Vergelijkbare documenten
grondwater doorgrond wat kunt u doen tegen grondwateroverlast?

Hoe kom ik van grondwaterproblemen af?

Grondwater en grondwateroverlast

Informatiefolder. Wat te doen met grondwateroverlast?

Legenda: Maaiveld Grondwaterstand Handmeting grondwaterstand

Vocht, schimmels & gezondheid

5 Bouwfysische aspecten 5.05 Voorkomen en bestrijden van optrekkend vocht door: ir. J.A. Kooren, architect bna

Lekke kelder? Dd 27 februari 2006 Aanvulling A maart Dit was niet de bedoeling.

Survey results

Vochtproblemen in zwembaden

Vloer- en bodemisolatie

OPSTIJGEND VOCHT. Rewah nv. Sinds 1985 uw specialist in de ontwikkeling van producten voor vochtbestrijding

Principe maatregelen wateroverlast

Rewah nv OPSTIJGEND VOCHT. Nabehandeling. Hebt u nog vragen? Sinds 1985 uw specialist in de ontwikkeling van producten voor vochtbestrijding

Vocht & Ventilatie. Nummer 25

STABILITEIT. scheuren in gebouwen

Taak constructies. Architecten en ingenieurs: Goossens & Partners. Dries de Burggrave. 1MAK a

Vocht & Ventilatie _KlusZo_25_Vocht/Ventil :46 Pagina 1. Nummer 25 Art.nr

Waterdichting. Pas weber.dry inject toe. Controleer op waterdoorslag naar bovenliggende verdieping of fundering.

Anne Mollema IGWR. Grondwater in de Stadhouderslaan en omgeving

Funderingsherstelmethoden. Datum 1 juli 2006 Wijziging A. Aangevuld 16 april 2007

Isolatie van kruipruimtes in Slotervaart

Water en vocht in of rond uw huis?

Drainage voorkomt grondwateroverlast. Ontwateren van uw perceel voorkomt grondwateroverlast in huis en tuin

INDELING INLEIDING (AANLEIDING?) GRONDWATERBEHEER IN DELEN DE WATERWET OVERLAST EN ONDERLAST: DE PROBLEMEN VERBONDEN.

Tips om wateroverlast op eigen perceel tegen te gaan

& ' ! " # $ % 6 % % % % (" ' ) *

Paalrot door lekke drainerende riolen

Grondwater onder de Oude en de Nieuwe Delf. Jelle Buma

Alles over verbouwen en renoveren!

Solutions for Humidity Problems. Kleurloze vochtwerende producten op basis van kwaliteitsvolle oligomere siloxanen

Doe-het-zelf gids bij vochtproblemen in huis.

De locatie Het ontwerp van het winkelcentrum en directe omgeving is opgenomen in figuur 1.

Wat te doen bij. Grondwateroverlast

DryStone Gel Combibox

Constructiedetails: Bouwknopen

OPNAME RAPPORTAGE. Opdracht omschrijving: Het onderzoeken van de balklagen van de begane grond via de kruipruimten

Soil-ID Vochtwering: praktische oplossingen met een minimum aan overlast

Wateroverlast Informatie over de meest voorkomende waterproblemen

Quickscan waterbestendigheid woningen, Dordrecht en Rotterdam. Definitief

Injecteren tegen opstijgend vocht

VERWERKINGS- VOORSCHRIFTEN

Rgd. Dichtheid. Voor het aspect dichtheid van bouwconstructies wordt onderscheid gemaakt in:

Brochure isolatie. oktober Oktober 2014 Woonstichting VechtHorst

Vocht en schimmel in uw woning. Hoe pakt u dit aan?

Humabloc Plus. Geavanceerde geltechnologie. Humabloc Plus een revolutionaire productontwikkeling

Muurvocht en zouten. STOLZ-470 Vochtreguleringspleister

Informatiebijeenkomst Boezemstraat / Molenvlietsingel

Trappen. De trap naar de 1 e en 2 e verdieping is in goede staat.

Hydrosec, vochtexpert in dienst van uw comfort.

Vragen en antwoorden Aanpak Agniesebuurt

Plaatsingsvoorschriften DELTA -THENE: Afdichting in de spouwmuur Conform EN 14967:2006

1 Algemene gegevens bouwkundig keuringsrapport

Doelstelling onderzoek

MCAB model Mathieu Peters

Gemeente Den Haag. Gevelonderhoud en -reiniging

Vochtproblemen herkennen en oplossen

Instructie onderhoud balkons

Voor wie. Probleemschets. Hoe herkent u funderingsproblemen?

Enquête grondwateroverlast Nieuw-Schoonebeek. Definitief

Basisprincipes. Binnenisolatie - Deel 1: Basisprincipes. Groot potentieel voor na-isolatie van muren. Timo De Mets Labo Hygrothermie

Bouwpathologie, renovatie en onderhoud

Kuyperschool Ridderkerk Bouwkundige opname 15 augustus Bouwkundige opname. Voormalige Kuyperschool te Ridderkerk

Adviesrapport Wateroverlast Kruipruimte Merelwijk te Capelle aan den IJssel. uw woning klaar voor de toekomst

Grondwater en de fundering van uw huis

Bewonersavond Duurzame Vogels. 22 april 2014

Bewonersavond grondwater Graan voor Visch C Hoofddorp

Paalrot door lekke drainerende riolen

TECHNISCHE INGREPEN TEGEN VOCHT ONDERAAN DE MUREN. Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen :

INDIVIDUELE TAAK OPLEIDINSONDERDEEL CONSTRUCTIES 1. JULIE VANDENBULCKE MAK 1 E Aannemer: Luc Vandermeulen

DryStone Gel Combibox

De VvE heeft in haar vergadering van 1 maart 2010 besloten om de vochtproblemen in de kruipruimtes te gaan aanpakken.

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = en Y =

Inlichtingenformulier verkoper

VOCHT. (1) vocht al dan niet met. (2) schimmelvorming. insijpelend doorslaand opstijgend condensatie bouwvocht occasioneel

6IWc Volbouw 1. Deel 2: Volbouw

welkom! algemene bouwkunde ipd-opleidingen breda

5' 6' PW19tekB01e - A3-1/20 Prof. Winklerlaan 19, Bakkum BESTAANDE & NIEUWE SITUATIE 21 april Dwarsdsn 4-B. Dwarsdsn 4-B

Hygroscopische eigenschappen

Bodemgeschiktheidseisen stedelijk gebied

I Informatieblad herstel buitenpleisterwerk

Isolatie. Bedrijven realiseren forse Energiewinst met Isolatie. Heel simpel.

drainage en grondwater ontwateren van uw perceel voorkomt grondwateroverlast in huis en tuin

Productnaam: Artikelnr: RC DRYGEL 74

Negen vochtproblemen in uw woning: hoe kan u ze vaststellen?

Opdrachtomschrijving: dakrenovatie oude woning, bestaande uit meerdere klussen.

Rapportage Energiebus

Uitspraak. van de Huurcommissie

Wateroverlast Lombok en Zeeheldenbuurt in Utrecht

voorkomt schade aan uw woning door vocht en schimmel

Plaatsingsvoorschriften DELTA -THENE: kelderafdichting

Bodemhygrolatie. uniek systeem voor vloerisolatie energiebesparing + vochtwering met EPS-Termoparels. Maximale energiebesparing

Opleiding Duurzaam gebouw: Renovatie met een hoge energie-efficiëntie: technische details Leefmilieu Brussel

Checklist beoordelen woning

Heeft luchtdicht bouwen wel zin? copyright: Innoceal bvba

Isolatie plaatsen en de kiertjes niet afdichten? Een jas die niet dicht kan, heeft toch ook geen zin...

Vochtoverlast en ventilatie in de woning

Vloer- en. Vloer- en gevelventilatie. De standaard in bouwproducten.

Transcriptie:

Bijlage 6 Toetsingscriteria grondwaterstanden stedelijk gebied 1. Hoogst toelaatbare grondwaterstand onder bebouwing met kruipruimte Als toetsingscriterium voor bebouwing met kruipruimte wordt een hoogst toelaatbare grondwaterstand van 0,20 meter minus (grof zandige) kruipruimtebodem gehanteerd en wordt uitgegaan van de volgende eisen: - vloeren van woningen liggen ten minste 0,15 meter boven straatpeil; - besloten ruimten (kruipruimten) onder de laagste vloer van een gebouw moeten een vrije hoogte hebben van ten minste 0,50 meter, indien zich onder die vloer leidingen of kanalen bevinden waarvan de bereikbaarheid ten behoeve van onderhoud en vervanging moet zijn verzekerd. Bij een vloerdikte van 0,20 meter resulteren bovengenoemde eisen in een hoogst toelaatbare grondwaterstand van 0,90 meter minus vloerpeil. Als maximale overschrijdingsfrequentie van de hoogst toelaatbare grondwaterstand wordt één maal per jaar aangehouden. 0,15 m maaiveld vloer 0,20 m kruipruimte 0,50 m 0,90 m 0,20 m hoogst toelaatbare grondwaterstand Het toetsingscriterium van 0,20 meter minus kruipruimtebodem is gebaseerd op grof zandige kruipruimtebodems. Bij kruipruimtebodems met fijn zandig of kleiig materiaal zijn vanwege de grotere capillaire werking lagere grondwaterstanden dan wel aanvullende maatregelen noodzakelijk om een vochtige kruipruimte te voorkomen. Een uitwendige scheidingsconstructie van verblijfsruimten dient waterdicht te zijn. Dit betekent dat bijvoorbeeld souterrains waterdicht dienen te zijn, evenals de begane grondvloer boven een kruipruimte. Indien een kelder geen verblijfsruimte is, hoeft de kelder volgens het bouwbesluit niet waterdicht te zijn (Bouwbesluit 2003). 2. Hoogst toelaatbare grondwaterstand onder bebouwing zonder kruipruimte Met betrekking tot de hoogst toelaatbare grondwaterstand onder bebouwing zonder kruipruimte wordt in het algemeen een toetsingscriterium gehanteerd van 0,50 meter beneden vloerpeil. Bij een hoogte van de vloerconstructie van 0,15 meter boven maaiveld volgt uit het bovenstaande een toetsingscriterium voor de hoogst toelaatbare grondwaterstand van 0,35 meter beneden maaiveld. KG18, bijlage 6 4-11-09

3. Laagst toelaatbare grondwaterstand bij op houten palen gefundeerde bebouwing Droogstand bij op houten palen gefundeerde bebouwing treedt op als de grondwaterstand beneden het niveau van het bovenste funderingshout is gedaald. Bij dit funderingstype kan als gevolg van droogstand aantasting van het funderingshout optreden. Aantasting kan schade aan de bebouwing tot gevolg hebben. Om schade te voorkomen, dient de grondwaterstand zich boven het niveau van het bovenste funderingshout te bevinden. 4. Laagst toelaatbare grondwaterstand bij op staal gefundeerde bebouwing Ten gevolge van (ongelijkmatige) zettingen van de bodem kan schade optreden aan op staal gefundeerde bebouwing. Zetting van de bodem is over het algemeen een gevolg van de toename van de korrelspanning in de bodem. Deze toename kan het gevolg zijn van een toegenomen belasting op de ondergrond. Ook een verlaging van de grondwaterstand heeft een toename van de korrelspanning tot gevolg. Indien de ondergrond voorbelast is geweest, zullen de zettingen ten gevolge van een toename in de korrelspanning aanzienlijk geringer zijn. Ook een in het verleden opgetreden lage grondwaterstand is een vorm van voorbelasting op de ondergrond. Verdere zetting van de ondergrond kan optreden indien de grondwaterstand daalt beneden deze in het verleden opgetreden grondwaterstand. Deze grondwaterstand wordt aangeduid als de van nature laagst voorkomende grondwaterstand. Voor op staal gefundeerde bebouwing is de laagst toelaatbare grondwaterstand gelijk aan de van nature laagst voorkomende grondwaterstand. 5. Hoogst toelaatbare grondwaterstand onder wegen/woonstraten In verband met de ligging van kabels en leidingen (boven de hoogst optredende grondwaterstand), opdooi en stabiliteitsverlies, bedraagt de hoogst toelaatbare grondwaterstand onder woonstraten 0,70 meter beneden straatpeil (= ashoogte). Dit toetsingscriterium mag tijdens natte perioden tijdelijk overschreden worden. 6. Hoogst toelaatbare grondwaterstand onder parkeerplaatsen Als toetsingscriterium voor de hoogst toelaatbare grondwaterstand wordt bij parkeerplaatsen 0,50 meter beneden straatpeil aangehouden. Dit in verband met de ligging van kabels en leidingen, opdooi en stabiliteitsverlies, maar een minder intensief gebruik dan openbare wegen. 7. Hoogst toelaatbare grondwaterstand in tuinen en plantsoenen In verband met de benodigde bewortelingsdiepte van bomen en struiken bedraagt de gewenste maximale grondwaterstand in tuinen en plantsoenen 0,50 meter minus maaiveld. Daarnaast is het van belang dat de grondwaterstand weinig fluctueert. KG18, bijlage 6 4-11-09

Bijlage 7. Problemen in de woning (mede) als gevolg van grondwater 1. Optrekkend vocht In bouwconstructies kan vocht optrekken wanneer fijne kanaaltjes in een poreus materiaal als gevolg van de aantrekkingskracht tussen het materiaal en het water in staat zijn om water op te zuigen. De voorwaarden voor dit verschijnsel zijn: Het materiaal is poreus. Er is sprake van aantrekking tussen water en het materiaal - capillaire werking. Het materiaal staat in contact met (grond)water. Het ontbreken van een waterdichte laag (trasraam) boven de grondwaterstand. Optrekkend vocht komt daarom meestal voor in gemetselde constructies, waarbij geen horizontale waterkerende of -dichte (tussen)laag is aangebracht, zie figuur 1. Figuur 1. Optrekkend vocht Oorzaken Bouwtechnische oorzaken Het verschijnsel optrekkend vocht komt voornamelijk voor in oudere woningen. Dit hangt onder andere samen met het gebruik van gemetselde funderingen in plaats van beton en met het ontbreken van een waterdichte laag aan de onderzijde van de muren. Vroeger werd getracht door middel van het zogenaamde trasraam (een dichte baksteen, oftewel een zogenaamde trasraamklinker en een aangepaste mortel) een waterdichte laag te creëren. Deze waterdichte laag kan tijdens de bouw niet goed zijn aangelegd of gedurende de jaren zijn vergaan. Grondwatertechnische oorzaken Optrekkend vocht kan een grondwatertechnische oorzaak hebben indien de grondwaterstand hoger is dan het trasraam, of indien de bodem boven het trasraam veel vocht bevat vanwege capillaire opstijging van het grondwater. Overige oorzaken Door het slecht weglopen van regenwater uit de aanaarding (dit is grond die tegen de muur of de fundering ligt) of door plassen regenwater die tegen de muur aan staan kunnen problemen ontstaan. De oorzaak is bijvoorbeeld een slechte hemelwaterafvoer of het maaiveld dat richting de woning afloopt. KG18, bijlage 7 4-11-09

Schadebeeld Vaak gaat optrekkend vocht gepaard met de volgende schadebeelden: rottende balkkoppen bij houten vloeren; nat verkleurde zones aan de onderzijde van muren, die zich aftekenen in pleisterwerk of op behang; uitbloei van zouten; loskomen of verpulveren van pleisterwerk; poederen en/of schilferen van stenen; loskomen van verf. 2. Natte kruipruimte Een belangrijke bron voor een te hoge relatieve vochtigheid binnen de woning vormt de onder de woning gelegen kruipruimte, zie figuur 2. Doordat er in het algemeen een natuurlijke luchtstroom vanuit de kruipruimte naar de rest van de woning optreedt, wordt er vanuit de kruipruimte vocht de woning binnengebracht. Deze luchtstroom wordt veroorzaakt door het verschil in temperatuur over de hoogte van de woning. Hierdoor gaat de woning als een soort schoorsteen werken. Daarnaast kan mechanische afzuiging de luchtstroom vergroten. Indien de vochtigheid in de kruipruimte regelmatig aan de hoge kant is (boven de 70%), zullen er ook naar alle waarschijnlijkheid schimmels en andere micro-organismen aanwezig zijn. De toegevoerde lucht is daarom muf. Dit is vooral te merken in de ruimten die via leidingdoorvoeren in verbinding staan met de kruipruimte, zoals de meterkast en keukenkastjes. Figuur 2. Verdamping van water vanuit de vochtige kruipruimte Oorzaken Bouwtechnische oorzaken Wanneer een begane grondvloer dampdicht is, zal er geen overlast optreden als gevolg van een hoge luchtvochtigheid in de kruipruimte. In een nieuwbouwwoning dient de begane grondvloer volgens het bouwbesluit dampdicht te worden gebouwd. Bestaande woningen hoeven echter niet aan deze eis te voldoen en zullen daardoor eerder problemen ondervinden van een hoge luchtvochtigheid in de kruipruimte. Met name woningen met houten vloeren zijn hier gevoelig voor. In de kruipruimte dient ventilatie aanwezig te zijn om het aanwezige vocht af te voeren. KG18, bijlage 7 4-11-09

Indien deze onvoldoende is kan een te hoge luchtvochtigheid optreden in de kruipruimte. Teveel ventilatie is echter ook niet gewenst. Door de toegenomen luchtsnelheid kan extra verdamping optreden en kan een extra luchtstroom ontstaan naar de woonruimte toe. De hoeveelheid verdamping is tevens afhankelijk van de temperatuur in de kruipruimte. Door isolatie van de begane grondvloer en leidingen wordt de verdamping vanuit de kruipruimtebodem verminderd. Grondwatertechnische oorzaken De hoeveelheid vocht in de kruipruimtebodem is afhankelijk van de grondwaterstand en van het materiaal waarvan de kruipruimtebodem is gemaakt. Wanneer de grondwaterstand zich op een geringe afstand onder de bodem van een kruipruimte bevindt, kan het vocht via capillaire opstijging de kruipruimtebodem bereiken. De capillaire opstijging is groter naarmate de korrelgrootte van het bodemmateriaal kleiner is. In grof zand is de capillaire zuigkracht minimaal. Ten aanzien van de grondwaterstand onder en in de kruipruimte kan nog gezegd worden dat in sommige woningen de kruipruimte dieper is dan gangbaar. De grondwaterstand ten opzichte van de kruipruimtebodem kan dan onvoldoende zijn, terwijl de grondwaterstand ten opzichte van maaiveld voldoende lijkt. Overige oorzaken Vocht in de kruipruimte kan ook worden veroorzaakt door instromend regenwater. Dit kan bijvoorbeeld optreden bij slecht waterdoorlatende lagen in de bodem, onder de geveldiepte maar boven de grondwaterstand. Ter plaatse van deze laagjes wordt de infiltratie van regenwater naar het grondwater belemmerd en kan het in plaats daarvan horizontaal afstromen onder de gevel door naar de kruipruimte. Vocht in de kruipruimte kan daarnaast tevens een gevolg zijn van lekkende waterleidingen, hemelwaterafvoeren of rioleringsbuizen. Schadebeeld Het schadebeeld dat kan optreden als gevolg van een hoge luchtvochtigheid in de kruipruimte en in de woning is zeer divers: Zwellen van houten vloeren en bij dichte afwerking rotten van houten vloeren. Aantasting van de afwerking van de begane grondvloer. Condensatie op ramen en kozijnen of andere koude oppervlakten. Vochtplekken en schimmel op muren en inboedel. Muffe of stinkende binnenlucht. Gezondheidsproblemen. 3. Lekkages in kelders/souterrains Wanneer souterrains niet meer waterdicht zijn, kan het grondwater de ruimte binnendringen. In principe zijn souterrains van oorsprong waterdicht, echter door ouderdom en zettingen kunnen er scheuren ontstaan. Er kan ook een stijging van het grondwater optreden, waardoor een niet waterdicht gedeelte van het souterrain onder de grondwaterspiegel komt te liggen. De oorzaken KG18, bijlage 7 4-11-09

Oorzaken Bouwtechnische oorzaken De belangrijkste oorzaak voor water in de souterrains is lekkage van de muren. Dit is duidelijk vast te stellen als de muren door vocht zijn aangetast in dat deel van de ruimte dat zich beneden het niveau van de grondwaterspiegel bevindt. Grondwatertechnische oorzaken Door een stijging van de grondwaterstand kan opeens wateroverlast optreden in souterrains, als de muur ter plaatse van de stijging van de grondwaterstand lek is. In feite is dit dus een combinatie van een grondwatertechnische en een bouwtechnische oorzaak. Overige oorzaken Lekken in waterleidingen, in hemelwaterafvoeren en in rioleringsbuizen kunnen eveneens water in de souterrains veroorzaken. Schadebeeld Door lekkage in het souterrain wordt de luchtvochtigheid in het souterrain en de woning te hoog. Het schadebeeld is hetzelfde als bij vochtige kruipruimtes. KG18, bijlage 7 4-11-09

Bijlage 8. Maatregelen tegen vochtoverlast in woningen Deze bijlage is een beknopt overzicht van mogelijke maatregelen tegen vochtoverlast in woningen. Iedere woning heeft zijn eigen specifieke problemen. Niet alle maatregelen zijn altijd doelmatig. Vochtoverlast in kelders of souterrain en kruipruimten Kelder of souterrain Indien sprake is van een lekkende kelderwand en/of kelderbodem wordt geadviseerd eventuele scheuren te herstellen en de kelderconstructie te laten injecteren. Wanneer sprake is van een gemetselde kelder kan met een siliconen micro emulsie geïnjecteerd worden. De micro emulsie dringt door tot in de poriën van de stenen en vormt na uitharding een waterkerende laag in de kelderwand en / of bodem. Als gevolg van vochtoverlast kan sprake zijn van zoutuitbloei welke na injecteren niet direct zal verdwijnen. Het kan nog circa 5 jaar duren voordat de kelderwand en bodem geheel droog zijn en de zoutuitbloei stopt. Indien de kelder van dermate slechte kwaliteit is dat reparatie / injecteren geen oplossing meer is kan er voor gekozen worden de kelder vol te storten en zo te laten vervallen of een nieuwe kelderconstructie binnenin de huidige constructie te laten aanleggen. Logischerwijs brengt deze laatste oplossing relatief hoge kosten met zich mee. Kruipruimte Onderstaande oplossingen worden in meer of mindere mate als effectief beoordeeld voor het tegengaan of beperken van vochtoverlast in de kruipruimte. -Kunststoffolies (matig effectief) Een PE-folie wordt over de bodem van de kruipruimte gespannen met een hoge opstaande rand langs de bouwmuren. De folie beperkt verdamping van water uit de kruipruimtebodem. -Schuimbeton (effectief) Een cementgebonden materiaal met een laag soortelijk gewicht, dat als vloeispecie aangebracht kan worden. Door het lage gewicht en het aanbrengen in vloeibare vorm wordt een lichte (niet belastende) en geheel gesloten betonlaag gevormd. -Geëxpandeerde kleikorrels (effectief) Uitgebakken kleikorrels welke waterafstotend zijn behandeld. De kleikorrels vormen een zo goed als dampdichte laag op de kruipruimtebodem. -Schelpen (matig effectief) Schelpen worden veelvuldig in kruipruimten aangebracht met wisselende ervaringen. Schelpen nemen deze geen water op, en door de structuur vormen deze een dichte laag op de kruipruimtebodem. -Thermochips Thermochips wordt gemaakt van geëxpandeerde polystyreen. Belangrijkste kenmerken KG18, bijlage 8 4-11-09

zijn het lichte gewicht (bestaat voor 99% uit lucht) en de isolerende werking. Thermochips worden op de kruipruimtebodem aangebracht met het doel verdamping van water uit de kruipruimtebodem naar de woonruimte tegen te gaan. -Extra ventilatie in de kruipruimte (aanvulling op eerder genoemde oplossingen) Indien er geen of nauwelijks ventilatieroosters in de kruipruimte aanwezig is, wordt geadviseerd muisvrije ventilatieroosters aan te brengen. Geadviseerd wordt elke 5 meter een rooster te plaatsen. Een goede beluchting zorgt voor een relatief lage temperatuur in de kruipruimte waardoor verdamping geminimaliseerd wordt. Daarnaast voorkomt een goede beluchting de schimmelvorming in de kruipruimte. Vochtoverlast ter plaatse van de beganegrond -Mechanische onderbrekingen (effectief) Een relatief oude manier van het tegengaan van optrekkend vocht. Een laag metselwerk en stenen worden verwijderd en vervangen door een waterdichte laag. Hierbij wordt voornamelijk gebruik gemaakt van kunststof balken, sulfatexmortel en in het verleden ook folie. -Injecteren van de muren (effectief, veelvuldig toegepast) Injecteren tegen optrekkend vocht is effectief indien de juiste injectievloeistof wordt toegepast. Er zijn verschillende injectiemiddelen op de markt, waaronder; silicaten, acrylamide gels, siliconenharsen, stearaten en siliconaten. De werking van een aantal middelen is twijfelachtig. De praktijk leert dat het inbrengen van een siliconen micro-emulsie het beste resultaat geeft. -Verwijderen oude ventilatieroosters, vervangen door open stootvoegen (effectief) De meest eenvoudige oplossing voor het tegengaan van doorslaand vocht bij een spouwmuur is het vervangen van de oude ventilatieroosters door open stootvoegen. Open stoot voegen zijn kleine openingen in de spouwmuur welke om de 1,5 a 2 m worden aangebracht. Door het kleine formaat wordt de spouwmuur wel belucht maar zal geen sprake zijn van een te grote (koude)lucht toevoer. Voor ventilatie van de kruipruimte wordt dan geadviseerd om muisdichte ventilatieroosters te plaatsen. - Impregneren (matig effectief, soms zelfs versterking negatief effect) Er zijn veel bedrijven die het impregneren van (buiten)muren adviseren. Echter is de werking van deze oplossing zeer twijfelachtig. Soms is na impregnatie toch nog sprake van vochtdoorslag of is de vochtoverlast zelfs erger geworden. KG18, bijlage 8 4-11-09