Elk team dat in de finalerondes aanmerkelijk beter presteert dan op het formulier door de hoofdcoach is aangegeven, of dan dat er werd gespeeld in de divisioning, wordt gediskwalificeerd. Mogelijk sancties voor het overtreden van de regel van oprechte inspanning zijn: 1. Schorsing van de hoofdcoach voor de verdere competitie. 2. Het team een proeftijd geven. 3. Verlies van verzamelde punten. 4. De positie van het team voor de finaleronde aanpassen. 5. Een tweede overtreding heeft schorsing van het team tot gevolg. PROCEDURE VOOR PROTEST EN BEROEP Alleen de hoofdcoach van het betrokken team kan protest aantekenen. Het protestformulier kan opgehaald worden bij de Sportinformatiebalie. Alle formulieren moeten binnen een halfuur na de wedstrijd ingeleverd worden. Alleen protesten die aan de eisen voldoen, worden in behandeling genomen. Als een protest eenmaal is ingeleverd en aan de eisen voldoet, zal de Sportreglementencommissie een uitspraak doen. Deze commissie bestaat uit een technisch afgevaardigde, een sportmanager van het hoofdorganisatie en de hoofdscheidsrechter. Alle beslissingen van de Sportreglementencommissie zijn bindend. Protesten die betrekking hebben op het beoordelingsvermogen van de scheidrechters worden niet in behandeling genomen. Tegen de beslissing van een official omtrent een gebeurtenis die tijdens de wedstrijd heeft plaatsgevonden (bijvoorbeeld een rode kaart), kan niet in beroep worden gegaan. Een dergelijke beslissing is bindend. Tijdens de duur van de wedstrijden worden alle beslissingen van de scheidrechter in het veld gemaakt naar goeddunken van de scheidsrechter. Alleen hij kan beslissingen terzijde schuiven die door hemzelf of door assistent-scheidsrechters worden gemaakt, voordat het spel weer wordt hervat. Daarna is de beslissing een feit (FIFA). EISEN AAN HET MATERIAAL 4 4
De basisuitrusting van een speler bestaat uit een shirt, broek, sokken, scheenbeschermers en voetbalschoenen. De keepers dragen kleuren die afwijken van die van de outfits van spelers en officials. Elke speler draagt een rugnummer. De outfit mag geen reclame bevatten. Voetbalschoenen mogen geen metalen noppen hebben. Alle spelers moeten scheenbeschermers dragen. Sokken moeten onder de knieschijf vastgemaakt worden. Spelers kunnen thermisch ondergoed dragen mits dit dezelfde kleur heeft als de bovenkleding en het daar niet onderuit komt. Shirts moeten mouwen hebben, lang of kort. Spelers mogen medische medaillons of armbanden dragen, maar die moeten dan wel aan het lichaam vast getapet worden. Ringen, horloges en andere sieraden moeten voor de wedstrijd afgedaan worden. Elke bescherming of gips moet gecontroleerd en goedgekeurd worden door de scheidsrechter. Gips moet op de juiste manier zijn aangebracht en geen schade veroorzaken. Het is niet toegestaan om iets te dragen wat een speler schade of juist voordeel toe kan brengen. Spelers mogen een bril dragen, maar wel op eigen risico. Na inspectie door de scheidrechter mag er niets meer veranderd worden aan de kleding en/of het materiaal van de sporters zonder dat daarvoor toestemming is gegeven door de desbetreffende scheidsrechter. Wie dat toch doet, riskeert een gele kaart. De herkenbare armband van de captain kan ook beschouwd worden als een kledingvoorschrift. BENODIGDHEDEN Delegaties wordt gevraagd hun eigen materiaal mee te nemen voor het toernooi. Dat wil zeggen shirts, broeken, sokken, scheenbeschermers, maar ook oefenballen voor de warming-up. VELDINFORMATIE De ballen die gebruikt worden, zijn maat 5. 5 5
Alle velden hebben de afmetingen en markeringen zoals vermeld in de reglementen op de SOI website (januari 2009, herziene versie). Elk team krijg een eigen bankgebied tot zijn beschikking. Dit is 15 meter lang, ligt op 5 meter vanaf de zijlijn en binnen 10 meter van de middenlijn. Wisselspelers en coaches dienen tijdens de wedstrijd in dit gebied te blijven zitten, behalve wanneer er gewisseld wordt. PROTOCOL VOOR DE WEDSTRIJD De hoofdcoach moet ervoor zorgen dat zijn team één uur voor de wedstrijd aanwezig is om zich goed te kunnen voorbereiden. Teams kunnen dan beginnen met de warming-up. Minimaal 15 minuten voor de aftrap moeten alle teams zich melden op het speelveld. Teams mogen het bankgebied niet betreden voordat het voorgaande team het heeft verlaten. Coaches en spelers moeten te allen tijde de aanwijzingen van de veldmanager opvolgen. Hoofdcoaches moeten hun wedstrijdformulieren overleggen met de vierde official. Voordat de wedstrijd begint, is er kort de tijd voor de betrokken hoofdcoaches en de officials om vragen over regels, wissels, procedures of het zijlijnprotocol te bespreken. Ook kunnen eventuele speciale noden van een individuele speler overlegd worden. Alle deelnemers moeten kunnen aantonen dat ze gerechtigd zijn om te spelen. De officials controleren dit voor de wedstrijd. De teams worden vervolgens in twee rijen naar het veld begeleid. Elk team stelt zich op aan een kant van de middenlijn, met de gezichten naar de toeschouwers. De scheidsrechter roept de twee teamcaptains bij zich voor de toss en bepaalt zo wie er mag aftrappen. Dit is ook het moment voor de captains om desgewenst een aandenken of wimpels uit te wisselen. Dan blaast de scheidsrechter op zijn fluit en richten de teams zich tot de toeschouwers. Als er nogmaals een fluitsignaal klinkt, lopen de teams langs elkaar heen en schudden de spelers elkaar de hand. De geselecteerde spelers nemen hun posities op het veld in en de wisselspelers en de coaches nemen plaats op de bank. De wedstrijd kan beginnen. PROTOCOL NA DE WEDSTRIJD 6 6
Na de wedstrijd komen de teams samen in het midden van het veld. Ze stellen zich dan opnieuw op in twee rijen en lopen langs elkaar heen om elkaar de hand te schudden. Daarna worden ze weer van het veld naar de kleedkamers begeleid. WEDSTRIJDREGELS a. Het speelveld: 1) Het 7 tegen 7-veld is een rechthoek van 60 x 40 meter. 2) Het veld ziet eruit als de tekening hierboven. 3) De afmetingen van het doel zijn 5 x 2 meter. 4) De aanbevolen ondergrond is gras. 5) Het doelgebied is 20 x 8 meter. 6) De afstand van de strafschopstip is 7 meter. 7) Hoekschopvlaggen zijn verplicht. b. De balmaat is 5. c. Aantal spelers: 1) Er mogen maximaal tien spelers per team deelnemen. 7 7
2) De wedstrijd wordt gespeeld door twee teams van elke zeven spelers, onder wie één keeper. Het minimale aantal spelers is vijf. 3) Er kan ongelimiteerd gewisseld worden (elke speler mag na een wissel ook weer terugkomen in het veld). Wissels kunnen plaatsvinden als de bal buiten de lijnen is geweest, tussen twee helften in, nadat er een doelpunt is gemaakt of tijdens een time-out voor een blessure. Als een coach een speler wil wisselen, moet hij dat aangeven bij de (assistent-)scheidsrechter. Een wisselspeler mag alleen op een teken van de scheidrechter het veld betreden. d. Outfits van de spelers: 1) Shirts moeten genummerd zijn. 2) Scheenbeschermers zijn verplicht. 3) Metalen noppen zijn verboden e. De wedstrijd wordt geleid door één scheidrechter en twee assistentscheidsrechters. f. Duur van de wedstrijd: 1) De wedstrijd bestaat uit twee gelijke perioden van 15 minuten met een rustpauze van 5 minuten. De scheidrechter moet de tijd in de gaten houden. 2) Als extra tijd nodig is om een winnaar aan te wijzen, dan worden twee keer 5 minuten gespeeld ( zilveren doelpunt ). Als de stand daarna nog steeds gelijk is, moeten strafschoppen genomen worden. g. Begin van de wedstrijd: De bal moet vanaf de middenstip naar voren worden geschopt, voordat een andere speler hem mag aanraken. h. De bal binnen en buiten de lijnen 1) Als een bal over de zijlijn komt, volgt een inschop. 2) Een bal over de achterlijn betekent een uitgooi of een hoekschop. 3) Een bal is uit als hij helemaal over de lijn geweest is. i. Uitgooi: 1) Als de bal over de doellijn gaat (niet in het doel), en hij is als laatste aangeraakt door een aanvallende speler, dan gooit de keeper vanuit zijn eigen strafschopgebied de bal weer in het veld. De bal mag daarbij niet over de middenlijn komen (dat wil zeggen dat hij vóór de middenlijn de grond of een andere speler moet raken). Op het moment dat de bal buiten het strafschopgebied is, is hij weer in het spel. 8 8
2) Bovenstaande regels zijn ook van toepassing als de keeper een bal in handen krijgt die nog steeds in het spel is. 3) Sancties bij overtreding: a) Als een uitgooi van de keeper over de helft van het veld terechtkomt, zonder eerst de grond of een andere speler te hebben geraakt, dan geeft de scheidsrechter een indirecte vrije schop aan de tegenstander vanaf een willekeurige plek op de middenlijn. b) Als de uitgooi van de keeper binnen het strafschopgebied door iemand wordt aangeraakt, wordt de uitgooi opnieuw genomen. j. Manier van scoren: Bij een doelpunt moet de bal in zijn geheel over de doellijn zijn gekomen. k. Overtredingen en wangedrag (er is geen buitenspel): Tackelen, duwen, een handsbal of een kaart resulteren in een vrije schop voor de tegenpartij. Obstructie of gevaarlijk spel leveren een indirecte vrij trap op. 1) Als een speler het veld uit gestuurd wordt (na twee gele kaarten of een rode kaart), mag deze speler niet meer terugkomen. Het team moet dan 2 minuten lang met een man minder spelen, tenzij het vóór het einde van de 2 minuten een doelpunt tegen krijgt. In dat geval mag er weer een speler het veld in. a) De vierde official gaat over de tijd; hij houdt in de gaten wanneer de 2 minuten voorbij zijn. b) De speler die na de 2 minuten als vervanger in het veld komt, mag dat alleen doen met toestemming van de scheidsrechter én als de bal buiten de lijnen is geweest. l. Uitzondering hervatting: Elke vrije bal die het verdedigende team krijgt binnen het eigen strafschopgebied, wordt genomen door een uitgooi van de keeper. m. Vrije schop: 1) Bij vrije schoppen moeten de tegenstanders ten minste 5 meter afstand houden van de bal. 2) Als het aanvallende team binnen het strafschopgebied een indirecte vrije schop krijgt, binnen 5 meter van de doellijn, dan moet de scheidsrechter de bal 5 meter van de doellijn neerleggen. n. Strafschop: 9 9
Een strafschop wordt genomen vanaf de 7-meterlijn. Alle spelers, behalve degene die de strafschop neemt en de keeper, moeten buiten het strafschopgebied en de cirkel blijven. De keeper blijft op de doellijn staan totdat de bal wordt genomen. o. Inschop (gelijk aan de ingooi bij 11 tegen 11): 1) Als de bal in zijn geheel over de zijlijn gaat, wordt hij opnieuw het spel in geschopt vanaf de plek waar hij de (zij)lijn is gepasseerd. Dit gebeurt door een speler van het andere team dan degene die de bal als laatste heeft aangeraakt toe behoort. Voordat de bal geschopt wordt, moet hij stilliggen. Zo gauw de bal weer in beweging is, is hij weer in het spel. De bal kan niet opnieuw worden gespeeld door de speler die hem genomen heeft, voordat de bal is aangeraakt door een andere speler. De tegenstander moet ten minste 5 meter afstand nemen van de plek waar de bal weer in het spel wordt gebracht. 2) Een doelpunt mag niet direct vanuit een inschop gemaakt worden. 3) Een keeper mag een inschop die op hem wordt teruggespeeld, niet oppakken. 4) Een keeper mag een bal die op hem wordt teruggespeeld door een speler van het eigen team, niet vastpakken. 5) Sanctie bij overtreding: Als de speler die de inschop neemt, de bal een tweede keer aanraakt voordat een tegenstander dat heeft gedaan, dan krijgt het andere team een indirecte vrije schop vanaf de plaats waar dat gebeurt is. p. Hoekschop: Een hoekschop wordt toegewezen aan het aanvallende team als een speler van het verdedigende team de bal over zijn eigen achterlijn speelt. 1) Als de hoekschop wordt genomen, moeten tegenstanders ten minste 5 meter afstand houden. 10 10