Extra materiaal nummer 8.1 Groep 5&6 1. Ouderbrief 2. Kenmerken familie, les 1, afronden 3. Het verhaal van Ruth, les 1, extra 4. De oude grootvader en zijn kleinzoon, les 3, extra.
Beste ouders, We hebben allemaal familie. Dat is een van de zekerheden die we hebben in het leven. Het thema Allemaal familie is een prachtig levensbeschouwelijk thema, omdat het aan de basis ligt van onze bestaansvragen. We weten allemaal zeker dat we ooit geboren zijn uit onze eigen moeder. Biologisch is daar op een of andere manier ook een vader aan te pas gekomen. Maar of die nog een rol speelt wanneer je wordt geboren? Het kunnen ook twee vaders zijn of geen vader of een anonieme vader uit een buisje. En als je geboren bent heb je ook nog geen weet van broers, zussen, ooms, tantes, opa s en oma s. Laat staan van dierbaren die er al niet meer zijn en de herinneringen aan deze dierbaren. Families zijn er in vele soorten, maten, kleuren en samenstellingen. Het is fascinerend om te zien hoe divers families kunnen zijn. Het zijn kleine samenlevingen op zich, met als kern voor iedereen het eigen gezin, je meest directe omgeving. Je eerste stapjes op je levensweg zet je met je familie, je leert er normen en waarden, krijgt wat mee van de familietraditie en hopelijk ook steun op je levensweg. In nummer 1 van Kleur op school gaan we onbevooroordeeld en zonder vaste ideeën met de kinderen op verkenningstocht naar familie en de vele aspecten van het thema Allemaal familie. Zo kunnen ze zelf van en met elkaar ontdekken wat de betekenis is van familie. Kinderboekenweek 2016: Opa s en oma s, voor altijd jong Tijdens de Kinderboekenweek 2016 staan opa s en oma s centraal onder het motto Voor altijd jong. Een mooi moment om eens te bekijken hoe we omgaan met verschillende generaties. Opa s en oma s zijn in het leven van kinderen vaak heel belangrijk. Hoe zorgen we voor de ouderen, voor opa en oma, voor elkaar? In veel culturen is het ondenkbaar dat je de zorg voor je (groot)ouders uitbesteed. Maar hoe doen wij dat? Uiteraard is er volop aandacht voor opa s en oma s in deze Kleur op school. Hartelijke groet, namens het team Allemaal familie in het kort Wat is familie eigenlijk? Op zoek naar je wortels Van je familie moet je het hebben Hoe zorgen we voor elkaar?
Mijn familie is bijzonder, want... - We zijn met veel kinderen - We komen allemaal uit dit dorp / deze stad - We wonen overal op de wereld - We maken veel muziek - We houden van dieren - We zijn slim - We hebben veel sproeten / kroes / grapjes / - We...
Boaz Ruth Dit verhaal over Boaz en Ruth komt uit de Bijbel, het Oude Testament. Het Oude Testament is ook het heilige boek van Joden; zij noemen het de Tenach. Joden vertellen het verhaal over Ruth tijdens het Weken- of Oogstfeest, dat dit jaar op 8 en 9 juni valt. Het verhaal gaat over oogst, maar ook over hoe mensen met elkaar kunnen delen en voor elkaar kunnen zorgen. Op de akker is een nieuw meisje aan het werk. Boaz, de baas van de akker, ziet hoe ze neerhurkt tussen de tarwe, om aren van de grond te rapen. Ze pakt de aren op die de maaiers expres hebben laten liggen voor de arme mensen. Wie is dat meisje? denkt Boaz. Ze moet arm zijn, anders zou ze geen aren rapen. Zou ze honger hebben? En het is zo warm, misschien heeft ze wel dorst Boaz stapt op haar af: Wil je water drinken? Verbaasd kijkt het meisje naar hem op. Nou, heel graag! Als ze even later teruglopen van de waterput, vraagt Boaz: Hoe heet je? Ruth, antwoordt het meisje. Ik ben hier nog maar kort, ik woon bij mijn schoonmoeder Noömi. We woonden in een ver land, daar was ik getrouwd met de zoon van Noömi. Maar toen ging hij dood Daarna ben ik met Noömi meegegaan hier naartoe. Noömi komt hiervandaan. Dit is haar geboorteland. Boaz kijkt Ruth aan. Wat heeft ze prachtige ogen En wat vindt hij het lief dat zij bij haar schoonmoeder is gebleven, zelfs toen die verhuisde naar een voor haar onbekend land. Neem maar veel tarwe mee naar huis, zegt hij. Ik wil niet dat jij en je schoonmoeder honger hebben. Een paar weken later is alle tarwe geoogst, en Boaz bedankt alle mensen die hem hebben geholpen om de tarwe van het land te halen. Na de pluk is het kaf van het koren* gescheiden: dat betekent dat de korrels heen en weer zijn geschud in de wind, waardoor de onbruikbare schilletjes zijn weggewaaid. Iedereen viert feest, maar Boaz voelt zich een beetje verdrietig. In de weken waarin hij Ruth aan het werk heeft gezien op het land, is hij haar steeds liever en mooier gaan vinden. Maar nu de oogst voorbij is, zal hij haar missen! Die nacht, terwijl hij ligt te slapen, voelt hij opeens iets bewegen aan zijn voeteneind. Boaz schrikt wakker, schiet overeind, maar dan hoort hij Ruths zachte stem die tegen hem praat. Noömi heeft me gestuurd, vertelt Ruth. Want ze hoopt ze dat je met mij wilt trouwen. Dan zouden we niet langer arm zijn, en bovendien heel gelukkig... We zouden graag willen dat jij voor ons zorgt. Boaz is blij! Ze trouwen en krijgen een kind, en Noömi wordt de oma. Later denkt Boaz nog wel eens terug aan zijn eerste ontmoeting met dat onbekende meisje dat Ruth bleek te heten. Ze was een vreemdelinge, maar toen leerde hij haar kennen. En ze bleek héél bijzonder te zijn.
De oude grootvader en zijn kleinzoon Er was eens een stokoude man. Zijn ogen waren troebel geworden, zijn oren doof, en zijn knieën knikten. Als hij aan tafel zat en zijn lepel nauwelijks kon vasthouden, morste hij de soep op het tafellaken en hij liet ook weer wat uit zijn mond lopen. Zijn zoon en diens vrouw gruwden daarvan en daarom moest de oude grootvader ten slotte in de hoek achter de kachel gaan zitten, en ze gaven het eten in een aarden schotel en bovendien niet eens genoeg. Dan keek hij bedroefd naar de tafel en zijn ogen werden vochtig. Uiteindelijk konden zijn bevende handen het schoteltje niet meer vasthouden, het viel op de grond en brak. De jonge vrouw werd boos, maar zij zei niets en zuchtte alleen maar. Toen kocht ze voor hem een houten bakje voor een paar stuivers en daar moest hij uit eten. Terwijl ze zo bij elkaar zitten, zien ze dat het kleinzoontje van vier jaar kleine plankjes bij elkaar raapt. Wat doe je daar? vraagt de vader. Ik ga een houten bakje maken, antwoordde het kind, daar moeten vader en moeder uit eten als ik groot ben. De man en vrouw keken elkaar een poos aan en begonnen beiden te huilen. Meteen haalden zij de oude grootvader weer aan tafel en lieten hem voortaan altijd mee-eten en zeiden niets als hij een beetje morste. Een sprookje uit de verzameling van de gebroeders Grimm