gelet op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet en artikel 50 van de Wet werk en bijstand;

Vergelijkbare documenten
gelet op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet en artikel 50 van de Participatiewet; b e s l u i t :

Beleidsregels krediethypotheek Wet werk en bijstand. 1 januari 2005

*Z0386B5DD05* B&W-vergadering : Registratienummer : Z / Onderwerp

gemeenteäó Ja) Heemskerk Beiëidsregeis kreäieihypoiheek en pandovereenkomst bijstand 1 november 2015

Beleidsregels bijstand onder verband van hypotheek en/of verpanding Wet werk en bijstand

Beleidsregel Krediethypotheek 2015

Beleidsregel krediethypotheek en pandrecht Participatiewet 2015

Beleidsregels van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder houdende Krediethypotheek en Pandrecht Participatiewet

Beleidsregels krediethypotheek en pandrecht Noordoostpolder 2018

Wetstechnische informatie

Beleidsregel Krediethypotheek en pandovereenkomst 2014

Beleidsregels krediethypotheek bijstand gemeente Hilversum het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilversum;

GEMEENTEBLAD. Nr Beleidsregels bijstand en eigen woning februari Officiële uitgave van gemeente Leiderdorp.

Beleidsregels Krediethypotheek Participatiewet 2016

CVDR. Nr. CVDR10087_1. Regeling bijstand en eigen woning

CVDR. Nr. CVDR303974_1. 20 februari Officiële uitgave van Hilversum.

Beleidsregels krediethypotheek gemeente Edam-Volendam 2016

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Bijlage 2. Beleidsregels krediethypotheek en pandrecht

BELEIDSREGELS KREDIETHYPOTHEEK BIJSTAND HILVERSUM 2015

Besluit krediethypotheek en pandrecht bijstand 2004

Gelet: op door de aan het college daartoe opgelegde verplichting en verkregen bevoegdheid, als is vastgelegd in de voornoemde wetten en regelingen;

Besluit krediethypotheek en pandrecht

Beleidsregels krediethypotheek en pandrecht Participatiewet Zoetermeer Het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer;

Besluit: vast te stellen debeleidsregels Krediethypotheek Participatiewet gemeente Nunspeet 2015

Gelet op artikel 34, lid 2 onder d en artikel 50 van de Wet werk en bijstand:

Beleidsregels krediethypotheek Participatiewet 2015

Besluit krediethypotheek en pandrecht bijstand 2004 Art. 1. Bijstand voor vestigingskosten hypotheek of pand Indien bijstand wordt verleend in de

BELEIDSREGELS KREDIETHYPOTHEEK EN PANDRECHT WOUDENBERG 2011

Regeling krediethypotheek en pandrecht gemeente Overbetuwe Ons kenmerk: 10bwb Burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe;

Gemeente Krimpen aan den IJssel

Regeling krediethypotheek en pandrecht gemeente Menterwolde 2015

Beleidsregel krediethypotheek en pandrecht

Verordening krediethypotheek en pandrecht bijstand gemeente Laarbeek

Regeling krediethypotheek en pandrecht. gemeente Overbetuwe 2010

Gelet op de artikelen 34, tweede lid, onder d, 48, derde lid, en 50 van de Participatiewet;

Beleidsregel krediethypotheek en pandrecht 2015

De verordening krediethypotheek en pandrecht bijstand 2004

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Beleidsregel krediethypotheek, pandrecht en geldlening WerkSaam Westfriesland 2017

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Uitvoeringsbesluit krediethypotheek 2015 Valkenburg aan de Geul

CVDR. Nr. CVDR392959_1. Beleidsregel Terug- en invordering

CVDR. Nr. CVDR3523_1. Gemeentelijk beleid krediethypotheek 2004

WWB, ( ( ( 34, ( AMVB

Artikel 5. Hoogte hypotheek, pandrecht, taxatie woning, vestigingskosten ten laste van belanghebbende

Verordening krediethypotheek en pandrecht bijstand

Beleidsregels Krediethypotheek WWB. Gemeente Voorst

Beleidsregels Inkomensvoorziening Participatiewet 2015

BELEIDSREGELS BIJSTAND EN EIGEN WONING

van hypotheek. Het eerste en het tweede lid zijn niet van toepassing op de zelfstandige.

BELEIDSREGELS KREDIETHYPOTHEEK WWB. Afdeling Sociale Zaken Economische Zaken en Huisvesting. Zoeterwoude

Collegevoorstel Advies: Openbaar. Onderwerp aanpassing beleidsregel bijstand en eigen woning. Programma / Programmanummer Inkomen / 3230.

2015Beleidsregels vaststellen vermogen en vaststellen vermogen in eigen woning

Beleidsregels vaststellen vermogen en vaststellen vermogen in eigen woning Participatiewet Leidschendam-Voorburg 2015

Beleidsregel krediethypotheek P-wet Schagen 2015

Beleidsregel krediethypotheek Participatiewet Hollands Kroon 2015

Beleidsregels Krediethypotheek en pandrecht bijstand Kerkrade

Toeslagenverordening WWB ISD BOL 2012

Beleidsregels terugvordering, invordering en verhaal 2016

Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn B093 - Suppletie GKB-lening

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders dd. 27 augustus 2007, nr. 8/39.07;

b e s l u i t e n : Vast te stellen de Beleidsregels Bijstand in de vorm van een geldlening onder zekerheid van hypotheek ISD BOL 2015

Elektronisch. Deze berichten staan op

VERORDENING TOESLAGEN WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE GELDERMALSEN 2012

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Beleidsregels. krediethypotheek en verpanding. inzake Wwb, WIJ en Wwik. hypothecaire zekerheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage W&B/URP/04/81270

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Artikel 7 Citeertitel Deze verordening kan worden aangehaald als Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012-A.

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 november 2013;

Toeslagenverordening WWB gemeente Kerkrade 2012

Toeslagenverordening WWB 2012-A gemeente Diemen

Toeslagenverordening WWB 2012 gemeente Apeldoorn. Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012

Toeslagenverordening WWB II gemeente Hellevoetsluis.Nummer:

Beleidsregels. krediethypotheek en verpanding. inzake de Participatiewet. hypothecaire zekerheid

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

besluit vast te stellen de Verordening bijzondere bijstand 2015 gemeente Heerde.

GEMEENTE SCHERPENZEEL

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van Onderbanken d.d. 19 februari 2013;

TOELICHTING TOESLAGEN- EN VERLAGINGENVERORDENING WWB

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

HOOFDSTUK 2 CRITERIA VOOR HET VERHOGEN VAN DE BIJSTANDSNORM

Verordening individuele bijzondere bijstand RSDHW 2015

Toeslagenverordening WIJ. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d.; 1 december 2009

Beleidsregels. krediethypotheek en verpanding. inzake de Participatiewet. hypothecaire zekerheid. inzake het Bbz gemeente Castricum

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 september 2012

TOESLAGENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE DOETINCHEM gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 maart 2012;

TOESLAGENVERORDENING WWB GEMEENTE PUTTEN

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 februari 2012, nr. R ;;

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

gelet op artikel 147, eerste lid Gemeentewet, en de artikelen 12, eerste lid, onderdeel b en 41, eerste lid, van de Wet investeren in jongeren;

Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2011

Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand gemeente Nijkerk

Gemeente Nieuwegein; Verordening Individuele inkomenstoeslag WIL; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november 2008, voorstelnummer 180;

Nr.: 8.3 Onderwerp: Aanpassing Verordening Langdurigheidstoeslag WWB. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

VERORDENING TOESLAGEN EN VERLAGINGEN BIJSTAND 2006

Transcriptie:

De raden van de gemeenten Leek, Marum en Noordenveld; gelet op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet en artikel 50 van de Wet werk en bijstand; overwegende dat het voornemen bestaat de afdelingen sociale zaken van de drie gemeenten ingaande 1 januari 2005 samen te voegen in een gemeenschappelijke regeling en het daardoor wenselijk is dat de verordeningen van de drie gemeenten gelijkluidend zijn, besluiten vast te stellen de volgende verordening: Verordening krediethypotheek en pandovereenkomst Wet werk en bijstand (WWB) Artikel 1. Recht op geldlening en bijkomende kosten Indien bijstand als bedoeld in artikel 50 van de WWB wordt verleend aan de eigenaar van een woning die door de eigenaar of zijn gezin wordt bewoond, wordt de bijstand verstrekt in de vorm van een geldlening onder verband van hypotheek voor zover het betreft een registergoed of in de vorm van een pandovereenkomst voor zover het betreft een niet-registergoed. Tot de bijstand wordt mede gerekend de eventuele kosten voor bijstand als genoemd in artikel 2, derde lid. Artikel 2. Waardebepaling 1. De geldlening, bedoeld in artikel 1, is ten hoogste de waarde van de woning in het economisch verkeer bij vrije oplevering, verminderd met de daarop drukkende schulden en met het vrij te laten vermogen als bedoeld in artikel 34, eerste lid, onderdeel a, en tweede lid, onderdelen b en d, van de WWB. 2. Ter vaststelling van de waarde van de woning vindt taxatie plaats door een taxateur voor onroerende zaken die door burgemeester en wethouders in overeenstemming met de belanghebbende wordt aangewezen of door een gemeentelijk taxateur. 3. De kosten verbonden aan de taxatie, de hypotheekakte en de inschrijving van de hypotheek, dan wel de kosten van de vestiging van het pandrecht alsmede de bijkomende kosten, komen ten laste van de belanghebbende. De bijstand voor deze kosten wordt aangemerkt als algemene bijstand, tenzij aan de belanghebbende uitsluitend bijzondere bijstand wordt verleend. Artikel 3. Voorwaarden 1. Aan de geldlening worden in elk geval verbonden de voorwaarden genoemd in de artikelen 4 en 5. 2. De in het eerste lid bedoelde voorwaarden worden tezamen met de gebruikelijke bedingen opgenomen in de hypotheekakte dan wel de akte van het pandrecht. Artikel 4. Aflossing eerste tien jaar 1. Aflossing van de geldlening vindt plaats gedurende ten hoogste tien jaar. 2. De aflossing vangt aan op het moment van beëindiging van de bijstandverlening en vindt maandelijks plaats. 3. Het maandbedrag van de aflossing wordt telkens voor een periode van een jaar vastgesteld. 4. Bij een inkomen dat niet uitgaat boven de van toepassing zijnde bijstandsnorm, als bedoeld in hoofdstuk 3 van de WWB, wordt geen aflossing gevergd. Tevens wordt geen aflossing gevergd indien belanghebbende een uitkering op grond van de Wet inkomensvoorziening kunstenaars ontvangt. 5. Indien de omstandigheden daartoe aanleiding geven stellen burgemeester en wethouders, zo nodig tussentijds, het maandbedrag van de aflossing op een lager dan wel hoger bedrag vast. 6. Bij de beoordeling van de omstandigheden als bedoeld in het vijfde lid wordt rekening gehouden met noodzakelijke, voor eigen rekening van belanghebbende komende, bijzondere bestaanskosten. Deze worden in mindering gebracht op het inkomen. 7. Indien belanghebbende tijdens de aflossingsperiode van tien jaar schuldig nalatig is in het voldoen van de vastgestelde aflossing, is het nog niet afgeloste deel van de geldlening terstond opeisbaar en is daarover tevens de wettelijke rente verschuldigd.

-2- Artikel 5. Aflossing na tien jaar 1. Indien door toepassing van artikel 4, vierde tot en met zesde lid, na afloop van de aflossingsperiode van tien jaar een deel van de geldlening nog niet is afgelost, is vanaf dat moment maandelijks rente verschuldigd over het nog niet afgeloste deel van de geldlening. 2. De rente, bedoeld in het eerste lid, is de wettelijke rente, verminderd met drie procent. 3. Indien belanghebbende naar het oordeel van burgemeester en wethouders de rente geheel of gedeeltelijk kan betalen, doch niet kan aflossen, wordt een betaling eerst tot ten hoogste het bedrag van de verschuldigde maandrente aangemerkt als aflossing en wordt de rente die daardoor niet wordt betaald bijgeschreven bij het nog niet afgeloste deel van de geldlening. 4. Indien belanghebbende naar het oordeel van burgemeester en wethouders geen rente kan betalen wordt de verschuldigde rente bijgeschreven bij het nog niet afgeloste deel van de geldlening. 5. Over een bijgeschreven rentevordering is geen rente verschuldigd. Artikel 6. Verkoop woning 1. Bij verkoop of bij vererving van de woning, en indien het een echtpaar betreft bij vererving na overlijden van de langstlevende echtgenoot, wordt het nog niet afgeloste deel van de geldlening, alsmede de op grond van artikel 5, derde en vierde lid, bijgeschreven rente, terstond afgelost. 2. Bij verkoop van de woning kunnen burgemeester en wethouders wegens bijzondere omstandigheden van medische of sociale aard van belanghebbende dan wel wegens werkaanvaarding elders door belanghebbende, na toepassing van het eerste lid, besluiten tot het verlenen van een nieuwe geldlening eveneens onder verband van hypotheek of pandrecht voor de aankoop van een andere woning, tot ten hoogste het bedrag van de ingevolge het eerste lid afgeloste geldlening, onder de voorwaarde dat belanghebbende het na aflossing vrijgekomen vermogen met inbegrip van het in het derde lid bedoelde bedrag volledig inzet voor de aankoop van de andere woning. 3. Bij verkoop van de woning tegen een prijs overeenkomstig de waarde in het economisch verkeer bij vrije oplevering komt, voor zover de opbrengst daartoe toereikend is, aan belanghebbende in ieder geval het bedrag toe dat op grond van artikel 34, eerste lid, onderdeel a en tweede lid onderdeel d van de WWB bij de vaststelling van de geldlening op de waarde van de woning in mindering is gebracht. 4. Indien bij verkoop van de woning op basis van de waarde in het economisch verkeer bij vrije oplevering het voor de afrekening beschikbare bedrag lager is dan het resterende bedrag van de geldlening en van de rentevordering, wordt het verschil kwijtgescholden. Artikel 7. Hernieuwde bijstandsverlening Indien binnen een periode van twee jaar na beëindiging van de bijstandverlening onder verband van hypotheek of pandrecht wederom recht op bijstand bestaat, wordt deze verleend met toepassing van de laatst gevestigde hypotheek of het laatst gevestigde pandrecht. Artikel 8. Saldobevestiging Aan belanghebbende wordt telkens na afloop van een kalenderjaar een opgave verstrekt van de stand van de geldlening en van de rentevorderingen. Artikel 9. Inwerkingtreding Dit besluit treedt in werking op 1 september 2004. Artikel 10. Citeertitel Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening krediethypotheek en pandovereenkomst Wet werk en bijstand (WWB). Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van Noordenveld d.d. 26 augustus 2004 de voorzitter, de griffier,

-3-

-4- Algemene toelichting Onder de Algemene bijstandswet (Abw) was sprake van het Besluit krediethypotheek bijstand. Bij de invoering van de WWB is dit besluit komen te vervallen. Artikel 50 van de WWB bepaalt dat bij bijstandsverlening wel rekening gehouden moet worden met de overwaarde van een woning. Er dient dan bijstand in de vorm van een lening verstrekt te worden. Het is aan de gemeente zelf om uit te maken of een dergelijke lening al dan niet gezekerd dient te worden door middel van een hypotheek of, waar het niet registergoederen betreft, een pandovereenkomst. In deze verordening is ervoor gekozen de lening te verstrekken onder verband van een krediethypotheek dan wel een pandovereenkomst. Uitgegaan is van het voormalige Besluit krediethypotheek bijstand. Nieuw ten opzichte van dit besluit is dat ook een geldlening verstrekt kan worden wanneer er sprake is van een overwaarde in een woonwagen of een woonschip. Door de rechtspraak was dit als een hiaat in de Abw geconstateerd. Artikelsgewijze toelichting Artikel 1. Recht op geldlening en bijkomende kosten Onder woning dient op grond van artikel 3, zesde lid, mede te worden verstaan een woonwagen of een woonschip. Een woning is een registergoed waarop een hypotheek gevestigd kan worden. Woonwagens en woonschepen zijn niet-registergoederen, zodat hierop geen hypotheek gevestigd kan worden. Een pandovereenkomst biedt dan voldoende mogelijkheden tot zekerheid voor een te verstrekken lening. De bijkomende kosten worden ten laste gebracht van de geldlening. Artikel 2. Waardebepaling De vestiging van het pandrecht heeft betrekking op een goed dat niet in de macht van de pandnemer (de gemeente) wordt gegeven. In dat geval is het opmaken van een akte noodzakelijk. Dit kan zowel bij een notaris als onderhands. Gezien de financiële belangen verdient een akte bij de notaris de voorkeur. Artikel 3. Voorwaarden Dit artikel regelt de voorwaarden en hoe die voorwaarden dienen opgenomen te worden in de hypotheekakte of de akte van pandrecht. Artikel 4. Aflossing eerste tien jaar Dit artikel regelt de aflossing gedurende de eerste 10 jaar nadat de bijstandsverlening is beëindigd. In principe dient een lening in 10 jaar afgelost te worden. Per maand is dit 1/120 deel van de hoofdsom. Wanneer het inkomen te laag is kan met een lager bedrag worden volstaan. Het aflossingsbedrag is dan het verschil tussen het werkelijke netto-inkomen verminderd met de in het zesde lid genoemde kosten en de van toepassing zijnde bijstandsnorm. In het vijfde lid is aangegeven dat wanneer de omstandigheden daartoe aanleiding geven, het maandbedrag van de aflossing, zonodig tussentijds, lager dan wel hoger vastgesteld kan worden. Onder lager kan in dit verband ook begrepen worden nihil. Artikel 5. Aflossing na tien jaar Dit artikel regelt de aflossing na de eerste 10 jaar nadat de bijstandsverlening is beëindigd en de wijze van betaling van de verschuldigde rente. Artikel 6. Verkoop woning Dit artikel regelt de aflossing van de lening bij verkoop en overlijden. Artikel 7. Hernieuwde bijstandsverlening Wanneer binnen twee jaar na beëindiging van de bijstandsuitkering opnieuw een beroep wordt gedaan op bijstand, behoeft niet opnieuw een krediethypotheek of pandrecht gevestigd te worden. Bijstandsverlening vindt dan plaats onder de oude krediethypotheek of het oude pandrecht.

-5- Artikel 8. Saldobevestiging Jaarlijks wordt een saldobevestiging verzonden. Artikel 9. Inwerkingtreding Dit artikel behoeft geen toelichting. Artikel 10. Citeertitel Dit artikel behoeft geen toelichting.