KvINL. Wijzigingsblad d.d. 1 augustus 2015 bij BRL 9500, deel 00 ENERGIEPRESTATIEADVISERING, ALGEMEEN DEEL

Vergelijkbare documenten
KvINL. WB d.d. 1 augustus 2015 bij BRL 9500, deel 01 ENERGIEPRESTATIEADVISERING, BIJZONDER DEEL ENERGIE-INDEX, BESTAANDE WONINGEN

BRL 9500 Deel 00 NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN. voor het KOMO -, respectievelijk het NL-EPBD -procescertificaat voor ENERGIEPRESTATIEADVISERING

Energielabels Inhoudelijke gevolgen van de overgang naar de nieuwe BRL 9500, d.d

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN. voor het KOMO -, respectievelijk het NL-EPBD -procescertificaat voor ENERGIEPRESTATIEADVISERING BIJZONDER DEEL

Algemene informatie bij dit wijzigingsblad Dit wijzigingsblad (WB) geeft vervangende bepalingen bij BRL 9500, deel 01, d.d

BRL 9500 Deel

BRL 9500 Deel 05 concept xx-xxxx 2016

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN. voor het KOMO -, respectievelijk het NL-EPBD -procescertificaat voor ENERGIEPRESTATIEADVISERING BIJZONDER DEEL

BRL 9500 Deel 06 concept

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN. voor het KOMO -, respectievelijk het NL-EPBD -procescertificaat voor ENERGIEPRESTATIEADVISERING BIJZONDER DEEL

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN. voor het KOMO -, respectievelijk het NL-EPBD -procescertificaat voor ENERGIEPRESTATIEADVISERING BIJZONDER DEEL

BRL 9500 Deel oktober 2016

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN. voor het KOMO -, respectievelijk het NL-EPBD -procescertificaat voor ENERGIEPRESTATIEADVISERING BIJZONDER DEEL

BRL 9500 Deel

BRL 9500 Deel

Wijzigingsblad BRL 5023 d.d

BRL 9500 Deel

1. Voor welke deelregelingen wilt u zich certificeren?

BRL 6000 Deel

BEOORDELINGSRICHTLIJN voor het HortiQ kwaliteitssysteemcertificaat voor BEDRIJVEN IN DE KASSENBOUWSECTOR

BRL s. drs. ir. T. (Ton) van Oostwaard. Presentatie Workshop BRL /

Wijzigingsblad BRL 4702

Wijzigingsblad BRL 3201

Veelgestelde vragen BRL9500

WB 9501 Wijzigingsblad d.d. 4 december 2014 bij BRL 9501

Certificering voor Energieprestatieadvisering. conform BRL9500 voor woningen en utiliteitsgebouwen

BEOORDELINGSRICHTLIJN

BRL 6000 Deel

BRL 6000 Deel 08C

BRL 9935 Deel 01. Beoordelingsrichtlijn. Bijzonder deel 01: kritiekversie d.d

Datum Oktober 2017 GASTEC QA ALGEMENE EISEN

Wijzigingsblad d.d bij BRL 9501

Certificering voor ontwerpen, installeren en beheren van installaties conform BRL6000

WIJZIGINGSBLAD BRL 1332 Het thermisch isoleren met een in situ spraysysteem van polyurethaanschuim. Pagina 1 van 5 d.d

Techniek gebied INST. Vastgesteld door het CCvD van de Stichting Kwaliteitsborging Installatiesector op 20 maart 2012

Wijzigingsblad BRL 0501

Beoordelingsrichtlijn

1. Inleiding. 2. Normdocument en wijzigingsbladen

1. Inleiding. 2. Normdocument en wijzigingsbladen

Positie van BRL s bij certificering van bedrijven. Wil van Ophem. Nationaal Congres Warmtepompen te Ede, 23 mei Presentatie vandaag

BRL 9500 Deel

Wijzigingsblad BRL 9161

Nationale Beoordelingsrichtlijn

Wijzigingsblad BRL 5060

Geldigheid kwaliteitsverklaringen De productcertificaten die op basis van de BRL 9903 d.d zijn afgegeven behouden hun geldigheid.

Wijzigingsblad BRL 2202 (zonwerend)(warmtereflecterend) isolerend dubbelglas voor thermische isolatie 31 december 2014

BRL6000 Installatietechniek

Certificering: Workshop hoe werkt dat? Regionale Bodemdagen Ketenhandhaving 2010 door SIKB en CI (Kiwa-Intron-Eerland)

BRL 6000 Deel

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR HET KOMO-PRODUCTCERTIFICAAT VOOR "LIJMEN VOOR DRAGENDE HOUTEN BOUWCONSTRUCTIES" van de Stichting Bouwkwaliteit

KOMO INSTAL Procescertificaat K83203/03

Wijzigingsblad BRL 0503

KBI Wijzigingsblad d.d bij BRL

Besluit CB Vaststellingsbesluit BRL AB Het CCvD heeft kennis genomen van het Bijzondere Deel BRL AB van 16 juni 2016.

Inhoudelijke gevolgen van actualisatie van BRL t/m 08

Beoordelingsrichtlijn voor het KOMO PROCESCERTIFICAAT voor het uitvoeren van luchtdichtheidsmetingen

KOMO INSTAL. Van Haren Installaties B.V. Besluit bodemkwaliteit

Nationale beoordelingsrichtlijn

Wijzigingsblad BRL 2813

, J.B.J. Luttikhold. j B.T.M. Holtus. KOMO INSTAL procescertificaat. Hoppenbrouwers Techniek B.V. INSTAL. Besluit bodemkwaliteit

EPG-Certificering B.V. Certificatiereglement volgens BRL9500. Datum 16 maart 2015

Raad voor Accreditatie (RvA) Specifiek Accreditatie- Protocol (SAP) voor Productcertificatie BRL 9500 Energieprestatieadvisering

Overzicht wijzigingen certificatieschema BRL SIKB 7000 versie 6.0

Nummer: K pag. 1 van 6

Ter kritiek t/m 1 mei 2018 KvINL

Wijzigingsblad BRL 9101

Beoordelingsrichtlijn voor het KOMO PROCESCERTIFICAAT voor het uitvoeren van luchtdichtheidsmetingen en thermografische opnamen

BDT Certificatie reglement

Geldigheid productcertificaten De productcertificaten die op basis van de BRL 9901 d.d zijn afgegeven behouden hun geldigheid.

KBI. Vergelijkingsdocument BRL6001-BRL6000

Nummer K84039/01 Vervangt n.v.t. Uitgegeven D.d. n.v.t. Geldig tot Pagina 1 van 5. Schouten Techniek B.V.

BRL 9935 Deel 03. Beoordelingsrichtlijn. Bijzonder deel 03: Kritiekversie d.d

, J.B.J. Luttikhold. 2 drs. G.J. Zoetbrood. KOMO INSTAL procescertificaat. 4-Elements Systeemtechniek. Besluit bodemkwaliteit

BRL 6000 Deel

BRL 6000 Deel

Wijzigingsblad BRL

BRL 9600 Nationale Beoordelingsrichtlijn

De kwaliteitstandaard voor managementsysteemcertificaten van. Stichting KOMO

VOOR DE AFGIFTE VAN EEN

Nationale Beoordelingsrichtlijn

Wijzigingsblad BRL

Tarievenblad EPG-Certificering B.V.

2 drs. G.J. Zoetbrood. E R.C. Verhagen. KOMO INSTAL procescertificaat

Certificatiereglement Hobéon Certificering- Archeologie

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN BORG 2005 versie 2 Procescertificaat voor het ontwerp, de installatie en het onderhoud van inbraakbeveiliging.

Certificatieregeling Kabelinfrastructuur en Buizenlegbedrijven

WIJZIGINGSBLAD A3. BORG 2005 versie 2 /A3 VEILIGHEID DOOR SAMENWERKING. Versie : 1.0. Publicatiedatum : 1 oktober Ingangsdatum : 1 januari 2011

KBI. Centraal College van Deskundigen. Huishoudelijk Reglement CCvD

Wijzigingsblad BRL 2502

Wijzigingsblad d.d bij BRL 9501

SGS INTRON CERTIFICATIE REGLEMENT VOOR CERTIFICATIE EN ATTESTERING 2015 INHOUDSOPGAVE

Certificering Legionellapreventie

Certificatie reglement VIN

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN voor het BORG procescertificaat voor ONTWERPEN, UITVOEREN EN ONDERHOUDEN VAN INBRAAKBEVEILIGING

VOOR DE AFGIFTE VAN EEN

VOOR DE AFGIFTE VAN EEN

Handleiding voor het opstellen van een Intern kwaliteitshandboek. Energieprestatieadvisering Woningbouw BRL9500

Transcriptie:

Wijzigingsblad d.d. 1 augustus 2015 bij BRL 9500, deel 00 ENERGIEPRESTATIEADVISERING, ALGEMEEN DEEL Vastgesteld door het CCvD van de Stichting Kwaliteit voor Installaties Nederland op 17 april 2015. Aanvaard door de Harmonisatie Commissie Bouw van de Stichting Bouwkwaliteit op 8 juli 2015 Bindend verklaard door de Stichting Kwaliteit voor Installaties Nederland per 1 augustus 2015. Algemene informatie bij dit wijzigingsblad Dit blad geeft vervangende bepalingen bij BRL 9500, deel 00, d.d. 31-08-2011. Dit blad vervangt WB 9500-00, d.d. 12 september 2013. De algemene informatie bij BRL 9500-00 d.d. 2011-08-31 over de bijzondere delen is inmiddels gedateerd. Uit praktisch oogpunt is ervoor gekozen om in BRL 9500-00 de tabel met de verwijzingen naar de specifieke bijzondere delen te laten vervallen. De huidige bijzondere delen worden daarom ook niet meer genoemd in de algemene informatie bij dit wijzigingsblad. De wijzigingen ten opzichte van het wijzigingsblad WB 9500-00 d.d. 12 september 2013 betreffen: De implementatie van de EPBD recast in de Nederlandse regelgeving. Als gevolg daarvan is er nu ook een energielabel voor nieuwe utiliteitsgebouwen. Vanaf nu worden de deskundigen in het kader van BRL 9500-03 aangeduid als EPB-adviseur, en de deskundigen in het kader van BRL 9500-06 als EPN-adviseur. In het Besluit energieprestatie gebouwen (BEG) is bepaald wanneer en voor welke gebouwen een energielabel verplicht is. In de Regeling energieprestatie gebouwen (REG) is bepaald dat een energielabel slechts kan worden afgegeven door een bedrijf dat beschikt over een NL-EPBD certificaat, afgegeven op basis van BRL 9500. Om BRL 9500 geschikt te maken voor de aangepaste regelgeving is het Bijzondere Deel 03 aangepast en is er een nieuw Bijzonder Deel 06 ontwikkeld: Deel 06 (Energielabel, utiliteitsgebouwen, detailmethode). Enkele wijzigingen in de eisen aan de rapportage van de certificatie-instellingen aan het Centraal College van Deskundigen (onderdeel 7.5.1). Verder is de tekst van hoofdstuk 1 aangepast i.v.m. de nieuwe accreditatienorm ISO 17065 en is overal de term dienst vervangen door andere omschrijvingen. WB 9500-00 bindend d.d. 01 augustus 2015 blad 1 van 7

Wijzigingen 1 Inleiding De tekst van 1. Inleiding wordt vervangen door: 1.1 Gebruik van de BRL De in beoordelingsrichtlijn 9500 opgenomen eisen worden bij de behandeling van een aanvraag voor, c.q. de instandhouding van een kwaliteitsverklaring voor energieprestatieadvisering, gehanteerd door de certificatie-instellingen die hiervoor door de Raad voor Accreditatie 1) zijn geaccrediteerd. De beoordelingsrichtlijn bevat niet alleen eisen waaraan de certificaathouder moet voldoen, maar ook eisen waaraan de certificatie-instelling moet voldoen. Tezamen met het keurmerkreglement en het certificatiereglement (van de certificatie-instelling), vormt BRL 9500 een zogenoemd certificatieschema waarvan eigenaar is. Om BRL 9500 te mogen gebruiken heeft de certificatie-instelling een gebruiksovereenkomst gesloten met, en een licentie-overeenkomst met de exploitant van het KOMO-keurmerk (Stichting KOMO) en/of de exploitant van het NL-EPBD-merk (Stichting Bouwkwaliteit). In de bijzondere delen is aangegeven welk keurmerk van toepassing is. 1.2 Aard van de kwaliteitsverklaring De kwaliteitsverklaringen die op grond van de BRL worden afgegeven, worden aangeduid als: KOMO procescertificaat, respectievelijk NL-EPBD procescertificaat. De kwaliteitsverklaringen kunnen alleen worden afgegeven op basis van het betreffende bijzondere deel BRL9500 in combinatie met dit algemene deel BRL 9500-00. 1.3 Leesaanwijzingen De beoordelingsrichtlijn bestaat uit een Algemeen Deel (9500-00) en Bijzondere Delen (9500-01, 9500-02, etc.) voor diverse deelgebieden op het gehele terrein van energieprestatieadvisering. Een deelgebied wordt gekenmerkt door de soort advisering, zoals energielabel, maatwerkrapport, etc. Het Algemene Deel (BRL Deel 9500-00) bevat de eisen die, ongeacht de soort advisering, voor energieprestatieadvisering altijd gelden, tenzij die eis in een Bijzonder Deel niet van toepassing is verklaard. De Bijzondere Delen bevatten eisen die slechts gelden als het certificaat betrekking heeft op het betreffende deelgebied. De nummering van hoofdstukken, paragrafen en onderdelen in de Bijzondere Delen is in principe gelijk aan de nummering in het Algemene Deel. Dit geldt niet voor de nummering van de bijlagen. De in deze beoordelingsrichtlijn opgenomen opmerkingen (onder het kopje ) zijn informatief, niet normatief. 1 Deze accreditatie door de Raad voor Accreditatie vindt plaats op basis van NEN-EN-ISO IEC 17065:2012 Conformity assessment - Requirements for bodies certifying products, processes and services. WB 9500-00 bindend d.d. 01 augustus 2015 blad 2 van 7

2. REIKWIJDTE VAN HET CERTIFICAAT De eerste alinea wordt vervangen door de tekst: Het terrein van energieprestatieadvisering van gebouwen is onderverdeeld in diverse deelgebieden. Het certificaat heeft betrekking op een of meer van deze deelgebieden. De derde alinea wordt vervangen door de tekst: De certificaathouder is vrij in de keuze van deelgebieden waarop hij zijn werkzaamheden onder certificaat wil leveren, voor zover niet anders is aangegeven in de Bijzondere Delen. 3. EISEN TE STELLEN AAN DE RAPPORTAGE De tekst van hoofdstuk 3 wordt vervangen door de volgende tekst: De certificaathouder verricht voor zijn opdrachtgever gecertificeerde werkzaamheden, die onder andere bestaan uit het leveren van een rapportage. De eisen die specifiek aan de rapportage worden gesteld, staan in hoofdstuk 3 van de Bijzondere Delen van de beoordelingsrichtlijn. De eisen die aan de gecertificeerde werkzaamheden worden gesteld, staan in hoofdstuk 4. 4. EISEN TE STELLEN AAN DE GECERTIFICEERDE ACTIVITEITEN De titel van hoofdstuk 4 wordt: EISEN TE STELLEN AAN DE GECERTIFICEERDE WERKZAAMHEDEN De tekst van hoofdstuk 4 wordt vervangen door de volgende tekst: De certificaathouder verricht voor zijn opdrachtgever gecertificeerde werkzaamheden. Enkele van deze werkzaamheden bestaan uit het leveren van rapporten. De eisen die aan deze rapporten worden gesteld staan in hoofdstuk 3. De eisen die specifiek aan de gecertificeerde werkzaamheden worden gesteld, staan in hoofdstuk 4 van de Bijzondere Delen van de beoordelingsrichtlijn. 5.2 Inloggegevens afmeldsysteem In de tekst van de opmerking wordt Agentschap NL vervangen door RVO.nl. 5.3 Personeel De tekst van onderdeel 5.3 wordt vervangen door de tekst: De certificaathouder heeft een arbeidsovereenkomst met ten minste één EPA-adviseur, EPBadviseur of EPN-adviseur. De eisen die voor een deelgebied met betrekking tot het personeel worden gesteld, zijn beschreven in paragraaf 5.3 van de Bijzondere Delen van de beoordelingsrichtlijn. 5.5 Levering van diensten Deze paragraaf vervalt. 5.6 Registratie bij Geschillencommissie Deze paragraaf vervalt. WB 9500-00 bindend d.d. 01 augustus 2015 blad 3 van 7

6.1 Eis De eerste zin van paragraaf 6.1 wordt vervangen door de tekst: De interne kwaliteitsbewaking moet van zodanige aard zijn dat ter beoordeling van de certificatieinstelling zeker is gesteld, dat de onder certificaat verrichte werkzaamheden voldoen aan de eisen van hoofdstuk 3 en 4. 6.2 Algemeen, kwaliteitshandboek De tekst van de opmerking in 6.2 wordt vervangen door de tekst: Het kwaliteitshandboek beschrijft ook de gang van zaken bij inhuur van externe EPA-adviseurs/ opnemers en EPB/EPN-adviseurs. Aan de tekst van paragraaf 6.2 wordt toegevoegd: De certificaathouder wijst een persoon aan die verantwoordelijk is voor het kwaliteitshandboek. 6.3 Kwaliteitsbeleid De tekst van paragraaf 6.3 wordt vervangen door de tekst: Het kwaliteitshandboek moet ten minste een verklaring bevatten van de directie van het bedrijf, dat het kwaliteitsbeleid erop is gericht om: het bedrijf blijvend te laten voldoen aan de eisen van hoofdstuk 5, rapporten op te leveren die voldoen aan de eisen van hoofdstuk 3, de werkzaamheden te verrichten op een wijze overeenkomstig hoofdstuk 4, en de interne kwaliteitsbewaking uit te voeren overeenkomstig hoofdstuk 6. 6.4 Verantwoordelijkheden / bevoegdheden / vakbekwaamheden De tekst van paragraaf 6.4 wordt vervangen door de tekst: In het kwaliteitshandboek moet de plaats in de organisatie zijn beschreven van iedere persoon die betrokken is bij de gecertificeerde werkzaamheden, met de daarbij behorende taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden en vakbekwaamheden. Een persoon mag niet worden belast met taken en verantwoordelijkheden waarvoor hij de vakbekwaamheid mist. Met het oog daarop moet de certificaathouder de vakbekwaamheid van de persoon beoordelen voordat hij hem met taken en verantwoordelijkheden belast. Iedere persoon die betrokken is bij de gecertificeerde werkzaamheden, moet weten en begrijpen welke eisen aan zijn werkzaamheden worden gesteld, en welke verantwoordelijkheden en bevoegdheden hij heeft. 6.5 IKB-schema De tekst van paragraaf 6.5 wordt vervangen door de tekst: In het kwaliteitshandboek moet een schema van de interne kwaliteitsbewaking zijn opgenomen. In dit schema is de omvang en de frequentie vastgelegd van de controleactiviteiten in het kader van de interne kwaliteitsbewaking. De interne kwaliteitsbewaking heeft tot doel om zeker te stellen dat de werkzaamheden voldoen aan de gestelde eisen. In paragraaf 6.5 van de Bijzondere Delen kan zijn voorgeschreven welke controles ten minste deel moeten uitmaken van de controleactiviteiten. 6.7.3 Projectenregistratie De tekst achter de tweede bullet in onderdeel 6.7.3 wordt vervangen door de tekst: naam EPA/EPB/EPN-adviseur en indien van toepassing EPA-opnemer, WB 9500-00 bindend d.d. 01 augustus 2015 blad 4 van 7

7.1.1 Organisatiegericht onderzoek, omvang De tekst achter *) in onderdeel 7.1.1 wordt vervangen door de tekst: Tot de uitvoerenden behoren alle EPA/EPB/EPN-adviseurs en EPA-opnemers (ook de externe) die de werkzaamheden of een deel daarvan verrichten. 7.1.4 Projectgericht onderzoek, inhoud Aan het eind van onderdeel 7.1.4 wordt de volgende tekst toegevoegd: In verband met de voor de projectcontrole vastgestelde tijdsbesteding kan de certificatie-instelling, als dit in onderdeel 7.1.4 van het Bijzondere Deel is aangegeven, zich bij de controle van de technische kwaliteit van de installatie beperken tot controle van punten die in de praktijk vaak kritisch zijn gebleken. Op de website van kan voor elk afzonderlijk Bijzonder Deel van de beoordelingsrichtlijn een lijst worden gepubliceerd van mogelijk kritische punten (aandachtspunten). De auditor/ inspecteur van de certificatie-instelling gebruikt deze lijst om een lijst op te stellen van kritische punten in het door hem te controleren project, afgestemd op de beschikbare controletijd en de mogelijkheden in het stadium van uitvoering van het ontwerp van de installatie, respectievelijk het installeren van de installatie. De eisen die specifiek voor een deelgebied aan de projectencontrole worden gesteld, zijn beschreven in onderdeel 3.4 van de Bijzondere Delen van de beoordelingsrichtlijn. 7.1.5 Rapportage De tekst van onderdeel 7.1.5 wordt vervangen door de volgende tekst Van het onderzoek wordt een schriftelijke rapportage opgesteld. De rapportage moet alle bevindingen bevatten van de beoordeling van de geverifieerde onderdelen. Na 7.1.5 invoegen: 7.1.6 Afgifte van het certificaat In de certificatie-overeenkomst en/of reglementen van de CI zijn de rechten en plichten vastgelegd van de certificaathouder en de certificatie-instelling ten opzichte van elkaar. Deze rechten en plichten betreffen: de voorwaarden waaronder het certificaat wordt verleend zoals vastgelegd in de beoordelingsrichtlijn, de door de certificatie-instelling in het kader van de externe kwaliteitsbewaking te verrichten activiteiten, het door de certificaathouder aan de certificatie-instelling, ten behoeve van de externe kwaliteitsbewaking, ter beschikking stellen van documenten, het door de certificaathouder voor de certificatie-instelling toegang verschaffen tot plaatsen waar de certificatie-instelling controles moet uitvoeren in het kader van de externe kwaliteitsbewaking, en de door de certificaathouder aan de certificatie-instelling te betalen vergoeding. Het certificaat wordt pas verleend nadat het bedrijf een certificatie-overeenkomst heeft gesloten met de certificatie-instelling en als uit de in 7.1.5 bedoelde rapportage blijkt dat de gecontroleerde projecten voldoen aan de eisen van hoofdstuk 3 en 4 en het bedrijf voldoet aan de eisen van hoofdstuk 5 en 6. WB 9500-00 bindend d.d. 01 augustus 2015 blad 5 van 7

7.2.6 Sancties De definitie van kritieke afwijking wordt vervangen door de volgende tekst: Hierbij is sprake van een kritieke afwijking, indien: de afwijking onmiddellijk effect heeft op de kwaliteit van de onder certificaat verrichte werkzaamheden, en/of een voorgeschreven onderdeel van het kwaliteitshandboek ontbreekt of niet wordt toegepast. De tekst t.a.v. 'extra projectcontroles' wordt als volgt gewijzigd: De extra projectcontrole vindt plaats binnen 3 maanden na de inspectie waarbij de afwijkingen zijn aangetroffen. In onderdeel 7.2.6 van de Bijzondere Delen van de beoordelingsrichtlijn kunnen nadere bepalingen met betrekking tot sancties zijn opgenomen. 7.5 Rapportage aan CCvD van KBI De titel van paragraaf 7.5 wordt vervangen door: Rapportage aan. 7.5.1 Opgelegde sancties De eerste zin van onderdeel 7.5.1 wordt vervangen door de tekst: De certificatie-instelling rapporteert jaarlijks aan ten behoeve van het CCvD van, uiterlijk op 1 februari, hoeveel certificaathouders in het afgelopen jaar gestopt zijn, en hoe vaak en aan hoeveel certificaathouders sancties zijn opgelegd. De tabel over de inhoud van de rapportage wordt vervangen door de volgende tabel en tekst: De rapportage heeft de volgende inhoud: Aantal certificaathouders begin verslagperiode per deelgebied en totaal Aantal uit eigen beweging gestopte certificaathouders per deelgebied en totaal Aantal ingetrokken certificaten per deelgebied en totaal aantal betrokken certificaathouders Aantal certificaathouders einde verslagperiode per deelgebied en totaal Aantal certificaathouders met sanctie op kwaliteitssysteem (extra inspectie) Aantal certificaathouders met sanctie op adviezen (minder dan 10% extra controles) Aantal certificaathouders met sanctie op adviezen (10% of meer extra controles) Het percentage extra projectcontroles heeft betrekking op de reguliere projectcontroles van de verslagperiode. De laatste alinea van onderdeel 7.5.1 vervalt. 9 REFERENTIES Het hoofdstuknummer van Referenties wordt 11. Er worden twee nieuwe hoofdstukken ingevoegd: 9 GEBRUIK VAN HET CERTIFICAAT EN HET CERTIFICATIEMERK De certificaathouder stelt de opdrachtgever van de werkzaamheden, uiterlijk op de dag waarop de schriftelijke opdracht wordt ondertekend, een volledig exemplaar van het certificaat ter beschikking. WB 9500-00 bindend d.d. 01 augustus 2015 blad 6 van 7

Als de certificaathouder het certificaat publiceert, hetzij op papier, hetzij op het internet, dan publiceert hij het volledig. De certificaathouder mag het certificatiemerk enkel en alleen gebruiken in relatie tot de werkzaamheden die voldoen aan de eisen van deze BRL. 10 SCHORSING, INTREKKING EN OPSCHORTING VAN HET CERTIFICAAT Dit hoofdstuk bevat bepalingen inzake de schorsing, intrekking en opschorting van het certificaat. Los van deze bepalingen kan een certificatie-instelling een certificaat intrekken, wanneer de certificatiehouder niet voldoet aan zijn verplichtingen overeenkomstig de certificatie-overeenkomst met de certificatie- instelling. 10.1 Schorsing Als de certificatie-instelling bij een vervolgonderzoek, organisatiegericht dan wel projectgericht, tot het oordeel komt dat de certificaathouder niet meer voldoet aan de eisen van hoofdstuk 4 t/m 7, en daarbij structurele afwijkingen vaststelt, dan wordt het certificaat onmiddellijk geschorst. De certificaathouder mag geen gebruik maken van het geschorste certificaat. Er is sprake van een structurele afwijking, indien: het bedrijf onder certificaat een energieprestatieadvies opstelt waarbij structureel niet is voldaan aan de eisen van hoofdstuk 3 en 4, en/of het bedrijf structureel niet voldoet aan de eisen van hoofdstuk 5, en/of een in paragraaf 6.2 t/m 6.6 voorgeschreven onderdeel van het kwaliteitshandboek structureel niet wordt toegepast. Bij een structurele afwijking moet de certificaathouder binnen vier weken na het vervolgonderzoek schriftelijk, in een plan van aanpak voor het doorvoeren van corrigerende maatregelen, ten genoegen van de certificatie-instelling, aangeven hoe hij de structurele afwijkingen gaat opheffen. De structurele afwijkingen moeten binnen 6 maanden na het vervolgonderzoek ten genoegen van de certificatieinstelling zijn opgeheven. Om dit vast te kunnen stellen, verricht de certificatie-instelling binnen deze periode van 6 maanden een extra vervolgonderzoek met verificatie van de getroffen corrigerende maatregelen. De schorsing van het certificaat vervalt op de dag dat de certificatie-instelling vaststelt dat de structurele afwijkingen zijn opgeheven. 10.2 Intrekking Het certificaat wordt ingetrokken als de schorsing niet binnen 3 maanden is opgeheven. De certificaathouder mag geen gebruik maken van het ingetrokken certificaat. 10.3 Opschorting De certificaathouder kan de certificatie-instelling verzoeken om het certificaat op te schorten voor een periode van ten hoogste 2 jaar. Indien de periode van opschorting langer is dan 1 jaar zal eerst een herkeuring moeten plaats vinden voordat opnieuw onder certificaat kan worden geacteerd. Tijdens de periode van opschorting blijft de certificatie-overeenkomst van kracht, behalve dat de certificaathouder geen gebruik mag maken van het certificaat en het certificatiemerk. WB 9500-00 bindend d.d. 01 augustus 2015 blad 7 van 7