Gevolgen gewijzigde UDD-regeling. Zorgvuldig gebruik van antibiotica in de veehouderij

Vergelijkbare documenten
Gevolgen UDD-regeling voor veehouder en dierenarts

Directie Wetgeving en Juridische Zaken. Bezuidenhoutseweg 73 Postbus EK Den Haag. T (algemeen)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Stap 1 van 3. Naam inzender. adres. Naam DAP. Postcode* Algemeen. 1. Bent u van mening dat de UDD-regeling goed uitvoerbaar is*

Stap 1 van 3. Naam inzender. adres. Naam DAP. Postcode* Blankvlees Rosé start Rosé afmest Rosé combinatie

1 9 FEB Ministerie van Economische Zaken. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA 's-gravenhage.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

In artikel 5.5 vervallen het tweede lid alsmede de aanduiding 1. voor het eerste. Na artikel 5.7 worden de volgende artikelen ingevoegd, luidende:

De UDD maatregel. Doel: verminderengevaarhumaanresistentebacteriëndoor verminderen inzet van antibiotica bij dieren

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Bijlage IV Auditprotocol Geborgde Varkensdierenarts. Versie vastgesteld CvB d.d goedgekeurd SGD d.d pagina 1 van 9

OVEREENKOMST PLUIMVEEHOUDER EN GEBORGDE PLUIMVEEDIERENARTS,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

OVEREENKOMST PLUIMVEEHOUDER EN GEBORGDE PLUIMVEEDIERENARTS,

A In artikel 5.5 vervallen het tweede lid alsmede de aanduiding 1. voor het eerste lid.

Vertaalde positieve lijst diergeneesmiddelen (versie ) voor PVV/IKB varkensbedrijven, uitgegeven door Dierenkliniek De Kempen.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

OVEREENKOMST VARKENSHOUDER EN GEBORGDE VARKENSDIERENARTS, bijlage I van Reglement Geborgde Varkensdierenarts

Ik Kies Bewust Nederlandse Varkens IKBNV OVEREENKOMST VARKENSHOUDER EN GECERTIFICEERDE DIERENARTS

Het gebruik van antibiotica bij pluimvee

MODEL BEDRIJFSGEZONDHEIDS- EN BEDRIJFSBEHANDELPLAN FOK-, OPFOK- EN VERMEERDERINGSBEDRIJVEN VLEESKUIKENSECTOR

Tweede Kamer der Staten-Generaal

BEOORDELINGSPROTOCOL GEBORGDE VARKENSDIERENARTS, bijlage III van het Reglement Geborgde Varkensdierenarts. Versie Q

Bedrijfsgezondheidsplan

BEOORDELINGSPROTOCOL GEBORGDE VARKENSDIERENARTS, bijlage III van het Reglement Geborgde Varkensdierenarts

Beoordelingsprotocol Geborgde Vleeskalverdierenarts

Bedrijfsgezondheidsplan

Beoordelingsprotocol Geborgde Vleeskalverdierenarts

Naam kalverhouder : : geen / IKB Vleeskalveren Blank / IKB Vleeskalveren Rosé :... Postcode en woonplaats :

Bijlage 11 Model Bedrijfsgezondheids- en Bedrijfsbehandelplan Pluimveebedrijven IKB Kip

ANTIBIOTICUM RESISTENTIE ABRES. Rundveehouderij

Beoordelingsprotocol Geborgde Vleeskalverdierenarts

Quickscan Antibioticumgebruik Vleeskalkoenen

BIJLAGE 12: MODEL BEDRIJFSGEZONDHEIDS- EN BEDRIJFSBEHANDELPLAN PLUIMVEEBEDRIJVEN IKB KIP

Beoordelingsprotocol Geborgde Vleeskalverdierenarts. Versie 3.2 vastgesteld door CvB d.d , goedgekeurd door SGD d.d.

Relatie sectoren en dierenartsen Nu en in de toekomst

Masterplan varkenshouderij. Verantwoord gebruik van antibiotica

Bedrijfsbehandelplan en Verloskunde

Met Rijnconsult is afgesproken deze leidende principes in te brengen in de Werkgroep IIDW.

Nederland. Aan de staatssecretaris van Economische Zaken Mevrouw S.A.M. Dijksma Postbus EC S-GRAVEN HAGE. Datum Onderwerp Informatie

Bilaterale overeenkomst melk-/rundveehouder met de `geborgde rundveedierenarts bijlage 1 van het Reglement Geborgde Rundveedierenarts

Verantwoord Diergeneesmiddelengebruik

CBD/IKBR/BIJL/12 Voorschriften IKB Rund

CCvD Naam kalverhouder : Postcode en woonplaats : : geen / IKB Vleeskalveren Blank / IKB Vleeskalveren Rosé. hierna te noemen kalverhouder

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

BIJLAGE 9 - MODEL BEDRIJFSGEZONDHEIDSPLAN EN BEDRIJFSBEHANDELPLAN PLUIMVEEBEDRIJVEN IKB EI

Vitaal, Gezond en Duurzaam kalf

Beoordelingsprotocol Geborgde Vleeskalverdierenarts

Onder de huid Subcutaan s.c. Gebruikt bij veel medicijnen, In de ader Intraveneus i.v. Melkziekteinfuus in melkader

Quickscan Antibioticagebruik Vleeskuikens

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

OVEREENKOMST VARKENSHOUDER EN GEBORGDE VARKENSDIERENARTS, bijlage I van Reglement Geborgde Varkensdierenarts

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

Beoordelingsprotocol Geborgde Vleeskalverdierenarts. Versie 3.1 vastgesteld door CvB d.d , goedgekeurd door SGD d.d.

CPD inbreng concept regeling overname PBO-taken m.b.t. antibiotica. Document ministerie Economische Zaken d.d. 1 augustus Aanpak CPD- inbreng

Vertaalde positieve lijst diergeneesmiddelen (versie ) voor PVV/IKB varkensbedrijven, uitgegeven door Dierenkliniek De Kempen.

Overeenkomst Dierenarts Varkenshouder

BIJLAGE 6: OVEREENKOMST KALVERHOUDER, KALVEREIGENAAR EN DIERENARTS IKB VLEESKALVEREN 2008

Beoordelings- en beslissingsprotocol Geborgde Rundveedierenarts

Diergeneesmiddelen op het landbouwbedrijf

*PDOC01/229801* PDOC01/ De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Position Paper HET GEBRUIK VAN ANTIBIOTICA ALS DIERGENEESMIDDEL

Vertaalde positieve lijst diergeneesmiddelen (versie ) voor IKB varkensbedrijven, uitgegeven door Dierenkliniek De Kempen.

Voorschrijfgedrag dierenartsen omtrent antibiotica bij blankvleeskalveren 2012

Sectorplan verantwoord medicijngebruik in de rundveehouderij

Hoe gaat de NVWA handhaven op het nieuwe UDD-regime? A.T. Hoekstra Teamleider NVWA Toezichtsuitvoering Landbouw Divisie Landbouw en Natuur

ResPig Wijzer. Samen in de goede richting

Bacterie schematisch. Een bacterie is resistent. Oorzaak resistentie wereldwijd. Resistentie verkrijgen. Antibiogram. Matig & juist gebruik

SPECIFIEK INTERVENTIEBELEID DIERGENEESMIDDELEN IB02-SPEC03 Bijlage 1 Versie 4 ingangsdatum

POORTWACHTER 2012 Onderzoek naar het voorschrijfgedrag van dierenartsen met betrekking tot antibiotica in de varkenshouderij

Tweede Kamer der Staten-Generaal

VIVA2.0 Bedrijfsbehandelplan / Bedrijfsgezondheidsplan

VIVA2.0 Bedrijfsbehandelplan / Bedrijfsgezondheidsplan

14 & 19 november 2013 Kalverhouderij Beekzicht

POORTWACHTER 2010 Onderzoek naar het voorschrijfgedrag van dierenartsen met betrekking tot antibiotica in de varkenshouderij

Beoordelingsprotocol Geborgde Rundveedierenarts bijlage III van het Reglement Geborgde Rundveedierenarts

VIVA2.0 Bedrijfsbehandelplan / Bedrijfsgezondheidsplan

Aanpak antibiotica veehouderij

Tussenevaluatie knelpuntaandoeningen en praktische uitvoerbaarheid UDD-regeling

KB van 21 juli 2016 betreffende de voorwaarden voor het gebruik van geneesmiddelen door de dierenartsen en door de verantwoordelijken van de dieren

Antibiotica en resistentie: wat hebben deze met elkaar te maken?

maandag 27 februari :16

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 8 maart 2010 Betreft Aanbieding rapport Berenschot

BIJLAGEN BIJ HET RAPPORT VERWACHTE EFFECTEN AANPASSEN VERORDENING NATUURBESCHERMING EN INVOEREN STALDERING OP OMVANG EN STRUCTUUR

Quickscan Antibioticagebruik bij Melkvee 2013

Antimicrobial Consumption and - AMCRA - Objectieven realisaties 2012

Diergeneesmiddelengebruik op de boerderij

Introductie. Doel van dit proefschrift

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage. Datum 5 april 2013 Betreft Antibiotica in de veehouderij

Beoordelingsprotocol Geborgde Rundveedierenarts bijlage III van het Reglement Geborgde Rundveedierenarts

Nieuwsbrief Vitaal Kalf

AUTORITEIT DIERGENEESMIDDELEN. De Veterinaire Benchmark VBI februari/maart 2015 (kalf, varken, pluimvee)

DE ROOTS VHIVER

AUTORITEIT DIERGENEESMIDDELEN. De Veterinaire Benchmark VBI februari/maart 2015 (kalf, varken, pluimvee)

Wensen varkenssector met betrekking tot het antibioticabeleid

(be)handelen bij uiergezondheidsproblemen

Inzicht in groei van megastallen

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

Transcriptie:

Gevolgen gewijzigde UDD-regeling Zorgvuldig gebruik van antibiotica in de veehouderij

Regels voor gebruik antibiotica Antibiotica worden gebruikt om bacteriële infecties bij mensen en dieren te genezen. Een belangrijk risico van antibioticagebruik is dat bacteriën ongevoelig kunnen worden voor antibiotica. Antibiotica moeten daarom terughoudend en zorgvuldig worden toegepast, zodat infecties bij mensen en dieren ook in de toekomst te behandelen zijn. Sinds 1 maart 2014 gelden er daarom strengere voorwaarden voor het gebruik van antibiotica bij dieren. Deze zijn vastgelegd in de zogenaamde UDDregeling. Deze is per 1 januari 2017 gewijzigd. In deze brochure leest u wat er verandert.

UDD-regeling: Wat is er gebeurd sinds 1 maart 2014? De UDD-regeling uit 2014 is in 2015 geëvalueerd. Op basis hiervan is de UDD-regeling op een aantal punten verbeterd. Deze aanpassingen treden per 1 januari 2017 in werking. In deze brochure leest u wat er verandert. Uitsluitend door dierenarts-regeling (UDD) De UDD-regeling is een bijlage van de Regeling Diergeneesmiddelen en geldt sinds 1 maart 2014. Deze regeling gaat over het gebruik van antibiotica in de veehouderij. Alle antibiotica hebben de kanalisatiestatus UDD gekregen: alleen de dierenarts mag antibiotica voorschrijven en toedienen. Een dierenarts mag alleen antibiotica voorschrijven als hij op het bedrijf een klinische inspectie heeft uitgevoerd en daarbij een (waarschijnlijkheids) diagnose heeft gesteld. Maar er gelden enkele uitzonderingen. Uitzondering op de UDD-regeling Onder strenge voorwaarden mag de veehouder zelf antibiotica op voorraad hebben en toedienen voor de behandeling van individuele dieren. De basisvoorwaarden hiervoor zijn: - er is een schriftelijke overeenkomst met de dierenarts per diersoort op het bedrijf, een bedrijfsgezondheidsplan en een bedrijfsbehandelplan; - de dierenarts bezoekt het bedrijf regelmatig*; - samen met de veehouder evalueert de dierenarts tijdens dit bedrijfsbezoek de gezondheidssituatie en het antibioticumgebruik op het bedrijf; - veehouder en dierenarts evalueren jaarlijks het bedrijfsgezondheidsplan en het bedrijfsbehandelplan en stellen een reductiedoelstelling op. * De reguliere bezoekfrequentie is voor varkens eens per vier weken, voor vleeskuikens eenmaal per ronde, voor vleeskalveren eenmaal per drie maanden, voor konijnen twee maal per drie maanden, voor melkveerunderen eenmaal per drie maanden of eenmaal per zes maanden als in de tussenliggende periode de diergezondheidsstatus is beoordeeld en hier een verslag van is gemaakt.

De basisvoorwaarden gelden voor veehouders met meer dan vijf varkens, meer dan vijf melkveerunderen, meer dan vijf vleeskalveren, meer dan 250 vleeskuikens of meer dan 250 konijnen. Voldoet de veehouder aan deze voorwaarden, dan mag hij de door de dierenarts voorgeschreven antibiotica zelf toedienen. Hij doet dat dan in de gevallen en op de manier zoals beschreven in het bedrijfsbehandelplan en volgens het behandeladvies van de dierenarts. Houders met kleinere aantallen dieren of op bedrijven met andere diersoorten zoals legkippen of schapen, mogen de door de dierenarts voorgeschreven antibiotica toedienen en voorhanden hebben op basis van het behandeladvies van de dierenarts, zonder verdere voorwaarden. Eerste keuze antibiotica Voor maximaal 15% van de aanwezige en mogelijk vatbare dieren mogen veehouders een door de dierenarts voorgeschreven eerste keuze middel op voorraad hebben. Dit geldt ook nog steeds voor tweede keuze antibiotica ter behandeling van mastitis bij melkvee. De aandoening of ziekte waartegen behandeld wordt, moet opgenomen zijn in het bedrijfsbehandelplan. De veehouder mag deze antibiotica gebruiken voor de behandeling van individuele dieren. Dit mag ook een kleine groep dieren zijn, maar in geen geval een hele stal of afdeling.

Nieuwe regels voor tweede keuze antibiotica Per 1 januari 2017 gelden er nieuwe regels voor het voorhanden hebben van tweede keuze middelen. De gewijzigde voorwaarden gelden voor veehouders met meer dan vijf varkens, meer dan vijf melkkoeien of meer dan vijf vleeskalveren. Er verandert niets voor veehouders met meer dan 250 vleeskuikens, meer dan 250 konijnen, houders met kleinere aantallen dieren of op bedrijven met andere diersoorten zoals legkippen of schapen. Wat verandert er? Vanaf 1 januari 2017 veranderen de voorwaarden waaronder tweede keuze middelen op een bedrijf aanwezig mogen zijn en die door de veehouder zelf ingezet mogen worden voor behandeling van individuele dieren. Van knelpuntaandoeningen naar bedrijfsspecifieke aandoeningen Voor maximaal drie aandoeningen die op het bedrijf vaak voor problemen zorgen en waar acuut handelen noodzakelijk is, mogen tweede keuze middelen op voorraad zijn. Deze aandoeningen moeten in het bedrijfsbehandelplan staan vermeld. In het bedrijfsgezondheidsplan moet onderbouwd zijn waarom tweede keuze middelen voor de betreffende aandoening op het bedrijf aanwezig moeten zijn en welke aanvullende maatregelen genomen worden om de uitbraak van de aandoening(en) te bestrijden en herhaling te voorkomen. Hiermee vervallen de sectorspecifieke knelpuntaandoeningen uit de oude UDD-regeling.

Contactmoment Per 1 januari 2017 geldt dat op het moment dat een veehouder tweede keuze middelen voor behandeling van individuele dieren wil inzetten, hij eerst* contact moet hebben gehad met zijn dierenarts. De dierenarts kan tijdens dit contactmoment akkoord gaan met de inzet van een tweede keuze middel door de veehouder of besluiten zelf een bezoek te brengen. De dierenarts legt vast dat dit contact heeft plaatsgevonden en zendt bij akkoord een instructie naar de veehouder. De veehouder moet deze instructie vijf jaar bewaren. De veehouder legt conform de bestaande regelgeving in zijn administratie vast welke dieren zijn behandeld. Indien gewenst kunnen veehouder en dierenarts gezamenlijk bepalen dat ze liever blijven werken met een tweewekelijks bedrijfsbezoek. Deze afspraak dient dan vastgelegd te worden in het bedrijfsgezondheidsplan. * of indien onbereikbaar binnen 24 uur Tweewekelijks bezoek in hoog-risico-periode Het tweewekelijks bedrijfsbezoek van de dierenarts blijft verplicht voor de behandeling met tweede keuze middelen tijdens de hoog-risicoperiode. Dit is de periode bij biggen tot een leeftijd van acht weken of bij vleeskalveren in de eerste zes weken na opzet op het kalverbedrijf (blankvleesbedrijf of rosé opfokbedrijf ) tot en met een leeftijd van maximaal tien weken. In deze periode is het contactmoment niet verplicht en gelden de afspraken gemaakt tijdens het tweewekelijks bezoek. Maximale voorraad Naast de maximale voorraad aan eerste keuze middelen van 15% van de aanwezige en voor de aandoening vatbare dieren gelden vanaf 2017 ook maximale voorraden voor tweede keuze middelen. Voor vleeskalveren was dit al bepaald op 5% van de aanwezige en voor de aandoening of ziekte vatbare dieren in een stal. Dit wordt aangevuld met maximaal 10% van de op het bedrijf aanwezige en voor de aandoening vatbare melkveerunderen. En met maximaal 10% van de in een afdeling aanwezige en voor de aandoening vatbare varkens.

Afvoerplicht tweede keuze middelen vervalt De afvoerplicht van tweede keuze middelen vervalt. Voor alle antibiotica geldt dat middelen die over zijn met een nieuwe instructie van de dierenarts gebruikt kunnen worden. Samengevat - De dierenarts mag voor maximaal drie bedrijfsspecifieke aandoeningen tweede keuze middelen bij de veehouder achterlaten. - De maximale hoeveelheid betreft voor vleeskalveren 5% van de in de stal aanwezige en voor de aandoening vatbare dieren, voor varkens 10% van de in een afdeling aanwezige en voor de aandoening vatbare dieren en voor melkveerunderen 10% op het bedrijf aanwezig en voor de aandoening vatbare dieren. - Wanneer de veehouder deze antibiotica wil gebruiken, is hij verplicht direct of uiterlijk binnen 24 uur contact te hebben met zijn dierenarts voor een akkoord, het zogenaamde contactmoment. Hiermee wordt het tweewekelijks bezoek vervangen. De dierenarts stuurt een schriftelijke instructie die vijf jaar door de veehouder bewaard moet worden. - In het geval er sprake is van een hoog-risico-periode (tot zes weken na aankomst op een vleeskalverbedrijf of tot acht weken leeftijd in geval van biggen op een varkensbedrijf ) blijft het huidige tweewekelijks bezoekregime wél bestaan en geldt het contactmoment niet.

Vrijstellingen voor bedrijven met een structureel laag antibioticagebruik Voor bedrijven met een structureel laag gebruik van antibiotica gelden per 1 januari 2017 een aantal vrijstellingen. Per veehouderijsector, te weten varkenshouderij, vleeskalverhouderij en melkveehouderij, kan een gids van goede praktijken worden opgesteld waarin staat beschreven wanneer een veehouder een structureel laag gebruik van antibiotica heeft en daarmee in aanmerking komt voor een vrijstelling. Het gaat hierbij om een vrijstelling van: - het evalueren van het antibioticagebruik bij elk regulier bedrijfsbezoek; - het tweewekelijks bedrijfsbezoek door de dierenarts in de hoog-risicoperiode*; - het jaarlijks aanscherpen van de reductiedoelstelling; - het driemaandelijks (of zesmaandelijks) regulier bezoek voor melkveehouderijbedrijven door de dierenarts. Dit wordt omgezet in een jaarlijks bezoek door de dierenarts. *) in dat geval gaat, bij inzet van tweede keuze middelen door de veehouder, het contactmoment gelden Let op: Raadpleeg RVO.nl of een Gids van Goede Praktijken voor de betreffende veehouderijsector is opgesteld. Via deze gids kunnen dierenartsen en veehouders nagaan of er sprake is van structureel laag gebruik van antibiotica en of de veehouder aan de voorwaarden in deze gids voldoet. Er zijn geen extra handelingen nodig om in aanmerking te komen voor de vrijstelling. Wel is het verstandig dat veehouders en dierenartsen samen bespreken of er sprake is van een vrijstelling. Uit de administratie zal bij een NVWA-controle blijken of er terecht sprake was van een vrijstelling.

Stap 1 De veehouder constateert dat één of meerdere van de drie bedrijfsspecifieke aandoeningen, vermeld in het bedrijfsbehandelplan en het bedrijfsgezondheidsplan, zich voordoet bij één of meerdere dieren*. * varkens, vleeskalveren, melkveerunderen Dierenarts Stap 2 Veehouder neemt direct of binnen maximaal 24 uur contact op met zijn dierenarts. Dit mag telefonisch maar bijvoorbeeld ook met een whatsapp-bericht. Als er binnen 24 uur geen wederzijds contact heeft plaatsgevonden is de veehouder verplicht contact op te nemen met de desbetreffende dierenartsenpraktijk.

Stap 5 Veehouder registreert conform de bestaande wetgeving de behandeling in zijn logboek. Veehouder bewaart instructie n.a.v. contactmoment van dierenarts vijf jaar. Stap 3 Veehouder en dierenarts nemen de situatie door en de dierenarts besluit of veehouder kan starten met behandelen of als hij al is gestart (omdat hij de dierenarts niet direct kon bereiken en acuut handelen noodzakelijk was) de behandeling voort kan zetten en/of dat hij een bedrijfsbezoek aflegt. Stap 4 De dierenarts stelt een instructie op en noteert dat contact is geweest en stuurt deze binnen 24 uur naar de veehouder die conform de instructie handelt.

Colofon Deze brochure is een uitgave van: Rijksoverheid Postbus 20401, 2500 EK Den Haag t 0800 646 39 51 (ma t/m vrij 9.00 21.00 uur) Creatie en vormgeving Bubbles Creations Oktober 2016