hbo-bachelor Sociaal Juridische Dienstverlening Hogeschool NTI Februari 2012 NVAO uitgebreide Toets nieuwe opleiding



Vergelijkbare documenten
Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

Beoordelingskader Kader voor de beperkte toets nieuw Associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 9832).

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool

{nvao. Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V.

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool

: 8 april 2016 : 20 mei Beoordelingskader Beoordelingskader voor de uitgebreide toets nieuwe opleiding van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

TNO hbo-bachelor Pedagogiek Hogeschool NTI. 21 juni NVAO uitgebreide Toets nieuwe opleiding

: 29 april 2016 : 17 mei 2016

23 maart april Kader voor de uitgebreide toets nieuw Associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr. 9832).

( X r f) NVAO. Dossiernummer september

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de uitgebreide toets nieuwe opleiding van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Saxion Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS Instituut voor Toegepaste Biowetenschappen en Chemie. studiejaar

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie (na herstel) aan de opleiding hbobachelor

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool

: 25 mei 2016 : 25 juli 2016

Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar Regeling Externe toezichthouders bij examens

Besluit strekkende tot een oordeel voldoende van een aanvraag toets nieuw Associate-degreeprogramma Logistiek Management van de Hogeschool Rotterdam

Besluit strekkende tot een oordeel voldoende van een aanvraag toets nieuw Associate-degreeprogramma Rechten van de Stichting Hogeschool NHA

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de uitgebreide toets nieuw Associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt.2014, nr. 9832).

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

15 november januari Kader voor de uitgebreide toets nieuw Associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 9832).

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen

Ontwerpkaders: Onderwijs. Versie 1.0/november 2016

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Advies van het visitatiepanel Samenvatting bevindingen en overwegingen van het panel.

hbo-bachelor Bouwkunde Hogeschool NTI 11 februari 2015 NVAO uitgebreide Toets nieuwe opleiding

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

ICLON Powerpoint sjabloon

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master SZ van de Capabel Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bedrijfskunde van de Hogeschool NCOi

Toelichting beoordelingskader bij beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Vrije Universiteit Amsterdam

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de uitgebreide opleidingsbeoordeling van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791)

: 8 maart 2016 : 3 juni 2016

: 6 december 2016 : 5 maart Beoordelingskader Beoordelingskader voor de uitgebreide toets nieuwe opleiding van de NVAO (Start. 2014, nr 36791).

Beoordelingskader Kader voor de beperkte toets nieuw associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 9832).

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-master Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam

: 9 mei 2017 : 28 juni 2017

Besluit strekkende tot een oordeel voldoende van een aanvraag toets nieuw Associate-degreeprogramma Bedrijfskunde van de Stichting Hogeschool NHA

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Financial Services Management van de Hogeschool NCOI

Besluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus RM GRONINGEN

: 120 : niet van toepassing : 13 oktober : 5 februari 2016 : 30 maart 2016

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

juli juli 2015

Universiteit van Amsterdam wo-bachelor Biologie (180 EC) 23 maart 2016 Bachelor of Science voltijd Amsterdam

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-master Bestuurskunde van de Hogeschool NCOI

27 maart en 24 mei 2012 november besluit van 23 juli 2013, looptijd accrediatie van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014

ArtEZ hbo-bachelor Muziektherapie (240 EC) 11 november 2016 Bachelor of Arts voltijd Enschede. 21 maart juni en 4 juli 2016 oktober 2016

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Psychobiologie van de Universiteit van Amsterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor European Studies van de Stichting NTI Hogeschool

hbo-bachelor Sociaal-Juridische Dienstverlening (240 ECTS) 22 oklober 2012 voltijd, deeltijd

Besluit strekkende tot een oordeel voldoende van een aanvraag toets nieuw. Gegevens : Christelijke Hogeschool Windesheim : Commerciële Economie

INHOUDSOPGAVE ALGEMEEN Aard van dit document Informatie en communicatie Inwerkingtreding en duur

Ontwerpkaders: Leeruitkomsten. Versie 1.0/ november Ontwerpkaders: Leeruitkomsten/versie 1.0/november

: 120. : 20 juli 2016 : 22 september 2016

Advies van het visitatiepanel Samenvatting bevindingen en overwegingen van het panel.

Datum locatiebezoek(en) : 31 mei 2017 Datum paneladvies : 21 juni 2017 Instellingstoets kwaliteitszorg : ja, positief besluit van 17 oktober 2013

es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

: 120. : 8 februari 2016 : 4 maart : 3 juni 2016 : 23 juni 2016

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Protocol beoordeling experimenten flexibilisering. Uitwerking voor de experimenten leeruitkomsten en nieuwe onvolledige opleidingen.

Protocol TNO Educatieve Master

: 24 november 2015 : 20 april 2016

27 november oktober januari april 2015

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Tuinbouw & Agribusiness van de Hogeschool Inholland

: 120 : 25 april 2016 : 2 mei : 13 mei 2016 : 28 mei 2016

Besluit strekkende tot een oordeel voldoende van een aanvraag toets nieuw

Beoordelingskader Bijzonder (Kwaliteits)Kenmerk Ondernemen

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor. Hogeschool Inholland

Hogeschool NTI. Sociaal Pedagogische Hulpverlening. Uitgebreide opleidingsbeoordeling

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bedrijfskundige Informatica van de Stichting LOI Hoger Onderwijs

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bedrijfskunde van de Stichting LOI Hoger Onderwijs

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor

Addendum beoordeling bestaande experimenten leeruitkomsten. 14 december Beoordelingskaders accreditatiestelsel 19 december 2014, versie 1.

BEOORDELING TRANSNATIONAAL ONDERWIJS

esluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Creatieve Therapie van de Stenden Hogeschool

Naam/Datum/Versie document advies/verbeterpunten. Avans documenten

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Physician Assistant van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor. Elektrotechniek (240 EC) Datum aanvraag 26 april 2017

Datum locatiebezoek : 29 februari 2016 Datum paneladvies : 18 april 2016 Instellingstoets kwaliteitszorg : ja, positief besluit van 18 februari 2014

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Social Work van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Applied Science van de Fontys Hogescholen

sluit Besluit strekkende tot een oordeel voldoende van een aanvraag toets nieuw Associate-degreeprogramma Communicatie van Avans Hogeschool

Beoordelingskader Pilot Bijzonder Kenmerk Ondernemen

Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Business IT & Management van de Hogeschool Rotterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Engineering van de Hogeschool Utrecht

Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Executive MBA

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Applied Science van de Zuyd Hogeschool

Chemie van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Studiecentrum Minerva

Transcriptie:

hbo-bachelor Sociaal Juridische Dienstverlening Hogeschool NTI Februari 2012 NVAO uitgebreide Toets nieuwe opleiding Paneladvies

1 Samenvattend advies 3 2 Werkwijze panel 5 3 Beschrijving van de opleiding 6 3.1 Algemeen 6 3.2 Profiel instelling 6 3.3 Profiel opleiding 6 4 Opleidingsbeoordeling 10 4.1 Beoogde eindkwalificaties 10 4.2 Programma 12 4.3 Personeel 17 4.4 Voorzieningen 19 4.5 Kwaliteitszorg 20 4.6 Toetsing 21 4.7 Afstudeergarantie en financiële voorzieningen 22 4.8 Algemene conclusie over de kwaliteit van de opleiding 23 5 Overzicht oordelen 24 Bijlage 1: Samenstelling panel 25 Bijlage 3: Overzicht van bestudeerde documenten 27 Bijlage 4: Lijst met afkortingen 28 pagina 2

1 Samenvattend advies De opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening richt zich op studenten die ofwel al in dit veld werkzaam zijn, of een overstap naar dit domein overwegen. Het panel is van oordeel dat de doelstellingen een helder en duidelijk geheel vormen, zijn afgestemd op een welomschreven maatschappelijke behoefte en zijn geformuleerd op bachelorniveau. De opleiding positioneert zich tussen het juridische domein en dat van de sociaalpsychologische dienstverlening. Deze aanpak is gekozen in overleg met het werkveld en sluit aan bij de Multi-problematiek van de beoogde cliënten. De focus op schuldhulpverlening en e-dienstverlening past goed bij deze positionering. De competenties en leerdoelen zijn afgestemd op functies die in het werkveld herkenbaar zijn: adviseur, trajectbegeleider of regisseur. Het panel is van mening dat de internationale toepasbaarheid van de eindkwalificaties aandacht behoeft. Daarnaast beveelt het aan toegepast onderzoek expliciet in de eindkwalificaties op te nemen. Het programma weerspiegelt volgens het panel goed de uitgangspunten van de opleiding. Het legt een stevige basis van juridische kennis en geeft voldoende aandacht aan de sociale kant van de dienstverlening. Zaken als beleidsvorming en de ethische en sociologische aspecten van dienstverlening zijn minder sterk belicht. Training van vaardigheden vindt plaats in acht praktijktrainingen gespreid over de hele opleiding. Het panel meent dat dit wel een basis biedt voor het aanleren van juridisch schrijven en begeleidingsvaardigheden, maar voor sommige studenten is dit wellicht niet genoeg. De opleiding dient daarom te monitoren of studenten voldoende voorbereid zijn op de eisen die de praktijk stelt op dit gebied. Tevens ziet het panel graag dat onderzoeksvaardigheden meer aandacht krijgen in het programma. Door de modulaire opbouw en de geleidelijke verdieping van de kenniscomponent biedt het programma een goede kapstok voor het leren op afstand. Via huiswerk- en zelfstudieopdrachten zijn er veel momenten van formatieve toetsing. NTI ziet toe op tijdige feedback op huiswerk, hetgeen de studenten goed in staat stelt de eigen vorderingen bij te houden. De integratieve eindopdrachten zijn casus- en praktijkgericht en laten de studenten kennismaken met de veelzijdigheid van de beroepspraktijk. Studenten dienen zelf een relevante stage te zoeken of op basis van ervaring vrijstelling te vragen. Het panel acht de opleiding studeerbaar, vooral voor studenten met een werkplek in de sector. Zij kunnen een aanzienlijk deel van hun opleiding laten samenvallen met hun werk. Voor studenten die werkzaam zijn buiten dit veld of wier functie niet het vereiste niveau heeft, ligt dit een stuk lastiger, vooral vanwege het beperkt aantal contactmomenten en de eis om op een opleidingsrelevante plek stage te lopen. NTI benadrukt het concept van Blended Learning. Het panel meent dat dit meer inhoudrijk kan worden ingevuld. De digitale leeromgeving is adequaat maar wordt vooral gebruikt voor communicatie tussen docent en student en niet echt als leeromgeving. De opleiding wordt verzorgd door freelance docenten, die allen voldoende kennis van en affiniteit met de betrokken domeinen hebben. Het panel meent dat zij voldoende dicht bij het beroepenveld staan en ook voeling hebben met de motieven van de doelgroep om te kiezen voor afstandsonderwijs. Het panel waardeert de professionaliteit en betrokkenheid van de docenten. Zij houden zelf hun vakkennis en vaardigheden bij. Wel vindt het panel dat de docenten actief bij onderzoek betrokken zouden moeten zijn en blijven. pagina 3

Het panel heeft kennis genomen van de toetsen in het programma en vastgesteld dat het eindniveau van de opleiding adequaat getoetst wordt. Het panel heeft waardering voor de onafhankelijke en grondige werkwijze van de commissie ten aanzien van de bewaking van de kwaliteit van de toetsing en de borging van het eindniveau. Dit kan als voorbeeld gelden voor andere opleidingen. De begeleiding van studenten is adequaat maar, vanwege het afstandsonderwijs, beperkter dan bij een reguliere opleiding. Gezien het belang van de werkzaamheden van de mentor, is het panel verbaasd dat NTI het mentoraat als een startfunctie definieert. De opleiding licht aankomende studenten helder voor en hanteert de instroomeisen en eventuele vrijstelling van de stage kritisch. NTI hanteert een strak en deskundig ondersteund kwaliteitszorgsysteem. Medezeggenschap en advies vanuit de studentenraad is in ontwikkeling, maar vervult nu al een nuttige rol in het verbeteren van zaken die studenten direct raken. De evaluatie van de docenten is adequaat. Het werkveld is goed aangesloten bij de kwaliteitszorg. Samenvattend constateert het panel dat de nieuwe opleiding voldoet aan basiskwaliteit. Het concept en de uitwerking in het programma zijn goed doordacht en sluiten aan bij behoeftes in het beroepenveld. De betrokkenheid vanuit het veld bij de verdere ontwikkeling van de opleiding is groot. Het panel trof een enthousiast en kundig docententeam, dat qua capaciteit voldoende is voor de startfase van de opleiding. De freelance status van de docenten staat een professionele benadering en de inhoudelijk onafhankelijkheid niet in de weg. De docenten zorgen zelf voor voldoende scholing. Het panel meent dat zij ook ruimte moeten krijgen om actief te zijn in toegepast onderzoek en zich aan te sluiten bij kenniskringen van lectoraten. Het panel adviseert de NVAO om positief te besluiten ten aanzien van de kwaliteit van de nieuwe opleiding hbo-bachelor Sociaal Juridische Dienstverlening van de Hogeschool NTI. Den Haag, februari 2012 Namens het panel ter beoordeling van de uitgebreide Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Sociaal Juridische Dienstverlening van de Hogeschool NTI. Nicole Catthoor (voorzitter) Thomas de Bruijn (secretaris) pagina 4

2 Werkwijze panel De NVAO heeft een panel vastgesteld met volgende samenstelling: Voorzitter: Nicole Catthoor, lector sociaal werk, Arteveldehogeschool, Gent. Leden: Mr. Eveline Jacquemijns, zittingsvoorzitter van de Huurcommissie; Prof.dr. Rob Koper, Hoogleraar-directeur/Decaan van het Centre for Learning Sciences & Technologies (CELSTEC), Open Universiteit. Student-lid: Jerry Snellink, student in de master Bestuurskunde van de Universiteit Leiden. Bij de toetsing heeft het panel het Beoordelingskader voor de uitgebreide Toets nieuwe opleiding van de NVAO (Stcrt. 2010, nr 21325) in acht genomen. Het panel heeft zich aan de hand van de door de opleiding verstrekte documenten op de beoordeling voorbereid. Op 15 november 2011 is het panel bij elkaar geweest. Tijdens deze bijeenkomst zijn de eerste bevindingen van het panel besproken en nadere vragen geformuleerd voor de aanvrager. Een deel van deze vragen is vervolgens naar de aanvrager gestuurd met het verzoek de antwoorden op deze vragen, evenals een aantal aanvullende bijlagen, voorafgaand aan het locatiebezoek bij het panel aan te leveren. In bijlage 3 is een overzicht opgenomen van documenten die het panel ontving. Naar aanleiding van de aanvullende informatie heeft het panel per e-mail aanvullende vragen en opmerkingen uitgewisseld. Deze vragen zijn door de secretaris geïnventariseerd en zijn als input gebruikt voor het locatiebezoek. Op 18 januari 2012 vond een tweede voorbereidend gesprek plaats, waarin de aanvullende informatie is besproken en de definitieve gespreksitems zijn vastgelegd. Tevens zijn hierbij de ter inzage gelegde informatie en toetsen bestudeerd. Tijdens dit voorgesprek werden duidelijke afspraken gemaakt over de inhoud, de wijze van bevraging en de adressering van de vragen. Op 19 januari 2012 heeft het panel een locatiebezoek afgelegd. Tijdens dit bezoek is het panel in verschillende gespreksrondes van nadere informatie voorzien en zijn de vraagpunten aan de orde gesteld en in discussie gebracht. Het programma van het locatiebezoek is toegevoegd in bijlage 2. Na afloop van het locatiebezoek heeft het panel de bevindingen onderling besproken en vertaald naar voorlopige conclusies, waarvan de hoofdlijnen aan de opleiding zijn meegedeeld in een terugkoppeling. De secretaris heeft op basis hiervan een conceptadvies opgesteld dat aan de panelleden is voorgelegd voor commentaar. Vervolgens heeft het panel dit concept van commentaar voorzien, waarna de definitieve tekst is vastgesteld. Uiteindelijk zijn aan de hand van de uitkomsten per standaard beargumenteerde oordelen per onderwerp en een eindoordeel over de kwaliteit van de opleiding gegeven. pagina 5

3 Beschrijving van de opleiding 3.1 Algemeen Instelling: Hogeschool NTI Opleiding: hbo-bachelor Sociaal Juridische Dienstverlening Variant(en): deeltijd Locatie(s): afstandsonderwijs Studieomvang (ECTS): 240 ECTS Sector: gedrag en maatschappij 3.2 Profiel instelling Met ingang van het collegejaar 2000 2001 is Hogeschool NTI door de minister van Onderwijs conform artikel 6.9 WHW aangewezen als hogeschool. De hogeschool biedt 14 geaccrediteerde bacheloropleidingen en één masteropleiding aan. Op dit moment zijn circa 8000 studenten ingeschreven bij Hogeschool NTI. Deze studenten volgen een volledige Bacheloropleiding, een Oriëntatietraject, een specialisatietraject of een losse module. Een belangrijke reden voor deze studenten om te kiezen voor Hogeschool NTI is dat het werk of de privé-situatie onvoldoende mogelijkheden biedt om dag- of voltijdonderwijs te volgen. Hogeschool NTI richt zich op een brede doelgroep. Veel instromende studenten zijn zogenaamde tweede kans studenten die in het verleden zijn gestopt met een dagopleiding of meteen zijn gaan werken en alsnog een beroepsopleiding op hboniveau willen afronden. De keuze van Hogeschool NTI voor het onderwijsconcept Blended Learning tracht de huidige doelgroep zo optimaal mogelijk te faciliteren. Onder Blended Learning verstaat het NTI een mix van onderwijsvormen, die het leerproces van de student op alle vlakken ondersteunt en stimuleert. De mix bestaat uit zelfstudie, een deel contactonderwijs (praktijktrainingen) en onderwijs onder begeleiding via een digitale leeromgeving. De opleiding is ingericht volgens het principe van competentiegericht onderwijs, in lijn met de visie van NTI. Het materiaal, de opdrachten en de praktijktrainingen zijn zo opgezet dat de student het geleerde in integratieve beroepsopdrachten kan toepassen. 3.3 Profiel opleiding De opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening (SJD) heeft een inhoudelijk breed programma met een duidelijk juridisch profiel. De opleiding beoogt hiermee studenten op te leiden tot startbekwame professionals die gekwalificeerd zijn voor het ondersteunen van cliënten en organisaties bij sociaal juridische problematiek. De afgestudeerde zal daarbij functies vervullen van adviseur, trajectbegeleider of regisseur. Binnen het hbo zijn er reeds zeven opleidingen op dit gebied. In het werkveld wordt steeds meer gewerkt met dienstverlening op afstand. De opleiding heeft daarom competenties op het gebied van digitale communicatievaardigheden in het programma opgenomen. Zij profileert zich door de focus op schulphulpverlening en e-dienstverlening. pagina 6

De opleiding richt zich op het verwerven van de volgende competenties, die samenhangen met de rollen die een SJD er in de beroepspraktijk zal gaan vervullen. De competenties zijn ontleend aan het landelijk vastgesteld competentieprofiel Sociaal Juridische Dienstverlener (februari 2008). 1. Analyseren van (juridische) vraagstukken 2. Functioneren als (juridische) professional 3.Adviseren en begeleiden 4.Verlenen van (juridische) diensten 5. Genereren van oplossingen op maat De SJD er is in staat juridische of juridisch georiënteerde vragen en problemen van cliënten te behandelen en op basis daarvan een plan van aanpak te maken. De SJD er is in staat verschillende posities en rollen in te nemen en daarin te functioneren. De SJD er is in staat aan de kant van de cliënt te staan, maar ook aan de kant van de organisatie of de wet. De SJD er kan daar zorgvuldig in opereren in die zin dat steeds de belangen van cliënt, organisatie en wetgeving in onderlinge samenhang worden beschouwd. De SJD er is in staat zich te bedienen van verschillende werkwijzen bij de behandeling van juridische of juridisch georiënteerde vragen en problemen. In relevante gevallen kan een cliënt worden bijgestaan bij procedures. In het bijzonder is de SJD er in staat bij geschillen en conflicten gebruik te maken van methodieken om te komen tot oplossing van het geschil of conflict in de prejuridische fase. De SJD er is in staat diensten te verlenen zodanig dat de cliënt in de gelegenheid is of wordt gesteld zelf de kwestie af te handelen en eventuele nieuwe (vergelijkbare) kwesties het hoofd te bieden met als doel dat de cliënt zich daardoor beter kan handhaven in de samenleving. De SJD er is in staat de discretionaire ruimte te benutten om - binnen de gegeven kaders van de organisatie en mogelijkheden van wet- en regelgeving - oplossingen op maat te realiseren. 6. Ontwikkelen van beleid De SJD er is in staat de effecten van beleid- en weten regelgeving te signaleren en/of te onderzoeken en is in staat op basis daarvan op beleidsmatig niveau een bijdrage leveren aan de organisatie en/of de samenleving ter verbetering van de regelgeving. 7. Sociaal en communicatieve vaardigheden De SJD er beschikt over uitstekende sociale en communicatieve competenties. Hij is in staat om in een (juridische) beroepsomgeving samen te werken en mee te denken over de doelen en inrichting van de organisatie. De SJD er kan intern en extern communiceren op alle niveaus. 8. Zelfsturing De SJD er beschikt over de juiste zelfsturende competenties en heeft een adequate beroepshouding. De SJD er kent het belang van pagina 7

methodisch werken zowel voor de eigen (beroeps)ontwikkeling als voor het verder uitbouwen van praktijkgericht (evidence based) ontwikkelen van een instrumentarium voor het werkveld van de Sociaal Juridische Dienstverlening. Het programma beslaat 240 EC en bestaat uit de volgende themablokken en modules: JAAR 1 Themablok Beroepsoriëntatie SJD 24 EC 1 Studie- en Beroepenoriëntatie 1 2 2 Inleiding Sociaal-Juridische Dienstverlening 1 6 3 Inleiding Methodisch Werken 1 6 4 Politiek-maatschappelijke ontwikkelingen 2 6 5 Juridisch Schrijven 1 2 6 Inleiding Sociaal Juridische Gespreksvoering 1 2 Themablok Juridische Oriëntatie 22 EC 7 Inleiding Recht 1 4 8 Juridische Vaardigheden 1 2 9 Privaatrecht 2 6 10 Inleiding Bestuursrecht 1 4 11 Rechtssociologie 2 4 Integratieve beroepsopdracht Juridische Oriëntatie 2 2 Themablok Sociale Dienstverlening 14 EC 12 Psychologie voor SJD 2 4 13 Multiproblematiek 2 4 14 Inleiding e-dienstverlening 1 4 Integratieve beroepsopdracht Sociale Dienstverlening 1 2 JAAR 2 Themablok Juridische Verdieping 24 EC 15 Bestuursprocesrecht 2 4 16 Straf(proces)recht 2 4 17 Europees recht en Verdragen(recht) 2 6 18 Arbeidsrecht en Sociale zekerheidsrecht 2 4 19 Insolventierecht 2 4 Integratieve beroepsopdracht Juridische Verdieping 2 2 Themablok Regie voeren en houden 18 EC 20 Casemanagement 2 4 21 Projectmatig werken 2 4 22 Juridische Advisering 2 4 23 Hulpverlening in gedwongen kader 2 4 Integratieve beroepsopdracht Regie voeren en 2 2 houden Themablok Financiële Dienstverlening 18 EC 24 Financiële basiskennis en Inkomensondersteuning 2 6 25 Belastingrecht 2 4 pagina 8

26 Inleiding Schuldhulpverlening 1 4 27 e-dienstverlening 2 2 Integratieve beroepsopdracht Financiële Dienstverlening 2 2 JAAR 3 Themablok Juridische Verdieping II 18 EC 28 Huurrecht 2 4 29 Jeugdrecht, personen- en familierecht 2 4 30 Criminologie 2 4 31 Effectief Beleid 2 4 Integratieve beroepsopdracht Juridische Verdieping 2 2 II Themablok Verdieping Sociale Dienstverlening 18 EC 31 Methoden van Onderzoek 2 6 32 Methodisch Werken II 3 6 33 Conflicthantering en Mediation 2 4 Integratieve beroepsopdracht Verdieping Sociale 2 2 Dienstverlening Themablok Verdieping Schuldhulpverlening en e- 24 EC Dienstverlening 34 Schuldenpreventie 2 4 35 Verdieping Schuldhulpverlening 3 4 36 Methode van het Online behandelen 3 6 37 Taakgerichte Hulpverlening 3 6 38 Sociaal-Juridische Gespreksvoering 2 2 Integratieve beroepsopdracht Verdieping Schuldhulpverlening en e-dienstverlening 3 2 JAAR 4 39 Werkervaring/stage 3 30 40 Afstudeerproject 3 30 pagina 9

4 Opleidingsbeoordeling Van toepassing is het Beoordelingskader voor de uitgebreide Toets nieuwe opleiding van de NVAO (Stcrt. 2010, nr 21325). Het kader wordt gebruikt als de instelling niet beschikt over een positief oordeel over de instellingstoets kwaliteitszorg. De beoordeling is gericht op zeven vragen: 1. Wat beoogt de opleiding? 2. Met welk programma? 3. Met welk personeel? 4. Met welke voorzieningen? 5. Hoe wordt de kwaliteit geborgd? 6. Hoe wil de opleiding dit toetsen? 7. Zijn er voldoende financiële middelen? Deze zeven vragen zijn vertaald in zeven onderwerpen en 16 standaarden. Over de standaarden geeft het visitatiepanel een gemotiveerd oordeel op een tweepuntsschaal: onvoldoende of voldoende. Vervolgens geeft het panel een gemotiveerd eindoordeel over de kwaliteit van de opleiding als geheel, ook op de tweepuntsschaal. Bij de beoordeling worden de volgende definities gehanteerd. Deze definities hebben zowel betrekking op de scores van de standaarden als op de scores van de opleiding in totaal. Basiskwaliteit De kwaliteit die in internationaal perspectief redelijkerwijs verwacht mag worden van een bachelor- of masteropleiding binnen het hoger onderwijs. Onvoldoende De opleiding voldoet niet aan de basiskwaliteit. Voldoende De opleiding voldoet aan de basiskwaliteit. Indien een opleiding niet volledig nieuw is of omgevormd wordt, worden bij de oordeelsvorming ook de gerealiseerde eindkwalificaties betrokken. 4.1 Beoogde eindkwalificaties 4.1.1 Standaard 1 De beoogde eindkwalificaties van de opleiding zijn wat betreft inhoud, niveau en oriëntatie geconcretiseerd en voldoen aan internationale eisen. De opleiding heeft de eindkwalificaties geformuleerd in termen van de competenties die hierboven, in paragraaf 3.3, zijn beschreven. De eindkwalificaties zijn ontleend aan de domeincompetenties Bachelor Laws (december 2005), het landelijk competentieprofiel Sociaal Juridische Dienstverlener (februari 2008) en de Body of Knowledge & Skills Law (juni 2008). In overleg met het werkveld heeft de opleiding bij het uitwerken van de landelijke profielen ervoor gekozen de competenties te koppelen aan de rollen die een afgestudeerde gaat vervullen, te weten: (1) belangenbehartiger, (2) wetsuitvoerder, (3) pagina 10

toetser/beoordelaar, (4) onderhandelaar en (5) mediator. De opleiding herkent dat de toenemende complexiteit van wet- en regelgeving, multiproblematiek van de cliënten, ketenproblematiek en de interdependentie tussen betrokken instanties in het werkveld vragen om professionals die juridisch (georiënteerde) vragen en problemen van cliënten kunnen behandelen. Daarnaast moeten zij in staat zijn sociale, maatschappelijke, culturele, persoonlijke en financiële omstandigheden in de aanpak op te kunnen nemen. Bij de uitwerking van het profiel van de opleiding is de nadruk gelegd op schuldhulpverlening en e- dienstverlening. De opleiding heeft de eindkwalificaties vergeleken met de omschrijvingen van het niveau van bachelor in de Dublin descriptoren en de leerdoelen, de vakliteratuur en de toetsing hierop afgestemd. Deze vergelijking is in een overzicht geëxpliciteerd. Tevens heeft de opleiding de beheersingsniveaus voor alle competenties per module vastgesteld en daaraan ook uitvoeringstaken gekoppeld. De borging van het niveau vindt plaats door de examencommissie, door docenten, die nieuwe trends in het vakgebied signaleren, en door de beroepenveldcommissie. Bij het opstellen van het opleidingsprofiel heeft de opleiding zich laten adviseren door vertegenwoordigers uit het werkveld. Resultaat daarvan is dat de opleiding zich richt op drie functiegroepen, te weten: adviseur, trajectbegeleider en regisseur. Deze functies omvatten meerdere van de rollen die aan de basis liggen van het competentieprofiel van de opleiding. De opleiding heeft haar profiel en programma vergeleken met andere opleidingen in Sociaal Juridische Dienstverlening aan Nederlandse hogescholen en stelt dat de focus op schuldhulpverlening en e-dienstverlening een onderscheidend profielkenmerk is. Zij heeft tevens gekeken naar de manier waarop andere hogescholen de internationale oriëntatie van hun opleiding definiëren. Aan de hand daarvan stelt de opleiding dat in het domein Law een internationale vergelijking slechts beperkt mogelijk is omdat buitenlandse rechtssystemen verschillen. Overwegingen Het panel stelt vast dat de eindkwalificaties voldoen aan de eisen die aan afgestudeerden in het werkveld worden gesteld. Het waardeert de betrokkenheid van vertegenwoordigers van het werkveld bij het opstellen van de doelstellingen en bij de doorlopende borging van de aansluiting op ontwikkelingen in het beroepenveld. Mede op advies van het werkveld is gekozen voor een focus op schuldhulpverlening en e-dienstverlening en minder op het opstellen en uitvoeren van beleid. Het panel meent dat de eindkwalificaties ambitieus zijn: de afgestudeerde moet zowel goede juridische kennis en inzicht hebben als vaardigheden op het gebied van sociaal werk en begeleiding. Deze ambitie strookt met de wensen van het werkveld. Het panel concludeert dat de eindkwalificaties van de opleiding goed aansluiten bij de visie van het beroepenveld en dat de opleiding afgestudeerden adequaat voorbereidt voor de arbeidsmarkt. Het panel stelt vast de afstemming van het niveau van de eindkwalificaties op de Dublindescriptoren voldoende is en dat het niveau ervan overeenkomt met dat wat van een bachelor kan worden verwacht. Het acht het te behalen niveau ten aanzien van praktische vaardigheden een ambitieuze doelstelling. pagina 11

Het panel stelt vast dat de internationale afstemming van de eindkwalificaties meer aandacht behoeft. Het is duidelijk welke keuze de opleiding hierin gemaakt heeft, maar het panel meent dat een hbo bachelor zich ook elders in Europa moet kunnen kwalificeren voor de arbeidsmarkt. Het beveelt de opleiding aan, naast de specifiek aan het rechtssysteem gekoppelde kwalificaties, ook de toenemende internationalisering van het werkveld in het oog te houden. Het panel heeft in gesprekken met het opleidingsmanagement en met het werkveld geconstateerd dat toegepast onderzoek zeer beperkt opgenomen is in de eindkwalificaties. Het panel ziet wel dat er aandacht wordt besteed aan methodisch en evidence based werken, maar beveelt de opleiding aan toegepast onderzoek specifiek op te nemen in de eindkwalificaties. 4.2 Programma 4.2.1 Standaard 2 De oriëntatie van het programma waarborgt de ontwikkeling van vaardigheden op het gebied van wetenschappelijk onderzoek en/of de beroepspraktijk. Bij de ontwikkeling van het programma heeft een curriculumcommissie van docenten uit de praktijk kennis genomen van bestaande onderwijskaders, onderwijsprogramma s in andere opleidingen en vakliteratuur. Verder heeft een beroepenveldcommissie actief meegewerkt aan het ontwerp van de opleiding en de keuze voor een specifieke inkleuring. Verdere aanpassing en verbetering zal plaatsvinden in afstemming met het beroepenveld. Binnen het in het domein geldende profiel heeft de opleiding een eigen accent op schuldhulpverlening en e-dienstverlening weten te realiseren. De opleiding hanteert een matrix waarin de competenties worden gekoppeld aan modules in het programma en aan de toetsing. Het programma besteedt de meeste aandacht aan de competenties Functioneren als juridisch professional, Adviseren en begeleiden en Verlenen van (juridische) diensten. De opleiding is vormgeven in drie pijlers, gerelateerd aan de functieprofielen die relevant zijn voor SJD ers. Overwegingen Het panel stelt vast dat in het informatiedossier deze standaard niet altijd helder beschreven is, mede vanwege overlap in de beschrijving met teksten ten aanzien van de doelstellingen (standaard 1). Tijdens het locatiebezoek heeft het panel met de docenten en de vertegenwoordigers van het werkveld uitvoering van gedachten gewisseld over de beroepsgerichte vaardigheden. Daarbij heeft het panel vastgesteld dat het beroepenveld nauw betrokken is geweest bij de keuze voor het profiel van de opleiding en het accent op schuldhulpverlening en e-dienstverlening en dat de gekozen oriëntatie van het programma goed bewust en consequent is doorgevoerd. De vertegenwoordigers van het beroepenveld stond een programma voor ogen dat het midden houdt tussen sociale dienstverlening en formele juridische bijstand. Zij gaven desgevraagd aan het panel aan dat de keuze voor een stevige juridische basis in het programma leidde tot minder ruimte voor zaken ethiek, sociologie en de op multiproblematiek gerichte psychologie, zaken die zij ook van belang achten. pagina 12

Het panel stelt vast dat in het programma relatief weinig aandacht is voor de verwerving van vaardigheden gericht op toegepast onderzoek. Het adviseert de opleiding dit aspect te versterken, bijvoorbeeld door een lector op het vakgebied in de beroepenveldcommissie op te nemen of samen te werken met een lector van een andere hogeschool uit het vakgebied. Het panel acht de beroepenveldcommissie inhoudelijk stevig maar enigszins smal van samenstelling. Naar de mening van het panel zou de commissie ook oog moeten hebben voor andere perspectieven op het vakgebied dan de eigen professionele invalshoek. De hierboven opgenomen aanbevelingen staan niet in de weg van een oordeel voldoende. Op grond van de gesprekken met het management en de beroepenveldcommissie heeft het panel vertrouwen dat de opleiding gereed is om te beginnen en dat het NTI de aanbevelingen bij de verdere ontwikkeling van het programma zal opvolgen. 4.2.2 Standaard 3 De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheid om de beoogde eindkwalificaties te bereiken. Het programma is opgebouwd rond drie pijlers : Advisering; Regie Voeren en Trajectbegeleiding. Op deze manier is de relatie gelegd tussen het programma en de eindkwalificaties van de opleiding. Per studiejaar zijn blokken gedefinieerd en inhoudelijke, voor de pijlers relevante thema s geïdentificeerd, die gerangschikt zijn op grond van de beoogde beheersingsniveau s. Per themablok zijn de drie pijlers herkenbaar en zijn ook de vijf rollen ingebracht waarvoor de opleiding studenten toerust: Belangenbehartiger; Wetsuitvoerder; Toetser/beoordelaar; Onderhandelaar; Mediator. Zo is de geleidelijke opbouw naar het gewenste eindniveau in het programma vormgegeven. Onderscheiden leerlijnen zorgen voor horizontale samenhang tussen de modules. Verticale samenhang is gewaarborgd doordat in ieder themablok de modules gerelateerd zijn aan de drie pijlers of de vijf rollen. De integratieve beroepsopdrachten die elk themablok afsluiten vormen een zo realistisch mogelijke learning outcome. In de aanvullende informatie die het panel heeft ingezien zijn enkele voorbeelden opgenomen van dergelijke opdrachten. Voor de modules zijn modulewijzers gemaakt, waarin de leerdoelen, de didactiek en werkwijze en de toetsing aan bod komen. De opleiding hanteert actuele literatuur. Deels zijn dit handboeken uit het juridische domein en dat van de sociaal-psychologische dienstverlening, deels syllabi die door de docenten zijn samengesteld en regelmatig worden geactualiseerd. Tevens staan studenten via Fronter een groot aantal bronnen ter beschikking. Overwegingen Het panel had moeite om op grond van het dossier een goed beeld te krijgen van de functionaliteit van de concepten pijlers, rollen en themablokken, maar in de gesprekken met de curriculumcommissie en de docenten bleek dat de betrokkenen goed uit de voeten kunnen met de gehanteerde begrippen. Zij geven aan dat de pijlers zijn afgeleid van de functies in het beroepenveld en een paraplu vormen waaronder de rollen vallen. pagina 13

Het panel acht de gebruikte literatuur relevant en van goede kwaliteit. Het waardeert de manier waarop de docenten en de beroepenveldcommissie materiaal aandragen of zelf ontwikkelen, waarmee de kennisbasis van de opleiding up-to-date wordt gehouden. Het panel is van mening dat het programma zoals nu opgesteld, voldoende toeleidt naar de eindkwalificaties, al heeft het wel zorgen over de geringe ruimte in het programma voor verwerving en training van vaardigheden op het gebied van juridisch schrijven en het begeleiden van cliënten. Dit zijn belangrijke praktische vaardigheden in de beroepssituatie. Gezien de intensieve en snelle feedback op huiswerkopdrachten en toetsen heeft het panel vertrouwen dat de docenten adequaat zullen reageren als blijkt dat studenten tekortschieten ten aanzien van de vaardigheden. De opleiding dient in dat geval aanvullend onderwijs aan te bieden. Op grond van dit vertrouwen beoordeelt het panel dat de opleiding aan de vereisten van deze standaard voldoet. 4.2.3 Standaard 4 De vormgeving van het programma zet aan tot studeren en biedt studenten de mogelijkheid om de beoogde eindkwalificaties te bereiken. Het programma is opgebouwd uit modules die elk een duidelijk leerdoel hebben. Door meerdere modules te doorlopen worden competenties op het gewenste niveau ontwikkeld. Aan elk themablok is minimaal één praktijktraining verbonden, bestaand uit een programma van een dag, afgesloten met een beoordeling. Prominent in het didactisch concept van de opleiding is het Blended Learning. De opleiding omschrijft dit als de combinatie van zelfstudie, contactonderwijs en e-learning via de digitale leeromgeving Fronter, die ook het medium is voor contacten van studenten met docenten en medestudenten. De modules worden afzonderlijk getoetst. Daarnaast krijgen studenten binnen een vaste termijn feedback op ingezonden huiswerk. De opleidingscoördinator houdt strak toezicht op de nakijk- en feedbacktermijnen van docenten. Studenten kunnen ook zelf oefenen door middel van aanvullende zelfstudieopdrachten. Tijdens de stage werken studenten twee beroepsopdrachten uit, in aanvulling op de stageopdracht. Studenten kunnen op elk moment starten met hun studie en de planning hiervan tot op zekere hoogte zelf bepalen. Overwegingen Het panel constateert dat het concept van Blended Learning vrij mager is ingevuld. De functionaliteit van de digitale leeromgeving bestaat voornamelijk uit het faciliteren van de communicatie tussen docent en student. Daarmee hanteert de opleiding eigenlijk een vrij traditioneel concept van onderwijs op afstand, dat geen gebruik maakt van meer geavanceerde digitale mogelijkheden als het gebruik van sociale functies voor leren, het volgen van opgenomen colleges, of interactief live contact met docenten of andere studenten. Een creatiever gebruik van dit middel zou het concept van afstandsonderwijs beter ondersteunen. Het panel heeft uit gesprekken met de studenten de indruk dat het onderwijsconcept wel aansluit bij de verwachtingen van de doelgroep. De digitale leeromgeving functioneert adequaat. Het panel vraagt zich af in het gekozen concept het vaardighedenonderwijs afdoende is ingevuld. Het zou graag zien dat het programma meer praktijktrainingen zou omvatten en via Fronter digitaal worden ondersteund om de effectiviteit ervan te vergroten. pagina 14

Het panel waardeert de tijdige feedback op huiswerk en is ervan overtuigd dat dit studenten stimuleert tot studeren en de docenten voldoende inzicht geeft in hun vorderingen. Dit alles overwegende stelt het panel vast dat de opleiding voldoet aan de vereisten voor dit facet. 4.2.4 Standaard 5 Het programma sluit aan bij de kwalificaties van de instromende studenten. De opleiding richt zich primair op werkende mensen die zich verder willen ontwikkelen in de sociaal- juridische dienstverlening, hetzij vanuit hun huidige werkveld dan wel als carrièreswitch. De opleiding hanteert de wettelijke eisen voor toelating tot een hbobacheloropleiding en biedt studenten de mogelijkheid via de eigen 21+ toelatingstoets in te stromen. De doelgroep bestaat uit mensen die in het verleden gestopt zijn met een dagopleiding of na een aantal jaren werken alsnog een beroepsopleiding op hbo-niveau willen afronden. Aankomende studenten kunnen in een intake gesprek met studieadviseurs toetsen of zij de opleiding aankunnen. De opleiding stelt dat studenten die in het betreffende veld werken tijdens de beroepspraktijk leren. Bij een 40-urige werkweek zouden zij één werkdag kunnen aanmerken als toepassing van de behandelde stof. Studenten met een baan in het werkveld kunnen vrijstelling vragen van de stage als zij relevante ervaring kunnen aantonen. Verzoeken hiervoor worden door de stagevrijstellingscommissie behandeld. Overwegingen Het panel constateert dat de opleiding een duidelijk beeld heeft van de beoogde doelgroep en dat het programma aansluit bij het verwachte instroomniveau. Het panel stelt vast dat studenten die werken in het beroepenveld van de opleiding een veel betere uitgangspositie hebben dan zij die niet in het veld werkzaam zijn. Deze studenten vinden bijvoorbeeld gemakkelijker een stageplek. In de gesprekken is dit ook door de opleiding bevestigd. Dit heeft gevolgen voor de studeerbaarheid van de opleiding. Uit gesprekken met de studieadviseurs werd het panel duidelijk dat de opleiding de slaagkansen van kandidaten betrouwbaar inschat. Zij kijkt daarbij niet alleen naar de formele instroomeisen maar ook naar de omstandigheden waaronder de student moet leren. Aankomende studenten zonder ervaring in het hoger onderwijs of relevante werkervaring wordt eerlijk aangegeven wat de opleiding vergt. Het panel waardeert het dat NTI daarbij vooral het belang van de student in het oog houdt en niet het werven van studenten voorop stelt. 4.2.5 Standaard 6 Het programma is studeerbaar. De opleiding biedt de mogelijkheid het gehele jaar door in te stromen en te studeren met behulp van de studieondersteunende voorzieningen, al zijn er wel beperkingen in de vorm van eisen ten aanzien van de volgtijdelijkheid van vakken. Het aantal toetsmomenten is gespreid over het jaar. Voor het beginnen aan de stage is een bepaalde studievoortgang vereist. pagina 15

De student heeft beperkte contactmomenten, gemiddeld 16,5% van de studietijd. De communicatie met docenten verloopt hoofdzakelijk via de digitale leeromgeving. De opleiding kent in totaal 1108 contacturen voor de vier jaren van het programma. De opleiding stelt dat dit equivalent is aan 6,5 contacturen bij een reguliere opleiding die 42 weken onderwijs kent. De opleiding gaat ervan uit dat studenten zowel in de opleiding als in de praktijksituatie van hun eigen beroep leren (concurrency) en daarmee 25% van de zelfstudie-uren onder werktijd realiseren. Vanuit dat perspectief gaat de opleiding uit van een gemiddelde studielast van 33 uur per week, opgedeeld in 22,5 zelfstudie-uren, 2 contacturen, 8,5 uur en leren en praktijktraining op het werk. Voor een student zonder relevant werk is dat 30 uur zelfstudie en 3 contacturen per week. De opleiding meent dat de studie een zware belasting is voor iemand met een fulltime-baan. Zij schat in dat een deel van de studenten de doorlooptijd van vier studiejaren daarom niet zullen halen. De opleiding biedt studieloopbaanbegeleiding aan en monitort de studeerbaarheid in een studenttevredenheidsonderzoek. Zij adviseert studenten die een achterstand hebben opgelopen over time-management en studievaardigheden. De opleiding heeft ook een beleid ten aanzien van studeren met een functiebeperking. NTI biedt de mogelijkheid aan studenten na vier jaar inschrijving zonder extra kosten door te studeren om de opleiding af te maken als dat niet binnen vier jaar lukt. Overwegingen Het panel stelt vast dat de opleiding bij de opgaaf van het aantal uren dat aan de studie moet worden besteed (24 uur) uitgaat van de situatie dat iemand een deel van studie in het eigen werk kan doen. Het panel is ervan overtuigd dat dit een reële inschatting is en dat de opleiding onder deze condities studeerbaar is. Voor studenten die volledig op zelfstudie aan gewezen zijn is het veel zwaarder om de studie binnen vier jaar af te ronden. Het geringe contact met docenten is daarbij een obstakel. Het panel maakt uit gesprekken met de studiebegeleiding op dat er periodiek contact is met studenten om de voortgang te monitoren en advies te geven over tijdsbesteding en studievaardigheden. Toch vraagt het panel zich af hoe effectief deze begeleiding is om studenten bij te staan die moeite hebben met de voortgang, zeker voor diegene die niet in de praktijk van hun eigen werk leren. Uit het gesprek met de mentor blijkt dat de doelgroep zich bewust is van het tijdsbeslag van de studie en hierop inspeelt. De opleiding monitort de studeerbaarheid actief en geeft hiervoor heldere voorlichting. Het panel heeft vastgesteld dat er een adequate regeling is voor studenten met een functiebeperking. 4.2.6 Standaard 7 De opleiding voldoet aan wettelijke eisen met betrekking tot de omvang en de duur van het programma. Het programma omvat 240 ECTS en voldoet daarmee aan wettelijke eisen. Overwegingen Het panel stelt vast dat de omvang van de opleiding op 240 ECTS is vastgesteld en dat het concurrency principe alleen betrekking heeft op de studietijd die tijdens het werk in de pagina 16

praktijk kan worden gedaan. Hiervoor worden geen vrijstellingen voor studiepunten gegeven. 4.3 Personeel 4.3.1 Standaard 8 De opleiding beschikt over een doeltreffend personeelsbeleid. De opleiding wordt grotendeels verzorgd door docenten die als freelancer voor NTI werken. Ook de hoofddocent is een freelance medewerker. Het bedrijf heeft een aantal vaste medewerkers in dienst voor de coördinatie, studiebegeleiding en voor ondersteuning van het onderwijs. In functieprofielen is een algemene taakomschrijving van de docenten vastgelegd. Met vast personeel worden regelmatig functionerings- en beoordelingsgesprekken gevoerd. De freelance medewerkers worden geworven door de afdeling HBO unit. Zij hebben (post-)hbo/wo-niveau met actuele en relevante werkervaring in de beroepspraktijk. In de docentenprofielen is de vereiste inhoudelijke kennis en ervaring vastgelegd. De docenten worden in verschillende rollen ingezet, die van hoofddocent, vakdocent, praktijkdocent en stage- en scriptieadviseur. Voor deze rollen zijn functiekaarten ontwikkeld. Docenten worden getraind in het gebruik van de digitale leeromgeving, praktijktrainingen en stage- en scriptiebeoordeling. Tweemaal per jaar vindt een docentenoverleg plaats, waarin ook aandacht wordt besteed aan onderwijskundige scholing. Tevens wordt jaarlijks een docenttevredenheidsonderzoek afgenomen. Het functioneren van docenten wordt eenmaal per jaar besproken aan de hand van evaluaties in een breed overleg waarbij ook de afdeling Kwaliteitszorg, de opleidingscoördinator, de hoofddocenten en de Business unit Manager aanwezig zijn. Als de beoordeling daar aanleiding toegeeft wordt met individuele docenten gesproken. Bij slecht functioneren kan de opleiding de samenwerking met docenten beëindigen. Overwegingen Meer dan uit de documentatie, kreeg het panel uit de gesprekken met docenten en het opleidingsmanagement een goed beeld van het personeelsbeleid. Op grond daarvan stelt het panel vast dat NTI goede randvoorwaarden biedt voor de inzet van de freelance docenten. Het panel stelt vast dat de docenten regelmatig training volgen, o.a. in het maken van toetsen of het werken met de digitale leeromgeving. Ook constateert het panel dat bij het beoordelen van het functioneren van docenten niet alleen naar de studentevaluaties gekeken wordt. Zo wordt voorkomen dat docenten zich niet vrij voelen om streng te zijn in hun beoordelingen van het werk van studenten. Het viel het panel op dat de docenten als freelancers een hoge mate van eigen verantwoordelijkheid voelen voor de kwaliteit van hun onderwijs. pagina 17

4.3.2 Standaard 9 Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. De opleiding wordt verzorgd door docenten met verschillende kwalificaties en werkervaring, die passen bij het onderwijs dat zij verzorgen. Het merendeel van de docenten functioneert op masterniveau, hetgeen niet altijd wil zeggen dat zij binnen het domein van Sociaal Juridische Dienstverlening een opleiding op hbo- of wo-master hebben behaald. Slechts één van de docenten is gepromoveerd, maar in een richting die slechts zijdelings verband houdt met de opleiding. In het document Docentenbeleid zijn de afspraken rond scholing van docenten vastgelegd. De inhoudelijke specifieke professionalisering is de verantwoordelijkheid van de individuele docent. NTI biedt tweemaal per jaar bijscholing aan voor het bijhouden van didactische vorming van docenten. Voor de meeste docenten gelden langdurige contracten (langer dan drie jaar). De mate van competentie wordt onder meer beoordeeld aan de hand van studentevaluaties. Overwegingen Het panel stelt vast dat de docenten gekwalificeerd zijn voor hun aandeel in de opleiding en aantoonbaar ervaring hebben met afstandsonderwijs en de kenmerken van de beoogde studenten. Het panel constateert dat de docenten zelf hun vakkennis en scholing bijhouden. Zij zien zichzelf als ondernemers op dat terrein en vinden het normaal dat zij de kwaliteit van hun product zelf op peil houden. Het panel is onder de indruk van de betrokkenheid van de docenten bij de opleiding. De freelance status past bij hun professionele houding, van waaruit zij zich verantwoordelijk voelen voor een goed resultaat voor de studenten. Zij houden zich aan termijnen voor feedback en ontwikkelen zelf extra materiaal voor de opleiding. Hoewel de docenten elementen van onderzoek in hun onderwijs opnemen, nemen zij hier niet zelf actief aan deel en ontwikkelen zij niet hun eigen onderzoekscompetenties. NTI heeft hier ook geen beleid voor. Het panel beveelt de opleiding aan de aandacht voor onderzoek te vergroten en de docenten hierbij te betrekken binnen de vergoede tijd voor het voorbereiden van onderwijs. Dit kan de vorm krijgen van het koppelen van docenten aan kenniskringen van lectoraten of door het opzetten van praktijkgericht onderzoek. 4.3.3Standaard 10 De omvang van het personeel is toereikend voor de realisatie van het programma. De docenten vervullen verschillende rollen in de opleiding. De hoofddocent stuurt de opleiding aan, is inhoudelijk adviseur en aanspreekpunt voor de docenten en werkt nauw samen met de opleidingscoördinator. Voor het ontwikkelen van SJD is een projectleider aangesteld. De huidige staf volstaat om de ontwikkeling van de opleiding te verzorgen en de eerste instroom te hanteren. Daarna zal de opleiding meer docenten aantrekken. De werkdruk kan voor docenten verschillen per periode. De docenten zijn aanspreekbaar via de digitale leeromgeving. Het totale docententeam bestaat uit 10 docenten (1,6 fte), inclusief de hoofddocent, voor 60 studenten. Er zijn afspraken over de inzet van uren. De opleiding meent dat de ondersteuning door studieadviseurs en mentoren voldoende is. pagina 18

Overwegingen Het panel stelt op grond van de documentatie en de gesprekken met docenten vast dat de beschikbare staf voldoende is voor de startfase van de opleiding. Ook constateert zij dat de flexibiliteit in de aanstelling van de freelance docenten opschaling mogelijk maakt als de opleiding gaat groeien. De docenten geven aan dat zij tevreden zijn met het aantal uren dat zij vergoed krijgen voor het onderwijs, voorbereiding, feedback en toetsing. Het panel stelt vast dat de kwantiteit van de staf adequaat is. 4.4 Voorzieningen 4.4.1Standaard 11 De huisvesting en de materiële voorzieningen zijn toereikend voor de realisatie van het programma. De belangrijkste voorziening voor de opleiding is de digitale leeromgeving. NTI beschikt ook over lokalen voor studieadviesgesprekken en praktijktrainingen. Tevens worden examens afgenomen in de lokalen van NTI en in gecertificeerde faciliteiten elders in het land. NTI is ook buiten kantoortijden telefonisch bereikbaar voor vragen en advies over de studie. Overwegingen Het panel heeft tijdens de beoordeling de beschikking gehad over enkele accounts om zelf met de digitale leeromgeving te kunnen werken, hetgeen de indruk bevestigde dat dit een adequate tool voor communicatie is. Het panel heeft ook gezien dat er in het gebouw van NTI adequate faciliteiten zijn voor training, het afnemen van toetsen en voor gesprekken met studenten. Het panel is van mening dat de digitale leeromgeving inhoudsrijker kan worden ingezet om zo het Blended Learning concept nader aan te kleden. Dat kan door leerinhoud via deze weg ter beschikking te stellen en interactieve werkvormen te faciliteren. Het panel stelt vast dat de materiële voorzieningen adequaat zijn voor de realisatie van het programma. 4.4.2Standaard 12 De studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten bevorderen de studievoortgang en sluiten aan bij de behoefte van studenten. De opleiding heeft mentoren die de hele werkweek beschikbaar zijn voor vragen van studenten. Zij zijn ook buiten kantoortijden beschikbaar. Recentelijk is NTI ertoe overgegaan alle studenten tweemaal per jaar actief te vragen naar hun studievoortgang. Alle contacten met studenten worden vastgelegd in het informatiesysteem zodat de mentoren taken van elkaar kunnen overnemen. De informatievoorziening vindt plaats via de digitale leeromgeving Fronter en via Studentnet+, waarin studenten zich kunnen inschrijven voor tentamens en hun studievoortgang bekijken. Via Fronter kunnen studenten docenten benaderen met vragen over de studiestof. De studieadvisering informeert potentiële studenten over de aansluiting op hun vooropleiding en op de mogelijkheden om de studie deels te combineren met werk. pagina 19

Overwegingen Het panel kon uit de documentatie geen duidelijk beeld krijgen van de effectiviteit van de studiebegeleiding. In de gesprekken met de studieadviseur en de mentor is dat bijgesteld. Het panel waardeert de betrokkenheid van de mentor bij de studenten en zijn zorg voor de studievoortgang. Het panel constateert dat NTI een goed verloop van de studie als kwaliteitskenmerk van het product beschouwt. Het panel meent dat de mentor in het contact met studenten een cruciale rol vervult. Hiervoor is kennis van de opleiding nodig en inzicht in het leergedrag en de werk- en leefsituatie van studenten. De mentor waarmee het panel sprak deed dit werk al langer en had hierdoor veel ervaring opgebouwd. Het verbaast het panel dat NTI de functie van mentor meer als een start- en leerfunctie ziet met een vrij lage inschaling. Hierdoor is er een groot verloop onder mentoren, die van daaruit naar andere functies in het bedrijf doorstromen. Het adviseert het profiel van de functie te heroverwegen in het licht van de genoemde verantwoordelijkheden. Het panel constateert dat het mentoraat door studenten gewaardeerd wordt. 4.5 Kwaliteitszorg 4.5.1Standaard 13 De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen. NTI hanteert een cyclisch kwaliteitszorgsysteem waarin het naast het onderwijs ook de realisatie van de kwaliteitambities van de organisaties monitort. Tevens hanteert het instituut een ISO-certificering voor interne en externe kwaliteitsbeoordeling. Alle betrokkenen bij de opleidingen worden regelmatig bevraagd en er is een planmatig verbeterbeleid op basis van streefcijfers. Het College van bestuur heeft strategische doelstellingen geformuleerd, waarbij bijvoorbeeld een studenttevredenheid hoger dan 7.5 (op een tienpuntsschaal) als ambitie geldt. Streefwaarde voor het aantal actieve studenten is 50%. Ook wordt er een streefwaarde voor de tevredenheid van het werkveld gehanteerd. Voor de opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening zal periodiek het onderwijs worden geëvalueerd. Daarnaast is er het jaarlijks Studenttevredenheidsonderzoek onder alle studenten van NTI, waarvoor een respons van 25% wordt nagestreefd. Kwalitatieve evaluatiegegevens worden besproken in bijeenkomsten van de studentenraad, die twee maal per jaar bijeenkomt. Er is ook een jaarlijks docenttevredenheidsonderzoek. Via de beroepenveldcommissies wordt het programma en de aansluiting op het werkveld geëvalueerd. Deze beoordelen ook het eindniveau door steekproefsgewijs scripties te beoordelen. De curriculumcommissie bewaakt het opleidingsprogramma en evalueert het curriculum. Via een digitale enquête worden alumni betrokken bij de kwaliteitszorg. Ondersteund door de afdeling Kwaliteitszorg en Onderwijsinnovatie stellen de afdelingshoofden de verbeterpunten vast en rapporten elk kwartaal over de verbeteringen aan het management. Overwegingen Het panel stelt vast dat de opleiding goed is ingebed in de bestaande kwaliteitszorgsystemen van de hogeschool en daardoor cyclisch zal worden geëvalueerd en verbeterd. Daarbij worden toetsbare streefdoelen gehanteerd. NTI beschikt over deskundige pagina 20