Vreemdelingenbewaring in getal

Vergelijkbare documenten
Vreemdelingenbewaring in getal juli 2014

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

2009D Lijst van vragen en antwoorden

De IND belicht, jaarresultaten 2003

Plan van Aanpak "knelpunten in het vertrekproces" Een onderzoek naar de knelpunten in het vertrekproces van vertrekplichtige vreemdelingen

Het onderzoek van de IND richt zich op de vraag of de asielzoeker inderdaad gegronde(serieuze) redenen heeft.

De Dienst Terugkeer en Vertrek. De professionele uitvoerder van het terugkeerbeleid

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Een profielschets van vreemdelingen in bewaring 2010

Migratieradar april Ontwikkeling en verwachting van asielmigratie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Evaluatie effectiviteit Terugkeerbeleid 99

Datum 4 april 2014 Onderwerp Rapportage Vreemdelingenketen periode januari-december 2013

Vreemdelingencirculaire 2000 Deel A Modellen

Rapport. Rapport over een klacht over de Immigratie- en Naturalisatiedienst. Datum: 22 mei Rapportnummer: 2012/087

12. Vaak een uitkering

ADOPTIE Trends en analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 2012 tot en met 2016

Dienst Terugkeer en Vertrek Ministerie van Veiligheid en Justitie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

ADOPTIE Trends en Analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 2011 tot en met 2015

Terugkeerproces Armeense kinderen. Plan van aanpak

Datum 20 maart 2018 Onderwerp Antwoorden kamervragen over illegalen in Nederland te lang worden opgesloten in detentiecentra

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Datum 13 december 2016 Onderwerp Maatregelen t.a.v. (overlastgevende) asielzoekers uit veilige landen van herkomst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

6,1. Wetten: Werkstuk door een scholier 1662 woorden 29 december keer beoordeeld. Maatschappijleer. In-uitstroom van asielzoekers:

ADOPTIE Trends en analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 2013 tot en met 2017

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vraag 1: Kent u de berichtgeving over het stijgende aantal asielaanvragen van Kosovaren in Nederland? 1)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Datum 20 juni 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het terugsturen van kinderen naar Afghanistan

Vraag & Antwoord Vreemdelingendetentie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

toepassing van artikel 64 Vreemdelingenwet, wanneer het vanwege de gezondheidstoestand van het kind niet verantwoord is om te reizen.

Gesloten Gezinsvoorziening

Interne instructie Werken aan terugkeer definitieve regeling langdurig verblijvende kinderen

Waarom krijgt u deze brochure?

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 18 juni 2010 Onderwerp Interim-maatregelen amv

Voordat jouw asielprocedure begint

ECLI:NL:RBDHA:2013:14334

JJI in getal Mei 2013

ADOPTIE Trends en analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 2014 tot en met 2018

U vraagt asiel aan in Nederland. Waarom is het belangrijk dat u de brochure goed doorleest?

Datum 9 november 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over 'De enorme toename van criminaliteit in Kampen door asielzoekers

VLUCHTELINGEN IN GETALLEN 2009

Rapportage Vreemdelingenketen

De vereenvoudigde asielprocedure

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 februari 2014 Ons kenmerk: 2014/PBL/VSC/41 Betreft: Reactie internetconsultatie wetsvoorstel Wet terugkeer en vreemdelingenbewaring.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 12 van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers;

Noodopvang voor uitgeprocedeerde asielzoekers

In bezwaar of beroep

ECLI:NL:RVS:2009:BH8446

Datum 31 januari 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over bericht dat burgemeesters af willen van kansloze asielzoekers

Betreft: overlijden Russische asielzoeker Alexander Dolmatov

Rapport. Een onderzoek naar een klacht over de Dienst Terugkeer en Vertrek. Oordeel

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Datum 28 juni 2019 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht "Meer migranten claimen slachtoffer van mensenhandel te zijn"

Datum 12 februari 2019 Onderwerp Beleidsreactie WODC-Rapport Maatregelen gericht op asielzoekers uit veilige landen

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Paragraaf A2/2.2 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

Datum 22 juni 2018 Onderwerp Aanbieding rapporten Inspectie Justitie en Veiligheid inzake terugkeer en vertrek en toezeggingen terugkeer

Rapport. Rapport over een klacht over de Dienst Terugkeer en Vertrek te Den Haag. Datum: 14 mei Rapportnummer: 2012/081

ADOPTIE Trends en analyse

ECLI:NL:RBSGR:2003:AN9458

Beoordeling. h2>klacht

Rapportage Vreemdelingenketen

Nederland kan instemmen met de bepalingen betreffende kwetsbare personen, inclusief de in artikel 11 aangebrachte wijziging.

Ministerie van Veiligheid en Justitie

Aan Land en Taal Ministerie van Buitenlandse Zaken. Directie Afrika. Cluster Ambtsberichten en Terugkeer Postbus T.a.v.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Praktische opdracht Maatschappijleer Asielbeleid

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

ADOPTIE Trends en analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 2009 tot en met 2013

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Colofon jaarverslag NMI 2

Dit is DJI. 5x2x2½ % - 66% Juni In cijfers en feiten. gebaseerd op 2017

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

ONTSLAGSTATISTIEK. Jaarrapportage 2004

Waarom krijg je deze folder?

Vraag 3: Is er een inschatting te maken van de kosten van door illegalen in Rotterdam gepleegde misdrijven/overlast over het afgelopen jaar?

Datum 25 mei 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht Bijna 40 procent van de uitzettingen mislukt

Voordat jouw asielprocedure begint

ADOPTIE Trends en analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 2008 tot en met 2012

19637 Vreemdelingenbeleid. Den Haag, 17 juni Brief van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Transcriptie:

Februari 2011 Vreemdelingenbewaring in getal 2008-2012 Mei 2013

Colofon Directie Afdeling Directie Bestuursondersteuning Analyse, Strategie en Kennis Adresgegevens Contactpersoon Auteurs Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 30132 2500 GC Den Haag www.dji.nl Cyril van Schijndel E: c.van.schijndel@dji.minjus.nl Cyril van Schijndel Nol van Gemmert Pagina 3 van 37

Pagina 4 van 37

Voorwoord Deze publicatie Vreemdelingenbewaring in getal 2008-2012 geeft in kort bestek inzicht in de wereld van de vreemdelingenbewaring in ons land en is bedoeld voor personen werkzaam in het veld van vreemdelingenbewaring, beleidsmakers, onderzoekers en andere geïnteresseerden. Deze publicatie Vreemdelingenbewaring in getal bevat informatie over vreemdelingen die in de periode 2008-2012 in vreemdelingenbewaring verbleven. De lezer vindt cijfermatige informatie en toelichting over de taken en het wettelijk kader, de ontwikkelingen in de capaciteit, de aantallen gedetineerde vreemdelingen in de periode 2008-2012, aard en omvang van de groepen die in bewaring zijn gesteld, de nationaliteit, de gemiddelde duur van de bewaring en incidenten die er plaatsvonden. Grafieken en tabellen maken een en ander meer inzichtelijk. Het stroomschema op pagina 11 geeft in één oogopslag een beeld van het proces van de vreemdelingenbewaring. Aan de nationaliteit van de personen die in vreemdelingenbewaring worden gesteld, zijn niet zelden (naast beleidskeuzes op nationaal niveau ten aanzien van vreemdelingen/terugkeer) ontwikkelingen in Europa en op wereldschaal af te lezen. Dit blijkt dan ook uit de cijfers en beschrijvingen in deze publicatie. Tijdens het opstellen van deze publicatie is het Masterplan DJI aan de Tweede Kamer aangeboden. Het Masterplan brengt de financiële taakstelling van DJI in beeld, schetst de uitgangspunten die zijn gehanteerd bij de invulling van de taakstelling en biedt inzicht in de concrete uitwerking van de maatregelen en hun effecten op het personeel en de capaciteit. Belangrijke elementen uit het Masterplan voor vreemdelingenbewaring zijn (drastisch) terugbrengen van de capaciteit en maximaal centraliseren van vreemdelingen in de strafrechtsketen (VRIS). De effecten van de te nemen maatregelen op capaciteit en de inrichting hiervan zullen in de publicaties van komende jaren zichtbaar worden. Deze publicatie is één van de vier rapporten met kwantitatieve informatie over de justitiabelen die in de periode 2008-2012 onder de verantwoordelijkheid vallen van de vier organisatieonderdelen van de Dienst Justitiële inrichtingen. Naast de Directie Bijzondere Voorzieningen (vreemdelingenbewaring) zijn dit de Directie Justitiële Jeugdinrichtingen, de Directie Forensische Zorg en de Directie Gevangeniswezen. Alle publicaties zijn ook te vinden op internet: www.dji.nl. Dienst Justitiële Inrichtingen, Directie Bestuursondersteuning, Afdeling Analyse, Strategie en Kennis Jacqueline Kuyvenhoven Hoofd ASK Pagina 5 van 37

Inhoud Colofon 3 Voorwoord 5 1 1.1 Inleiding 9 Doel van de publicatie 9 1.2 Wettelijk kader vreemdelingenbewaring 9 1.3 Alternatieven voor vreemdelingenbewaring 10 1.4 1.5 Registratiewijziging van aan de grens geweigerde vreemdeling 10 Leeswijzer 11 2 Stroomschema vreemdelingenbewaring 13 2.1 Instroom vreemdelingen 13 2.2 Bewaring vreemdeling 14 3 Capaciteit vreemdelingenbewaring 15 3.1 Gemiddelde capaciteit 15 4 Instroom in de vreemdelingenbewaring 17 4.1 Algemene ontwikkeling instroom 17 4.2 Instroom naar wettelijke grondslag vreemdelingenbewaring 18 4.3 Instroom naar geslacht 20 4.4 Instroom naar nationaliteit 20 4.5 Instroom Alleenstaande Minderjarige Vreemdelingen 23 4.6 Instroom gezinnen met kinderen 24 5 Bezetting vreemdelingenbewaring 25 5.1 Algemene ontwikkeling bezetting 25 5.2 Bezetting naar wettelijke grondslag vreemdelingenbewaring 26 5.3 Bezetting naar geslacht 26 5.4 Bezetting naar leeftijd 27 5.5 Bezetting naar nationaliteit 27 5.6 Verblijfsduur op peilmoment 29 6 Uitstroom uit de vreemdelingenbewaring 31 6.1 Algemene ontwikkeling uitstroom 31 6.2 Bewaringsduur op basis van uitstroom 31 7 Incidenten 33 7.1 Ontvluchtingen 33 7.2 Suïcides 33 Bijlage 1 Begrippenomschrijving 35 Pagina 7 van 37

1 Inleiding 1.1 Doel van de publicatie Het doel van deze publicatie is in de eerste plaats om het management en beleidsmedewerkers van de Dienst Justitiële Inrichtingen en het ministerie van Veiligheid en Justitie cijfermatig te informeren over de belangrijkste ontwikkelingen in de periode 2008-2012. Tevens dient deze publicatie als naslagwerk voor direct betrokkenen en geïnteresseerden. 1.2 Wettelijk kader vreemdelingenbewaring Vrijheidsontneming op grond van de Vreemdelingenwet 2000 (hierna kortweg vreemdelingenbewaring) is een maatregel om een vreemdeling aan wie de toegang tot Nederland is geweigerd, dan wel de vreemdeling die niet (meer) in Nederland mag verblijven en weigert zelfstandig te vertrekken, vast te houden in een inrichting tot het moment dat vertrek of uitzetting mogelijk is. De inbewaringstelling maakt handhaving van de Vreemdelingenwet mogelijk, zorgt dat de vreemdeling beschikbaar is voor vertrek en voorkomt dat iemand uit het zicht verdwijnt. Hierbij is van belang op te merken dat het toepassen van vreemdelingenbewaring slechts dan geoorloofd is als met minder ingrijpende middelen niet hetzelfde doel kan worden bereikt (het ultimum remedium beginsel). Dat vreemdelingenbewaring als ultimum remedium wordt ingezet, is tevens gewaarborgd doordat de vreemdeling dit bij toetsing van de inbewaringstelling aan de rechter kan voorleggen. Op grond van de Vreemdelingenwet wordt de vreemdeling in Nederland op basis van een bestuursrechtelijke maatregel (niet op grond van het strafrecht) ingesloten. Deze maatregel wordt opgelegd door een hulpofficier namens de minister van Veiligheid en Justitie en niet door een rechter. Het bestuursrechtelijke karakter van de maatregel is terug te zien in de wijze waarop de bewaring wordt uitgevoerd. In grote lijnen houdt het in dat zo veel mogelijk bewegingsvrijheid wordt geboden aan de ingeslotenen, maar wel met oog voor orde en veiligheid. Binnen de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) heeft de Directie Bijzondere Voorzieningen (DBV) de verantwoordelijkheid voor de vreemdelingenbewaring. Alleenstaande Minderjarige Vreemdelingen (AMV ers) werden in 2010 nog ondergebracht in een justitiële jeugdinrichting. In 2011 is dit beleid gewijzigd; vanaf maart 2011 komen AMV ers onder voogdij te staan en worden zij geplaatst in een speciale voorziening van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA). In bepaalde situaties kan het voorkomen dat een AMV er nog in een Justitiële Jeugdinrichting (JJI) of detentiecentrum wordt geplaatst (zie hoofdstuk 4). In de vreemdelingenbewaring zijn er twee groepen te onderscheiden: aan de grens geweigerde vreemdelingen en vreemdelingen die in Nederland worden aangehouden wegens onrechtmatig verblijf. Zij worden ingesloten op respectievelijk artikel 6 of artikel 59 van de Vreemdelingenwet (Vw 2000). Vreemdelingen die aan de grens zijn geweigerd (artikel 6 Vw 2000) Deze vreemdelingen krijgen geen toegang tot Nederland, omdat ze bijvoorbeeld niet over een geldig paspoort beschikken, geen visum hebben of een gevaar vormen voor de openbare orde of veiligheid. De toegang is hun geweigerd aan een Schengen-buitengrens, zijnde Schiphol of de Rotterdamse haven. Als het mogelijk is, worden deze mensen door de Pagina 9 van 37

vervoerder waarmee ze in Nederland zijn gekomen weer mee teruggenomen naar het land van herkomst. Als dat niet (snel genoeg) lukt, komen de vreemdelingen in bewaring in een zogenaamd grenshospitium. Vreemdelingen die onrechtmatig verblijven in Nederland (artikel 59 Vw 2000) Artikel 59 betreft een maatregel die moet voorkomen dat vreemdelingen die Nederland dienen te verlaten, zich onttrekken aan hun uitzetting. Deze vreemdelingen worden bijvoorbeeld door de politie op straat aangetroffen of opgepakt tijdens controles in verband met illegale arbeid, controles in het openbaar vervoer, et cetera. Het betreft hier zowel illegale vreemdelingen die nooit een asielprocedure hebben doorlopen (de zogenaamde kale illegaal), als uitgeprocedeerde asielzoekers en personen met een verlopen tijdelijke verblijfsvergunning die weigeren Nederland zelfstandig te verlaten. 1.3 Alternatieven voor vreemdelingenbewaring Voordat vreemdelingenbewaring wordt opgelegd, wordt op individueel niveau bepaald of met minder ingrijpende maatregelen kan worden volstaan. Om de mogelijkheden te verruimen zijn in 2012 vier pilots gestart die als alternatief kunnen dienen voor het opleggen van vreemdelingenbewaring. Deze alternatieven zijn: Het opleggen van een meldplicht bij de Vreemdelingenpolitie (VP) in combinatie met facilitering bij terugkeer door de Dienst Terugkeer & Vertrek (DT&V) aan vertrekplichtige vreemdelingen die opvang/verblijf hebben bij betrouwbaar te achten particulieren of instanties. Het opleggen van een vrijheidsbeperkende maatregel in een vrijheidsbeperkende locatie voor ex-alleenstaande minderjarige vreemdelingen (AMV ers) die op het moment van beëindigen van het Project Perspectief daar in behandeling waren. Het project Perspectief begeleidde Alleenstaande Minderjarige Asielzoekers bij het verkrijgen van een verblijfsvergunning of de terugkeer naar het land van herkomst om te voorkomen dat ze in Nederland in de illegaliteit terecht kwamen. Het onderzoeken van een door of namens de vertrekplichtige vreemdeling vooraf te betalen borgsom, die wordt geretourneerd als het grondgebied van de Europese Unie aantoonbaar verlaten is. Het mede financieren van terugkeerprojecten van non-gouvernementele organisaties en stichtingen, die lokaal gesteund worden door gemeenten en/of kerkelijke instanties. Deze pilots worden in 2013 geëvalueerd. Op basis van die evaluatie zal worden bepaald welke pilots kunnen worden voortgezet en eventueel in beleid worden omgezet. 1.4 Registratiewijziging van aan de grens geweigerde vreemdeling In september 2009 heeft er een registratiewijziging plaatsgevonden van de vreemdelingen die op grond van artikel 6 zijn ingesloten. De in bewaring gestelde vreemdelingen die op de passantencellen van de Koninklijke Marechaussee (KMar) op het complex Schiphol-Oost verbleven en waarvan de uitzetting binnen één of twee dagen te realiseren was, werden tot aan september 2009 door DJI geregistreerd. Omdat deze vreemdelingen feitelijk onder de verantwoordelijkheid van de KMar vallen, is besloten om de registratie van deze groep vreemdelingen over te dragen aan de KMar. DJI registreert nu alleen nog de vreemdelingen die op basis van de inbewaringstelling daadwerkelijk geplaatst worden in een DJI-locatie. Deze wijziging heeft haar weerslag op de cijfers in de publicatie, omdat de Pagina 10 van 37

bovengenoemde KMar-vreemdeling vanaf 2010 (en een deel van 2009) dus niet meer in deze DJI-cijfers zit. Hierdoor is het niet goed mogelijk om de cijfers uit deze jaren te vergelijken met de cijfers uit 2008. 1.5 Leeswijzer In de hierna volgende hoofdstukken komen de volgende onderwerpen aan bod: Hoofdstuk 2 geeft inzicht in het proces van de vreemdelingenbewaring; van aanhouding VP/KMar tot aan de terugkeer naar het land van herkomst. Hoofdstuk 3 brengt de ontwikkeling van de capaciteit van 2008 tot en met 2012 in beeld. Hoofdstuk 4 gaat dieper in op de instroom in de vreemdelingenbewaring en een aantal achtergrondkenmerken: wettelijke grondslag, geslacht en nationaliteit. Tevens wordt in dit hoofdstuk aandacht besteed aan de instroom van Alleenstaande Minderjarige Vreemdelingen en gezinnen met kinderen. In hoofdstuk 5 komen dezelfde kenmerken terug. Nu hebben ze betrekking op de gedetineerdenpopulatie op 30 september van ieder jaar. Aanvullend is de leeftijd en de bewaringsduur van de zittende populatie in beeld gebracht. Hoofdstuk 6 levert gegevens over de uitstroom uit de vreemdelingenbewaring en de bewaringsduur op basis van uitstroom. Hoofdstuk 7 biedt inzicht in incidenten: het aantal ontvluchtingen en suïcides. De publicatie bevat één bijlage: Bijlage 1 geeft een lijst met definities van de gebruikte begrippen in deze publicatie. Pagina 11 van 37

2 Stroomschema vreemdelingenbewaring Stroomschema vreemdelingenbewaring Instroom vreemdeling Bewaring vreemdeling Instroom VP Locatie VP DJI Detentiecentrum Vreemdeling naar land van herkomst Instroom KMAR ZHP Locatie KMAR 2.1 Instroom vreemdelingen De vreemdelingenpolitie (VP) houdt vreemdelingen staande die illegaal in Nederland verblijven. Deze vreemdelingen kunnen een aantal dagen in bewaring worden gesteld op een politiebureau. De Koninklijke Marechaussee (KMar) en de Zeehavenpolitie (ZHP) voeren controles uit aan de Schengen-buitengrenzen op luchthavens en in zeehavens. Hierbij kan een vreemdeling staande worden gehouden en de toegang tot Nederland worden geweigerd. Tevens kan de KMar langs de binnengrenzen in het kader van het Mobiel Toezicht Veiligheid (MTV) vreemdelingen staande houden. Deze controles vinden plaats in het gebied direct achter de grens en worden steekproefsgewijs uitgevoerd op de wegen, in de treinen, op het water en bij luchtverkeer. Op 28 december 2010 heeft de Raad van State (RvS) uitspraak gedaan over de uitvoering van MTV aan de binnengrenzen. In het kort komt de uitspraak erop neer dat bij MTV alleen aangetroffen vreemdelingen met criminele antecedenten, illegalen die verdacht worden van criminele activiteiten, ongewenst verklaarde vreemdelingen en illegalen die betrokken zijn bij bijzondere zaken (zoals terrorisme) in bewaring kunnen worden gesteld. Een bij MTV aangetroffen illegale vreemdeling die niets met deze zaken van doen heeft, wordt aangezegd Nederland te verlaten. Het aantal inbewaringstellingen vanuit het MTV in 2011 is door deze gewijzigde aanpak Pagina 13 van 37

drastisch gedaald. 1 Dit effect is in de hier voorliggende cijfers ook duidelijk terug te zien. Op 1 juni 2011 is de wetgeving rondom MTV aangepast en zijn er beperkingen in frequentie en intensiteit vastgelegd in het vreemdelingenbesluit. Naar het oordeel van de RvS leek het MTV te veel op systematische grenscontroles zoals die worden uitgeoefend aan de buitengrenzen van het Schengengebied en was de juridische basis voor het toezicht niet goed geregeld. De wijziging van het vreemdelingenbesluit heeft dit nu hersteld. Met name op luchthavens en in treinen zijn door deze wetgeving minder controles toegestaan dan in de jaren hiervoor. De restricties die golden bij het in bewaring stellen van illegale vreemdelingen (criminele antecedenten, etc.) kwamen met de gewijzigde wetgeving te vervallen. 2.2 Bewaring vreemdeling De vreemdeling wordt vanuit de locatie VP/KMar overgebracht naar een detentiecentrum alwaar het vertrekproces in gang wordt gezet. De regievoerders van de Dienst Terugkeer & Vertrek (DT&V) regelen het uitzetproces. In de detentiecentra werken medewerkers van DT&V om het gedwongen vertrek te bewerkstelligen. De dienst ontvangt van de Immigratie en Naturalisatiedienst (IND), de Politie of de Koninklijke Marechaussee dossiers van vreemdelingen waarvan is vastgesteld dat zij Nederland dienen te verlaten. Op basis van het dossier wordt een vertrekplan opgesteld en doorgenomen met de vreemdeling. Het plan geeft aan welke activiteiten DT&V verricht en welke activiteiten de vreemdeling zelf moet verrichten. Wanneer een vreemdeling besluit om mee te werken aan vrijwillig vertrek kan hij een beroep doen op de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM). Ook de medewerkers van het IOM hebben een plek in het detentiecentrum. Het IOM is een onafhankelijke organisatie die wereldwijd migranten ondersteunt. Het IOM kan deze personen ondersteunen door een vervangend reisdocument aan te vragen, het ticket naar de eindbestemming te betalen, te regelen dat zonder begeleiding van autoriteiten wordt gereisd, voor begeleiding in het land van herkomst te zorgen of een eventuele financiële bijdrage leveren. 1 In de Rapportage Vreemdelingenketen periode juli-december 2011 (www.rijksoverheid.nl) is in het hoofdstuk Toezicht en handhaving meer informatie te vinden over MTV. Pagina 14 van 37

3 Capaciteit vreemdelingenbewaring De insluiting van vreemdelingen vindt plaats in een detentiecentrum of een locatie met een regime grenslogies. In de vreemdelingenbewaring geldt een regime waarin zo veel mogelijk vrijheid wordt geboden. In de reguliere detentiecentra mogen de vreemdelingen tussen 8.00 en 12.00 uur uit hun verblijfsruimten en tussen 13.00 en 17.00 uur. In die uren wordt een programma aangeboden. De vreemdeling kan vrij telefoneren, luchten, bezoek ontvangen (twee uur in de week en in het weekeinde), gebruik maken van geestelijke verzorging, bibliotheek en van sport- en recreatiemogelijkheden als zang, dans, tekenen en schilderen. Buiten de activiteiten verblijven de ingeslotenen op een gemeenschappelijke verblijfsruimte of afdeling. Ouders met kinderen die in een detentiecentrum verblijven en artikel 6- vreemdelingen die aan de grens zijn geweigerd, beschikken over een dagprogramma dat doorloopt tot 21.00 uur. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de ontwikkeling van de gemiddelde vreemdelingencapaciteit over de laatste jaren, onderscheiden naar capaciteit voor artikel 59/6 Vw en uitzetcentra. 3.1 Gemiddelde capaciteit Doordat in de verslagperiode de instroom in de vreemdelingenbewaring sterk afneemt (zie hoofdstuk 4), is er minder behoefte aan detentiecapaciteit voor vreemdelingen. Om de vraag naar plaatsen beter in overeenstemming te brengen met het aanbod aan plaatsen zijn een aantal capaciteitsmaatregelen genomen: Vanaf 2009 werd capaciteit onder de noemer in stand te houden capaciteit buiten gebruik gesteld. In 2012 is deze capaciteit opgelopen tot gemiddeld 700 plaatsen. De in stand te houden capaciteit werd zeer beperkt gefinancierd (onder andere voor de kosten van huurcontracten). De gemiddelde capaciteit in tabel 3.1 is exclusief de in stand te houden capaciteit. Het introduceren van reservecapaciteit. Deze capaciteit moet binnen vier maanden inzetbaar zijn om (tijdelijk) extra (seizoens)aanbod van de in te sluiten vreemdelingen op te vangen. De kostprijs van de reservecapaciteit is weliswaar hoger dan de kostprijs van de eerder genoemde in stand te houden capaciteit, maar ligt wel beduidend lager dan de kostprijs van de direct inzetbare capaciteit. Met het aanwijzen van reservecapaciteit is in 2009 gestart met gemiddeld 130 plaatsen en is toegenomen tot 325 plaatsen in 2012. Tabel 3.1 Gemiddelde capaciteit onderscheiden naar artikel 59/6 Vw en uitzetcentra inclusief reservecapaciteit 2008-2012 Vreemdelingenbewaring (art. 59/6 Vw2000) 2.160 1.744 1.763 1.529 1.548 Uitzetcentra 599 482 486 421 202 Reservecapaciteit - 130 130 130 325 Totale vreemdelingencapaciteit 2.759 2.356 2.379 2.080 2.075 Pagina 15 van 37

Grafiek 3.1 Gemiddelde capaciteit, inclusief reservecapaciteit 2008-2012 2.759 2.759 2.356 2.226 2.379 2.249 2.080 2.075 1.950 1.750 325 130 130 130 Totale capaciteit Direct inzetbare capaciteit Reservecapaciteit De voornoemde maatregelen hebben geleid tot een afname van de gemiddelde capaciteit (inclusief reservecapaciteit) van 2.759 plaatsen in 2008 tot 2.075 plaatsen in 2012; dit is een capaciteitsvermindering van circa 25%. Tabel 3.2 Gemiddelde in stand te houden capaciteit - 400 400 700 700 Pagina 16 van 37

4 Instroom in de vreemdelingenbewaring In beginsel is het de eigen verantwoordelijkheid van een vreemdeling om te vertrekken als het hem of haar niet of niet langer is toegestaan in Nederland te verblijven. Een vreemdeling krijgt na een afwijzing op een verzoek voor een verblijfsvergunning of na het verlopen van een tijdelijke verblijfsvergunning dan ook eerst de gelegenheid zelfstandig te vertrekken. Indien een vreemdeling er niet in slaagt om in de verleende vertrektermijn zelfstandig te vertrekken, kan de vreemdeling onder een vrijheidsbeperkende maatregel met intensieve begeleiding door de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) verder werken aan zijn zelfstandig vertrek. Gedwongen vertrek is alleen aan de orde als de vreemdeling zelf geen actie onderneemt voor het noodzakelijke vertrek. Vreemdelingenbewaring wordt dan toegepast om te voorkomen dat hij zich aan het toezicht onttrekt. Dit hoofdstuk laat de ontwikkeling van de instroom in de vreemdelingenbewaring zien. 4.1 Algemene ontwikkeling instroom De instroom in de vreemdelingenbewaring vertoont in de verslagperiode een dalend verloop. De registratiewijziging waaraan in de inleiding is gerefereerd, zorgt in 2010 voor een trendbreuk. De instroom in dat jaar is iets lager dan in 2009, maar valt feitelijk hoger uit doordat de in bewaring gestelde vreemdelingen (artikel 6 Vw) op de passantencellen van de KMar geen onderdeel meer uitmaken van het instroomcijfer bij DJI. Vanaf 2011 neemt de instroom sterk af. In 2012 is de instroom gedaald tot 5.420 vreemdelingen; in vergelijking met 2010 is dat een afname van ruim 30%. Grafiek 4.1 Instroom vreemdelingenbewaring 2008-2012 8.585 7.867 7.812 6.104 5.420 De sterk afgenomen instroom vanaf 2011 kent een aantal oorzaken: Door een uitspraak van de Raad van State (RvS) op 28-12-2010 betreffende het MTV konden minder vreemdelingen in bewaring worden gesteld (zie hoofdstuk 2). Door de gewijzigde wetgeving is het aantal uitgevoerde persoonscontroles in Pagina 17 van 37

2012 wel weer toegenomen. Dit heeft echter niet geleid tot een toename van het aantal inbewaringstellingen: in 2011 bedroeg het aantal inbewaringstellingen vanuit MTV 640 en in 2012 was dit aantal gedaald naar 630 2. Op 24 december 2010 is de Europese Terugkeerrichtlijn (TR) van kracht geworden. Het uitgangspunt van deze richtlijn is dat vreemdelingen niet langer dan zes maanden in vreemdelingenbewaring mogen worden gehouden. Deze termijn kan worden verlengd met 12 maanden, mits er zicht bestaat op uitzetting. De TR is één jaar later geïmplementeerd in de nationale wet- en regelgeving. Hierdoor waren tot de inwerkingtreding van de TR de mogelijkheden om vreemdelingen in bewaring te stellen beperkt. Met de implementatie in de wetgeving en de uitleg die er door jurisprudentie aan wordt gegeven, is het proces van inbewaringstelling formeel juridisch complexer geworden. Het WODC heeft in 2011 een publicatie uitgegeven waarin een schatting wordt gepresenteerd van het aantal illegaal in Nederland verblijvende vreemdelingen in de periode januari 2009 december 2009 3. Het aantal geschatte vreemdelingen in 2009 bedroeg 97.145; in 2005 was het geschatte aantal 128.907 vreemdelingen. Deze daling zou er mede toe bijgedragen kunnen hebben dat het aantal inbewaringstellingen in de verslagperiode een dalend verloop kent. 4.2 Instroom naar wettelijke grondslag vreemdelingenbewaring Grafiek 4.2 Instroom naar wettelijke grondslag van de vrijheidsontnemende maatregel 2008-2012 8.585 7.743 7.867 7.812 7.260 7.547 6.104 5.844 5.420 5.168 842 607 265 260 252 Totaal Artikel 59 Vw Artikel 6 Vw 2 In de Rapportage Vreemdelingenketen periode januari-december 2012 (www.rijksoverheid.nl) is in het hoofdstuk Toezicht op legaal verblijf meer informatie te vinden over dit onderwerp. 3 Schatting illegaal in Nederland verblijvende vreemdelingen in 2009 (www.wodc.nl) Pagina 18 van 37

De instroom van vreemdelingen die op grond van artikel 59 Vw in bewaring zijn gesteld, doorbreekt in 2010 de dalende trend. Deze opwaartse ontwikkeling is van korte duur; vanaf 2011 neemt de instroom sterk af naar 5.168 vreemdelingen in 2012. Ten opzichte van 2010 is dit een daling van circa 32%. De instroomcijfers van de artikel 6 vreemdelingen kunnen vanaf 2010 vanwege registratiewijzigingen niet vergeleken worden met de voorgaande jaren (zie inleiding). Om deze instroom toch te kunnen relateren aan de voorgaande jaren is in tabel 4.1 een onderscheid gemaakt tussen de aan de grens geweigerde vreemdelingen met een asielaanvraag en zonder een asielaanvraag. De aan de grens geweigerde vreemdeling die een asielaanvraag indient, wordt overgebracht naar het aanmeldcentrum (AC) op Schiphol waar hij of zij een vrijheidsontnemende maatregel op grond van artikel 6 Vw 2000 krijgt opgelegd. In het AC vindt de eerste beoordeling van de asielaanvraag plaats. Bij een negatieve beslissing wordt de vreemdeling overgeplaatst naar het grenshospitium ter fine van uitzetting. Indien het niet mogelijk is om binnen de gestelde termijn van acht werkdagen het asielverzoek goed te beoordelen, kan de vreemdeling eveneens geplaatst worden in het grenshospitium. Indien de IND het onderzoek niet binnen de termijn van zes weken kan afronden, wordt de vreemdeling uitgeplaatst naar een open centrum. Van de groep vreemdelingen met een (afgewezen) asielaanvraag die geplaatst zijn in een grenshospitium, kan het verloop van de instroom inzichtelijk gemaakt worden. Tabel 4.1 Instroom van de aan de grens geweigerde vreemdelingen 2008-2012 Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % Art. 6 Vw (asiel) 214 25 247 41 249 94 235 90 230 91 Art. 6 Vw (overig) 628 75 360 59 16 6 25 10 22 9 Totaal 842 100 607 100 265 100 260 100 252 100 In 2009 neemt de instroom van het aantal aan de grens geweigerde vreemdelingen met een asielaanvraag toe en stabiliseert in 2010 om vervolgens in de daaropvolgende twee jaren licht te dalen tot 230 personen; ten opzichte van 2008 is dit een stijging van iets meer dan 7%. Het totaal aantal ingestroomde grens geweigerde vreemdelingen (asiel + overig) is in 2012 met 3% afgenomen ten opzichte van 2011. Pagina 19 van 37

4.3 Instroom naar geslacht Tabel 4.2 Instroom naar geslacht 2008-2012 Geslacht Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % Man 7.361 86 6.795 86 6.794 87 5.311 87 4.609 85 Vrouw 1.224 14 1.072 14 1.018 13 793 13 811 15 Totaal 8.585 100 7.867 100 7.812 100 6.104 100 5.420 100 Ondanks de daling van de totale instroom in 2012 is het aantal vrouwen ten opzichte van 2011 gestegen; het aandeel vrouwen neemt door deze ontwikkeling ook licht toe (van 13% naar 15%). 4.4 Instroom naar nationaliteit Tabel 4.3 Instroom naar nationaliteit top 10 2008-2012, in procenten Land % Land % Land % Land % Land % China 7,3 Somalië 10,9 Somalië 10,0 Irak 9,0 Marokko 6,5 Marokko 6,5 Irak 6,8 Irak 8,8 Somalië 6,2 Afghanistan 6,4 Irak 6,4 Marokko 5,9 Marokko 5,8 Afghanistan 5,9 Somalië 5,1 Turkije 5,4 Turkije 4,4 Turkije 4,1 Marokko 5,1 Irak 4,2 Suriname 4,9 China 3,5 China 3,8 China 4,8 China 3,5 Nigeria 3,6 Algerije 3,4 Georgië 3,4 Nigeria 3,6 Rusland 3,0 Algerije 3,6 Suriname 3,4 Afghanistan 3,3 Turkije 2,9 Algerije 2,9 Somalië 3,0 Nigeria 3,4 Algerije 3,2 Iran 2,9 Nigeria 2,9 India 2,7 India 3,1 Nigeria 3,1 Suriname 2,6 Turkije 2,8 Sierra Le. 2,2 Afghanistan 2,6 Suriname 2,5 Algerije 2,4 Iran 2,7 Totaal 10 45,6 Totaal 10 47,4 Totaal 10 48,0 Totaal 10 45,4 Totaal 10 40,0 Overig 42,8 Overig 46,4 Overig 46,1 Overig 48,4 Overig 53,3 Onbekend 11,6 Onbekend 6,2 Onbekend 5,9 Onbekend 6,2 Onbekend 6,7 Totaal 100 Totaal 100 Totaal 100 Totaal 100 Totaal 100 De top 5 van 2012 bestaat uit: Marokko (6,5% van de totale instroom), Afghanistan (6,4%), Somalië, Irak en China. Ook in 2011 waren deze landen vertegenwoordigd in de top 5. Wat opvalt in 2012 is de instroom van vreemdelingen uit de Russische Federatie; nog niet eerder maakte deze nationaliteit deel uit van de top 10. Turkije maakte tot en met 2010 deel uit van de top 5; in 2008 bedroeg het aandeel ingestroomde Turkse vreemdelingen 5,4%, in 2012 is hun aandeel gedaald naar 2,8%. De daling van de instroom van vreemdelingen met de Surinaamse nationaliteit in 2010 valt toe te schrijven aan de registratiewijziging van de aan de grens geweigerde vreemdelingen. De Surinaamse vreemdelingen maakten tot en met Pagina 20 van 37

2009 namelijk een aanzienlijk deel uit van de populatie op de passantencellen van de KMar. In 2012 komen de Surinaamse vreemdelingen niet meer voor in de top 10. Het aandeel van ingestroomde vreemdelingen van wie de nationaliteit onbekend is, ligt doorgaans tussen de 5 en 7% (met een toevallige hogere uitschieter in 2008). Echt opmerkelijk is dat relatief hoge percentage niet, omdat bij personen in vreemdelingenbewaring door het ontbreken van de juiste identiteitspapieren, dan wel het gebruik van aliassen de nationaliteit op het moment van registratie niet altijd bekend is. De onderstaande tabel geeft de ontwikkeling weer van de top 5 landen van het jaar 2012, sinds 2008. De grafiek laat duidelijk de ontwikkeling per land zien. Zo vormden de Afghanen in 2008 slechts 1,3% van het totaal, in 2012 is dit aandeel opgelopen tot 6,4%. Van alle nationaliteiten die in 2012 instromen, zijn de Marokkanen de omvangrijkste groep. Hun aandeel van 6,5% in 2012 is gelijk aan hun aandeel in 2008. Tabel 4.4 Instroomtrend nationaliteit top 5 van 2012 Land % Land % Land % Land % Land % Marokko 6,5 Marokko 5,9 Marokko 5,8 Marokko 5,1 Marokko 6,5 Afghanistan 1,3 Afghanistan 2,6 Afghanistan 3,3 Afghanistan 5,9 Afghanistan 6,4 Somalië 3,0 Somalië 10,9 Somalië 10,0 Somalië 6,2 Somalië 5,1 Irak 6,4 Irak 6,8 Irak 8,8 Irak 9,0 Irak 4,2 China 7,3 China 3,5 China 3,8 China 4,8 China 3,5 De onderstaande grafiek toont de ontwikkeling in absolute zin. Grafiek 4.3 Trend nationaliteit top 5 van 2012 op basis van de instroom 900 800 700 600 500 400 300 200 100 0 Somalië Irak Marokko Afghanistan China Pagina 21 van 37

De Irakezen, Marokkanen en Chinezen behoren in de verslagperiode ieder jaar tot de top 5 van de ingestroomde nationaliteiten. Van een aantal nationaliteiten zal de ontwikkeling van de instroom nader worden verklaard. Somalië In 2009 is een zeer sterke toename van het aantal ingestroomde Somaliërs waarneembaar. Hun aantal stijgt van 254 personen in 2008 (3%) naar 785 personen in 2010 (10%). Ondanks een lichte daling ten opzichte van 2009 blijven de Somaliërs in 2010 het hoogst genoteerd staan in de top 5. 4 De instroom van Somaliërs neemt in 2011 in absoluut opzicht aanzienlijk af naar 378 personen (6,2%); een daling van circa 52% ten opzichte van 2010. Ondanks deze daling staat Somalië nog steeds hoog in de top 10 van nationaliteiten; alleen de instroom van Irakese vreemdelingen is in 2011 hoger. Deze ontwikkelingen staan niet op zichzelf. De Somalische asielzoekers kregen in 2009 te maken met scherpere toelatingseisen (het categoriaal beschermingsbeleid voor deze groep werd per 19 mei 2009 beëindigd), met als gevolg dat meer asielverzoeken werden afgewezen. Dit verklaart mede de stijging van het aantal ingestroomde Somaliërs in vreemdelingenbewaring in 2009. Op 7 januari 2011 heeft het Europees Hof voor de rechten van de Mens een interim measure (tijdelijke maatregel) opgelegd teneinde de dreigende uitzetting van twee Somalische vreemdelingen stop te zetten. Een uitvloeisel van deze maatregel was dat alle gedwongen uitzettingen naar Somalië van personen afkomstig uit Centraal- en Zuid Somalië werden opgeschort. Hierdoor konden in 2011 minder Somaliërs in bewaring worden gesteld. Eind november 2011 wordt weer een aanvang genomen met het effectueren van uitzettingen naar Somalië. Op 17 juli 2012 doet de RvS echter de uitspraak dat Somaliërs niet kunnen worden uitgezet naar hun land van herkomst en daarom ook niet in vreemdelingenbewaring mogen worden genomen. In 2012 worden tot en met juni 201 Somaliërs in bewaring gesteld. Als uitvloeisel van de uitspraak is het aantal inbewaringstellingen in juli tot en met december gedaald naar 75. Hiermee is de instroom in 2012 ten opzichte van 2011 met 27% gedaald. China Het aandeel Chinezen daalt van 7,3% (626 personen) in 2008 naar 3,5% (276 personen) in 2009. Dit kan mede worden verklaard door een uitspraak van de Raad van State op 5 september 2008 over Chinezen in vreemdelingenbewaring. Chinezen mogen alleen nog in vreemdelingenbewaring worden gesteld als ze binnen een 'redelijke termijn' kunnen worden uitgezet. Aangezien deze bevolkingsgroep moeilijk uitzetbaar is, resulteert dit in een daling van de instroom in de vreemdelingenbewaring in 2009. In 2010 is er op ambtelijk niveau overleg gevoerd met de Chinese autoriteiten, teneinde meer draagvlak te creëren voor de medewerking aan de terugkeer van Chinese vreemdelingen. Mede door deze inspanningen neemt de instroom van Chinezen in 2010 weer toe (vooral in de tweede helft van 2010). In absolute zin stabiliseert de instroom in 2011 (294). Eind juni 2012 besluiten de Chinese autoriteiten geen uitzettingen meer te accepteren op basis van een EU-staat. Deze staat is een soort reisdocument dat onder 4 In de Rapportage Vreemdelingenketen periode januari-juni 2010 (www.rijksoverheid.nl) is in de bijlage Somaliërs in de vreemdelingenketen meer informatie te vinden over ontwikkelingen die met dit onderwerp samenhangen. Pagina 22 van 37

voorwaarden wordt afgegeven door de Nederlandse overheid. Ook worden laissez passers (een reisdocument waarmee de diplomatieke vertegenwoordiging van een land een onderdaan in staat stelt eenmalig terug te reizen naar het betreffende land) maar in summiere mate afgegeven door de Chinese autoriteiten. Het gevolg is dat de instroom in 2012 daalt naar 189 personen, omdat zicht op een spoedige uitzetting in veel gevallen ontbreekt en bewaring om die reden niet kan worden bevolen. Irak In de verslagperiode maakt Irak tot en met 2011 altijd deel uit van de top drie van nationaliteiten die instromen in vreemdelingenbewaring. In 2011 vormen ze zelfs de omvangrijkste groep. Op 14 november 2011 delen de Irakese autoriteiten mee dat uitzettingen naar Irak alleen nog kunnen plaatsvinden indien de betrokkene in het bezit is van een geldig paspoort of laissez passer. Uitzettingen met een EU-staat zijn vanaf dat moment niet meer mogelijk. De RvS oordeelt op 13 april 2012 dat geen concrete aanknopingspunten bestaan die de verwachting rechtvaardigen dat op korte termijn zal kunnen worden overgegaan tot gedwongen verwijdering van Irakese vreemdelingen naar Irak, ook indien die vreemdelingen de vereiste medewerking verlenen. Onder deze omstandigheden ontbreekt voor een vreemdeling die niet over een geldig reisdocument beschikt, het zicht op uitzetting naar Irak binnen een redelijke termijn. Deze uitspraak leidde er toe dat op 20 april 2012 circa 70 bewaringszaken van Irakese vreemdelingen werden opgeheven. Het aantal Irakezen dat in bewaring werd gesteld, nam na de uitspraak ook drastisch af; stroomden in 2011 nog 549 Irakezen in, in 2012 was dit aantal gedaald naar 230. 4.5 Instroom Alleenstaande Minderjarige Vreemdelingen Sinds eind 2006 worden Alleenstaande Minderjarige Vreemdelingen (AMV ers) niet meer geplaatst in de reguliere detentiecentra voor vreemdelingenbewaring, maar op speciaal voor hen ingerichte opvanglocaties in een Justitiële Jeugdinrichting (JJI). Enkele dagen voor de uitzetting kunnen de AMV ers nog overgeplaatst worden naar een detentiecentrum. Tabel 4.5 Instroom Alleenstaande Minderjarige Vreemdelingen 2008-2012 173 296 215 92 50 Indien de uitzetting binnen enkele dagen gerealiseerd kan worden, bestaat de mogelijkheid om AMV ers direct in het DC Rotterdam te plaatsen (zonder een eerder verblijf in een JJI). Circa 40 AMV ers werden in 2010 direct geplaatst; in zowel 2011 als 2012 is dit aantal gedaald naar circa 20 AMV ers. In juni 2010 heeft de toenmalige minister van Justitie Hirsch Ballin in een brief aan de Tweede Kamer laten weten dat hij vreemdelingenbewaring van AMV ers verder wil beperken. In 2011 is hiertoe een besluit genomen. 5 In een brief aan de Tweede 5 Op 13 maart 2011 is in navolging van het genomen besluit JJI De Maasberg gesloten. De meeste AMV ers zijn geplaatst in een centrum van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA). Pagina 23 van 37

Kamer van 10 maart 2011 schrijft minister Leers (Immigratie en Asiel) dat alleenstaande illegale vreemdelingen niet meer in detentie terecht komen. In plaats daarvan komen zij onder voogdij en krijgen zij voorlopig huisvesting in speciale voorzieningen van het COA voor alleenstaande jongeren. Daar staan zij onder intensief toezicht. Alleen als uitzondering kunnen alleenstaande minderjarige vreemdelingen nog in bewaring gesteld worden in een JJI. Detentie van alleenstaande minderjarigen mag alleen plaatsvinden als de overheid zwaarwegende belangen heeft om de beschikbaarheid van de vreemdeling te kunnen garanderen. De discussie over de inperking voor vreemdelingenbewaring van AMV ers kan in 2010 mede de oorzaak zijn dat het aantal ingestroomde AMV ers in 2010 gedaald is ten opzichte van 2009. Als gevolg van de nieuwe maatregelen ten aanzien van AMV ers neemt vanaf 2011 de instroom sterk af; in het laatste jaar van de verslagperiode worden 50 AMV ers in een JJI geplaatst. 4.6 Instroom gezinnen met kinderen In het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind staat dat de overheid bij een minderjarige bewaring alleen mag toepassen als uiterste maatregel en dat de termijn zo kort mogelijk moet zijn. Om deze reden gaan gezinnen naar de vrijheidsbeperkende locatie (VBL) als alternatief voor bewaring van gezinnen met kinderen. Maximaal twee weken voor de datum van het vertrek uit Nederland kan een geheel gezin in vreemdelingenbewaring worden geplaatst. Dit gebeurt in het DC Rotterdam waar speciale faciliteiten voor de opvang van kinderen aanwezig zijn. De vreemdelingenbewaring van een heel gezin kan alleen worden verlengd als er sprake is van fysiek verzet tegen de uitzetting of als op het laatste moment een nieuwe aanvraag voor een verblijfsvergunning wordt ingediend. Aan een kind dat deel uitmaakt van een in bewaring gesteld gezin, wordt geen vrijheidsontnemende maatregel opgelegd. Ouders kunnen er voor kiezen om hun kinderen gedurende de bewaring bij zich te houden, maar kunnen ook besluiten om hun kind tot aan de uitzetting bij bijvoorbeeld familie onder te brengen. Daarnaast kunnen zij desgewenst gebruik maken van door de overheid georganiseerde opvang buiten de inrichting. Tabel 4.6 Instroom gezinnen met kinderen 2010-2012 2010 2011 2012 Aantal gezinnen 149 174 201 Aantal kinderen 227 324 352 Het aantal gezinnen met kinderen dat instroomt, neemt ieder jaar ongeveer met 25 toe. De verblijfsduur van deze gezinnen bedraagt in zowel 2010, 2011 en 2012 gemiddeld 8 dagen. Pagina 24 van 37

5 Bezetting vreemdelingenbewaring In Nederland zijn er eind 2012 vier detentiecentra waar vreemdelingen met een bestuursrechtelijke titel verblijven: DC Alphen aan den Rijn DC Schiphol DC Rotterdam DC Zeist Binnen deze detentiecentra verblijven mensen in principe op een meerpersoonscel (mpc). De medische dienst bekijkt vooraf of er eventueel medische indicaties zijn waardoor iemand niet op een mpc geplaatst kan worden. Het is mogelijk om een verzoek te doen om samen met een landgenoot of een bekende een cel te delen. In dit hoofdstuk bezien we nader verschillende kenmerken van de aanwezige populatie in de afgelopen jaren. De vaste peildatum is ultimo september. Voor peildatum ultimo september is gekozen, omdat uit analyses van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat dit, gemiddeld genomen over het gehele jaar, het meest representatieve meetmoment is. 5.1 Algemene ontwikkeling bezetting Het verloop van de bezetting vertoont een grote gelijkenis met het verloop van de instroom, zoals in het vorige hoofdstuk te zien was; van 2008 tot en met 2010 neemt de bezetting geleidelijk af en in 2011 daalt deze sterk. In 2012 is de bezetting 949 vreemdelingen; ten opzichte van 2010 is dat een daling van 39%. Grafiek 5.1 Bezetting vreemdelingenbewaring 2008-2012 1.602 1.579 1.555 1.191 949 Minder inbewaringstellingen vanuit MTV door uitspraak RvS op 28-12-2010 en het van kracht worden van de Europese Terugkeerrichtlijn op 24 december 2010 hebben bijgedragen aan de sterke afname van de bezetting vanaf 2011 (zie hoofdstuk 4). Pagina 25 van 37

5.2 Bezetting naar wettelijke grondslag vreemdelingenbewaring Grafiek 5.2 Bezetting naar wettelijke grondslag van de vrijheidsontnemende maatregel 2008-2012 1.602 1.579 1.539 1.555 1.516 1.503 1.191 1.145 949 922 63 63 52 46 27 Totaal Artikel 59 Vw Artikel 6 Vw De onderlinge procentuele verdeling van beide groepen vreemdelingen (art. 59 en art. 6) in de bezetting blijft van 2008 tot en met 2011 nagenoeg gelijk (96% om 4%). In 2012 vindt er in deze verdeling een kleine verschuiving plaats (97% om 3%) In procentueel opzicht is de bezetting van de artikel 59 vreemdeling minder sterk gedaald dan de bezetting van de aan de grens geweigerde vreemdeling; de eerstgenoemde groep is in de verslagperiode met 40% gedaald en de laatstgenoemde groep met 57%. 5.3 Bezetting naar geslacht Tabel 5.1 Bezetting naar geslacht 2008-2012 Geslacht Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % Man 1.482 93 1.466 93 1.438 92 1.081 91 851 90 Vrouw 120 7 113 7 117 8 110 9 98 10 Totaal 1.602 100 1.579 100 1.555 100 1.191 100 949 100 Vrouwen maken in 2012 10% uit van de populatie in vreemdelingenbewaring; in 2008 was dit percentage 7%. In procentueel opzicht is er in de verslagperiode dus sprake van een geringe toename van de vrouwen. Bij de instroom (hoofdstuk 4) is het percentage vrouwen hoger dan bij de bezetting in de vreemdelingenbewaring. Dit verschil wordt veroorzaakt door de verblijfsduur. Pagina 26 van 37

De gemiddelde bewaringsduur van vrouwen is korter dan bij de mannen. Het resultaat is dat op een willekeurig peilmoment het aandeel van de mannen in de bezetting groter is. 5.4 Bezetting naar leeftijd Tabel 5.2 Bezetting naar leeftijd 2008-2012 Leeftijd Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % minderjarig 3 0,2 2 0,1 0 0,0 0 0,0 0 0,0 18 en 19 jaar 52 3,2 51 3,2 51 3,3 63 5,3 37 3,9 20 t/m 29 jaar 634 39,6 722 45,8 596 38,3 478 40,0 324 34,1 30 t/m 39 jaar 553 34,5 498 31,5 512 32,9 326 27,4 306 32,2 40 t/m 49 jaar 262 16,4 233 14,8 306 19,7 226 19,0 180 19,0 50 t/m 59 jaar 71 4,4 57 3,6 61 3,9 71 6,0 70 7,4 60 jaar en ouder 13 0,8 5 0,3 11 0,7 15 1,3 15 1,6 onbekend 14 0,9 11 0,7 18 1,2 12 1,0 17 1,8 Totaal 1.602 100 1.579 100 1.555 100 1.191 100 949 100 Gemiddelde 33 32 33 33 34 De leeftijdscategorie minderjarig bevat alleen de AMV ers die in de detentiecentra zijn gedetineerd. De AMV ers die zich in een JJI bevinden, zijn niet in de tabel opgenomen. Ondanks een verdere daling van de bezetting in 2012 is het absolute aantal vreemdelingen van 50 jaar en ouder nagenoeg gelijk gebleven aan 2011; in procentueel opzicht betekent dit een stijging ten opzichte van 2012. Voor de leeftijdscategorie van 18 en 19-jarige vreemdelingen is de bezetting in 2012 zowel absoluut als procentueel afgenomen ten opzichte van 2011. Hetzelfde geldt voor de leeftijdscategorie van 20 tot en met 29 jaar. De bezetting van deze categorie (absoluut en procentueel) is in de verslagperiode nog niet zo laag geweest. De gemiddelde leeftijd is in 2012 licht gestegen naar 34 jaar. 5.5 Bezetting naar nationaliteit De top 5 van 2012 bestaat uit: Marokko (10,5%), Afghanistan (6,8%), Algerije, China en India. Tabel 5.4 geeft de ontwikkeling weer van de top 5 landen van het jaar 2012, sinds 2008. De meest opmerkelijke ontwikkeling is dat Irak in 2012 geen deel meer uitmaakt van de top 10 van nationaliteiten in vreemdelingenbewaring; in 2010 en 2011 voerde Irak, met respectievelijk 9,3 en 9,6% van de bezetting, deze lijst nog aan. In hoofdstuk 4 is al eerder gememoreerd aan de uitspraak van de RvS op 13 april 2012, met als uitgangspunt dat Irakezen zonder geldige reisdocumenten geen zicht hebben om binnen redelijke termijn te worden uitgezet naar het land van herkomst. Na deze uitspraak werd een groot aantal bewaringszaken van Irakezen opgeheven en nam de instroom van deze bevolkingsgroep in het vervolg van het jaar sterk af, met als effect dat hun aandeel in de bezetting van september was gedaald tot 1,8%. Pagina 27 van 37

Tabel 5.3 Bezetting naar nationaliteit 2008-2012 in procenten Land % Land % Land % Land % Land % Marokko 10,3 Somalië 11,6 Irak 9,3 Irak 9,6 Marokko 10,5 Algerije 8,3 Marokko 9,1 Marokko 8,3 China 7,7 Afghanistan 6,8 Irak 7,0 Algerije 8,7 Algerije 7,8 Marokko 7,6 Algerije 5,4 Suriname 5,3 Irak 6,7 China 5,9 Afghanistan 6,6 China 4,7 India 4,6 India 6,1 India 4,5 India 5,0 India 4,7 Sierra Le. 3,7 Suriname 3,7 Suriname 4,1 Algerije 4,7 Nigeria 3,9 China 3,4 Sierra Le. 3,6 Somalië 3,6 Suriname 3,7 Iran 3,1 Turkije 2,8 Palestina 2,4 Sierra Le. 2,9 Iran 3,3 Suriname 3,0 Ghana 2,7 Eritrea 2,3 Iran 2,8 Nigeria 2,6 Ghana 2,6 Nigeria 2,7 Nigeria 2,0 Afghanistan 2,4 Ghana 2,4 Sierra Le. 2,6 Totaal 10 50,8 Totaal 10 56,2 Totaal 10 51,6 Totaal 10 53,2 Totaal 10 47,3 Overig 38,8 Overig 38,9 Overig 42,1 Overig 41,1 Overig 42,9 Onbekend 10,4 Onbekend 4,9 Onbekend 6,3 Onbekend 5,7 Onbekend 9,8 Totaal 100 Totaal 100 Totaal 100 Totaal 100 Totaal 100 Vanaf 2010 komen de Somaliërs niet meer voor in de top 5 van nationaliteiten, terwijl ze ultimo september 2009 nog de grootste groep vormden in de vreemdelingenbewaring. Hun aantal is afgenomen van 183 personen (11,6%) in 2009 tot 13 personen in 2012 (1,4%). Bij de instroom zitten de Somalische vreemdelingen in 2010, 2011 en 2012 wel in de top 5 van nationaliteiten. Dit feit hangt mede samen met de beëindiging van het categoraal beschermingsbeleid voor Somaliërs in 2009 (zie hoofdstuk 4). Hierdoor kon deze bevolkingsgroep vanaf 2010 gemakkelijker worden uitgezet, wat leidde tot een kortere bewaringsduur. In 2011 en 2012 kunnen Somalische vreemdelingen door rechterlijke uitspraken weer moeilijker in vreemdelingenbewaring worden genomen. Omdat Somaliërs relatief kort in vreemdelingenbewaring verblijven (49 dagen in 2012), wordt hun aandeel in de populatie kleiner ten opzichte van de moeilijker uitzetbare nationaliteiten. India en Algerije behoren tot de nationaliteiten die moeilijker uitzetbaar zijn; gemiddeld verbleven Indiërs en Algerijnen in 2012 circa 158 dagen respectievelijk 112 dagen in vreemdelingenbewaring. Hun aandeel in de bezetting ligt daarom beduidend hoger dan hun aandeel in de instroom. Tabel 5.4 Trend nationaliteit top 5 van 2012 Land % Land % Land % Land % Land % Marokko 10,3 Marokko 9,1 Marokko 8,3 Marokko 7,6 Marokko 10,5 Afghanistan 0,6 Afghanistan 1,6 Afghanistan 2,4 Afghanistan 6,6 Afghanistan 6,8 Algerije 8,3 Algerije 8,7 Algerije 7,8 Algerije 4,7 Algerije 5,4 China 3,4 China 0,8 China 5,9 China 7,7 China 4,7 India 4,6 India 6,1 India 4,5 India 5,0 India 4,7 Grafiek 5.3 toont de ontwikkeling in absolute zin. Pagina 28 van 37

Grafiek 5.3 Trend nationaliteit top 5 van 2012 180 160 140 120 100 80 60 40 20 0 Algerije Marokko Afghanistan China India De Marokkanen en Indiërs behoren in de verslagperiode ieder jaar tot de top 5 van nationaliteiten die ultimo september in vreemdelingenbewaring verblijven. In 2012 vormen de Marokkanen, net als in 2008, de grootste groep vreemdelingen. 5.6 Verblijfsduur op peilmoment De duur van de bewaring wordt berekend op basis van de datum inbewaringstelling (op het politiebureau of de vreemdelingeninrichting) tot aan de peildatum (30 september). Tabel 5.5 De duur van de vreemdelingenbewaring 2008-2012 Duur Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % < 3 mnd 822 51,3 890 56,4 827 53,2 656 55,1 470 49,5 3 - < 6 mnd 424 26,5 382 24,2 411 26,4 316 26,5 261 27,5 6 - < 9 mnd 272 17,0 233 14,8 246 15,8 173 14,5 165 17,4 9 mnd t/m 1 jr 77 4,8 67 4,2 53 3,4 40 3,4 47 5,0 > 1 jaar 7 0,4 7 0,4 18 1,2 6 0,5 6 0,6 Totaal 1.602 100 1.579 100 1.555 100 1.191 100 949 100 Gemiddelde 106,2 97,1 102,7 99,3 110,5 In de verslagperiode zit gemiddeld 80% van de vreemdelingenpopulatie korter dan 6 maanden in detentie. De gemiddelde bewaringsduur ultimo september fluctueert over de jaren en is in 2012 het hoogst (110,5 dagen) en in 2009 het laagst (97,1 dagen). De gemiddelde bewaringsduur op een peilmoment moet niet verward worden met de gemiddelde bewaringsduur, berekend tot het moment van de opheffing van de Pagina 29 van 37

bewaring (moment van uitstroom). Deze laatstgenoemde duur ligt doorgaans lager dan de bewaringsduur op een peilmoment (zie volgende hoofdstuk). Dat lijkt op het eerste gezicht misschien onlogisch, maar een persoon met een lange bewaringsduur heeft nu eenmaal een grotere kans om deel uit te maken van de bezetting op een willekeurige peildatum dan een kort verblijvende, terwijl bij de berekening van de duur van de uitgestroomde vreemdeling elke persoon even zwaar meeweegt, ongeacht zijn bewaringsduur. Pagina 30 van 37

6 Uitstroom uit de vreemdelingenbewaring Voor het daadwerkelijke vertrek van vreemdelingen uit Nederland werkt de Directie Bijzondere Voorzieningen van DJI nauw samen met verschillende partners. Belangrijke schakels in het terugkeerproces zijn de Immigratie- en Naturalisatiedienst, de Dienst Terugkeer & Vertrek en organisaties als Vluchtelingenwerk en de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM). In dit hoofdstuk komt de ontwikkeling van de uitstroom aan bod en wordt kort de gemiddelde bewaringsduur na uitstroom belicht. 6.1 Algemene ontwikkeling uitstroom De uitstroom volgt dezelfde tendens als de instroom (zie hoofdstuk 4). Bedroeg de uitstroom in 2008 nog 8.445 vreemdelingen, in 2012 is deze gedaald naar 5.738 vreemdelingen. Dit is een afname van 32%. Net als bij de instroom moet wel de kanttekening geplaatst worden dat er in 2010 een trendbreuk optreedt als gevolg van de registratiewijziging van de aan de grens geweigerde vreemdelingen. Grafiek 6.1 Uitstroom vreemdelingenbewaring 2008-2012 8.445 7.932 7.899 6.358 5.738 6.2 Bewaringsduur op basis van uitstroom De gemiddelde verblijfsduur op een peilmoment is in hoofdstuk 5 aan de orde gesteld. In dit hoofdstuk wordt de gemiddelde verblijfsduur na uitstroom behandeld. In 2010 is de gemiddelde verblijfsduur na uitstroom 74 dagen; deze is nagenoeg gelijk aan 2009, toen de verblijfsduur 73 dagen bedroeg. De vreemdelingen op de passantencellen van de KMar maakten in 2009 nog deel uit van de uitstroom. De verblijfsduur van deze vreemdelingen was doorgaans niet langer dan twee dagen. Indien deze vreemdelingen buiten beschouwing worden gelaten, dan is de gemiddelde verblijfsduur in 2009 ongeveer 76 dagen. Feitelijk is de gemiddelde verblijfsduur in 2010 dus iets afgenomen ten opzichte van 2009. In 2011 bereikt de gemiddelde verblijfsduur weer het niveau van 2009, namelijk 76 dagen en in 2012 daalt deze weer licht naar 75 dagen. Gesteld kan worden dat de verblijfsduur in de verslagperiode redelijk constant blijft. Pagina 31 van 37