Opgenomen met braken en diarree De zorg in het ziekenhuis en thuis
Uw kind is ziek, het heeft diarree en het braakt er misschien bij. Ook kan het koorts hebben. Dit is een veel voorkomend ziektebeeld bij kinderen, veroorzaakt door een infectie in het maag-darmkanaal. Het verloop is meestal onschuldig, dat wil zeggen dat het vanzelf weer over gaat. Dit kan wel tien dagen duren, medicijnen verkorten de ziekteduur niet. Zolang het kind voldoende vocht krijgt en plast is er geen reden voor ongerustheid. Om te voorkomen dat uw kind uitdrogings-verschijnselen krijgt, heeft de huisarts, in overleg met de kinderarts, besloten uw kind door te sturen naar het ziekenhuis. In de meeste gevallen zal uw kind na enkele uren weer naar huis kunnen. Samen met u zal een verpleegkundige uit het ziekenhuis de zorg voor uw kind thuis organiseren. Een verpleegkundige van het Transmuraal Thuiszorg Team zal uw kind thuis bezoeken. Dit heeft als voordeel dat uw kind niet onnodig lang in het ziekenhuis hoeft te blijven, maar in de vertrouwde thuissituatie kan herstellen. In het ziekenhuis In het ziekenhuis krijgt uw kind in vier uur tijd een door de kinderarts voorgeschreven hoeveelheid O.R.S. (bijvoorbeeld frisomed) toegediend. Dit is een suiker/ zoutoplossing die helpt bij het voorkomen en behandelen van uitdroging bij diarree. Meestal zal dit gegeven worden door middel van een sonde. Dit is een dunne slang die door de neus ingebracht wordt tot in de maag. Het inbrengen van de sonde kan voor uw kind even een vervelend gevoel geven. De hoeveelheid O.R.S. zal druppelsgewijs toegediend worden om te voorkomen dat uw kind misselijk wordt of gaat braken. Als dit goed gegaan is kan uw kind naar huis. Vindt de opname in de avonduren of in de nacht plaats, dan zal uw kind pas de volgende ochtend naar huis kunnen. De verpleegkundige van de afdeling zal, voordat u met uw kind naar huis gaat, de verdere gang van zaken met u bespreken en uitleggen. Eventuele vragen van uw kant kunnen dan ook beantwoord worden. De kinderarts of de arts-assistent zal uw kind onderzoeken en bekijken of er geen medische bezwaren aanwezig zijn om thuis verder op te knappen. Hij zal de huisarts inlichten over het verloop van de opname en het ontslag. Weer thuis Uw kind heeft in het ziekenhuis de O.R.S. toegediend gekregen. Het gevaar voor uitdroging is hiermee geweken. Uw kind is echter nog niet beter en zal de klachten waarschijnlijk nog een poosje houden. Dit is niet verontrustend, het kan thuis verder opknappen. Van belang is echter wel dat uw kind voldoende vocht binnen krijgt omdat er vocht verloren gaat door de diarree en eventueel het braken. 2
Om u hierin te ondersteunen en te begeleiden zal een verpleegkundige van het Transmuraal Thuiszorg Team u bijstaan in de thuissituatie. Hoe werkt de verpleegkundige met u samen aan het herstel van uw kind? De verpleegkundige zal in de ochtenduren uw kind bij u thuis komen opzoeken om te kijken of alles goed verloopt. Voor de verpleegkundige is het van belang te weten hoe uw kind zich voelt, hoe het eten en drinken gaat en hoe de lichaamstemperatuur en het gewicht van die dag is. Deze bevindingen bespreekt de verpleegkundige indien nodig met de kinderarts. Deze bekijkt aan de hand van de gegevens of het beleid aangepast moet worden. U hoort dan weer van de verpleegkundige wat de kinderarts besloten heeft. Eten en drinken Zuigelingen kunnen gewoon doorgaan met fles of borstvoeding. Oudere kinderen mogen normaal eten en drinken dat wil zeggen geen zware kost; chinees, kool, prei e.d. vermijden, dit zal uw kind waarschijnlijk tegen staan. Geef liever lichte kost, wat goed valt. Uw kind mag echter in principe alles eten en drinken waar hij of zij zin in heeft. Vermijd echter teveel zoete dranken zoals appelsap. Om te voorkomen dat misselijkheid en of braken optreedt is het aan te raden vaak kleine hoeveelheden te geven. Dwing uw kind niet om te eten, stimuleer echter het drinken. Naast het normale eten en drinken mag uw kind O.R.S. drinken. Let er ook bij het drinken op zeer regelmatig kleine hoeveelheden aan te bieden. Iedere keer als uw kind diarree heeft, moet u extra O.R.S. geven. De kinderarts schrijft voor hoeveel O.R.S. u extra moet geven. Het is belangrijk het kind zoveel mogelijk de afgesproken hoeveelheid overdag te geven. Hiermee voorkomt u dat u uw kind s nachts vaak wakker moet maken omdat het te weinig gedronken heeft. Let op: O.R.S. mag alleen worden aangemaakt met water, niet met andere producten. Vochtlijst De verpleegkundige heeft u een vochtlijst meegegeven. Het is belangrijk dat u thuis deze vochtlijst bijhoudt. Op deze lijst dient u nauwkeurig de volgende gegevens in te vullen: Eten: noteer wat uw kind gegeten heeft en hoeveel. Drinken: noteer wat uw kind gedronken heeft en hoeveel. Plassen: zet iedere keer als uw kind plast een kruisje bij het tijdstip. Braken: zet iedere keer als het kind braakt een kruisje bij het tijdstip, noteer ook hoe het eruit zag en of het veel of weinig was. Ontlasting: let hierbij op hoe deze eruit ziet: waterdun, dun, breiig, halfvast of vast. Zet iedere keer een kruisje bij het tijdstip als het kind ontlasting gemaakt heeft en schrijf erbij hoe deze eruit ziet. 3
Koorts Waarschijnlijk heeft uw kind koorts, dit is niet verontrustend, het hoort bij dit ziektebeeld. Het is niet nodig medicijnen te geven om de koorts te onderdrukken. Als uw kind erg beroerd is van de koorts, kan overwogen worden iets te geven. Uw kind zal hier echter niet sneller beter van worden. U zult regelmatig de temperatuur opmeten, deze kunt u ook noteren op de vochtlijst. Hygiëne Het is aan te raden de volgende maatregelen te treffen: Na ieder contact met urine of ontlasting van het kind goed de handen wassen met water en zeep Luiers meteen in de vuilnisbak deponeren Mocht er ontlasting zijn welke u aan de verpleegkundige wilt laten zien, bijvoorbeeld omdat u het niet vertrouwt, kunt u de luier bewaren in een plastic zak. Is het kind zindelijk bewaar dan de ontlasting in een potje met een deksel Kleding welke in contact is geweest met urine, ontlasting of braaksel meteen opruimen Toilet goed schoon houden Het serviesgoed van het kind niet door andere kinderen laten gebruiken Waarschijnlijk zijn er in het laboratorium van het ziekenhuis kweken ingezet van de ontlasting van uw kind. Als hieruit blijkt dat er sprake is van een bepaalde bacterie of van een virus dat de diarree veroorzaakt, zult u door de kinderarts, via de verpleegkundige, op de hoogte worden gebracht van de uitslag. Belangrijk Als u niet meer weet wat te doen of vragen heeft, kunt u altijd terecht bij de verpleegkundige van het Transmuraal Thuiszorg Team. Er is 24 uur per dag een verpleegkundige bereikbaar. Het telefoonnummer staat vermeld op de achterkant van deze folder. Als een van de andere gezinsleden ook ziek wordt, kunt u contact opnemen met uw huisarts. Tot slot Mocht u vragen hebben of zijn u dingen niet duidelijk, neem gerust contact op met de verpleegkundige van het Transmuraal Thuiszorg Team. Het telefoonnummer vindt u op de achterkant van deze folder. Opmerkingen en of suggesties zijn van harte welkom. 4
Rechten en plichten Sinds april 1995 is de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO) van kracht. In deze wet zijn de wederzijdse rechten en plichten van de hulpverlener en de patiënt beschreven. Deze wet heeft ook betrekking op kinderen. De WGBO schrijft voor dat een medisch onderzoek en/of behandeling pas mag plaatsvinden als de patiënt (ouder en/of kind) daar toestemming voor heeft gegeven. De hulpverlener is verplicht de patiënt uit te leggen wat dit onderzoek of deze behandeling inhoudt zodat de patiënt aan de hand van deze informatie kan beslissen of hij/zij daar toestemming voor geeft. De patiënt moet in ieder geval op een begrijpelijke manier worden geïnformeerd over: doel en aard van het onderzoek of behandeling, de te verwachten gevolgen en risico's van het onderzoek of behandeling, andere mogelijke onderzoeken of behandeling en die in aanmerking komen, de staat en de vooruitzichten met betrekking tot de gezondheid voor, tijdens en na het onderzoek of behandeling. In acute situaties waarin niet handelen gevaarlijk is voor het kind, mag een hulpverlener handelen zonder toestemming. In de WGBO wordt onderscheid gemaakt tussen drie leeftijdscategorieën minderjarigen: Kinderen tot 12 jaar Een kind dat jonger is dan 12 jaar mag niet zelf beslissen over een onderzoek of behandeling. De toestemming van de ouders is vereist. Het is wel van belang dat de ouders en hulpverleners het kind zoveel mogelijk betrekken bij de besluitvorming. Zowel ouders als kind hebben recht op informatie. De hulpverlener dient de inhoud van de informatie en de wijze waarop hij deze geeft, af te stemmen op het bevattingsvermogen van het kind. De ouders hebben het recht het medisch dossier in te zien, het kind niet. Als de ouders het willen, kunnen zij het dossier of delen daarvan met hun kind bespreken. Kinderen van 12 tot 16 jaar Bij onderzoek of behandeling van een kind van 12 tot 16 jaar hebben kind en ouders beiden recht op informatie. Zowel toestemming van kind als ouder is vereist. Er zijn echter twee situaties waarin onderzoek of behandeling kan worden uitgevoerd met slechts toestemming van het kind: medische behandelingen die noodzakelijk zijn om ernstig nadeel voor het kind te voorkomen, behandeling waarvoor de ouders toestemming hebben geweigerd, maar die het kind weloverwogen blijft wensen. Zowel ouders als kind hebben recht op inzage van het medisch dossier. Is de behandeling of het onderzoek zonder de toestemming van ouders uitgevoerd, dan hebben de ouders alleen recht op inzage van het medisch dossier als het kind hiermee instemt. 5
Kinderen van 16 jaar en ouder Kinderen van 16 jaar en ouder worden door de WGBO op één lijn gesteld met volwassenen, ook al hebben zij nog niet de leeftijd van 18 jaar bereikt. Toestemming voor onderzoek of behandeling dient alleen door de jongere gegeven te worden. De ouders krijgen alleen informatie als hun kind daar toestemming voor heeft verleend. Kinderen vanaf 16 jaar hebben het recht om hun medisch dossier in te zien. Er is geen toestemming van ouders nodig. Ouders mogen het dossier alleen inzien als hun kind daarmee akkoord gaat. Second opinion Als u en/of uw kind een ingrijpende beslissing moet nemen over de behandeling of als u twijfels hebt over de diagnose die uw specialist heeft gesteld, kunt u behoefte hebben aan een second opinion (tweede mening). Dit houdt in dat een andere deskundige dan uw eigen hulpverlener het probleem onderzoekt en er een uitspraak over doet. De andere deskundige neemt de behandeling echter niet over! Een second opinion kan u ondersteunen bij uw keuze voor een bepaalde behandeling. U hebt altijd recht op een second opinion, maar de kosten ervan worden niet altijd vergoed. Neem vooraf contact op met uw zorgverzekeraar. Voor meer informatie kunt u terecht bij Patiëntenservice. Zie voor het telefoonnummer de achterkant van deze folder. Geheimhouding Als hulpverleners zijn wij verplicht alles wat wij van uw kind weten geheim te houden. Maar er zijn uitzonderingen. Zo mogen wij informatie over uw kind doorgeven aan bepaalde artsen die ook betrokken zijn bij de behandeling en begeleiding van uw kind. Dit geldt alleen voor informatie die zij nodig hebben om hun werk goed te doen. Wij vinden dat ook hulpverleners, werkzaam in de jeugdgezondheidszorg, (consultatiebureauarts en GGD-schoolarts) alle medische informatie over uw kind moeten hebben. Dit in het belang van uw kind. Om zo volledig mogelijk te zijn, sturen wij standaard alle medische informatie waarover wij beschikken, door aan consultatiebureauarts en GGD-schoolarts. Wij gaan er vanuit dat u daar geen bezwaar tegen heeft. LET OP Als u er wel bezwaar tegen heeft dat wij medische informatie over uw kind doorsturen aan andere hulpverleners, wilt u dit dan zo spoedig mogelijk mondeling en schriftelijk doorgeven aan de behandelend arts van uw kind. Voor meer informatie kunt u terecht bij Patiëntenservice. Op de achterkant van de folder staan het adres en het telefoonnummer. 6
Kindergeneeskunde Meldpunt Oost 11 Afsprakennummer 088-459 7888 Informatienummer 088-459 7832 Kinderafdeling Meldpunt Oost 41 Telefoon 088-459 4802 Patiëntenservice Via Meldpunt West 05 Telefoon 088-459 7603 Internet www.orbismedischcentrum.nl 072 07-2012