WAAROM GA JE VIS- In alle vroegte opstaan wanneer bijna iedereen nog slaapt en alleen vogels

Vergelijkbare documenten
EEN SPOEDCURSUS VISSEN MET DE VASTE STOK CHECK VOOR MEER VISTIPS!

Cursus leer vissen. met de vaste hengel

Vissen bij De Rietvoorn. Een lijstje om mee te beginnen. Wat heb je allemaal nodig? Een viskoffer(tje) met daarin: Wil je meedoen aan de wedstrijden?

groot. Ruim van jullie leeftijdgenoten

Vissoorten Aal Herkenning: Verspreiding: Voedsel: Lengte afgebeelde vis: Lengte tot circa: Snoek Herkenning: Verspreiding: Voedsel:

Waarom vis je eigenlijk? O

Verpa relatiedag 2011 in Baal

SPREEKBEURT Vissengroep Harnasmeervallen

Het is lekker weer en je hebt ineens zin om te gaan vissen. Je pakt je hengel en de rest van de visspullen om naar de waterkant te gaan.

Stel jezelf voor: schrijf je naam op een plek die goed te zien is. Afspraak: luister naar elkaar, als je wat wil zeggen steek dan je vinger op.

Werkstuk Biologie Karper vissen

Afspraak: luister naar elkaar, als je wat wil zeggen steek dan je vinger op.

SPREEKBEURT MAANVIS VISSEN OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN. l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n

SPREEKBEURT SLUIERSTAARTGOUDVIS

Visje,visje, in de sloot. Waterdiertjes vangen en bekijken

Werkblad slootdiertjes

Diertjes vangen en bekijken

SPREEKBEURT SUMATRAAN

Werkblad Natuurlijk water in de Kwebben

SPREEKBEURT VUURNEON VISSEN OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN. l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n

Ontdek je mee het leven in vijver en sloot? Zeg niet gewoon vis tegen een vis. Visinitiatie en Visdeterminatie voor de 3 de graad

Informatieboekje jeugd Vislust Seizoen 2016

Naam:_ KIKKERS. pagina 1 van 6

EEN SPOEDCURSUS VISSEN MET DE FEEDERHENGEL

Werkblad Waterrapport 1 - Kleur van het water

Bij de keuze van een dobber spelen een aantal zaken een belangrijke rol.

JEUGDINFO. Net begonnen met vissen? De basis leer je met de vaste hengel Nico Bakkernes

Een. hoort erbij! Over dieren uit een ei. groepen 3-5

Werkstuk Biologie Vissen uit de Noordzee

VISSEN IN LELYSTAD 2016

Website visclub Willem Barensz.

SPREEKBEURT Vissengroep barbelen, danio s en rasbora s

in de s sloten & plassen

inh oud 1. Leven onder water 3 2. Dieren en planten 3. Vissen 4. Kwallen 5. Zoogdieren 6. Schaaldieren 7. Stekelhuidigen 8. Zeewier 9.

SPREEKBEURT GEELWANG-, GEELBUIK- en ROODWANGSCHILDPAD

De Dender ontspringt in... en mondt uit in de... in de stad... Deze stad dankt zijn naam hieraan.

De boeiende wereld van de werphengel

VISSEN IN LELYSTAD

Gezamenlijke visdag Reeuwijkse Hout, 23 oktober Geschreven door Dirk Schmidt maandag 05 december :08 -

EEN SPOEDCURSUS VISSEN OP KARPER MET ZELFHAAKSYSTEMEN

Amfibieën. Les 1 Kenmerken amfibieën en de kikker. 1. De leerkracht vertelt dat de les gaat over hoe je amfibieën kunt herkennen.

inhoud blz. 1. Prikken en steken 2. De bij 3. De brandenetel 4. De mug 5. De kwal 6. De pieterman 7. De rode mier 8.

VISSEN IN LELYSTAD 2017

SPREEKBEURT Vissengroep Cichliden

CASUSSEN CURSUS WEDSTRIJDCONTROLEUR Versie oktober 2016

Woordenschat Taal Actief groep 4 Thema 8 Les 1

Stekkie. HaRTJE ZOMER! Tips van Ed. stekkies in beeld. hyves visgame. de viskist. forelvisvijvers. Vissen op ruisvoorn

l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n SPREEKBEURT AXOLOTL AMFIBIEËN OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN

Reglement Land van Molenbeek cup 2017

Je zou hem de koning van de plas kunnen noemen. Exemplaren van deze rover tot 1 meter zijn al gezien.

Oude bomen. Opdracht 1 - Bijzondere bomen. Opdracht 2 De leeftijd van een boom meten. Benodigdheden

Als ze later bij oma zijn, geeft hij oma een dikke kus en blijft hij even praten. Maar na de limonade en spekkies zegt Jos: Nu ga ik vissen.

Het boek van VISJE BLUB. Gemaakt door iedereen die op de foto staat

Bij vaste hengels zijn er in de opbouw drie types:

Opdrachten Jaar van de Bever voor groep 3,4,5 van de basisschool

SPREEKBEURT VUURSTAARTLABEO

KNNV afdeling Delfland

't Vletgoor te Holten

DE DAPPERE REIZIGER WERKBLAD DE STEKELBAARS: 1. DE STEKELBAARS IN BEELD 2. DAPPERE REIZIGER. De stekelbaars is een veelvoorkomend visje in Nederland.

Kijk je mee? Oerwoud. 2006, Parasol N.V. België

SPREEKBEURT GUPPY VISSEN OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN. l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n

Voorbereiding post 2. Hap, ik heb je! Groep 4-5-6

SPREEKBEURT VINK VOGELS OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN. l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n

Actief op baars met natuurlijk aas

Kortom, iedere gifkikker heeft zo zijn eigen middeltjes om te zorgen dat hij genoeg te eten krijgt, zonder zelf opgegeten te worden.

1 In het begin. In het begin leefde alleen God. De Heere God is er altijd geweest. En Hij maakte de hemel en de aarde.

Tips over waterplanten In veel van de beste zeeltwateren tref je grote hoeveelheden waterplanten aan. Vis je vanuit een boot, dan zal het

HSV De Vriendenkring. Nieuwsbrief. juni Nieuwsbrief

Visdag in Leidsche Rijn Terwijde

SPREEKBEURT GEELWANG-, GEELBUIK- en ROODWANGSCHILDPAD

Hengelsportvereniging De Karper, Bergen NH

SPREEKBEURT PLATY VISSEN OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN. l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n

SPREEKBEURT MARMERBIJLZALM

Een kreeft in de klas

Onderzoeksrapport. onderdeel van het. Vissenschool Lespakket. Dit onderzoeksrapport is van:

SPREEKBEURT BRUINE ANOLIS

Zilverkamp te Huissen

Dit indachtig zijnde, betere vangstresultaten? Kleuren, lichtinval, wind, geluid, waterhelderheid, stroming, en waterkennis

Briefing voor winter streetfishing koppelwedstrijd van 21 januari Nieuwegein, zondag 21 januari 2018

SPREEKBEURT KOI VISSEN OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN. l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n

Ga je mee op watersafari?

MAAK JE EIGEN JERKBAIT. Emiel van Dijk

Bijlage XXXIV. Lijst van de milieu-inbreuken, ter uitvoering van artikel , 1, f), en , derde lid, van het decreet

Opdrachten Oevergroep

vergelijk blije vissen helder water HEEL HELDER 100 KRAAKHELDER!

Op de website smartkidslab.nl vind je de meetinstrumenten en uitleg hoe je aan de slag kunt.

Verwerkingsles biodiversiteit onderbouw

Informatie: zoetwaterdiertjes

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

SPREEKBEURT ZWAARDDRAGER

Scouts instructie: hakken Hoe je veilig je houtvoorraad aan kan leggen

Bufferbekken te Oostelijke Schelderijnweg 5, Rilland (Bij Kreekraksluizen)

SPREEKBEURT MANDARIJNEEND

SPREEKBEURT NEONTETRA

Opdrachtenboekje. Waterkant

Waterboekje

Reglement Dutch Carp Classic 2018

Een heerlijke vakantiedag vouw-en-vertelverhaal

Informatieboekje jeugd Vislust Almelo Seizoen 2014

Mindervalide visvoorzieningen

Transcriptie:

WAAROM GA JE VIS- SEN? Eigenlijk helemaal geen moeilijke vraag. Vissen is heerlijk buiten zijn en genieten van alles wat in de natuur leeft, maar het is ook reuze spannend. Vissen is sportief ontspannen. In alle vroegte opstaan wanneer bijna iedereen nog slaapt en alleen vogels hun eerste ochtenddeuntjes zingen. Stilletjes sluip je langs de waterkant en je laarzen worden nat van de ochtenddauw. Een dikke kikker springt onverwachts voor je voeten weg en komt met een plons in het waterterecht waar hij zich vlug onder een waterplant verstopt. Een grote reiger laat je door een luide schreeuw weten dat je niet op zijn visstek mag komen en maar een eindje door moet lopen. Hier en daar hoor je in het riet vissen die naar insecten happen. Plots springt een grote vis met een geweldige plons boven water en doet je besluiten om het op die plek te gaan proberen. Misschien dat hij het haakje met het aas snel zal vinden. Het avontuur gaat nu pas beginnen. Om vis te vangen moet je actief bezig blijven. Dichtbij vissen of veraf. Met brood of met een worm proberen. Natuurlijk is vissen ook geduldwerk. Maar wie dat geduld op kan brengen

en bovendien goed wil leren vissen zal zien dat de moeite meestal beloond wordt. Vergeet nooit dat je te gast bent in de natuur. Daar kun je al heel gauw de gewone gang van zaken verstoren. Maar dat loopt wel los, als je maar weet wat je doet. In dit artikel staande dingen die je beslist moet weten als je voor het eerst uit vissen gaat. Elke sport heeft regels. Ook de sportvisserij. Houd je eraan. HOE BEGIN JE? Misschien heb je al eens met een klein netje kikkervisjes of stekelbaarsjes gevangen en die in een potje of in een aquarium bewaard. Of heb je aan zee een paar garnaaltjes te pakken gekregen. Hopelijk heb je die gevangen diertjes netjes behandeld en naderhand weer teruggezet in het water waar ze thuis horen. VISSEN WAARMEE? Om te vissen heb je wat spullen nodig: een hengel met een lijn, een dobber of een pen, een haak, loodjes en een landingsnet. Nu weet je wel, dat er allerlei soorten hengels en haken, lijnen en dobbers zijn. Dus we kunnen echt niet eventjes vertellen wat je allemaal nodig hebt. Wel hebben we de belangrijkste materialen eens op een rijtje gezet. JE EERSTE HENGEL Meestal krijg je die voor je verjaardag of mag je met een hengel van je vader, opa of grote broer vissen. Om mee te beginnen is een vaste hengel het beste. Dat is een hengel die uit verschillende delen bestaat en in of over elkaar gestoken kan worden of als een telescoop uit elkaar geschoven wordt. Op een vaste hengel wordt geen molentje gebruikt. De vaste hengels zoals die hierboven zijn beschreven hebben een naam. De eerste heet INSTEEK- HENGEL, de tweede is een OVERSTEEKHENGEL en de derde wordt TELESCOOPHENGEL genoemd. Het gemakkelijkst zijn de insteek- en de oversteekhengels omdat je daar tijdens het vissen een deel bij of af kunt halen. Daarmee heb je dus een korte en tegelijk een lange hengel bij de hand. Op de top van een vaste hengel moeten altijd twee oogjes zitten waaromheen de lijn gewonden kan worden. Die oogjes noemen we kikkertjes.

DE LIJN Zorg er altijd voor dat de lijn waarmee je vist niet langer is dan de hengel zelf. Door de lijn een paar slagen om de kikkertjes te winden wordt hij wat korter dan de hengel en dat is nu juist goed om prettig te kunnen vissen. Vislijnen zijn er in allerlei diktes. Ga je voor het eerst vissen, neem dan een lijndikte van 14 tot 16 honderdste millimeter. 14/00 (honderdste) is dunner dan 16/00. DOBBER Een dobber heb je nodig om het aas op een bepaalde diepte te houden en om te kunnen zien of je beet hebt. Bijt een vis in het aas dan kan je dat aan de dobber zien. Zwemt een vis naar beneden dan gaat de dobber onder water en zwemt een vis naar boven dan komt de dobber hoog boven water te staan of gaat zelfs plat op het water liggen. In beide gevallen moet je je hengel natuurlijk snel ophalen. Er bestaan veel verschillende soorten dobbers. Voor de beginner zijn niet al te grote dobbers het beste. Die lange pennen zien er mooi uit maar een klein dobbertje van hooguit 15 centimeter is groot genoeg om vis mee te vangen. LOODJES Om een dobber goed in het feî te laten staan en om het aas naar beneden te laten gaan gebruik je lood. Er bestaan allerlei soorten loodjes. Lange dunne, dikke ronde, druppelvormige enz. enz. In de meeste loodjes zit een gleutje en wanneer je de lijn in dat gleufje legt en het loodje dicht- knijpt zit het vast. Op de tekening zie je hoe je het lood aan de lijn moet doen en

hoede dobber moet komen te staan. Als het puntje boven water staat is het goed. HAAK Alles is nu bijna in orde. Om vis te vangen moet aan het einde van de lijn namelijk nog een haakje zitten. Dit haakje is gemaakt van kromgebogen ijzer met een scherpe punt. Er zijn haken met een lelijke weerhaak, maar echte vissers gebruiken haken waaraan hooguit een piepklein of nog liever helemaal geen weerhaakje zit. Zit er toch een flinke weerhaak aan dan kan je die met een tang platknijpen. Vishaken zijn er in allerlei maten. Hoe lager het nummer des te groter de haak. Haak 10 is dus veel groter dan haak 16. Als je voor het eerst gaat vissen zijn de haakjes 10 tlm 14 het meest geschikt. Berg de haakjes na afloop van de visdag op, op een droge plek. Deze haakjes kunnen immers roesten. AAS Het komt wel eens een heel enkel keertje voor dat een visje in het haakje bijt terwijl er helemaal geen aas aan zit. Dat is echter iets bijzonders, want natuurlijk moet er aas aan de haak zitten om een vis te kunnen vangen. Dat aas is meestal brood of deeg, maar ook een klein stukje zachte kaas vangt goed. Deeg kan gemaakt worden door nat- gemaakt brood te kneden. Ben je niet bang voor maden - dat zijn larven van de bromvlieg - of wormen dan kunnen dat ook goede aassoorten zijn. HET OPTUIGEN VAN DE HENGEL Als je niet vist moet je er altijd voor zorgen dat het tuig netjes om een tuigenplankje of rekje gewonden zit. De haak komt altijd als eerste op het rekje. Dus wanneer je de lijn om het rekje gaat winden doe je de haak er het eerst omheen. Je

gaat het snoer dus winden. Na het haakje komende loodjes, daarna de dobber. Koop het rekje altijd zo groot dat de dobber er goed tussen past. Het rek moet dus langer zijn dan de dobber. Maak het tuig altijd langer dan de hengel. Niet dat je al dat snoer in een keer nodig hebt, maar wanneer je voldoende lijn hebt en een grote vis breekt er onverhoeds een stuk af, dan hoef je niet meteen een nieuw tuig te maken of te kopen. Aan het eind van de lijn komt een lusje. Zoals we al eerder vertelden horen op de top van de hengel twee van die haakjes te zitten die we kikkertjes noemen (tekening 1). Door het lusje van de lijn achter het onderste kikkertje te haken is het nu mogelijk om de lijn om de kikkertjes te winden. Als het goed is moet erop de lijn een stukje rubber of siliconenslang zijn geschoven dat precies om het topeind past. Wanneer het snoer de juiste lengte heeft om mee te vissen (nooit langer dan de hengel) draai je het een paar keer om de top, zoals je op tekening 2 kunt zien, waarna je het stukje slang om de top schuift. De lijn zit nu vast en er kan gevist worden. Wil je de lijn eventueel korter of langer maken dan haal je het rubbertje er weer af, je draait de lijn weer van de top en je haalt hem vervolgens een paar slagen van de kikkertjes of je draait hem er juist iets verder omheen. Daarna weer er omheen draaien, het rubbertje erop en klaar is Kees. Hou je op met vissen, dan de lijn met dobber, loodjes en haak weer om het tuigenrekje winden en denk er om: de haak eerst. PEILEN Aangezien je niet onder water kan kijken weet je natuurlijk niet waarde vissen zwemmen. Meestal vind je de grote vlak bil de bodem en zwemmen de kleintjes vaak een eindje daarboven. Door de dobber omhoog of juist omlaag te schuiven kan je bepalen hoe diep het aas komt te hangen. Er bestaan speciale peilloodjes waarmee je kunt peilen hoe diep het water is. Een peilloodje is zo zwaar dat je dobber zinkt als je het aan de haak doet. De dobber schuif je dan steeds verder omhoog tot hij met het puntje boven water komt. Als je nu het loodje weer van de haak haalt en er aas aan

doet dan weet je dat dat op de bodem ligt. BEET, EN WAT NU? Je zit dus op een plek waar je vis verwacht en de dobber staat een eindje uit de kant met het puntje net boven water. Het aas zweeft ongeveer tien centimeter boven de bodem. Plotseling gaat de dobber onder water. Een vis heeft in het aas gebeten maar je moet niet meteen de hengel omhoog halen want het kan best zijn dat de vis het aas alweer heeft losgelaten en de dobber weer omhoog komt. Sla je dus te snel dan is het meestal mis. Je wacht dus een paar tellen en blijft de dobber onder dan sla je aan. Gaat de dobber naar beneden dan noemen we dat een WEGTREK- KER. De dobber kan echter ook omhoog komen doordat de vis met het aas omhoog zwemt. Dit heet een OPSTEKER en als dat gebeurt moet je ook snel ophalen. Sla niet te wild want dan kan de lijn breken als het een grote vis is. Haalde vis rustig omhoog. Is ie boven haal hem dan voorzichtig naar de kant. LANDINGSNET Kleine visjes kan je gewoon uit het water tillen en nadat je de handen nat hebt gemaakt beetpakken. Bij grote vissen lukt dat niet want als je die aan de lijn op wilt tillen kan deze breken. Voor grote vissen is er een schepnet of Iandingsnet. Dat is een net aan een lange stok dat je in het water steekt tot de vis boven het net ligt. Daarna haal je het net omhoog en heb je de vis op de kant. ONTHAKEN Nadat je de vis geland hebt, moet je hem onthaken. Wanneer je goed hebt aangeslagen zit het haakje voorin de vissenbek. Wanneer er nu niet zon weerhaakje aan zit kan de haak gemakkelijk worden verwijderd. Een klein visje kan je

in de handen houden maar een grote moet je in het natte gras, op een natte doek of in het schepnet laten liggen. Haal de haak altijd heel voorzichtig uit de bek zodat de vis niet beschadigt. Voor het verwijderen van haken bestaan speciale en buitengewoon handige tangetjes/ hakenstekers. Zit een haakje erg diep in de bek, ga dan niet proberen om hem er toch uit te krijgen want dan verwond je de vis. Bij een ingeslikte haak doe je er verstandig aan om de lijn zo dicht mogelijk bij de haak af te knippen. De haak verdwijnt na verloop van tijd vanzelf uit de vissebek. GEEN LEEF NET Wie voor het eerst gaat vissen en een vis vangt, zet deze na het vangen direct weer terug in het water. Er bestaan grote leef netten waar je vis levend in kan bewaren maar die kosten, zeker wanneer het goede netten zijn, veel geld. Niet kopen dus en de vis meteen weer laten zwemmen, Op de tekening kun je zien hoe de vis terug gezet moet worden. ALLES MOET GELEERD WORDEN Je ziet dat er heel wat gedaan en geleerd moet worden eer die vis kan worden gevangen. Je hebt nu echter ook geleerd hoe je een vis moet behandelen en hoe je ervoor kunt zorgen dat hij na het vangen weer onbeschadigd in het water terugkomt. Goed vissen leer je natuurlijk niet alleen uit een boekje. De beste leermeester is een ervaren sportvisser. Dat kan een familielid maar evengoed de buurman zijn. Goed leren vissen lukt zeker wanneer je lid wordt van een hengelsportvereniging. Veel verenigingen hebben een jeugdafdeling, en organiseren jeugddagen en viscursussen.. ALS JE MEER ERVARING HEBT Doe eerst eens een jaartje ervaring op met de vaste stok. En denk dan eens over een mooie werphengel plus een spinnertje om bijvoorbeeld op baars te gaan jagen. Je hebt dan wel meer papieren nodig: de Sportvisakte en ook een vergunning. Veel hengelsportverenigingen geven echter zon vergunning niet aan jongeren om te voorkomen dat ze zonder ervaring op roofvis gaan vissen. Verder heb je ander en meer materiaal nodig, want roofvis, zoals snoek en snoekbaars vangen is echt wel iets bijzonders. Ons advies: kijk de eerste tijd eens goed hoe ervaren vissers het doen.

VISSEN ZIJN BOEIENDE DIEREN Voordat je gaat vissen moet je eerst iets weten over de omgeving waarin de vis leeft en de verschillende vissoorten. Elke soort gedraagt zich anders. Voorns zwemmen bij elkaar en liefst een paar centimeter boven de bodem, terwijl brasems in scholen dicht tegen de bodem zwemmen. Brasems halen hun voedsel uit de bodem en voorns voeden zich met zwevend en opdwarrelend voedsel vlak boven de bodem. Beide zwemmen in scholen. Baarzen zwemmen vaak bij elkaar en jagen gezamenlijk op kleine visjes en andere kleine waterdiertjes zoals watertorren. Karpers zijn net varkens, het grootste deel van de dag wroeten ze in de bodem op zoek naar voedsel. Hun neef, de zeelt, doet dat ook, maar hij leeft het liefst in water waar veel planten in voorkomen. WELKE SOORT EN HOE VANG IK M In ons water leven meer dan veertig vissoorten. Een aantal daarvan zijn heel bekend en worden vrijwel dagelijks gevangen. Sommige vang je minder Vaak en er zijn er ook die je maar heel zelden aan de haak krijgt. We beperken ons tot het noemen van de soorten die je regelmatig kan verwachten. BLANKVOORN Deze vis komt in elke sloot, vaart, gracht, kanaal en rivier voor en laat zich over het algemeen het gehele jaar gemakkelijk vangen. Kleur: donkere rug met zilverkleurige flanken. De vinnen zijn licht oranje en boven beide ogen zit een rood-oranje vlek. De voorzijde van de rugvin zit recht boven de voorzijde van de buikvin. Lengte: tot ongeveer 40 cm. Gewicht: tot ongeveer 1 kilo. Vangkansen: de gehele dag en het gehele seizoen met de maanden september en oktober

als uitschieters. Zo vang je hem Een hengel van 3 tot 6 meter is ideaal. Een niet te dikke lijn, 14/00 of 16/00 mm en een kleine dobber die niet te veel lood vraagt. Een haakje nummer 12 of 14 met daaraan een stukje brood, deeg, kaas, aardappel of één of twee maden. Vis een klein stukje boven de bodem en liefst in de buurt van riet en waterplanten. BRASEM Ook een hele bekende die over het algemeen in wat dieper water voorkomt, bijvoorbeeld in kanalen, meren en plassen en de langzaam stromende rivieren. Bij het vissen op brasem kan het voorkomen dat we een vis vangen die veel op brasem lijkt maar iets grotere ogen en schubben heeft, terwijl de vinnen niet grijs-bruin maar licht oranje zijn. Zo n vis heet de kolblei. Hij is ook sterker dan de brasem maar wordt niet zo groot. Kleur: donkere rug met bruine tot grijze flanken. De kleur is echter afhankelijk van de bodemsoort. De kleur van de vinnen varieert van grijs tot zwart. Lengte: tot ongeveer 80cm. Gewicht: tot ongeveer 5 kilo. Vangkansen: het gehele jaar met als beste maanden mei t/m oktober. Zo vang je hem Een hengel van 3 tot 6 meter. Wanneer je wat ouder en sterker bent kan je met een langere hengel iets verder uit de kant vissen en heb je meer kans. Een niet te dikke maar ook niet te dunne lijn, 16/00 tot 18/00 mm. Een haakmaat 10 t/m 14 is prima. De dobber die je voor de voorn gebruikt is soms ook bruikbaar voor brasem. In diep water kan je ook een lange slanke dobber gebruiken. Aas kan bestaan uit brood, deeg, maden, aardappel en worm. Vis altijd met het aas op de bodem. RIETVOORN Deze voorn wordt ook wel ruisvoorn of rooi rijer genoemd en komt in hoofdzaak voor in heldere sloten en plassen met veel waterplanten. Kleur: donkergroene tot bruine rug met goudkleurige flanken en helder oranje rode vinnen. Lengte: tot ongeveer 40cm.

Gewicht: tot ongeveer 1 kilo. Vangkansen: vooral in de maanden mei tot oktober en dan in de vroege ochtend en avond wanneer de insecten op het water dansen. Zo vang je hem Een niet te lange hengel tot maximaal 5 meter. De lijn van 14/00 mm. Een kleine en niet te zware dobber en een haakmaat 10 t/m 14. Het lood moet minstens 30 cm van de haak worden geschoven. Als aas kan je het beste een stukje witbrood of een paar maden gebruiken. Vis niet te diep, dikwijls zwemmen rietvoorns aan de oppervlakte, en vis altijd in de buurt van waterplanten. ZEELT De zeelt is familie van de karper en leeft het liefst in plantenrijk water met een modderige bodem. Hoe meer waterplanten des te meer kans dat je er een zeelt aantreft. Kleur: donker bronskleurig tot zwart-groen. De buik is licht van tint. Lengte: tot ongeveer 60 cm Gewicht: tot ongeveer 3 kg. Vangkansen: van mei tot oktober en het beste in de vroege morgen en savonds of overdag wanneer het erg donker weer is. Zo vang je hem Omdat de zeelt graag in ondiepe poldersloten leeft heb je geen lange hengel nodig. Een hengel van 3 tot 6 meter is lang genoeg. Wel moet je oppassen dat je niet te dunne lijnen gebruikt want die kunnen door al die waterplanten snel breken. Neem een lijn van 18/00 of 20/00 mm. Een kleine lichte dobber is prima voor de polder. In iets dieper water kan je dezelfde dobber gebruiken die je voor het vissen op brasem nodig hebt. Kies voor een haak, 8, 10 of 12 en als aas een dikke worm of een dotje maden. Gebruik altijd een schepnet want de huid van de zeelt is bijzonder glad waardoor hij moeilijk beetgepakt kan worden. BAARS Ook deze vis komt in vrijwel alle wateren voor. Vaak vind je hem dicht langs de kant bij rietkra-

gen, stenen kanten, kademuren, dukdalven of houten beschoeiingen. Kleur: donkerbruin tot bronskleurig grijs en af en toe zelfs goudkleurig. Donkere dwarsstrepen van kop tot staart en helrode of oranje vinnen. De eerste rugvin heeft een aantal harde stekels en de kleur is grijsbruin. Lengte: tot ongeveer 50cm. Gewicht: tot ongeveer 2 kilo. Vangkansen: het gehele jaar. Zo vang je hem Een hengel van 3 tot 6 meter is prima geschikt en door er een of twee delen af te halen krijg je een kort hengeltje om dicht onder de kant mee te kunnen vissen. Een lijndikte van 16/00 of 18/00 is prima. De dobber mag niet te lang zijn want er wordt bijna altijd in ondiep water gevist. Slanke pennetjes hebbende voorkeur. Haakmaatje 8 of 10 en als aas een worm of een paar maden. Met dit aas aan de haak kan het ook gebeuren dat er in plaats van een baars een aal of een pos bijt. Deze laatste lijkt een beetje op een baars maar heeft geen strepen. Z n kleur is lichtbruin met kleine zwarte stipjes en op de kieuwen zitten ook stekels. Hij wordt meestal niet groter dan een centimeter of vijftien. Baarzen pak je beet door met de natte hand de stekels naar achter te duwen. Aangezien baarzen het aas altijd snel inslikken moet je niet te lang wachten met aanslaan. Heeft hij toch geslikt, knip de lijn dan zo dicht mogelijk bij de haak af en laat de vis weer zwemmen. Met een werphengel en kunstaas als spinners, twisters en jigs lukt het ook.