DE VLIETHOVEN B E D R I J F S N O O D P L A N. De calamiteiten niet ontlopen maar erop vooruitlopen. Judith de Haan Sandra Sulmann



Vergelijkbare documenten
handleiding voor het maken van een calamiteitenplan

BHV SVP! Ontruiming en Niet Zelfredzamen: Verkokerd Beleid. R.P. Wevers, 8ste leergang MCDM

n Goed beheer van brandmeldinstallaties minder nodeloze meldingen

Op het ergste voorbereid

Handboek bij agressie en ander ongewenst gedrag. Gemeente Delft

Regelgeving en richtlijnen beheer en gebruik gebouwen. Vastgesteld door CvB op 16 oktober 2003, 1380 e vergadering

CHECKLIST BRANDVEILIG GEBRUIK BOUWWERKEN

Werkpakket Agressie & Geweld Sector Ambulancezorg

huiselijk geweld en kindermishandeling

Handreiking effectieve opvang na schokkende gebeurtenissen

Veilig werken bij rioleringsbeheer Een aanvulling op de arbocatalogus 2009 van de Vereniging Afvalbedrijven

Handreiking Agressie en Geweld. Naar een effectieve aanpak van agressie en geweld

Nadenken over vrijheidsbeperking van de cliënt

Kan het wat minder? De gevolgen van wet- en regelgeving op het vrijwilligerswerk

VEILIG OP SCHOOL PROTOCOL OVER OMGANGSVORMEN BINNEN DE ONDERWIJSSPECIALISTEN

CODE GOED BESTUUR INOS

Gegevensuitwisseling in de bemoeizorg

Klachtenreglement. De Friese Wouden

Ontheffingen WWB. Nota van bevindingen

Veiligezorg [header/logo ziekenhuis] De patiënt is verward en erg boos Omgaan met ziektegerelateerde agressie en geweld

Signalering van kindermishandeling op de huisartsenposten is verbeterd, maar nog niet voldoende

Arbeidsrisico s bij de behandeling van containers

Onderaannemers in de jeugdzorg

landelijke handreiking voor een integrale aanpak van schoolziekteverzuim bij kinderen en jongeren

Risico's voor mensen met beperkingen bij calamiteiten

Veilig in de winkel 1

Advies van de Commissie Code Goed Bestuur voor

Werken met Prisma de praktijk aan het woord

Transcriptie:

DE VLIETHOVEN Zwet 9 9932 AA Delfzijl (0596) 61 89 44 B E D R I J F S N O O D P L A N De calamiteiten niet ontlopen maar erop vooruitlopen Auteurs: Sanne Felix Judith de Haan Sandra Sulmann

Bedrijfsnoodplan DE de Vliethoven VLIETHOVEN Zwet 9 9932 AA Delfzijl (0596) 61 89 44 B E D R I J F S N O O D P L A N Auteurs: Klas: Coach: Opdrachtgever: De calamiteiten niet ontlopen maar erop vooruitlopen Sanne Felix Judith de Haan Sandra Sulmann FMV4I Jelmer Krips de Vliethoven Groningen, 13 januari 2009

Voorwoord Voor u ligt het bedrijfsnoodplan van het verpleeghuis de Vliethoven. Dit bedrijfsnoodplan is een draaiboek in geval van brand, bommelding of ongeval. Met behulp van de beschreven taken en overige informatie Vliethoven in staat zijn bewoners en personeel zo snel mogelijk hulp te verlenen, in veiligheid te brengen en schade zoveel mogelijk te beperken. De eerste actie dient van het personeel te komen waarna, indien nodig, de externe hulpverleningsinstanties (brandweer, ambulance, politie) in actie komen. Aan de hand van dit bedrijfsnoodplan dienen er periodiek oefeningen te worden gehouden teneinde bij een echte calamiteit te weten wat men te doen staat. Groningen, 13 januari 2009 Sanne Felix Judith de Haan Sandra Sulmann

Inhoudsopgave Inleiding... 6 Hoofdstuk 1 Algemene informatie... 7 1.1 Adresgegevens... 7 1.1.1 Telefoonnummers... 7 1.2 Aard van de instelling... 7 1.2.1 Verpleeghuis... 7 1.3 Situatie... 8 1.4 Personeelsbezetting... 8 1.5 Receptie... 8 1.6 Plattegrond terrein de Vliethoven... 9 Hoofdstuk 2 Technische voorzieningen... 10 2.1 Mechanische ventilatie... 10 2.2 Compartimentering... 10 2.3 Elektrische deurgangers... 10 2.4 Noodverlichtingsinstallatie (Centraal Decentraal)... 10 2.5 Noodstroomvoorziening... 10 2.6 Vluchtwegen... 11 2.7 Hoofdafsluiters... 11 2.8 Sleutelkluizen... 11 Hoofdstuk 3 Bedrijfshulpverlening... 12 3.1 Wetgeving... 12 3.2 Doel... 12 3.3 Team BHV... 12 3.4 Taken... 12 3.5 EHBO-post... 13 3.6 Opleiding en training BHV-ers... 13 3.7 Oefeningen... 14 3.8 Taakverdeling medewerkers... 14 3.8.1 Beginnende brand... 14 3.8.2 Actieplan voor dagdienst... 15 Hoofdstuk 4 Ontruimingsplan... 16 4.1 Situatietekening... 16 4.2 Gebouw, installatie- en organisatiegegevens... 16 4.2.1 Alarmering... 17 4.2.2 De bedrijfshulpverlening... 17 4.2.3 Communicatiemiddelen... 17 4.2 Alarmeringsprocedure intern en extern... 18 4.2.1 Interne alarmering... 18 4.2.2 Externe alarmering... 18 4.3 Stroomschema alarmering... 19 4.4 Wijze van ontruiming en ontruimingsorganisaties... 20 4.4.1 Verzamelplaats... 20 4.5 Brand- en ontruimingsinstructie voor bewoners... 20 4.5.1 Bij het ontdekken van brand... 20 4.5.2 Hoe te handelen bij brand op eigen afdeling... 20 4.5.3 Hoe te handelen bij constatering van brand op een andere afdeling... 21 4.5.4 Hoe te handelen door medewerkers in de avond- en nachtdienst... 21 4.6 Taken receptie/nachtdienst... 21 4.6.1 Taak bij een telefonische resp. mondeling brandmelding... 21 4.6.2 Taak bij een brandmelding via een handbrand en/of rookmelder... 21 4.7 Taken ploegleider bedrijfshulpverlening... 22

4.7.1 Taak bij een handbrandmelding... 22 4.7.2 Taak bij een brandmelding door een rookmelder... 22 4.7.3 Controlelijst ploegleider bedrijfshulpverlening... 22 4.8 Taken bedrijfshulpverlener... 22 4.8.1 Taak bedrijfshulpverlener bij een brandmelding... 22 4.9 Taken overig personeel... 23 4.10 Taken management... 23 4.11 Algemeen... 23 4.12 Bommelding... 23 4.12.1 Instructie ontvanger telefonische bommelding... 23 4.12.2 Instructie ontvanger schriftelijke bommelding... 24 4.12.3 Instructie ploegleider BHV (of diens vervanger) bij bommelding... 24 4.13 Ongeval... 24 4.14 Bommeldingsformulier4.14 Instructiekaart... 24 4.15 Instructiekaart... 25 4.16 Symbolenkaart... 26 4.17 Plattegronden... 27 4.18 Logboek ontruimingsplan... 27 Hoofdstuk 5 Communicatieplan... 28 5.1 Interne communicatie... 28 5.2 Externe communicatie... 28 5.2.1 Wanneer start de communicatie... 28 5.3 Perscommunicatie... 30 5.4 Telefoonnummers... 30 Literatuurlijst... 31 Bijlage I Situatietekening Bijlage II Algemene ruimten Bijlage III Verpleeghuis Vliethoven Bijlage IV Centrale gang Bijlage V BHV-lijst Bijlage VI Formulier ontvangen bommeldingen Bijlage VII Formulier ontvangen brand/ongeval melding Bijlage VIII Plattegrond de Polder / de Kwelder Bijlage IX Plattegrond de Wierde Bijlage X Plattegrond de Zandplaat

Inleiding Dit bedrijfsnoodplan beschrijft de procedures die worden gevolgd na het ontstaan van een calamiteit. Onder een calamiteit wordt verstaan: een brand, een bommelding of een ernstig ongeval. In alle genoemde gevallen is een effectieve bestrijding van de calamiteit en het beperkt houden van de gevolgen noodzakelijk. Daarnaast kan ontruiming van de afdeling gewenst zijn. Deze ontruiming kan toegepast worden in geval van brand maar ook bij een bommelding of overige ernstige calamiteiten. Het bedrijfsnoodplan is bedoeld voor een calamiteit in de gebouwen van de Vliethoven. De volgende zaken komen naar voren: 1. Algemene informatie 2. Technische voorzieningen 3. Bedrijfshulpverlening 4. Ontruimingsplan, geldend voor: - brand - bommelding - (voor een eventueel ander ernstige calamiteit) De doelgroep voor dit bedrijfsnoodplan zijn alle medewerkers die deel uitmaken van de bedrijfshulpverleningsorganisatie. 6

Hoofdstuk 1 Algemene informatie Inleiding Het eerste hoofdstuk geeft een overzicht van het verpleeghuis Vliethoven te Delfzijl. Wat is de aard van de instelling, welke zorg wordt geboden en hoeveel personeelsleden dragen de zorg voor de cliënten. 1.1 Adresgegevens Naam: Verpleeghuis De Vliethoven Adres: Zwet 9 Postcode, plaats: 9932 AA, Delfzijl Plaats hoofdingang: zuidzijde van het gebouw, bij de receptie 1.1.1 Telefoonnummers Nummer centrale telefoontoestel: 0596 61 89 44 Fax: 0596 61 84 39 Meindert Kamp, locatiemanager: 0596 61 89 44 Calamiteitendienst De Hoven: 06 12 62 31 81 Brandweer Delfzijl: 0596 63 93 95 Politie Delfzijl: 0900 88 44 Ziekenhuis Delfzijl: 0596 64 44 44 Zeevaartschool Delfzijl (evacuatie): 0596 61 02 19 1.2 Aard van de instelling Verpleeghuis Vliethoven richt zich met name op de ouderenzorg. Het verpleeghuis maakt onderdeel uit van Stichting De Hoven en kent als specialismen in de ouderenzorg: psychogeriatrie, somatiek, dagbehandeling en een afdeling met korsakov patiënten. 1.2.1 Verpleeghuis Het verpleeghuis bestaat uit verschillende afdelingen die op de begane grond zijn gesitueerd. Er zijn vier woonafdelingen waar ongeveer 35 plaatsen beschikbaar zijn. Eén afdeling is specifiek bestemd voor mensen met lichamelijke klachten. De verschillende afdelingen beschikken over enkele huiskamers, waar altijd gastvrouwen/heren aanwezig zijn. Zij zorgen onder andere voor veiligheid (toezicht). Een deel van Vliethoven is vernieuwd en daar (afdelingen De Polder en De Kwelder) zijn voor alle bewoners eenpersoonskamers. Het verpleeghuis biedt een drietal speciale voorzieningen: Dagbehandeling Vliethoven biedt naast verpleeghuiszorg ook dagbehandeling (Eemsmond). Deze afdeling heeft een eigen ingang en staat los van het verpleeghuis. Thuiswonende ouderen kunnen hier enkele dagen per week voor opvang en specifieke behandeling en begeleiding op het gebied van lichamelijk en psychisch functioneren komen. Zo helpt Vliethoven bijvoorbeeld ouderen die kampen met geheugenproblemen of ouderen met verminderde zelfredzaamheid. Daarnaast worden ouderen begeleidt die somber of eenzaam zijn en hierdoor in een sociaal isolement verkeren. Afhankelijk van het doel waarvoor een patiënt komt, worden therapie of activiteiten aangeboden. Door dagbehandeling kan opname in een verpleeghuis worden uitgesteld en kan iemand bijvoorbeeld eerder uit het ziekenhuis worden ontslagen. 7

Dag- en nachtverpleging Naast verpleeghuiszorg is ook dag- en nachtverpleging mogelijk. Deze vorm van verpleging is voor thuiswonende ouderen, die niet meer in aanmerking komen voor dagbehandeling. De mantelzorgers hebben in deze situatie vaak dringend behoefte aan opvang en zorg van buitenaf. De patiënt verblijft overdag of s nachts op een verpleegafdeling. Vakantieopname Voor een tijdelijke opname in de vakantieperiode biedt Vliethoven een zogenaamde vakantieopname. De patiënt verblijft dan op een verpleegafdeling, waar gebruik kan worden gemaakt van de faciliteiten en activiteiten van Vliethoven. 1.3 Situatie Het gebouw is gelegen aan de Zwet 9 te Delfzijl en is te bereiken via de N33 vanuit Appingedam. De toegangsdeur is na sluitingstijd te openen m.b.v. de sleutel of door te bellen. De hoofdingang van het gebouw bevindt zich aan de zuidzijde van het gebouw, Zwet 9 te Delfzijl en is bereikbaar voor de hulpverlenende diensten. 1.4 Personeelsbezetting Vliethoven heeft ongeveer 75 medewerkers in dienst. De bezetting is sterk afhankelijk van het tijdstip. In onderstaande tabel is aangegeven hoeveel medewerkers aanwezig zijn op welke afdeling en tijdens welke dienst. Dienst Afdeling Aantal personeelsleden Dag- en avonddienst Zandplaat 14 Dag- en avonddienst Polder 10 Dag- en avonddienst Kwelder 12 Dag- en avonddienst Wierde 12 TOTAAL 49 Nachtdienst Zandplaat 1 Nachtdienst Polder 1 Nachtdienst Kwelder 1 Nachtdienst Wierde 1 Nachtdienst Overige 4 TOTAAL 8 Dienst Overige Aantal personeelsleden Dagdienst Paramedische dienst 5 Dagdienst Psycho 1 Dagdienst Dagbehandeling 3 Dagdienst Activiteitenbegeleiding 2 Dagdienst Keuken 6 Dagdienst Huishouding 6 Dagdienst Wasserij 3 Dagdienst Receptie 1 TOTAAL 27 1.5 Receptie De receptie is bemand tijdens werkdagen van 07.30 21.00. Op zaterdag en zondag is de receptie bemand van 08.30 21.00. De telefoon wordt s morgens voor 07.30 en s avonds na 21.00 aangenomen door de dienstdoende achterwacht. 8

1.6 Plattegrond terrein de Vliethoven 9

Hoofdstuk 2 Technische voorzieningen Inleiding Dit hoofdstuk zal ingaan op de technische installaties binnen de Vliethoven. Deze installaties worden minimaal 1 keer per jaar gecontroleerd door een hiervoor aangewezen bedrijf. 2.1 Mechanische ventilatie Op elke verpleegafdeling is een ventilatiesysteem. In totaal zijn er 6 automatische ventilatoren. Het ventilatiesysteem verzorgt de luchtbehandeling voor de verpleegafdelingen. Op de toegangsdeuren van de ventilatiesystemen zijn waarschuwingssymbolen geplaatst. Op de afdelingen de Wierde en Zandplaat dient het luchtbehandelingsysteem handmatig te worden bediend. Binnen de afdeling Kwelder en Polder kan het luchtbehandelingsysteem d.m.v. sleutelschakelaars in het neventableau worden bediend. Het ventilatiesysteem op alle afdelingen zijn voorzien van brandkleppen. De thermische brandkleppen treden in werking bij het bereiken van een temperatuur van 70 C. Testen: 1 x per jaar Wie: BAM 2.2 Compartimentering Voor alle afdelingen zijn er brandwerende deuren aangebracht. Deze brandwerende deuren zijn geplaatst nabij de afdelingen. De in het gebouw aangebrachte brandwerende deuren zijn voorzien van kleefmagneten of elektrische deurgangers. Deze zijn automatische aan te sturen door de brandmeldcentrale op de afdelingen. De rookmelders zijn geplaatst in alle ruimtes binnen de Vliethoven. Testen: 1 x per jaar Wie: Siemens 2.3 Elektrische deurgangers Bij het in werking treden van het brandmeldsysteem, worden de deuren automatisch ontgrendeld. Nooddeuren zijn voorzien van brandsloten. Testen: 1 x per jaar Wie: Kone 2.4 Noodverlichtingsinstallatie (Centraal Decentraal) Als de normale energievoorziening wegvalt, wordt automatisch de noodverlichting ingeschakeld. 2.5 Noodstroomvoorziening Er is een noodstroomvoorziening aangebracht die wordt ingeschakeld wanneer de normale energievoorziening wegvalt. 10

De noodstroomvoorziening/noodaggregaat is geplaatst in ruimte 2.42 (zie bijlage II, Algemene Ruimten). Op de toegangsdeur van de noodstroomvoorziening zijn waarschuwingssymbolen geplaatst. Het bedieningstableau van de noodstroomvoorziening bevindt zich in het ketelhuis (zie bijlage III, Verpleeghuis Vliethoven). Noodafsluiters van gas, water en elektra staat in het aanvalsplan van de brandweer. 2.6 Vluchtwegen De bordjes met UIT en NOODUITGANG zijn gelegen boven de deuren, nooddeuren en doorgangen. Binnen Vliethoven zijn voldoende plattegronden aangebracht die kunnen worden gebruikt voor het vinden van de nooduitgang. De vluchtroutes leiden naar de dichtstbijzijnde uitgang/nooduitgang. Ook zullen de meeste vluchtroutes leiden naar de opvangplaats in de hal van de receptie. Testen: 1 x per jaar Wie: Brandweer 2.7 Hoofdafsluiters De hoofdafsluiter voor de watertoevoer in het gebouw bevindt zich buiten rechts voor de ingang in een waterput (zie bijlage IV, Centrale Gang). De hoofdafsluiter voor de elektriciteit in het gebouw bevindt zich in het ketelhuis, ruimte 2.39 (zie bijlage II, Algemene Ruimten). Op de toegangsdeur van de elektriciteitsruimte zijn waarschuwingssymbolen geplaatst. De hoofdafsluiter voor de gastoevoer in het gebouw bevindt zich op de binnenplaats (zie bijlage III, Verpleeghuis Vliethoven). Testen: 1 x per jaar Wie: Brandweer 2.8 Sleutelkluizen Om de externe hulpverleners na sluitingstijd toegang tot het gebouw te verschaffen, is een sleutelkluis aangebracht. De sleutelkluis is geplaatst bij de hoofdingang van het gebouw aan de rechterkant. Tevens is deze te vinden bij de toegangsdeur naar de Polder en de Wierde. De sleutelkluis wordt geopend met een sleutel die in het bezit is van de plaatselijke brandweer. 2.9 Brandmeldinstallatie De brandmeldinstallatie wordt gecertificeerd wanneer het aan de eisen voldoet. Testen: 1 x per jaar Wie: Siemens 2.10 Brandblussers Aantal brandblussers: 26 schuimblussers, 1 CO² brandplussers, 1, frituurpanblusser. Testen: 1 x per jaar Wie: Ancol 11

Hoofdstuk 3 Bedrijfshulpverlening Inleiding In dit hoofdstuk zullen de taken en verantwoordelijkheden met betrekking tot de bedrijfshulpverlening weergegeven worden. 3.1 Wetgeving Bedrijfshulpverlening is onderdeel van de Nederlandse Arbo-wet (arbo = arbeidsomstandigheden). De Arbo-wet is een Nederlandse wet met daarin regels om ervoor te zorgen dat werknemers een zo veilig en gezond mogelijke werkplek en werkomstandigheden hebben. In de Arbo-wet staan ook eisen beschreven waaraan het verlenen van professionele hulpverlening binnen een bedrijf moet voldoen. Sinds 1994 zijn bedrijven verplicht om bedrijfshulpverleners (BHV ers) in huis te hebben. Voor sommige bedrijven worden wel uitzonderingen gemaakt, maar nooit als er bijzondere gevaren (denk bijvoorbeeld aan gevaarlijke stoffen) aanwezig zijn. Alle bedrijfshulpverleners van een bedrijf samen vormen de BHV-organisatie. (Bron: www.cnvorservice.nl) 3.2 Doel De bedrijfshulpverleners zijn aanwezig om: A. mensen, gebouwen en materiaal zo goed mogelijk te beschermen (ook preventief) tegen brand, ongevallen en andere calamiteiten; B. hulp te verlenen gedurende de eerste 10 à 15 minuten, de overbruggingstijd van melding en aankomst van overheidsbrandweer, ambulance en/of politie. Dit betreft evacueren, eerste hulp en/of brandwonden. De bedrijfshulpverleners fungeren als voorpost voor de hulpverleningsdiensten van de overheid en werken vervolgens samen. Bij aankomst van de overheidsbrandweer (of politie of ambulance) is de leiding in handen van de betreffende commandant. 3.3 Team BHV Er zijn 25 medewerkers die een certificaat BHV hebben. s Nachts is er één BHV-er aanwezig: de WAN-verpleegkundige. In bijlage V staat de volledige lijst met BHV-ers. De heer G. van der Hoek is ploegleider (hoofd BHV) van dit BHV-team in Vliethoven. De locatiemanager, dhr. M. Kamp, draagt de eindverantwoordelijkheid. De BHV-coördinator is dhr. T. van der Weide. 3.4 Taken Hieronder volgen de taken van de volgende personen: 1. Hoofd BHV; 2. Locatiemanager; 3. BHV-coördinator; 4. BHV-er; 5. EHBO-post. Hoofd BHV: heeft de algehele leiding bij calamiteiten; zorgt voor een geldig bedrijfsnoodplan; onderhoudt contacten met de overheidsinstanties (brandweer, politie, ambulancedienst); 12

zorgt voor instructies en opleidingen; zorgt voor voldoende bezetting in de BHV-groep; coördineert de BHV; geeft leiding aan de BHV-ers; houdt het bedrijfsnoodplan actueel; zorgt voor het bijhouden van de verbandmiddelen en andere EHBO-materialen. Locatiemanager: is verantwoordelijk voor het te woord staan van de pers; ligt bij eventuele slachtoffers de directe familieleden in. BHV-coördinator: de veiligheidssituatie van het werkgebied beoordelen; de inzet van de bedrijfshulpverleningsploeg voorbereiden; oefenen met de bedrijfshulpverleners; de inzet en de oefeningen evalueren en rapporteren; de middelen voor de bedrijfshulpverlening beheren en controleren. BHV-er: onderkent gevaren; zorgt voor redding van mensen (en dieren); alarmeert en evacueert werknemers en andere personen; voorkomt uitbreiding van brand of calamiteit; voert bluswerkzaamheden uit; helpt bij ongevallen bestrijding; zorgt voor eerst hulp aan slachtoffers; geeft ondersteuning aan de ambulancedienst; werkt samen met de brandweer en andere hulpverlenende organisatie bij brand en/of ongevallen. 3.5 EHBO-post Wanneer er een calamiteit is, zal de brandweer of de BHV-coördinator bepalen waar de EHBO-post zal worden ingericht. als voorbeeld kan worden gegeven dat het terrein van de Zeevaartschool Abel Tasman als EHBOpost kan worden ingericht. 3.6 Opleiding en training BHV-ers De opleiding en training van de BHV-ers zal door middel van het volgen van herhalingscursussen worden gewaarborgd. Binnen 1 jaar en 3 maanden na afgifte van een BHV-certificaat is een werkgever bij de wet verplicht de BHV-er een herhalingscursus te laten volgen. Tevens zijn alle BHVers verplicht om de twee jaar een herhalingscursus te volgen. In Zuidbroek is een organisatie dat cursussen met betrekking tot BHV organiseert. Noord BV Bedrijfsveiligheid Industrieweg 20 9636 DB Zuidbroek Postadres: Postbus 18 9636 ZG Zuidbroek Telefoon: 0598-45 37 16 Fax: 0598-45 11 18 13

3.7 Oefeningen De doelen van een BHV-oefening zijn de volgende: personeel en BHV worden geoefend; gebreken in de organisatie van de BHV kunnen naar voren komen; vaardigheden van de BHV ers op het gebied van ontruiming, EHBO en brandbestrijding worden op peil gehouden; BHV ers raken zo nog beter vertrouwd met hun BHV-taken; BHV-materialen worden gecontroleerd (communicatiemiddelen en blusmateriaal); BHV ers merken hoe de aanwezige personen op een incident reageren; collega s weten wat te doen bij een incident. BHV-ers en overige medewerkers binnen de Vliethoven zullen 1 x per jaar een communicatieoefening houden. Het oefenen van de taken en opdrachten van BHV-ers, zoals beschreven in dit bedrijfsnoodplan, zal 1 x per jaar uitgevoerd worden door iedereen. Hierbij zal één BHV-coördinator aanwezig zijn. De laatste wisselt om de kennis zo goed mogelijk te behouden. De BHV-coördinator zal een evaluatierapport maken, om waar nodig, het bedrijfsnoodplan bij te stellen. Hieronder volgt een overzicht van de handelingen die moeten worden gevolgd wanneer een brandmelding binnenkomt. 3.8 Taakverdeling medewerkers Bij brand worde alle medewerkers automatische gealarmeerd door middel van een onafgebroken signaal op de pieper. De brandmelding zelf komt binnen op het hoofdtableau bij de receptie en op het neventableau van alle afdelingen. Tevens wordt het alarm automatisch doorgestuurd naar de brandweer. De belangrijkste instructie: BLIJF KALM DENK NA BIJ WAT U DOET OF LAAT VOORKOM PANIEK VOER ALLE TAKEN NAAR BEHOREN UIT En verder: GEEF GEEN INFORMATIE AAN DERDEN VERWIJS HIERVOOR ALTIJD NAAR DE LOCATIEMANAGER OF DIENS VERVANGER Afhankelijk van het dagdeel waarop men werkt en de functie die men heeft, gelden de navolgende instructies. 3.8.1 Beginnende brand Wanneer een medewerker zelf aanwezig is bij een beginnende brand, gelden de volgende instructies: beoordeel de situatie en/of overleg met een collega; gebruik de handbrandmelder; help personen evacueren; verlaat de ruime en sluit deuren en ramen; waarschuw of evacueer de personen in aangrenzende ruimten (redden van mensen gaat voor het blussen van de brand); gebruik het dichtstbijzijnde blusmiddel; doe alles beheerst. 14

DENK AAN EIGEN VEILIGHEID REALISEER DAT ALLEEN DE BRANDWEER GEVAARLIJKE RUIMTES KAN BETREDEN 3.8.2 Actieplan voor dagdienst Wanneer er brand ontstaat op de eigen afdeling, moet er als volgt gehandeld worden: degene met een pieper of dect. telefoon gaat naar de receptie en één neemt contact op met de brandweer via de rode telefoon. De rest met een pieper gaat naar de brandhaard en het overige persoon verzamelt zich bij de balie; zowel de medewerker die naar de brandhaard gaat, als de medewerker die bij de balie verblijft, zorgt dat hij/zij de portofoon meeneemt; indien de ernst van de situatie bekend is: de persoon die de brand heeft gesignaleerd, geeft de ernst van de situatie aan. De locatiemanager of ploegleider BHV geeft nadere instructies; indien de ernst van de situatie niet bekend is: inventarisatie door twee personen. Zij keren terug in de hal voor rapport. De locatiemanager of ploegleider BHV geeft nadere instructies; de receptionist(e)zorgt voor de opvang van de hulpdiensten; de receptionist(e) legt de volgende schriftelijke informatie klaar (voor de brandweer): - lijst met namen van bewoners; - lijst met namen en telefoonnummers van medewerkers; - lijst met O² cilinders; verbreek alle interne en externe gesprekken die geen betrekking hebben op de brand; sluit deuren en ramen; horizontale ontruiming: alle, in gevaar verkerende personen in veiligheid brengen achter de brandwerende deuren. SOMS KRUIPT MEN WEG IN TOILETTEN, IN KASTEN, ONDER BEDDEN ETC. EENMAAL IN VEILIGHEID GEBRACHTE PERSONEN MOGEN NIET TERUGKEREN, OOK NIET VOOR HET HALE VAN PERSOONLIJKE BEZITTINGEN. Wanneer de brand ernstig is: rol brandende personen in een blusdeken (er ligt één blusdeken in de centrale keuken en op elke afdeling); alle brandwonden moeten tenminste 15 minuten met lauw water worden gekoeld; bestrijdt de brand met de juiste blusmiddelen; blijf onder de rook, let op de deuren. BLIJF KALM; DENK NA BIJ WAT U DOET OF LAAT; VOORKOM PANIEK; VOER ALLE TAKEN NAAR BEHOREN UIT. Gedeeltelijke of gehele ontruiming gebeurt op advies van de bevelvoerder van de Brandweer. In geval van gedeeltelijke of gehele ontruiming: project COBRA in werking. Terugkeren mag pas als de bevelvoerder van de brandweer dat toestaat. Bij een gehele ontruiming: zie hoofdstuk 4 Ontruimingsplan. 15

Hoofdstuk 4 Ontruimingsplan Inleiding Ontruimingsplan Een ontruimingsplan is een plan waarin is beschreven wat er gedaan moet worden wanneer een gebouw zo snel mogelijk door alle aanwezigen moet worden verlaten. Alle procedures, taken en afspraken die hierbij nodig zijn, staan beschreven in het ontruimingsplan. Noodzaak Ondanks allerlei voorzorgsmaatregelen en preventieve voorzieningen kan het toch voorkomen dat er in een gebouw een levensbedreigende situatie ontstaat. Het is voor de aanwezigen dan van groot belang het gebouw zo snel mogelijk te verlaten. Om dit te bereiken is het aanwezig zijn van een ontruimingsplan noodzakelijk. Het is de verantwoordelijkheid van iedereen om te zorgen dat het eventueel ontruimen zo goed en veilig mogelijk verloopt. Indien er niet met het plan wordt geoefend, heeft het in de praktijk geen waarde. Zo wordt er op een goede wijze inhoud gegeven aan het, ook op dit punt, zorgvuldig omgaan met elkaar. Calamiteiten Dit ontruimingsplan is van toepassing op de volgende calamiteiten: brand; bommelding; ernstig ongeval; eventuele andere calamiteit (in geval van ontruiming). Voorwaarden voor een goed ontruimingsplan Het doel van een ontruimingsplan is een snelle en veilige ontruiming. Dit kan alleen worden gerealiseerd als er aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. 1. duidelijkheid over de werkwijze; 2. bekendheid met de procedure; 3. gedisciplineerdheid tijdens een ontruiming; 4. alertheid. Het naar elkaar omzien en alert zijn op eventuele aanwijzingen van de bijzondere hulpverleners welke de ontruiming begeleiden. 4.1 Situatietekening Zie Bijlage I - Situatietekening Naam bouwwerk : Verpleeghuis de Vliethoven Adres : Zwet 9 Postcode / gemeente : 9932 AA DELFZIJL 4.2 Gebouw, installatie- en organisatiegegevens Gegevens van het object : Verpleeghuis Naam : Vliethoven Adres : Zwet 9 te Delfzijl Telefoonnummer : 0596-61 89 44 Het gebouw bestaat uit een bouwdeel met enkel een begane grond met dakopbouw. Op de begane grond zijn vier woonafdelingen, 1 recreatieruimte / bedrijfskantine, kantorenafdeling, keuken, werkplaats, magazijn en een fysiotherapieafdeling. Het gebouw is toegankelijk voor bewoners en bezoekers, met dien verstande dat tussen 21.00 h en 07.30 h de voordeur gesloten is. Na aanbellen zal open worden gedaan door de dienstdoende WANverpleegkundige. 16

Bij een volledige bezetting zal het aantal bewoners maximaal 133 zijn. Het aantal personeelsleden zal tijdens de dagdienst (en avonddienst) 76 maximaal zijn. Het aantal personeelseden zal tijdens de nachtdienst maximaal 8 zijn. Dienst Afdeling Aantal personeelsleden Dag- en avonddienst Zandplaat 14 Dag- en avonddienst Polder 10 Dag- en avonddienst Kwelder 12 Dag- en avonddienst Wierde 12 TOTAAL 49 Nachtdienst Zandplaat 1 Nachtdienst Polder 1 Nachtdienst Kwelder 1 Nachtdienst Wierde 1 Nachtdienst Overige 4 TOTAAL 8 Dienst Overige Aantal personeelsleden Dagdienst Paramedische dienst 5 Dagdienst Psycho 1 Dagdienst Dagbehandeling 3 Dagdienst Activiteitenbegeleiding 2 Dagdienst Keuken 6 Dagdienst Huishouding 6 Dagdienst Wasserij 3 Dagdienst Receptie 1 TOTAAL 27 4.2.1 Alarmering Brandmeldinstallatie: op de gangen van elke woonafdeling zijn handbrand- en rookmelders bevestigt. Alle individuele ruimtes zijn voorzien van rookmelders. Een brandalarm dat wordt doorgegeven via een handbrandalarm, komt binnen op de brandmeldcentrale n op het neventableau van de afdelingen. Tevens wordt dit alarm automatisch doorgemeld naar de brandweer. Bij brandmeldingen wordt het huis eerst gedeeltelijk ontruimd; de afdeling rond de brandhaard of de plaats waar een gevaarlijke situatie ontstaat of kan ontstaan, zal als eerste worden ontruimd. Compleet ontruimen geschiedt bij grotere calamiteiten. De in het gebouw aangebrachte brandwerende deuren zijn voorzien van kleefmagneten of elektrische deurdrangers. De brandwerende deuren sluiten zich automatisch door aansturing door de brandmeldcentrale op de betreffende afdelingen. 4.2.2 De bedrijfshulpverlening De bedrijfshulpverlening bestaat uit de volgende personen: een hoofd bedrijfshulpverlening; een ploegleider; een bedrijfshulpverleningsploeg. 4.2.3 Communicatiemiddelen De leden van de bedrijfshulpverleningsorganisatie beschikken over een pieper. 17

Aanwezigheid van twee portofoons, één dektelefoon en een vaste noodtelefoon bij de receptie. 4.2 Alarmeringsprocedure intern en extern 4.2.1 Interne alarmering Interne alarmering is bedoeld om de aanwezigen in het huis te waarschuwen en de bedrijfshulpverleningsorganisatie op te starten. Bij een calamiteit werkt de alarmering als volgt: 1. alle aanwezige personeelsleden worden gewaarschuwd door een éénmalig signaal op de pieper; 2. de bedrijfshulpverleningsorganisatie wordt via een éénmalig signaal op de pieper gealarmeerd. 4.2.2 Externe alarmering Externe alarmering is bedoeld om de hulpdiensten te waarschuwen. Bij een calamiteit werkt de alarmering als volgt: 1. via de brandmeldinstallatie of door het signaal van een handbrandmelder of het aanspreken van een rookmelder; 2. anders dan bij brand door het openbaar telefoonnet naar het centrale nummer van de regionale hulpdiensten via het alarmnummer 1-1-2. Vraag aan de telefonist(e) om politie, brandweer of ambulance. Aan de desbetreffende centralist(e) moet worden verteld: naam van de melder; naam en adres van het gebouw: Verpleeghuis Vliethoven, Zwet 9; plaats en gemeente: Delfzijl; aard van het indient en eventuele bijzonderheden; of er slachtoffers zijn, waar en hoeveel. 18

4.3 Stroomschema alarmering Brandmelding Inkomende gesprekken blokkeren Receptie Afdelingen Door een rookmelder Door een handbrandmelder Melding naar brandweer Ploegleider BHV begeeft zich naar plaats melding Alle piepers gaan af Ploegleider BHV beslist ontruiming NIET nodig Brandmeld - centrale terugstellen / zelf handelen Ploegleider BHV beslist ontruiming BHV-ers terug naar receptie Alle BHV -ers begeven zich naar de receptie Ploegleider BHV geeft instructies aan BHV -ers Ploegleider BHV beslist geheel of gedeeltelijk ontruimen Ontruiming door BHV - ploeg Resultaat melden aan ploegleider BHV Opvang brandweer Brandweer ter plaatse BHV = bedrijfshulpverlener 19

4.4 Wijze van ontruiming en ontruimingsorganisaties Een ieder die een handbrandmelding maakt geeft in principe opdracht voor de ontruiming. Bij een ontruimingssignaal als gevolg van een brandmelding wordt het huis per afdeling ontruimd. Anders dan bij een handbrandmelding kan het huis worden ontruimd als gevolg van de eerder aangegeven oorzaken. Opdrachten hiervoor worden gegeven door: 1. de ploegleider bedrijfshulpverlening; 2. de directie; 3. ontruimingsbevoegde. Indien, anders dan bij brand, tot een (gedeeltelijke) ontruiming wordt overgegaan, zal deze worden begeleid door de bedrijfshulpverleningsorganisatie. 4.4.1 Verzamelplaats Bij gedeeltelijke ontruiming is de verzamelplaats de centrale hal bij de receptie. Bij totale ontruiming is de verzamelplaats bij de Zeevaartschool Abel Tasman, Zwet 1 te Delfzijl. Op de verzamelplaats wordt door de receptionist(e) / WAN-verpleegkundig gecontroleerd of alle personen aanwezig zijn aan de hand van een checklist. 4.5 Brand- en ontruimingsinstructie voor bewoners 4.5.1 Bij het ontdekken van brand Een personeelslid: blijft kalm; meldt brand door: - gebruik van de handbrandmelder; probeert uitbreiding te voorkomen door: - ramen en deuren te sluiten; - blussen met de beschikbare blusmiddelen (bij beginnende brand); brengt direct in gevaar verkerende personen in veiligheid; blijft indien mogelijk op de eigen afdeling. Zo niet, maak gebruik van de dichtstbijzijnde (nood-) uitgang; gaat niet onnodige telefoneren maar houdt de telefoon vrij voor noodzakelijke gesprekken; gebruikt de noodtelefoon om calamiteiten door te geven (toestel 450); volgt de instructies van het bedrijfshulpverleningsteam of het bevoegd gezag op; blijft bij rookontwikkeling laag op de grond. 4.5.2 Hoe te handelen bij brand op eigen afdeling Een brandmelding komt binnen op de brandmeldcentrale en op het neventableau van de afdelingen. Tevens wordt dit alarm automatisch doorgemeld naar de brandweer. Het personeelslid: doet deuren en ramen dicht; brengt direct in gevaar verkerende personen in VEILIGHEID; probeert te blussen met de beschikbare blusmiddelen en neem de voorschriften, zoals genoemd in deze notitie, in acht. Er wordt contact gehouden met de receptie. bij uitslaande brand wordt de handbrandmelder ingedrukt, de brandweer gaat dan gelijk op weg. DENK AAN JE EIGEN VEILIGHEID!!! 20

4.5.3 Hoe te handelen bij constatering van brand op een andere afdeling Het personeelslid: blijft indien mogelijk op de eigen afdeling; gaat NIET ONNODIG telefoneren, maar houdt de telefoon vrij voor noodzakelijke gesprekken; gebruikt de noodtelefoon om calamiteiten door te geven (toestel 450); loopt naar het brandneventableau op de afdeling; kijkt waar de brand is gesignaleerd. De medewerker met de dect. telefoon of de pieper gaat dan direct naar de receptie. NIET BELLEN MAAR ER NAAR TOE LOPEN!!! 4.5.4 Hoe te handelen door medewerkers in de avond- en nachtdienst. Het personeelslid: wordt gewaarschuwd door de personen zoekinstallatie; gaat direct naar het brandmeldpaneel bij de receptie; lokaliseert de brandhaard. De brandweer neemt ZELF contact op via de RODE telefoon. Eén medewerker gaat naar de brandhaard en neemt de PORTOFOON en een ZAKLAMP mee uit de BHV-kast in de bestuurskamer. DENK AAN JE EIGEN VEILIGHEID!!! 4.6 Taken receptie/nachtdienst 4.6.1 Taak bij een telefonische resp. mondeling brandmelding De receptionist(e): neemt melding aan en noteert de gegevens van de melder; schakelt akoestisch signaal op brandmeldcentrale uit; slaat een handbrandmelder in bij de receptie, dit in verband met nevenfuncties van de brandmeldinstalatie; informeert het hoofd en de leden bedrijfshulpverlening over de plaats en de aard van de melding; blokkeert alle telefoonverkeer van buiten; blijft in de hal bij de receptie; wacht tot de brandweer contact opneemt via de RODE telefoon; haalt TWEE portofoons uit de BHV-kast en geeft één aan het daghoofd, de ander is voor eigen gebruik; belt de calamiteitendienst van de Hoven (06 12623181); laat GEEN personen meer toe in het huis; ontruimt de hal en zorgt voor vrije toegang brandweer; volgt instructies van het hoofd bedrijfshulpverlening of brandweer op; geeft de bevelvoerder VAN DE BRANDWEER duidelijke informatie. 4.6.2 Taak bij een brandmelding via een handbrand en/of rookmelder De receptionist(e): leest melding af; schakelt akoestisch signaal op brandmeldcentrale uit; alarmeert bij een geactiveerde rookmelder de bedrijfshulpverleners via de alarmontvanger of telefonisch (bij een geactiveerde handbrandmelder zal automatisch het ontruimingssignaal in het huis in werking treden); 21

informeert het hoofd en de leden bedrijfshulpverlening over de plaats en de aard van de melding; blokkeert alle telefoonverkeer van buiten; ontruimt de hal en zorgt voor vrije toegang voor de brandweer; volgt instructies van het hoofd bedrijfshulpverlening of de brandweer op; laat geen mensen meer toe in het gebouw; controleert bij gedeeltelijke en algehele ontruiming of alle personen aanwezig zijn aan de hand van een checklist. 4.7 Taken ploegleider bedrijfshulpverlening 4.7.1 Taak bij een handbrandmelding De ploegleider bedrijfshulpverlening: begeeft zich bij alarmering via de pieper naar de receptie en stelt zich op de hoogte van de aard en de plaats van de melding; alarmeert de hulpverleningsdienst en geeft nadere informatie door; beslist (eventueel in overleg met hulpverlenende instanties) of geheel of gedeeltelijk ontruimd moet worden; informeert de bedrijfshulpverleners en geeft opdrachten; controleert of niemand achtergebleven is of vermist wordt; zorgt voor opvang en begeleiding hulpdiensten (sleutels en plattegrond); zorgt dat de receptionist(e) / WAN-verpleegkundige de controlelijst invult en geeft de verstrekte informatie door aan de brandweer. 4.7.2 Taak bij een brandmelding door een rookmelder De ploegleider bedrijfshulpverlening: stelt zich op de hoogte van de aard en de plaats van de melding; begeeft zich naar de plaats van de melding en bepaalt de ernst van de situatie; beslist (eventueel in overleg met hulpverlenende instanties) of geheel of gedeeltelijk ontruimd moet worden; stelt bij een loze melding de brandmeldinstallatie terug; handelt de melding zelf of met behulp van bedrijfshulpverleners af; slaat bij een daadwerkelijk brand een handbrandmelder in. 4.7.3 Controlelijst ploegleider bedrijfshulpverlening De ploegleider hanteert de volgende controlelijst: zijn de brandweer of andere hulpdiensten al gewaarschuwd? is de bedrijfshulpverleningsploeg ingezet? wordt de brandweer opgevangen? krijgt de brandweer informatie, sleutels en plattegronden? is begeleiding van de brandweer geregeld? loopt de ontruiming goed (krijg ik terugkoppeling)? 4.8 Taken bedrijfshulpverlener 4.8.1 Taak bedrijfshulpverlener bij een brandmelding De bedrijfshulpverlener: gaat direct naar de receptie. De ploegleider BHV geeft nadere instructies en het startsein voor ontruiming; kijkt of er gewonden zijn, en zo ja hoeveel en wat voor verwondingen. Geeft deze bijzonderheden door aan de ploegleider BHV (of ontruimingsbevoegde); geeft instructies aan de aanwezigen wat betreft nooduitgangen en de kortste en veiligste vluchtweg. Probeert paniek te voorkomen; inspecteert alle vertrekken op achterblijvers. Voorkomt dat personen terugkeren; 22

gaat niet verder bij extreme hitte en ernstige rookontwikkeling. Waarschuwt direct de ploegleider BHV; sluit alle deuren en ramen (niet op slot); meldt na controle van de afdeling afdeling ontruimd en eventuele bijzonderheden aan de ploegleider BHV en volgt nadere instructies op. 4.9 Taken overig personeel Het overig personeel: volgt de opdracht(en) van de BHV-er(s) op. beëindigt de werkzaamheden en begeleidt bewoners en eventuele bezoekers naar de beschikbare (nood-)uitgangen (zie plattegronden); sluit indien mogelijk ramen en deuren; verlaat rustig de afdeling/het gebouw en gaat naar de aangewezen verzamelplaats. blijft op de verzamelplaats. Gaat niet naar huis of ergens anders heen; wacht op verdere instructies. 4.10 Taken management Het management, of bij afwezigheid een daartoe voor aangesteld persoon, handelt bij een calamiteit als volgt: gaat na een oproep via de pieper naar de receptie; draagt verantwoordelijkheid voor het optreden van eigen organisatie; draagt zorgt voor het inlichten van de familie bij eventuele slachtoffers; informeert de nieuwsmedia (in overleg met de brandweer). 4.11 Algemeen Het management, of bij afwezigheid een daartoe voor aangesteld persoon, draagt zorg voor de naleving van de instructies en voorschriften met betrekking tot de veiligheid, voorgeschreven door onder meer de brandweer en de Arbowet. Voorts is het management verantwoordelijk voor de geoefendheid van het gehele personeel bij: brand; hulpverlening; ontruiming enz. Het management is verantwoordelijk voor regelmatige controle van: blusmiddelen; installaties; de bereikbaarheid van het bouwwerk (ook bij sneeuw en ijzel). 4.12 Bommelding Telefonische melding. Blijf rustig en probeer zoveel mogelijk te weten te komen. Noteer alle informatie op het zogenaamde bommeldingsformulier. 4.12.1 Instructie ontvanger telefonische bommelding 1. Blijf rustig en noteer zoveel mogelijk gegevens op het bommeldingsformulier (zie bijlage VII formulier ontvangen bommeldingen). 2. Alarmeer na beëindiging van het gesprek de ploegleider BHV (of diens vervanger). 3. Geef de relevante informatie kort en bondig door. 4. Blijf op uw werkplek, houd alle telefoonlijnen vrij, en handel verder uitsluitend in navolging van eventuele instructies. 5. Praat hier verder met niemand over (om paniek te voorkomen). 6. Indien het gebouw ontruimd wordt dit formulier meenemen. 23

4.12.2 Instructie ontvanger schriftelijke bommelding 1. Blijf rustig en noteer zoveel mogelijk gegevens op het bommeldingsformulier. 2. Alarmeer de ploegleider BHV (of diens vervanger). 3. Geef de relevante informatie kort en bondig door. 4. Raak het betreffende pakje of brief zo weinig mogelijk aan, en noteer de personen die het aangeraakt hebben (vingerafdrukken). 5. Blijf op uw werkplek, houd alle telefoonlijnen vrij, en handel verder uitsluitend in navolging van eventuele instructies. 6. Praat hier verder met niemand over (om paniek te voorkomen). 4.12.3 Instructie ploegleider BHV (of diens vervanger) bij bommelding 1. Neem direct contact op met de politie en vraag advies. 2. Informeer de directie. 3. Ga indien nodig over tot ontruiming (zie verder hoofdstuk 4 Ontruimingsplan). 4.13 Ongeval 1. Begeef u zo snel mogelijk naar de plaats van het ongeval. 2. Overzie de situatie, verleen eerste hulp. 3. Verzamel de nodige informatie. 4. Laat indien nodig 112 bellen. 5. Blijf bij het (de) slachtoffer(s). 6. Vul het formulier brand/ongeval melding in (zie bijlage VIII Formulier ontvangen brand/ongeval melding). 7. Informeer de ploegleider BHV. 4.14 Bommeldingsformulier 24

4.15 Instructiekaart 25

4.16 Symbolenkaart Legenda Symbool Verklaring Slanghaspel Blusapparaat Brandgevaar Gevaar voor elektrische spanning Nooduitgang: die kant op Plaats waar de brandweerwagen het pand kan bereiken Brandmeldcentrale Noodpaneel Ondergrondse brandkraan Sleutelbuis Afsluiter gas 26

Afsluiter water Water 4.17 Plattegronden De plattegronden van het verpleeghuis zijn te vinden in bijlage I, II, III, IV en IX, X en IX. 4.18 Logboek ontruimingsplan Mutaties ontruimingsplan Datum Reden Omschrijving Ontruimingsoefening Datum Bijzonderheden 27

Hoofdstuk 5 Communicatieplan Inleiding Communicatie is één van de belangrijkste aspecten van een bedrijfsnoodplan. Iedereen moet weten wat men moet doen wanneer er een calamiteit plaatsvindt of wanneer het alarm afgaat. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de interne en externe communicatie. 5.1 Interne communicatie Interne communicatie is gericht op werknemers. Communicatie vooraf is het belangrijkst. Met instructiebladen, situatietekeningen, en op bijeenkomsten kunnen werknemers geïnformeerd worden over hoe te handelen bij een calamiteit. Tijdens oefeningen kan het een en ander worden herhaald. Binnen de Vliethoven wordt op een aantal manieren aan het personeel duidelijk gemaakt hoe men moet communiceren bij een brand, ongeval en een ontruiming. Instructieblad In paragraaf 4.12 staat een instructieblad met daarop de wijze van handelen door personeel tijdens een brand, ongeval en een ontruiming. Vluchtwegenplattegrond Op elke afdeling binnen de Vliethoven hangen vluchtwegenplattegronden. Hierop is te zien waar de dichtstbijzijnde vluchtweg (nooduitgang) te vinden is. Bijeenkomsten Twee maal per jaar dient de Vliethoven een bijeenkomst te houden waarin wordt doorgesproken wat de procedures zijn bij een ontruiming. Elk personeelslid dient op de hoogte te zijn van de handelingen die moeten worden verricht. Ook kunnen tijdens deze bijeenkomsten eventuele veranderingen in de procedure(s) worden meegedeeld. Personeelsleden dienen een samengevat overzicht te krijgen van de handelingen zodat ze precies weten wat ze moeten doen. Dit moet kort, krachtig en overzichtelijk zijn. Pieper Tijdens een calamiteit worden personeelseden op de hoogte gebracht door éénmalig geluid op de pieper. Dit betekent dat het gebouw moet worden ontruimd. 5.2 Externe communicatie Met de externe communicatie wordt de verbinding gelegd tussen de bedrijfshulpverleners van de zorginstelling en onderling en de hulpverleners van de overheid, zoals brandweer en ambulance. De receptionist(e) vervult binnen de Vliethoven een belangrijke rol binnen deze communicatie en is daarmee een belangrijke schakel in de bedrijfshulpverlening. 5.2.1 Wanneer start de communicatie Een incident vindt plaats op een bepaald moment, bijvoorbeeld een brand. Nadat iemand deze brand ontdekt heeft, zal er een melding volgen naar het centrale nummer. Binnen de Vliethoven wordt hiervoor gebruik gemaakt van handmelders, automatische melders en de telefoon. Bij een ongeval waarbij één of meerder personen zijn betrokken, moet er zo snel mogelijk contract opgenomen worden met de receptie. De receptie is de spil binnen de bedrijfshulpverlening. Na de melding is het aan de receptionist om de juiste acties te nemen om de hulpverlening op te starten. Deze acties bestaan uit twee verschillende lijnen. 28

1. Het is van groot belang de bedrijfshulpverlening op te starten. Volgens de eigen procedures van de zorginstelling zal de BHV geactiveerd moeten worden. 2. In de tweede plaats is het (meestal) verplicht om een incident te melden aan de overheid. Dit kan de brandweer, politie of ambulancedienst zijn. Indicent Receptie BHV Overheid Nadat de beide hulpverleningsorganisaties aan het werk zijn gezet, zal er veel communicatiewerk verricht moeten worden. De overheid wil op de hoogte gehouden worden, de BHV wil alles weten en meestal willen een keur aan leidinggevenden ook nog eens precies weten wat er aan de hand is. Indicent Receptie BHV Overheid In bovenstaand figuur is deze extra communicatie te herkennen aan de pijl die nu ook terug gaat naar de receptie. Deze spilfunctie tijdens een incident heeft de volgende belangrijke instructies tot gevolg: 1. blijf altijd op uw plaats; 2. houdt de gesprekken kort; 3. noteer inhoud en tijd; 4. voer geen andere gesprekken. 29

5.3 Perscommunicatie Bij een calamiteit mogen personeelsleden geen informatie aan de pers doorgeven. Dit is de taak van de locatiemanager. Deze moet in staat zijn niet direct informatie los te laten zodat de pers eventueel de kans zou krijgen een verkeerd beeld van de situatie te schetsen. Zodra zich een calamiteit voordoet, dient er informatie beschikbaar te komen op de website van de Vliethoven. Iedereen mag er vanuit gaan dat deze informatie betrouwbaar is. Deze betrouwbare informatie heeft het als voordeel dat praatjes in de wandelgangen worden vermeden. 5.4 Telefoonnummers Belangrijke telefoonnummers voor de Vliethoven. Nummer centrale telefoontoestel: 0596 61 89 44 Fax: 0596 61 84 39 Meindert Kamp, locatiemanager: 0596 61 89 44 Calamiteitendienst De Hoven: 06 12 62 31 81 Brandweer Delfzijl: 0596 63 93 95 Politie Delfzijl: 0900 88 44 Ziekenhuis Delfzijl: 0596 64 44 44 Zeevaartschool Delfzijl (evacuatie): 0596 61 02 19 De telefoonlijst moet bijgehouden worden. Dit kan door zogenaamde alarmeringsoefeningen te houden, waarbij getest wordt of de lijst nog klopt en of sleutelfunctionarissen de alarmering beantwoorden. 30

Literatuurlijst Internet www.dehoven.nl/vliethoven www.cnvorservice.nl) Overige Noodplan Vliethoven Bedrijfsnoodplan Verzorgingscentrum Winkheem NTA 8112-6 (nl) Leidraad voor een ontruimingsplan deel 6: Gezondheidszorggebouwen 31

Bijlage I Situatietekening 32

Bijlage II Algemene ruimten 33

Bijlage III Verpleeghuis Vliethoven 34

Bijlage IV Centrale gang 35

Bijlage V BHV-lijst 36

Bijlage VI Formulier ontvangen bommeldingen 37

Bijlage VII Formulier ontvangen brand/ongeval melding 38

Bijlage VIII Plattegrond De Polder / De Kwelder 39

Bijlage IX Plattegrond De Wierde 40

Bijlage X Plattegrond Zandplaat 41