VIII Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2006

Vergelijkbare documenten
Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

logoocw Aan de voorzittervan de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag 13 oktober 2005 SFB/05/45314 Onderwerp Schoolkosten

Uw brief van Ons kenmerk Behandelend ambtenaar Zoetermeer

Datum 26 april 2018 Reactie op lijst van vragen inzake beleidsdoorlichting tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten

De beleidsartikelen (artikel 12)

11 maart 2008 VO/B&B/08/7270

De voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus EA Den haag

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 13 juli 2010 Betreft Sardes Schoolkostenmonitor

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2009D Lijst van vragen en antwoorden. Vastgesteld (wordt door griffie ingevuld als antwoorden er zijn)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wie betaalt de gratis schoolboeken?

Datum 1 maart 2016 Antwoord op schriftelijke vragen van het lid Jasper van Dijk (SP) over scholen die geld oppotten.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG..

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2017D04668 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Regeling aanvullende bekostiging maatschappelijke stage in het voortgezet

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Regeling aanvullende bekostiging voor visueel gehandicapte leerlingen in het voortgezet onderwijs

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer. SFB/2001/39304 M.T. Crump 15 oktober 2001

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Onderzoek naar gedragscode schoolkosten

BESLUIT. 6. Op 14 oktober 2004 heeft ten kantore van de NMa een hoorzitting plaatsgevonden. Hierop hebben Move en Stemra zich laten vertegenwoordigen.

R e c t i f i c a t i e Regeling aanvullende bekostiging voor visueel gehandicapte leerlingen in het voortgezet onderwijs

Uw brief van. 29 januari 2007

Tegemoetkoming. Financieel steuntje in de rug

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Kaders Ouderbijdrage het Bouwens per

Beleidsregel niet op regelmatige wijze afnemen van het centraal examen in het voortgezet onderwijs

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Stichting Primair Onderwijs Peelraam te Wanroij /71749

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Stichting Sirius te Amsterdam /41716

Regeling tegemoetkoming invoeringskosten gratis lesmateriaal

Aandachtspunten bij de ontwerpbegroting 2019 (hoofdstuk VIII) van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

30 januari Hierbij zend ik u het antwoord op de vragen van het Kamerlid Leijten van uw Kamer over hoge studiekosten.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

2016D04781 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Raadsstuk. Onderwerp: Meerjarenbegroting 2014/ /2019 Stichting Dunamare Onderwijsgroep Reg.nummer: 2015/170311

Uw brief van. 11 juli 2005

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

De raad van de gemeente Moerdijk, in zijn vergadering van 15 december 2011,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aanvulling overgangsregeling bekostiging, rechtspositie en samenvoeging leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Datum 30 juni 2016 Betreft Motie Jadnanansing en Siderius en schoolkostenmonitor 2015/2016

2013D50407 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Murmellius Gymnasium De ouderbijdrage

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar

27926 Huurbeleid. Lijst van vragen en antwoorden Vastgesteld 11 oktober 2016

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Primair Onderwijs po Voorgezet onderwijs vo

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van. 2014;

Artikel D1 Uitvoering van de overeenkomst

- 1 - De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Samenvatting en conclusies

Verordening Langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

MODELVERORDENING LANGDURIGHEIDTOESLAG WET WERK EN BIJSTAND

Tweede Kamer der Staten-Generaal

ARTIKEL I WIJZIGING VAN DE WET OP HET VOORTGEZET ONDERWIJS

Bestuur verslag Stichting Studiefonds ROC van Twente 2016

Gelet op de artikelen 1.8, eerste lid en 1.9, eerste lid, van de Wet kinderopvang 1 ;

Beantwoording vragen Tweede Kamer bij rapport Financiering onderwijs vernieuwingen voortgezet onderwijs (30 november 2007)

Uw brief van. 10 februari 2006

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Aanvraagprocedure voor scholen voor voortgezet speciaal onderwijs: verstrekking van een aanwijzing als exameninstelling voortgezet onderwijs

Vergadernotitie voor de Drechtraad van 16 juni 2010

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Het Bestuur van de Aloysius Stichting Onderwijs Jeugdzorg Postbus ZH VOORHOUT. t.a.v. de heer drs. H. Kelderman. Datum

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bt\bk htm

2011D23606 LIJST VAN VRAGEN

2016D22881 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Onwijs duur onderwijs 2005 Voorstellen voor kosteloos onderwijs en uitkomsten van onderzoek naar de schoolkosten. Fenna Vergeer-Mudde Yorick Haan

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

Tegemoetkoming ouders in 2010 naar kindgebonden budget

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Besluit tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit WEB met name in verband met het afschaffen van de cascadebekostiging

Het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten kinderopvang wordt als volgt gewijzigd:

Bijlage 3. Inzake motie eigen bijdragen Wmo bij raadsvoorstel nieuw beleid Wmo

Transcriptie:

0 00 VIII Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 006 nr. Lijst van vragen en antwoorden Vastgesteld (wordt door griffie ingevuld als antwoorden er zijn) De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 1 heeft de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de volgende vragen ter beantwoording voorgelegd over de brief d.d. 0 juni 006 inzake de stand van zaken schoolkosten (Kamerstuk 0 00 VIII, nr. 44). De minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van De vragen en antwoorden zijn hieronder afgedrukt. De voorzitter van de commissie, Aptroot Adjunct-griffier van de commissie Boeve Nr Vraag Blz van 1 Welke factoren zijn van invloed op de spreiding rondom het gemiddelde bij de gebruikskosten van schoolboeken? Antwoord De boeken die de uitgevers produceren worden via de distributeurs aan de afnemers, (leerlingen of boekenfondsen) geleverd. Wie bepaalt welke boeken geproduceerd worden? In het algemeen zijn het de vaksecties op de scholen die een keuze maken uit de beschikbare methodes en/of met de uitgevers in contact treden om hun wensen ten aanzien van de methodes kenbaar te maken. Het samenspel van wensen en mogelijkheden leidt tot een bepaalde methode. Gezien het karakter van dit samenspel verbaast het niet dat er circa 1.00 methoden op de markt zijn voor het voortgezet onderwijs van sterk uiteenlopend prijsniveau. Enkele voorbeelden: onderbouw vmbo: een goedkope boekenlijst kost 190, de gemiddelde lijst 5 en de dure lijst 645 per leerling per jaar. Idem voor het havo, profiel Natuur en Gezondheid: 80, 15 en 5. Welke invloed heeft de invoering van de vaste boekenprijs gehad op de kosten van schoolboeken? Ik neem aan dat de vragensteller bedoelt het afschaffen van de vaste boekenprijs voor educatieve boeken. Sinds 1 januari 005 is de vaste boekenprijs losgelaten. In juni 006 heb ik u op de hoogte gesteld van het onderzoek dat PriceWaterhouseCoopers heeft uitgevoerd naar de gebruikskosten van schoolboeken in het voortgezet onderwijs. In dit onderzoek wordt ook een eerste inzicht gegeven in de werking van de schoolboekenmarkt sinds het loslaten van de vaste boekenprijs. Te concluderen is dat partijen in beweging zijn gekomen, maar dat scholen hun rol als vragende partij nog verder kunnen uitbouwen. Zo biedt het inkoopbeleid van de scholen nog kansen. Op dit moment vindt onderzoek plaats in het kader van de Schoolkostenmonitor 006. Eind november verwacht ik hiervan de resultaten. Dit zal een eerste moment zijn waarop harde gegevens beschikbaar zijn over een mogelijk effect van het loslaten van de vaste boekenprijs. Bovendien zal de NMa op korte termijn een onderzoek uitvoeren naar het functioneren van de schoolboekenmarkt vanuit het oogpunt van de mededinging. Hoe verklaart u dat de distributiesector nog niet sterk is beïnvloed door het loslaten van de tot 1 656a.doc 1/10

vaste boekenprijs? De distributiesector lijkt op dit moment iets meer beïnvloed door het loslaten van de vaste boekenprijs voor schoolboeken. Als gevolg van de liberalisering hebben enkele grote educatieve uitgevers hun margebeleid zodanig aangepast dat de condities voor de grote distributeurs verbeterden en die voor de kleine schoolboekleveranciers verslechterden. Ook is de concurrentie tussen distributeurs toegenomen. De algemene verwachting is een toenemende concentratie bij de distributie, waarbij enkele grote spelers de markt domineren. Aan de andere kant ontwikkelen er zich nieuwe initiatieven om in te springen op onderdelen van het fijn distributieproces (levering aan de leerling). Overigens gaat het hier om vaak complexe bewegingen in een private markt waar de overheid geen invloed op kan uitoefenen, afgezien van het toezicht van de NMa op de naleving van de Mededingingswet. 4 In hoeverre zullen onderwijsvernieuwingen in het voortgezet onderwijs, zoals de vernieuwing van de tweede fase, opnieuw een piek in de stijging van de schoolboekenkosten veroorzaken? De aanpassingen in de profielen havo/vwo per 00 zullen leiden tot een kleiner aantal vakken - en dus minder benodigde boeken - per leerling. De nieuwe programma's voor de vakken zijn in hoge mate gebaseerd op de reeds bestaande programma's; hieruit komt dus geen noodzaak voort tot nieuwe (duurdere) schoolboeken. 5 Welke gevolgen heeft de toegenomen rivaliteit tussen distributeurs in het verwerven van interne boekenfondsen voor de mogelijkheden van scholen om hun eigen keuzes voor schoolboeken of digitale leermiddelen te maken? De toegenomen rivaliteit tussen distributeurs werkt eerder in het voordeel van scholen dan dat er sprake zou zijn van beperkingen. Distributeurs worden scherper met elkaar vergeleken. Scholen zijn en blijven vrij in het kiezen van hun boeken. 6 Welke invloed heeft het bestaan van externe of interne boekenfondsen op de mate waarin docenten eigen lesmateriaal maken? Er zijn op schoolniveau vele, en per school evenzo vele verschillende overwegingen, die leiden tot de keuze voor een intern of extern boekenfonds. Er zijn mij geen signalen bekend dat er een specifieke relatie zou bestaan tussen externe of interne boekenfondsen en de mate waarin docenten eigen lesmateriaal maken. Welke rol heeft het schrappen van additionele banen op de scholen gespeeld bij de keuzes van scholen om over te stappen van een intern naar een (meestal duurder) extern boekenfonds? Zie mijn antwoord op vraag 6. Idem voor wat betreft een mogelijke relatie tussen het afschaffen van additionele banen en de overstap van scholen van een intern naar een extern boekenfonds. 8 Is er een mogelijkheid om scholen te verplichten gebruik te maken van interne boekenfondsen (IBF)? Op grond van de huidige wetgeving is het niet mogelijk om scholen te verplichten om gebruik te maken van een intern boekenfonds. Een dergelijke wetswijziging zou naar mijn mening haaks staan op deregulering en governance en afbreuk doen aan de autonomie van scholen en de eigen verantwoordelijkheden van scholen en ouders. 9 In hoeverre heeft de grote mate van concentratie bij de distributeurs van schoolboeken 656a.doc /10

invloed op de hoogte van hun toegenomen bruto winstmarge? In het rapport van PricewaterhouseCoopers staat dat de brutowinstmarge is toegenomen van 6% in 000 tot circa 1% in 005. Zoals ik u eerder in mijn brief van 0 juni 006 mededeelde, vormt de verklaring hiervoor een grote en sanerende vervanging van voorraden schoolboeken in 000/0. 10 Welke wijzigingen in de besluitvormingsprocessen zouden de prijsgevoeligheid bij de beslissingen over boeken voor een bepaald vak zoal groter kunnen maken? In de meeste situaties zijn er twee partijen aan zet om de prijsgevoeligheid te vergroten: 1. Ouders. Daarvoor is nodig een grotere betrokkenheid en meer kritische houding van ouders in de MR;. Scholen: een gerichte managementinstructie richting leraren/vaksectie op het moment van methodekeuzen. Zie ook mijn antwoord op vraag 1. 11 Is het berekende bedrag van 00,- per schoolgaand kind voor een gezin met meerdere kinderen en met een modaal inkomen op te brengen? Ja. Ouders met een verzamelinkomen tot 9.48,- over 004 (ongeveer modaal), kunnen in aanmerking komen voor de maximale tegemoetkoming in de schoolkosten. De maximale tegemoetkoming bedraagt 5, voor een kind in de onderbouw en 655, voor een kind in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs. Zodra het ouderlijk inkomen boven de inkomensgrens uitkomt, krijgen de ouders voor elke euro die zij meer verdienen een korting van 0 cent op de maximum tegemoetkoming volgens een glijdende schaal. De WTOS kent een telkinderensystematiek, waardoor voor een gezin met meerdere kinderen binnen het bereik van de WTOS een systeem in werking treedt waarbij de korting vanwege meerverdiensten wordt gedeeld door het aantal kinderen. Dit levert voordeel op voor ouders boven de inkomensgrens. Ook als het inkomen van de ouders hoger ligt dan modaal (tot circa 5.000,- bij meerdere kinderen) is er derhalve een bijdrage beschikbaar om de ouders te ondersteunen bij de betaling van de schoolkosten van hun kinderen. 1 Betreft de toename van onderlinge concurrentie ook concurrentie op dezelfde titels? Hebben ouders voor boeken die zij verplicht moeten aanschaffen de keuze om dit bij verschillende uitgevers in te kopen? Volgens het onderzoek van PricewaterhouseCoopers betreft de toename van onderlinge concurrentie betreft vooral de distributeurs. Ouders zijn volledig vrij om de voorgeschreven boeken aan te schaffen via de distributeur waarmee de school een contract heeft afgesloten of deze boeken waar dan ook te kopen. 1 Heeft u aanwijzingen dat leraren zich in de toekomst zullen bezighouden met de prijzen van de boeken ten opzichte van de kwaliteit? Ik heb inderdaad diverse aanwijzingen dat schoolleiders en leraren zich nu al meer bezig houden met de prijs/kwaliteitsverhouding van schoolboeken. Zo heeft de op een na grootste distributeur Iddink aangegeven dat er sprake is van een groter prijsbewustzijn bij scholen. Iddink geeft aan dat kritische ouders in de MR voor docenten een goede stok achter de deur zijn. Ook andere signalen uit de schoolboekenbranche wijzen in die richting. 656a.doc /10

14 Welke partijen zijn verantwoordelijk voor de koppelverkoop die vaak plaatsvindt van leerboek, werkboek, website en cd-rom? Educatieve uitgeverijen brengen de methoden op de markt en zijn samen met de distributeurs de aanbieders van leerboek, werkboek, website en cd-rom. Als scholen slechts delen van methoden willen ontvangen, is dit meestal een onderdeel van de onderhandelingen met de distributeurs. 15 Hoe verklaart u de grote verschillen in de mate waarin scholen kosten voor ouders beheersbaar en transparant houden? Heeft het al dan niet onderschrijven van de gedragscode schoolkosten hierop een aantoonbare invloed? Scholen verschillen van elkaar en daarmee verschilt ook het schoolbeleid t.a.v. de kosten voor ouders. De WVO regelt de wijze waarop scholen hun kosten transparant maken voor ouders. De inspectie ziet toe op het naleven van de wet. Met het onderschrijven van de gedragscode hebben scholen een inspanningsverplichting om de kosten voor ouders te beheersen en transparant te maken met behoud van de kwaliteit van de school. 16 Hoe is het te verklaren dat vooral grotere scholen met de gedragscode werken? Het onderzoek van TNS NIPO geeft geen verklaring voor het feit dat vooral grotere scholen met de gedragscode werken. Mijn eigen verklaring zou zijn dat grotere scholen nu eenmaal meer mogelijkheden hebben om hieraan aandacht te besteden. 1 Kunt u nader toelichten welke problemen scholen ervaren bij het hanteren van de kostenverdeling in de gedragscode? Aangezien scholen van elkaar verschillen, zijn ook de kosten verschillend. De gedragscode geeft een driedeling waarin niet alle scholen hun eigen manier van werken herkennen. De werkelijkheid op die school komt dan niet overeen met de driedeling uit de gedragscode die de besturen- en ouderorganisaties in de gedragscode hebben opgenomen. Uiteraard is het de bedoeling dat scholen die de gedragscode ondertekenen, de kostenverdeling uit de gedragscode gaan hanteren. 18 Uit het rapport van Pricewaterhouse-Coopers komt naar voren dat concurrentie aanwezig is en dat er ruimte is voor nieuwe toetreders op de markt. Als gebrek aan concurrentie niet de oorzaak is van de hoge kosten voor schoolboeken, waarom zijn de kosten dan wel zo hoog? Regioplan heeft onderzocht waarom de prijzen zijn gestegen. U heeft dit rapport eerder ontvangen. De prijsstijgingen werden vooral veroorzaakt door luxer uitgevoerde boeken en een toename van het aantal werkboeken. Er zijn indicaties dat de laatste jaren de gemiddelde gebruikskosten zijn gestabiliseerd. De Schoolkostenmonitor 006 zal dit moeten uitwijzen. 19 Heeft u uit het onderzoek van TNS NIPO best practices gehaald die als voorbeeld gesteld worden voor andere scholen? Zo ja, welke? Het onderzoek van TNS NIPO bevat geen best practices. Deze worden verzameld en beschreven door de SLO, APS, CPS en KPC als onderdeel van de ondersteuning die zij scholen gaan geven. Dit gebeurt in samenspraak met vertegenwoordigers van het veld. 0 Welke verdere ondersteunende acties door het onderwijsveld en individuele scholen staan u zoal voor ogen teneinde het proces van bewustwording rondom de schoolkosten te realiseren? 4 656a.doc 4/10

Zie mijn antwoord op vraag 19. Het ondersteuningsaanbod van SLO en LPC is bedoeld om scholen te helpen bij het uitvoeren van de gedragscode en het verscherpen van het inkoopbeleid. Dit alles gericht op het versterken van de vraagzijde. 1 Zijn de schoolkosten afgenomen bij de scholen die de gedragscode onderschrijven? Het is nog niet bekend of de schoolkosten zijn afgenomen bij de scholen die de gedragscode onderschrijven. Dit zal moeten blijken uit de Schoolkostenmonitor 006. Hoe verhouden zich de aantallen scholen (te weten van 0 naar 50 scholen) dat de gedragscode onderschrijft tot het genoemde percentage van 55% dat met de code werkt? De opgave van 0 naar 50 scholen is de opgave van Schoolmanagers VO van het aantal scholen dat de gedragscode onderschrijft op basis van de melding van de scholen bij deze organisatie. Het percentage van 55% betreft de bevindingen van TNS NIPO in het resultatenonderzoek naar de acceptatiegraad van de gedragscode. Er is geen relatie tussen deze twee. Wordt bij de Schoolkostenmonitor 006 ook de ervaring van leerlingen betrokken met leermiddelen die in de loop van het schooljaar niet of nauwelijks blijken te worden gebruikt? De Schoolkostenmonitor 006 richt zich op ouders en scholen. Ouders worden bevraagd over de kosten die zij maken voor hun kinderen. In de Gedragscode Schoolkosten is de afspraak opgenomen jaarlijks te inventariseren of schoolboeken niet of nauwelijks zijn gebruikt. In de vragenlijst aan scholen wordt aandacht besteed aan die verantwoording aan ouders over weinig gebruikte boeken. 4 Is naast de kosten voor de cd-roms ook onderzoek gedaan naar de gemiddelde kosten per leerling in het voortgezet onderwijs voor schoolboeken in andere EU-lidstaten? Zo ja kunt u een overzicht geven van de landen die boven de 00,- per leerling zitten en de landen die daaronder zitten? Er is geen recent onderzoek naar de gemiddelde kosten per leerling in het voortgezet onderwijs voor schoolboeken in andere EU-lidstaten. In de Schoolkostenmonitor 006 wordt wel een verkenning gedaan naar het beleid rondom schoolkosten in de omringende landen. 5 Welke BTW-regels gelden er indien een publiek bekostigde school zelf digitale lesmiddelen maakt en beschikbaar stelt voor andere publiek bekostigde scholen? Is er in dat geval BTW verschuldigd? Is er in dat geval spraken van overtreding van mededingingsregels? Kunt u uw antwoord toelichten? Voor zover een publiek bekostigde school zelf leermiddelen gaat vervaardigen en deze beschikbaar stelt aan andere scholen en hiervoor geen tegenprestatie vraagt, is geen BTW verschuldigd. Indien een school voor die leermiddelen een vergoeding vraagt, wordt hierover wel omzetbelasting in rekening gebracht. Op deze manier wordt concurrentieverstoring tussen publieke en private aanbieders van lesmiddelen voorkomen. 4 4 4 4 4 5 6 Hoe verhoudt het feit dat men in het Verenigd Koninkrijk geen BTW heft over leermiddelen zich to uw stelling dat er geen mogelijkheden zijn om via aanpassing van de BTW- regelgeving een bijdrage te leveren aan de beheersing van de schoolkosten? Heeft u hier onderzoek naar gedaan? Zo ja, wat is de uitkomst? Hoe verenigt u het oordeel dat het verlaagde BTW-tarief voor digitale leermiddelen thans politiek onhaalbaar is met de 5 656a.doc 5/10

feitelijke situatie in dezen in het Verenigd Koninkrijk? In het Verenigd Koninkrijk wordt over de levering van boeken, kranten, enzovoort geen omzetbelasting geheven. Dit nultarief berust op het overgangrecht van artikel 8 van de Zesde BTW-richtlijn. Het Verenigd Koninkrijk mag op grond van die bepaling het nultarief toepassen omdat dat tarief daar al werd toegepast op de peildatum 1 januari 1991. Lidstaten die op die datum niet het nultarief toepasten, zoals Nederland, zijn op grond van de richtlijn niet gerechtigd dit tarief nu in te voeren. Zoals is aangegeven in de brief van 0 juni 006, Kamerstukken II 005/06, 0 00 VIII, nr. 44, zou daarvoor een wijziging van de Zesde BTW-richtlijn vereist zijn hetgeen thans, in EU-verband, politiek onhaalbaar is. In welke mate drukt de beschikbaarheid van digitaal lesmateriaal via de digitale school de kosten van de leermiddelen? Op mijn verzoek voert het IOO onderzoek uit naar het effect van beschikbaar digitaal lesmateriaal op de kosten van leermiddelen voor ouders. Volgens planning zal ook deze informatie aan het einde van het jaar aan u worden toegezonden. 8 In hoeverre kunnen scholen de prijzen van lesmateriaal drukken door niet langer te werken met gebonden boeken, maar door zelf met hoog volume printers zelf hun lesmateriaal te produceren? Het zelf produceren van lesmateriaal vergt personele capaciteit en materiële kosten (beschikbaarheid hoog volume printers en papier). In beide gevallen is er sprake van kosten voor de school. Er zijn scholen die hiervoor een bijdrage aan ouders vragen. Als de school gebruik maakt van bestaand lesmateriaal dient met het auteursrecht te respecteren c.q. af te kopen. Ook daar zijn kosten aan verbonden. Bij dit alles is het niet reëel om te veronderstellen dat er een forse kostenreductie kan worden gerealiseerd. 9 Heeft er daadwerkelijk onderzoek plaatsgevonden naar de mogelijkheden om de kosten voor de schoolboeken over te hevelen naar de lumpsum van de scholen? Kan de Kamer de resultaten van dit onderzoek ontvangen? Over het onderzoek dat heeft plaatsgevonden naar de mogelijkheden om de kosten van schoolboeken over te hevelen naar de lumpsum, heb ik u geïnformeerd in mijn brief van 0 juni 006, kenmerk VO/B&B/006/19069. Er is geen sprake van één overall onderzoek. Er zijn meer partijen geraadpleegd afhankelijk van de gekozen insteek wat betreft juridische, praktische en financiële aspecten (IB-groep, CFI, NICL/SLO, Schoolmanagers VO etc.). 0 Is er qua kwaliteit ook verschil tussen de boeken? Zijn goedkopere boeken inhoudelijk ook slechtere boeken? Voor het hele VO bestaan er ruim 100 methoden (zie ook antwoord 1). Bij deze rijke variëteit is er uiteraard altijd sprake van kwaliteitsverschil. Maar goedkopere boeken hoeven zeker niet altijd slechte boeken te zijn. Het oordeel daarover berust bij de professional, nl. de leraar/vaksectie. De keuze is mede gebaseerd op de bruikbaarheid van de methode op de desbetreffende school. 1 Welke stappen bedoelt u met het in stappen invoeren? Is de overheveling van de kosten van alleen de werkboeken naar de scholen juridisch en praktisch te complex? Kunt u toelichten waarom? Met het in stappen uitvoeren bedoel ik het gedurende een aantal achtereenvolgende jaren 5 5 6 6 6 656a.doc 6/10

beschikbaar stellen van een deel van het benodigde bedrag van minimaal 00 miljoen. De overheveling van de middelen voor het aanschaffen van alleen werkboeken is juridisch en praktisch te complex. Deze kosten zijn niet bekend en er kan er dus niet worden berekend hoeveel geld er overgeheveld zou moeten worden. Kunt u de stelling dat 5 miljoen overeenkomt met de werkelijkheid toelichten? Waarom is uw eerdere berekening van 400 miljoen niet meer van toepassing? Om met uw tweede vraag te beginnen; mij is geen actuele berekening bekend waarvan de uitkomst duidt op een benodigd bedrag van 400 miljoen. Om te berekenen hoeveel middelen nodig zijn opdat de scholen de boeken kunnen aanschaffen heb ik gebruik gemaakt van de overzichten die het SLO/NICL mij hebben verstrekt. Het gaat hier om een inventarisatie van alle bij hen bekende methodes die op de scholen worden gebruikt. Ik heb bij mijn berekeningen de gemiddelde prijs van deze methodes berekend en als uitgangspunt voor de totaalberekening gebruikt. Daar komt ongeveer 00,-- per leerling per jaar uit voort, rekening houdend met de bij de schoolboeken fondsen gebruikelijke afschrijvingstermijn van jaar. Bevestiging van mijn berekeningen heb ik gekregen via een persbericht van Iddink (gemiddelde pakketprijs 04,--) en van de kant van de Nederlandse Boekverkopersbond* die een gemiddelde pakketprijs van 10,-- per leerling in 006 heeft vastgesteld. De Schoolkostenmonitor 006 zal inzicht geven in de mate waarin de hier genoemde gegevens gestaafd worden door de empirie. Kunt u toelichten of een tijdelijke overgangsperiode (vanwege bestaande meerjarige afspraken) juridisch en praktisch niet te complex, maar haalbaar is? 6 6 De haalbaarheid van een tijdelijke overgangsperiode is gebaseerd op het feit dat contracten per definitie tijdelijk zijn en er over onderhandeld kan worden tussen de partijen die het contract hebben afgesloten, nl de school en de distributeur. Echter dit kost wel tijd en kan niet van het ene moment op het andere worden gerealiseerd. 4 Bent u bereid, als daar gedegen reden voor is, om de Nederlandse Mededingsautoriteit (NMa) op het gebied van schoolkosten in te zetten? voor het inschakelen van de Nederlandse Mededingsautoriteit (NMa) dient er een gerichte aanleiding te zijn. De resultaten uit het onderzoek van PricewaterhouseCoopers geven dit niet aan. Overigens heeft de NMa hier uiteraard een eigen verantwoordelijkheid en eigen mogelijkheden. Zie ook mijn antwoord op vraag. 5 Welke rol ziet u weggelegd voor de NMa bij de beïnvloeding van de aanbodkant van schoolboeken in de gevallen dat daarvoor gerichte aanleiding bestaat? Zie hiervoor mijn antwoorden op de vragen en 4. 6 In welke mate valt te verwachten dat bekostiging van schoolboeken in de lumpsum een remmende werking zal hebben op de groei van de schoolboekenkosten? De verwachting is dat de overheveling van de schoolkosten van de ouders naar de scholen er toe zal leiden dat de scholen meer kostenbewust een afweging tussen de kwaliteit en de kosten van schoolboeken zullen maken omdat de scholen zelf worden geconfronteerd met de financiële gevolgen van hun eigen beslissingen. Welke mogelijkheden heeft u zoal overwogen om binnen de totale begrotingskaders van het kabinet middelen aan te wijzen om scholen structureel te gaan bekostigen voor de schoolboeken? Het Kabinet heeft in het kader van de Voorjaarsnota 006 en de zgn. augustusbrief 006 656a.doc /10

e.e.a. overwogen maar heeft besloten tot andere prioriteiten. 8 Is ook verkend wat de voordelen en nadelen zijn van overheveling van de kosten van schoolboeken naar de lumpsum van scholen ten opzichte van de mogelijkheid van verruiming van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (WTOS)? In mijn brief van 0 juni 006 heb ik aangegeven wat de voor- en nadelen zijn van overheveling van de kosten van schoolboeken naar de lumpsum van scholen. Belangrijk nadeel zijn de hoge kosten. Voordelen zijn dat de beheersing van de kosten van de schoolboeken direct ligt bij de partij die beslist, namelijk de school. Daarnaast betreft het een structurele lastendaling voor ouders uit de midden- en hogere inkomens. Een derde voordeel is dat kinderen die nu (ondanks een eventuele WTOS-vergoeding) zonder boeken naar school worden gestuurd, voortaan boeken van de school zullen ontvangen. Voordeel van verruiming van de WTOS is lastenverlichting voor ouders tot modaal (indien de normvergoeding wordt opgehoogd) of lastenverlichting voor ouders bovenmodaal ( de middeninkomens indien de inkomensgrens wordt opgetrokken). Het probleem van de stijgende boekenprijzen als zodanig wordt door deze maatregel niet aanpakt. Bovendien blijft de normvergoeding via de ouders lopen, waardoor het risico dat kinderen zonder boeken op school komen blijft bestaan. 9 Bent u, naast de toezegging om de mogelijkheid tot realisatie van dit beleidsvoorstel in het oog te houden, ook bereid de nodige voorbereidingen die wel al in gang gezet kunnen worden voor de verkiezingen uit te voeren? Zo neen, waarom wordt wat mogelijk is niet gedaan? Van mijn kant is er zodanig voorbereid dat er met inachtneming van de benodigde tijd voor wetswijziging, een spoedige invoering kan worden gerealiseerd. Gezien de verkiezingen op november a.s. is een eerstvolgende mogelijkheid daarom de periode na de verkiezingen, onder de verantwoordelijkheid van een nieuw Kabinet. Uiteraard is hierbij de belangrijkste voorwaarde dat er een besluit wordt genomen over het beschikbaar stellen van het benodigde structurele bedrag. Zie verder ook mijn antwoord op vraag. 40 Is de WTOS een openeinderegeling? Zo ja, waarop is genoemd bedrag van 80 miljoen gebaseerd? Ja, de WTOS is een openeinderegeling. Dit betekent dat een tegemoetkoming bepaald wordt door de voorwaarden in de WTOS zelf, en niet afhankelijk zijn van de bedragen die daarvoor in de begroting van het beleidsartikel WTOS (art 1 in de begroting van OCW) zijn opgenomen. De in de begroting opgenomen bedragen worden geraamd op basis van het verwachte gebruik van de regeling en de in de wet opgenomen normbedragen per toekenning. 41 Is het bedrag van 80 miljoen gebaseerd op 40.000 ouders waaraan de Informatie Beheergroep het afgelopen jaar geheel of gedeeltelijk schoolkosten heeft terugbetaald? Of is het gebaseerd op een reservering voor twee à drie miljoen rechthebbenden? Indien dit laatste het geval is: welk bedrag is dan niet besteed (onderbesteding)? Indien het bedrag gebaseerd is op de 40.000 rechthebbenden: hoe groot zou het gereserveerde bedrag voor de WTOS dan moeten zijn, indien er maximaal gebruik van gemaakt zou worden (te weten twee à drie miljoen rechthebbenden)? Het bedrag van 80 miljoen is het deel van de geraamde uitgaven van de WTOS dat kan worden toegerekend aan de schoolboeken voor leerlingen in het voortgezet onderwijs. Dit Zie artikel Nederlands Dagblad d.d. 4 juli jl. Tegemoetkoming kosten studie weinig gebruikt 656a.doc 8/10

is globaal berekend op basis van de verwachte jaarlijkse WTOS-uitgaven in het voortgezet onderwijs ( 160 miljoen) en het deel van het WTOS-normbedrag dat aan schoolboeken kan worden toegerekend, namelijk ca 50%. De verwachte jaarlijkse WTOS-uitgaven in het voortgezet onderwijs van 160 miljoen betreffen jaarlijks circa 00.000 leerlingen die een (gehele of gedeeltelijke) tegemoetkoming ontvangen. Het totaal aantal leerlingen in het voortgezet onderwijs is circa één miljoen per jaar. (Het is onduidelijk waar het aantal van twee á drie miljoen rechthebbenden, zoals in de vraag genoemd, op gebaseerd is.) In verhouding tot het totaal aantal leerlingen in het voortgezet onderwijs ontvangt circa 0% van de leerlingen een tegemoetkoming in de schoolkosten. Op dit moment voert het SCP een onderzoek uit naar het niet-gebruik, onder andere van de WTOS. De resultaten daarvan worden begin december verwacht. Op basis daarvan kan een inschatting worden gemaakt wat de maximale uitgaven aan de WTOS zouden zijn indien alle ouders die aan de inkomenseis voldoen ook gebruik zouden maken van de WTOS. 4 Worden bij een structurele financiering van 00 miljoen de boeken aan de leerling gegeven of uitgeleend (en dus door meerdere leerlingen gebruikt)? Bij een structurele financiering van 00 miljoen is rekening gehouden met het huren van schoolboeken op basis van een gebruik door meerdere leerlingen gedurende een periode van jaar en het kopen van werkboeken en het gebruik door 1 leerling gedurende 1 schooljaar (school- en werkboeken worden aan de leerlingen uitgeleend). 4 Op welke wijze wilt u het huidige beleid schoolkosten uitbouwen en intensiveren? Het uitbouwen en intensiveren van mijn huidige beleid heeft als uitgangspunt het versterken van de vraagzijde. Voor de manier waarop dit gebeurt, verwijs ik u naar mijn eerdergenoemde brief van 0 juni 006. 44 Welke verdere toename van het aantal scholen dat de gedragscode schoolkosten heeft ondertekend, verwacht u aan het eind van dit jaar? Mijn verwachting is dat aan het einde van het jaar 5% van de VO-scholen de gedragscode heeft ondertekend. Ik zal de VO-raad met regelmaat blijven aanspreken op het verhogen van het percentage scholen. 45 Hoeveel procent lagere schoolboekenkosten hebben de scholen die onder het OMO-bestuur vallen (Ons Middelbaar Onderwijs) voor dit schooljaar weten te realiseren door collectief in te kopen? Het exacte kortingspercentage dat het OMO-bestuur heeft weten te realiseren is niet bekend. Het gaat om een totaal afsprakenpakket als gevolg van het grote aantal leerlingen waarop het contract betrekking heeft. Overigens is dit een kwestie tussen OMO en de desbetreffende distributeur. 46 Is het schoolkostenbeleid op dit moment wel eerlijk ten opzichte van kleinere scholenverenigingen aangezien het verlagen van schoolboekenprijzen voor hen moeilijker te bereiken is? Er is geen sprake van een wel of niet eerlijk schoolkostenbeleid. Het gaat om de werking van de markt waarbij ook kleine scholenverenigingen hun eigen onderhandelingen met distributeurs en/of uitgeverijen kunnen voeren. En ook zij kunnen samenwerking zoeken, zodat zij als vragende partij scherper kunnen onderhandelen. 4 Houdt transparantie over de rekening in dat eventuele kortingen en voorwaarden in het 8 8 8 8 656a.doc 9/10

contract tussen school en boekhandel openbaar zijn? Verdraagt zo'n transparantie zich met het beschermen van het bedrijfsgeheim? Transparantie over de rekening en eventuele kortingen houden niet in dat het contract tussen school en distributeur openbaar is. Transparantie betekent dat de school op een voor ouders inzichtelijke manier verantwoording aflegt over de hoogte, de totstandkoming en de ontwikkeling van de kosten van schoolboeken. 48 Is er gedacht om een landelijk systeem in te voeren, zodat het overzicht aan schoolkosten zo transparant mogelijk wordt gemaakt? Zo ja, wat zijn de mogelijkheden op dit gebied? Het is belangrijk dat er een landelijk overzicht is in de spreiding van de schoolkosten. De Schoolkostenmonitor 006 zal naar verwachting dit overzicht opleveren. Een mogelijke vervolgoptie is het ontwikkelen van een benchmark waarmee scholen de hoogte van hun eigen kosten kunnen vergelijken met die van andere scholen. Een dergelijk systeem zou ook voor ouders relevante informatie moeten opleveren. 8 656a.doc 10/10