Normen Spoor-I modules. 1) Modulestructuur

Vergelijkbare documenten
N160vzw MODULENORMEN. 1. Doelstelling

Met de Central Station 3 bevredigt Märklin de meest uiteenlopende behoeften van de modelspoorders. We laten vier voorbeelden zien.

WISSELDECODER. Handleiding

Eenvoudig naar een digitale droommodelbaan

P4Product Informatie Elegant aansluiten bureau inbouwsystemen

Het modulaire tafelsysteem

PRAKTISCHE FICHE / DE VOORBEREIDING Beschikbaar op

Regelen met het Central Station

Railkokersystemen geïntegreerd in installaties

ENERGIE BESPARENDE TL VERLICHTING LED BUIS MONTAGE HANDLEIDING

Terugmeld module in combinatie met andere merken 13. Aansluiten van de meldingangen 14. In gebruik nemen en testen van de terugmeld module 16

Contactrail maken van C-rails.

PDM-8-MB POM (VOEDING OVER MODBUS) Montage & gebruiksvoorschriften

Montagesysteem. E l e k t r i s c h e i n s t a l l a t i e s 650.0XX

Doe Het Zelf handleiding zonnepanelen installatie voor schuin dak

Opmerking: afhankelijk van uw configuratie is de print voorzien van de benodigde componenten.

Handleiding S88N TERUGMELDER

Handleiding ECoSLink Terminal

Verlichting Voor werkblad en bovenkasten METOD

NEDERLANDSE INSTRUCTIES

Voorwoord / veiligheidsaanwijzing 3. Gebruik van de s88-n-16/cd terugmeldingsmodule 4. Aansluitingen s-88-n-16/cd 4

De juiste basis. Voorbeeldgetrouw rijden zorgt voor veel plezier. We laten zien hoe seingedeelten op de modelbaan het beseft kunnen worden ingericht.

Licht en donker. We willen onze verlichting langzaam laten aan en uit gaan. Daartoe hebben we een langzaam aan / langzaam uit - dimmer nodig.

STAP 1 VOORBEREIDING. Bestudeer de tekeningen en deze bevestigings instructies alvorens u begint met de montage! Organiseer uw werkplek.

TAD: Technologische AdviesDienst

Video intercomsysteem

Domotica en communicatie Unica Wireless

MRDIRECT BOOSTER. Handleiding. Werkt met de volgende systemen: Werkt niet met de volgende systemen: Werkt met de volgende protocollen:

Modelspoor en het digitale tijdperk. (Deel IV).

MODEL & TECHNIEK 16 12i_Maerklin Digital_MMint_ _120117_RZ_tg.indd :18

POLITIEVERORDENING. Addendum Veiligheidsmaatregelen bij het gebruik van occasionele installaties voorzien van een fotovoltaïsche zonne-energiesysteem

H-TRONIC pendeltreinautomaat

FMS ontvanger / schakelaar. Verstelbare Smart Klick. Afstandsteun Dubbel. Forest Lubricant. Distributeur:

EASYPLUS PRE DOMOTICA

TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT RUIMTEN VAN ELEKTRISCHE INSTALLATIES Artikel A.R.E.I

DESIGN- EN MONTAGE INSTRUCTIES versie lynes

Elektrische convectoren BMS (standaard) BMT (met timer) BMH (met beugel)

DMDBM22 VERDEELKAST. Montage & gebruiksvoorschriften

Te gebruiken in. Product informatie. Bedieningsmogelijkheden. Profiel. Speciale raamdecoratie

Verlichting Voor werkblad en bovenkasten

Nieuwe generatie Reinigingswagens

GROOTSTE SPOOR 1 BAAN WERELDWIJD Deel 1 REPORTAGE

Installation guide 3-fase railsystems

C A N D E L A.

PAC-LBK-KIT. Installatie beschrijving Gebruikers beschrijving Technische beschrijving

Vaste of mobiele laadrampen: volledig onafhankelijk laden. Laadrampen. Zeer soepel in gebruik. Eenvoudig te verplaatsen. Eenvoudig aandocken.

letta AUTOMATISCH ZIJSCHUIVEND SYSTEEM HANDLEIDING

HANDLEIDING ELEKTRISCHE CONVECTOREN CL CP CH

D-34 1 DVPA + 3 T M-72

SPECIFIEKE TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN VOOR HET AANSLUITEN VAN VASTE PROFESSIONELE INSTALLATIES ZONDER METER

Aansluitvoorbeelden voor de terugmeldmodules RM-88-N en RM-88-N-Opto!

SPECIFIEKE TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN VOOR DE AANSLUITING OP HET LS-DISTRIBUTIENET VAN TIJDELIJKE INSTALLATIES VOOR WERVEN

Een elektrische installatie moet altijd door een erkend organisme worden gekeurd bij :

Digitaal Modelsporen. Inleiding. Jan Boen, Ing, MSc

6.11 UTRECHT / DE HAAR VEENENDAAL

Handleiding KeerPlus3 Keerlusoplossing voor digitale modelspoor

Telecominstallatie binnenin een woning

Aansluitvoorbeelden voor de terugmeldmodules RM-88-N en RM-88-N-Opto!

KS Clipoverschuifglijder Voor bevestiging van de bovenkant van 25/doos de trekstang. Gepoedercoat. Kleuren: 01, 02, 05, 06.

Verbinding Verbindingsmodules Quick Connect Keuzegids energieverdeling Verdelers en verdeelblokken Verbindingsblokken

SOFTLOK en de Multidecoder

Meet-Instructie ritsscreen In de dag. Bestel-zonwering.nl Meetinstructie Ritsscreen in de dag versie

laatste wijziging: Rims melding RIMS Zie 4.5 Datum laatste uitgave 29 oktober 13

2 Plaatsen van de bescherming

Deze handleiding heeft betrekking op de 2HEAT KL Klep en ventiel.

HOOFDSTUK IV. Seinen op bepaalde plaatsen te geven. (Vaste seinen).

EcoSBoost Handleiding. ECoSBoost: booster voor ECoS en Märklin Central Station.

Algemene omschrijving... blz 2. Blokschema... blz 2. Omschrijving van de produkten... blz 3, 4 en 5. Opbouw... blz 5

Opmerking: afhankelijk van uw configuratie is de print voorzien van de benodigde componenten.

Aansluitvoorbeelden:

V280 - Ipanema. Montagehandleiding

Technische voorschriften voor een aftakking van een appartementsgebouw

De GROOTSTE van Limburg op het gebied van vloerverwarming KLEPPEN EN VENTIELEN

Aansluitvoorbeelden voor terugmeldmodules RM-DEC-88 en RM-DEC-88-Opto!

INSTALLATIEHANDLEIDING. zonnepanelen op een schuin pannendak

EisEn aan bouwkasten. in het voorzieningsgebied van EnExis

INSTALLATIEHANDLEIDING ZONNEPANELEN OP EEN SCHUIN PANNENDAK ALUMINIUM DAKHAAK

Installatie & Snelstart Gids BOATraNET

MODEL & TECHNIEK CS3 PRAKTISCH TOEPASSEN / DEEL 4. (Ont-)koppelshow

NEM connectoren en kabelkleuren

Het zelf bouwen van een spiraal.

MEETHANDLEIDING VOOR SHUTTERS DRIEDELIGE ERKER

UBeFlex opslagsysteem

ELEKTRISCHE SLOTEN EV-ML400 ML t f MODELLEN ML400

HSL-Zuid en grensbaanvak Venlo-DL

Bijlage F5 PVR (profiel van vrije ruimte) RandstadRail

Deze omzendbrief is bestemd voor de overheden die over een brandweerkorps beschikken.

AluGrid100 Montageinstructies. Ballasthouder. Moduledrager onder. Doorlopende balken. Verdere benodigde documenten

Algemene. Montagerichtlijnen. Elektrische Bediende. Beveiligingsrolluiken. NCP AMR augustus 2007 versie 1.0

DRIVIATM Innovatie tot uw dienst

ALGEMENE MODULE SPECIFICATIES. Voedingsspanning module V DC (tussen klemmen 11 & 12)

2 Draads videofoon systeem. Drukknop: Gebruikshandleiding

AREI art. 104 vitale stroombanen

I Voor kunststof en houten draaikiepramen

DUMAN US-Module V1.5 2 ste druk Inbouw handleiding. Bedankt voor de aanschaf van de DUMAN US-Light Module V1.5

Verstelbare Smart Klick. Afstandsteun Dubbel. Forest Lubricant. Distributeur: Kleuren: 01 wit, 02 goud, 03 zilver, 05 bruin, 06 zwart

U heeft zowel een AudioCast Zender als een AudioCast Ontvanger nodig om een compleet SoundCast AudioCast systeem te vormen!

Terugmeldingen. Misschien zijn er nog meer detectie mogelijkheden, maar laten we deze maar eens nader bekijken wat de voor- en nadelen zijn!

OPLEIDINGENSTRUCTUUR PODIUMTECHNICUS. Opvolging productie podiumkunsten. Audiovisuele technieken podiumkunsten

Transcriptie:

Normen Spoor-I modules In de tekst hieronder wordt regelmatig gesproken over een project. Een project is een geheel van sporen/modules dat aan één zijde (bv. eindstation) of aan 2 zijden (doorgaande sporen) begrenst is door een genormeerde moduleovergang. Een project dient binnen de hier opgestelde modulenormen gezien te worden als één module, waarbij de eventuele individuele modulebakken niet afzonderlijk te gebruiken zijn. Eventuele moduleovergangen binnen het project dienen niet aan de hier voorgestelde norm te voldoen, zowel qua afmetingen als qua electrische verbindingen, zolang de normen voor het gehele project echter WEL voldaan zijn. In de praktijk kan een project dus bijvoorbeeld zijn: één rechte module van bv. 90 cm (kleinste project) een station, gespreid over 4 modules, waarbij enkel de uiteinden genormeerde moduleovergangen hebben. een enkelsporig bochtproject met boogstraal 2000mm en boog van 90, onderverdeeld in 3 afzonderlijke modules met een boog van 30 Het is dus perfect mogelijk om een reeds bestaand project (van een club of individueel) binnen het moduleproject in te passen door op de plaats waar dit project aan het moduleproject wordt aangekoppeld, te voorzien in een overgangsmodule waarbij van de eigen modulekop wordt overgegaan op de norm-modulekop, en dit zowel qua afmetingen als qua electrische verbinding. 1) Modulestructuur De structuur van de modules is volledig vrij. Er dient uiteraard wel over gewaakt dat de constructie degelijk en haaks is, zodat inplanting in een groter geheel van modules van verschillende origine geen problemen zal opleveren. Het geniet de voorkeur dat de modules tweezijdig kunnen gebruikt worden zodat deze optimaal kunnen worden ingeplant in een grote modulebaan waarbij dus, afhankelijk van de plaatselijke situatie en mogelijkheden het publiek aan de ene of aan de andere kant van de modules zal plaatsnemen. Achterwanden/friezen zijn bij deze modules niet nodig of gewenst. Eventueel mag wel in een eenvoudige verlichtingsstructuur voor de modules voorzien worden, voor zover deze de stabiliteit of de toegankelijkheid van de modules niet nadelig beinvloeden. De afmetingen van de modules zijn ongelimiteerd. Binnen de projecten zijn de moduleovergangen volledig vrij en naar wens van de eigenaar uit te voeren. Enige voorwaarde die gesteld wordt is dat rechte projecten een totale lengte hebben die een veelvoud is van 30cm, dit om te vermijden dat bij inplanting in een groot ovaal moet voorzien worden in aanpasstukjes om het ovaal sluitend te maken.. De modulekoppen die het uiteinde van een project vormen (ongeacht of dit project nu één of meerdere modules behelst) dienen uitsluitend uitgevoerd te worden met modulekoppen zoals ter beschikking gesteld worden op www.ig1.de (Mannheimer kopstukken). Gezien het specifieke gebruik van geleidingspinnen wordt de voorkeur gegeven aan originele lasergesneden kopwanden ipv eigen (na)-gebouwde IG1-kopstukken. Deze kopstukken worden door de coordinator van het spoor-i project in grotere hoeveelheden aangekocht om de kostprijs te drukken.

Er zullen 2 verschillende kopstukken aangeboden worden: dubbelsporige kopwand van 40cm breed (15.60cm hartafstand) (afmetingen in mm, aangepaste afbeelding overgenomen van www.ig1.de) enkelsporige kopwand van 40cm breed (afmetingen in mm, aangepaste afbeelding van www.ig1.de) Het rijvlak (bovenkant spoor) bevindt zich op 92cm boven de vloer. De constructie van poten is volledig vrij en naar wens van de eigenaar. De poten moeten voorzien zijn van een verstelmogelijkheid in de hoogte om oneffenheden in de vloer op te kunnen vangen. Men is vrij in de keuze van onderwerp, decor, tijdperk, seizoen enzovoort. Er zullen wel onderlinge afspraken worden gemaakt zodat niet iedereen met een station of een bochtmodule aan komt dragen. De IG1-modulekoppen zullen centraal gecoordineerd aangekocht worden. Personen die wensen in te stappen in het spoor-i moduleproject zal gevraagd worden dergelijke koppen aan te kopen. Standaard aankoopprijs voor een set van 2 modulekoppen (ongeacht of deze dubbel- of enkelsporig is) is 27.90EUR per paar. Dit is dan ook de minimale financiële inbreng die nodig is om te kunnen deelnemen aan modulebijeenkomst. Er zal bekeken worden om ook voor de stekkerverbinding, vleugelmoerbevestiging en potenconstructie de mogelijkheid te voorzien om gezamenlijk materiaal aan te kopen zodat compatibiliteit tussen verschillende projecten optimaal kan verlopen. Aankoop van dit materiaal kan ook individueel gebeuren indien gewenst. De gecentraliseerde aankoop is enkel een bijkomende service.

2) VERLICHTING EN STROOMVOORZIENING A) Laagspanning Deze normen zijn strikt te volgen. Dit om connectieproblemen bij het opstellen van een modulebaan tot een minimum te beperken! (aangepaste afbeeldingen (vertaling en vereenvoudiging) van www.ig1.de) Let ook op de kleurcodes van de kabels. Voor een enkelsporige module wordt enkel met zwarte draad gewerkt. Bij een dubbelsporige module worden de 2 binnenste rails met rode draad aangesloten. De mannelijke banaanstekkers zitten

voor elk spoor aan de kant van de uitstekende geleidingspin van de modulekop (zie schema s van de bovenaanzichten van de modules hierboven). De blauwe aansluitingen voor stroomvoorziening van wissels, seinen, verlichting ed. zijn volledig optioneel, en zullen in de meeste gevallen niet nodig zijn. Niet toegelaten zijn: 1. electrische verbindingen tussen beide sporen 2. raillassen tussen de modules 3. lusterklemmen, krokodilleklemmen of een andere wijze van verbinding 4. bediening van wissels (en wisseldecoders) of andere toebehoren (verlichting, seinen, ) via de spoorstroomkring. De stroomdoorverbindingen dienen nabij de modulekop te worden bevestigd op een zodanige wijze dat vergissen bij het aansluiten uitgesloten is. Tussen eigen modules mag de stroomvoorziening doorverbonden worden naar wens, waarbij wel zorg wordt gedragen voor de degelijkheid van de verbinding en waarbij, indien het gehele project als één module wordt beschouwd, niet wordt afgeweken van de regels die hierboven zijn opgesomd. Voeding is DCC, maar ENKEL de locomotieven worden hiermee gevoed. Seinen, wissels en dergelijke worden ofwel handbediend, of door een in de module gemonteerde transformator gevoed. Eventuele bediening hiervan dient bij voorkeur zo uitgevoerd dat deze bereikbaar is van beide kanten van de module (afhankelijk van de opstelling) of bijvoorbeeld door middel van een klein mobiel bedieningspaneeltje dat aan de ene of andere kant van de module wordt vastgemaakt. B) Netspanning Indien aan een project een eigen netspanningsaansluiting is voorzien (voor bv. transfo s voor stroomvoorziening van seinen, wissels, verlichting, ) dient deze installatie van een aarding voorzien te zijn en veilig opgebouwd te zijn zodat accidentele aanraking met de netspanning onmogelijk is. Bij voor het publiek toegankelijke tentoonstellingen worden alle elektrische installaties op veiligheid gekeurd, het zou zonde zijn moest een module worden geweigerd omdat aan deze eisen niet is voldaan. 3) Rails Het gebruikte spoormateriaal is dat van Marklin of (ex)-hübner. Dit is het meest courant verkrijgbaar en berijdbaar door alle materieel. de minimumradius voor bochten is 2meter (2000mm). Van deze minimumboogstraal mag worden afgeweken voor zover dit geen beperkingen oplegd voor het gebruikte materieel, indien het betrokken project een doorrijdende beweging toelaat (module of verzameling van modules die aan 2 zijden toegankelijk is), dus geen kopstation of ander eindpunt. Anders geformuleerd: voor modules, die mogelijk in de hoofdbaan van een grote modulebaan worden opgenomen, en waar grote treinen passeren die gevormd zijn uit lange locs en wagen, en die mogelijk gebruik maken van modelkoppelingen, moet althans het hoofdspoor dergelijke passage toelaten, en daarom geen boogstralen bevatten kleiner dan 2000mm.

Eventueel aftakkende sporen (uitwijksporen, aansluitingen, ) mogen gebruik maken van wissels of bochten met een kleinere boogstraal, voor zover deze de passage van aan straalbeperking onderworpen treinen niet hinderen. Het is dus bv. perfect mogelijk een station aan een enkelsporige zijlijn te maken, bestaande uit rechte modules met één centraal (rechtdoor lopend) hoofdspoor, waarvan zijsporen aftakken gebruik makend van krappe wissels (boogstraal 1020mm of 600mm) Aan de IG1-koppen van de modules dient het spoor over minstens 10cm volledig recht en haaks op de modulekop te lopen, of met een boogstraal van minstens 2000mm 4) Forumtreffen Duitsland Indien u met een module wenst deel te nemen aan een van de grote spoor-i moduletreffens in Duitsland (Sinsheim, Heilbronn, ) zijn er nog volgende beperkingen: minimum boogstraal is 3000mm voor doorgaande sporen in de hoofdbaan van de opstelling! Modules met een kleinere boogstraal in de (eigen) hoofdbaan kunnen enkel geplaatst worden in een nevenlijn van de opstelling. De digitale bediening laat geen aansturing van Mfx-locs toe!