Uitgenodigde vluchtelingen in Nederland: opvang en integratie

Vergelijkbare documenten
Uitgenodigde vluchtelingen in Nederland: opvang en integratie

Hervestiging van vluchtelingen in Nederland

Enkele reis Europa Enkele reis Europa.indd 3 Enkele reis Europa.indd : :19

Wat bijzonder dat wij hier vandaag tijdens jullie jaarafsluiting aanwezig mogen zijn en iets mogen vertellen.

Leven in veiligheid. Artikel 1, Vluchtelingenverdrag van Genève, 1951

Kennismaking. Coordinator Vrijwilligerswerk Vluchtelingenwerk Zuidvleugel. Syrische vluchteling. Den Haag. Verblijft op dit moment in de noodopvang

Eerst even wat moeilijke woorden uitleggen:

Feiten en cijfers. Nieuwegein

Naam KIDS FOR WARCHILD Oorlog en vrede in de wereld

Kinderen zonder papieren

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

Voorwoord. Daarna ging ik praten met Chitra, een Tamilvrouw uit Sri Lanka. Zij zette zich in voor de Tamilstrijd.

De procedure in het aanmeldcentrum

Verdrag over de rechten van het kind

IK OVERLEEFDE AUSCHWITZ

Ronde Vluchtelingen en mensenrechten. De antwoorden

Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd

Stichting AZIZ (Asielzoekers Zichtbaar In Zorgen)

VluchtelingenWerk Nederland

VluchtelingenWerk Nederland

De procedure in het aanmeldcentrum

Vluchtig Nieuws. vluchtelingenkrant. Speciale editie uitgave 24 maart 2017 onder redactie van groep 6 CBS Het Kompas

Eerste nummer. Op kamers Eerst durfde ik de woonkamer niet naar binnen. Eetfobie. Het was moeilijk om te zien dat mijn nichtje van 5 meer at dan ik.

Een samenwerking tussen War Child, Save the Children en UNICEF Nederland om gevluchte kinderen in Nederland te helpen.

Presentatie Tranzo Zorgsalon 29 november 2012 Christine Kliphuis

Hans van Rooij VERSTAG

Kinderrechtenverdrag VOOR KINDEREN EN JONGEREN

Kinderrechtenverdrag VOOR KINDEREN EN JONGEREN

UNICEF Kinderrechten SPORT EN VRIJE TIJD GELIJKE BEHANDELING VOEDING FAMILIE GEZONDHEIDSZORG ONDERWIJS SCHOON WATER


Inhoud. Inleiding... 4 Hoofdstuk 1 Het ontstaan van de rechten... 6 Hoofdstuk 2 De belangrijkste rechten...12

Nieuwsbrief. Wist u dat? September/oktober Editie 28. Stichting Perpectief. VluchtelingenWerk Oost Nederland/ Locatie Beuningen

EEN ZAMBIAANSE SPIEGEL

Hoofdstuk 1. namelijk afschuwelijke dingen! Daders zijn soms zo creatief en geslepen, daar kunnen we ons maar amper een voorstelling bij maken.

Resultaten & conclusies onderzoek:

Lesbrief bij de voorstelling Mijn vriend en ik van Soulshine Connection

aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Datum 7 februari 2012 Onderwerp Beleidskader hervestiging

Janusz Korczak. door Renée van Eeken

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Lesbrief bij het boek Kiezen in de oorlog. Marte Jongbloed Roelof van der Schans

BIJLAGEN LESPAKKET 1.2

Wat is het verschil tussen een vreemdeling, vluchteling, asielzoeker en statushouder?

Zaken voor mannen. Verhalen van mannen met epilepsie

Jezus vertelt, dat God onze Vader is

Probleem? Geen probleem. Met de vaardigheden die Humanitas je aanreikt, verander je je leven. Helemaal zelf. En het mooie is: iedereen kan het.

Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande

Vertel de kinderen, of praat met hen over het verschil tussen film, tv kijken of naar het theater gaan.

De vluchtelingencrisis: oplossingen en inzichten van kinderen

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou!

Toespraak Gerdi Verbeet bij de Indiëherdenking 15 augustus 2014 in Den Haag

Help vluchtelingen op weg in uw regio

Inhoud. Aan jou de keuze 7. Niet alleen maar een boek 187. Auteurs 191. Dankwoord 197

Betrokken ondernemen? Steun vluchtelingenwerk!

NIET LANGER VREEMDELINGEN?

Met een koffer in de hand

September 2008 Door: Charlotte Storm van s Gravesande. Bijbehorende foto's: zie onderaan de tekst. Hallo mede dierenvrienden,

Welke wapens worden voor het eerst gebruikt in de Eerste Wereldoorlog? 1. Geweren en gifgas. 2. Machinegeweren en gifgas. 3. Gifgas en pistolen.

Opstel Aardrijkskunde Conflicten in Syrie

Gedwongen opname met een IBS of RM *

Noot 12 Voorbeeldselectie van thema s en vragen voor zeven groepsgesprekken

We hebben verleden week nog gewinkeld. Toen wisten we het nog niet. De kinderbijslag was binnen en ik mocht voor honderd euro kleren uitkiezen.

1. Liedje Welkom welkom 2. Liedje: Jij mag er zijn.

Bovenstaande video over de asielprocedure is naast alle talen op deze website ook beschikbaar in het Armeens, Chinees en Russisch.

Conclusies: enquête Kinderen Goedgekeurd (armoede en vluchtelingen)

Aantal asielaanvragen

Verhaal: Jozef en Maria

SNP. Afwikkeling Noodopvang 2011 NIEUWSBRIEF FEBRUARI 2012

Voorbereidende les MBO

12 Uitgenodigde vluchtelingen

Inhoud. Inleiding...4 Hoofdstuk 1 Het ontstaan van mensenrechten...6 Hoofdstuk 2 Dertig mensenrechten...14

De Nationale Stichting ter Bevordering van Vrolijkheid

Welkom bij Centrum Jeugd. Informatie voor kinderen, jongeren en hun familieleden

Meld. seksueel misbruik. aan de commissie-samson

Ik besloot te verder te gaan en de zeven stappen naar het geluk eerst helemaal af te maken. We hadden al:

Dounia praat en overwint

Heilig Jaar van Barmhartigheid

Help vluchtelingen op weg in uw regio

Mede mogelijk gemaakt door de Iona Stichting en Vos/Abb

Netje is een meid! Vrolijke meid, uit een vissersdorp!


HARTELIJK BEDANKT: SCHRIJVER: Racheal

Voel je vrij en liefdevol 7 oefeningen

TEAMUP Een samenwerking tussen War Child, Save the Children en UNICEF Nederland om gevluchte kinderen in Nederland te helpen.

Kinderen in Nederland hebben het goed. Maar.., dat geldt nog niet voor alle kinderen.

(8 jaar)

Een Berbers dorp. Mijn zussen en ik mochten van mijn vader naar school. Meestal mochten alleen jongens naar school.

DETENTIE EN HET GEZIN

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

Mounir Tallou. Naar Nederland

Dodenherdenking. Beuningen, 4 mei 2015

Een van de agenten komt naar hem toe. Nou, het is me het dagje wel, zegt hij. Nu zijn er toch rellen in de stad.

Het was één groot feest!

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

Kinderverhoor Je ouders gaan uit elkaar

Pasen met peuters en kleuters. Jojo is weg

JEUGDIGEN. Hulp na seksueel misbruik. vooruitkomen +

Spreekbeurt Nederlands Amnesty International

CRISIS UPDATE: KINDEREN VAN SYRIË

Eerwraak. Naam: Paul Rustenhoven Klas: 4GTL1 Inlever datum : Titel: Eerwraak Schrijver: Karin Hitlerman. Blz 1.

Transcriptie:

Uitgenodigde vluchtelingen in Nederland: opvang en integratie Portretten van uitgenodigde vluchtelingen en achtergrondinformatie over het Nederlandse hervestigingsbeleid

Inhoud Nederland en hervestiging, een stukje geschiedenis 2 Inleiding 3 Het Nederlandse quotum 4 Interview Kasongo 5 Kader: Medische noodzaak 5 UNHCR 6 Interview Rana 7 Kader: Gevlucht voor Saddam Hussein 7 Eerste opvang in AZC Amersfoort 8 Interview Lyahjarai Mon 9 Kader: Birmese vluchtelingen in Thaise kampen 9 Start en inburgering in de gemeente 10 Interview familie Jumaa El Hagoug 11 Kader: De Palestijnse arts en de Bugaarse verpleegsters 11 Europa en hervestiging 12 Interview Saïda Ibrahim Hussein 13 Kader: Kakumakamp in Kenia 13 VluchtelingenWerk in de gemeente 14 Nederland en hervestiging, een stukje geschiedenis Nederland is één van de negen traditionele hervestigingslanden waar de UNHCR een beroep op doet. In het verleden hebben vele duizenden vluchtelingen een nieuw bestaan opgebouwd in ons land. Groepen Hongaarse, Chileense en Vietnamese vluchtelingen kwamen, op uitnodiging, naar Nederland. Sinds 1986 werkt Nederland met een quotum: per jaar worden er 500 vluchtelingen uitgenodigd naar Nederland te komen. Tot het jaar 2000 werden uitgenodigde vluchtelingen opgevangen in een centrum in Apeldoorn. Daar kregen zij Nederlandse les en voorlichting over hun nieuwe land. Na drie maanden volgde groepsgewijze uitplaatsing naar zogeheten kerngemeenten. Deze gemeenten werden van rijkswege gefinancierd voor de huisvesting en integratie van deze groepen. Lokale afdelingen van VluchtelingenWerk Nederland verzorgden de begeleiding. Doordat deze gemeenten regelmatig groepen uitgenodigde vluchtelingen huisvestten, bouwden zij ervaring en expertise op rondom hun opvang en integratie. Vanaf 2000 werden uitgenodigde vluchtelingen echter in gewone asielzoekerscentra (AZC s) opgevangen zonder een speciaal programma, waarna zij overal in het land gehuisvest konden worden. In de praktijk bleek dit niet in het belang van de vluchtelingen die op uitnodiging naar Nederland waren gekomen. Aangezien zij bij aankomst al verzekerd zijn van een verblijfsvergunning en toekomst in Nederland, is het belangrijk dat zij zich hier welkom voelen en snel de aansluiting met de Nederlandse samenleving kunnen maken. De situatie waarbij zij maanden in een azc moeten wachten op huisvesting, was zeer onwenselijk. Sinds 2006 heeft het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) daarom in Amersfoort een speciaal centrum ingericht voor uitgenodigde vluchtelingen. Uitgenodigde vluchtelingen die via een missie zijn geselecteerd, worden na een eerste opvangperiode in Amersfoort in kleine groepen uitgeplaatst naar zelfstandige huisvesting in gemeenten. Inleiding Jaarlijks ontvluchten vele duizenden mensen hun land om te ontkomen aan oorlog, geweld of vervolging. Wereldwijd verblijven er ruim negen miljoen vluchtelingen in een ander land dan hun geboorteland. Slechts een heel klein deel komt terecht in Europa; veruit het grootste deel van de vluchtelingen wordt opgevangen in de regio, meestal in een buurland. Veel vluchtelingen komen terecht in een vluchtelingenkamp van de UNHCR. De UNHCR probeert voor al deze vluchtelingen een duurzame oplossing te vinden. Sommigen kunnen na verloop van tijd weer veilig terugkeren naar het land van herkomst. Anderen lukt het een zelfstandig bestaan op te bouwen in het land waar zij verblijven. Voor velen is echter geen van beide vooruitzichten weggelegd: het herkomstland blijft onstabiel en het integreren in het land van verblijf is niet toegestaan. Een lang verblijf in een vluchtelingenkamp ligt dan in het verschiet. Maar wat als iemand die zijn land of regio is ontvlucht ook in de nieuwe situatie niet veilig is? Denk aan vluchtelingen die behoren tot een minderheid die gediscrimineerd wordt, denk aan vluchtelingen die ernstig ziek zijn en behandeling nodig hebben. Of aan alleenstaande vrouwen die groot risico lopen slachtoffer te worden van seksueel geweld. Deze vluchtelingen kunnen door de UNHCR worden voordragen om hervestigd te worden in een ander land. Hervestiging betekent dat geselecteerde vluchtelingen in een ander, veilig land gaan wonen, op uitnodiging van dat land. Ook de Nederlandse overheid nodigt ieder jaar een aantal vluchtelingen uit om zich hier te hervestigen. VluchtelingenWerk Nederland constateert dat er weinig bekend is over deze speciale groep vluchtelingen en wil betrokkenen meer inzicht geven in de achtergrond en behoeften van uitgenodigde vluchtelingen. In deze brochure wordt kort aangegeven waarom de overheid vluchtelingen uitnodigt, op welke manier dat gebeurt en hoe de opvang in Nederland plaatsvindt. Vijf uitgenodigde vluchtelingen vertellen hun verhaal. Aantallen hervestigde vluchtelingen 2003-2006 Verenigde Staten 176 380 Australië 52 915 Canada 41 943 Zweden 6 382 Noorwegen 4 216 Nieuw Zeeland 2 922 Finland 2 610 Denemarken 2 030 Nederland 1 412 Verenigd Koninkrijk * 703 Ierland * 432 Brazilië * 203 Chili * 116 Bron: UNHCR Statistical Yearbook, 2003,2004,2005,2006. * Dit zijn nieuwe hervestigingslanden die pas gedurende deze periode zijn gestart met een hervestigingsprogramma. 3 Uitgenodigde vluchtelingen in Nederland: opvang en integratie

foto UNHCR Het Nederlandse quotum Om als uitgenodigde vluchteling door Nederland geaccepteerd te worden, gelden vrijwel dezelfde criteria als voor vluchtelingen die zelf als asielzoeker naar Nederland zijn gekomen en via de asielprocedure een beroep doen op bescherming. Ongeveer een kwart van het vastgestelde quotum wordt ingevuld door individuele vluchtelingen die in acute noodsituaties verkeren, vaak omdat hun veiligheid niet gegarandeerd kan worden. De verhalen van Rana (pagina 7) en de familie Jumaa El Hagoug (pgina 11) illustreren deze situtatie. Het kan vluchtelingen van over heel de wereld betreffen. Als de UNHCR besluit dat snelle hervestiging noodzakelijk is, draagt zij het dossier voor aan een hervestigingsland, bijvoorbeeld Nederland. Het grootste deel van de uitgenodigde vluchtelingen wordt geselecteerd tijdens missies. Vier keer per jaar reist een delegatie van de Nederlandse overheid af naar een land dat grote groepen vluchtelingen opvangt. Daar interviewt de delegatie vluchtelingen die de UNHCR voordraagt voor hervestiging. Ter plekke wordt beslist welke voordrachten geaccepteerd worden, ofwel wie geselecteerd wordt. Lyahjarai Mon (pagina 9) en Saïda Ibrahim Hussein (pagina 13) kwamen op deze manier in Nederland terecht. Ten slotte wordt een deel van het quotum geselecteerd op medische gronden en of een medische noodsituatie. De heer Kasongo (pagina 5) kwam hier voor in aanmerking. Gezinsleden van uitgenodigde vluchtelingen die toestemming krijgen voor gezinshereniging naar Nederland te komen, tellen mee voor het quotum. Interview Kasongo Sinds Kasongo in Nederland is, kan hij weer een beetje lachen. Hier is hij veilig. Het valt hem echter zwaar om over zijn verleden in Congo te praten. Kasongo werd op medische gronden uitgenodigd naar Nederland te komen. Totaal verzwakt kwam hij in september 2006, met zijn gezin, aan op Schiphol. Martelingen tijdens zijn gevangenschap in Congo hebben hem zowel lichamelijk als geestelijk kapot gemaakt. Hoewel het nu een stuk beter gaat, blijft hij last hebben van flashbacks en angstaanvallen. Het verdriet zit dan ook heel diep; drie van zijn kinderen zijn vermoord. Kasongo woonde met zijn vrouw en zes kinderen in het oosten van Congo. Het ging hem goed, als afgestudeerd IT er had hij eerst een baan bij een telecombedrijf, later begon hij een eigen zaak. Zijn vrouw gaf Engelse les. In 2004 begonnen de problemen toen er in de buurt een militair werd neergeschoten. De militairen hadden een kamp opgezet vlakbij ons huis, bijna in onze achtertuin. Op een dag hoorde ik schoten; een van de militairen was dood. Ik kreeg de schuld van zijn dood. De militairen riepen dat ik moest boeten voor deze moord. Sinds die dag is Kasongo s leven een hel. Een militair tribunaal bevond hem schuldig aan de moord en een tijd zat hij gevangen. Maar ook na zijn vrijlating hield de terreur aan. Op een avond kwamen de militairen aan de deur. Mijn jongere broer deed open maar zij dachten dat ik het was. Ze schoten op hem in en een kogel boorde zich via zijn lijf in mijn dochter die achter hem stond. Allebei waren ze dood. Kort daarop gooiden de militairen een granaat in het huis. Daarbij kwamen twee van Kasongo s kinderen om het leven. Kasongo dook onder. Op een bepaald moment kreeg hij via zijn mobiele telefoon bericht dat de vrouw van een goede vriend was overleden. In Congo is het traditie om samen naar de rouwplek te gaan, dus ik ging er heen met mijn vrouw en kinderen. Ik kon niet anders, ik wilde mijn vriend niet in de steek laten. Het bleek een hinderlaag. Onderweg werden ze aangehouden door militairen. Kasongo werd gescheiden van zijn vrouw en kinderen en overgebracht naar een gevangenis. Na een week of twee moest ik meekomen. Ik werd in een auto vol militairen geduwd. Dit wordt mijn dood, dacht ik. De auto stopte, ik moest uitstappen. Ze lieten me een pistool zien en ik wist zeker dat dit het einde was. Maar ze zeiden: Ga weg en kom nooit meer terug. Op zijn laatste kracht, gebroken van alle martelingen die hij onderging, kwam Kasongo in Addis Abeba, Ethiopië, terecht. Daar meldde hij zich als vluchteling bij de UNHCR. Zowel geestelijk als lichamelijk was ik een wrak. Mijn rechterbeen was gevoelloos geworden van de elektrische schokken die ze me gaven in de gevangenis. Ik had gehoorproblemen; om me te intimideren schoten ze een pistool leeg vlak langs mijn oor. Ik was getraumatiseerd door alles wat ik had meegemaakt. Mijn conditie was zo slecht dat ik niet naar een vluchtelingenkamp kon. Zijn vrouw en kinderen waren ook naar Addis Abeba gegaan, ze vonden elkaar met hulp van de UNHCR terug. We kregen wat geld van de UNHCR voor noodzakelijke dingen zoals eten en huur. Hoewel we legaal in Ethiopië verbleven, konden we er niet integreren. Als vluchteling mag je er bijvoorbeeld niet werken. Het was de bedoeling te blijven tot de situatie in Congo zou verbeteren, maar Kasongo s gezondheid holde achteruit. Drie keer werd hij opgenomen in het ziekenhuis. Eén keer lag hij vier dagen in coma. Toen heeft de UNHCR een land gezocht dat mij wilde opnemen. Uiteindelijk heeft Nederland ons geaccepteerd. Het gaat nu redelijk met hem, vertelt Kasongo. Zijn toekomst ziet er weer wat rooskleuriger uit, ook al is het niet makkelijk om een leven op te bouwen in Nederland. Alles is nieuw, het systeem, de cultuur, de taal. Maar ik moet dit doen voor mijn veiligheid. De medische voorzieningen zijn hier gelukkig erg goed. Lichamelijk gaat het een stuk beter, hoewel ik met sommige ongemakken zal moeten leren leven. Mijn been voelt nog steeds vreemd. Ook heb ik last van nachtmerries en angstaanvallen. Alle kracht die ik heb, zet ik in op een goede toekomst in Nederland. De kinderen doen het goed, ze spreken al aardig Nederlands. En ik kan weer over een toekomst nadenken. Sinds ik hier ben, kan ik zelfs weer een beetje lachen! Kasongo en zijn familie willen om veiligheidsredenen niet gefotografeerd worden. Medische noodzaak Ieder jaar neemt Nederland een klein aantal vluchtelingen, en hun eventuele gezinsleden, op om medische redenen. Het gaat om mensen waarvan de UNHCR heeft vastgesteld dat zij vluchteling zijn en ernstige medische problemen hebben. Als medische behandeling niet beschikbaar is en als niet behandelen leidt tot een medische noodsituatie, kan de UNHCR betrokkene voordragen voor hervestiging in Nederland. Daarbij moet vaststaan dat behandeling in Nederland een substantiële verbetering van de gezondheidstoestand kan betekenen. 4 Uitgenodigde vluchtelingen in Nederland: opvang en integratie 5 Uitgenodigde vluchtelingen in Nederland: opvang en integratie

foto Goedele Monnens UNHCR De United Nation High Commissioner for Refugees, ofwel de UNHCR, is in 1950 opgericht door de Verenigde Naties met het doel om de rechten en het welzijn van vluchtelingen te beschermen. De eerste opdracht voor de UNHCR was te zoeken naar oplossingen voor de meer dan een miljoen Europese vluchtelingen die door de Tweede Wereldoorlog op drift waren geraakt. Tegenwoordig is de UNHCR actief in meer dan honderd landen in de wereld en tracht de organisatie hulp te bieden aan miljoenen mensen die hun land zijn ontvlucht. Voortdurend vraagt de organisatie aandacht voor de vluchtelingenproblematiek en zoekt zij (financiële) hulp bij rijke donorlanden. Een belangrijk instrument voor de UNHCR is het Vluchtelingenverdrag uit 1951. Daarin is vastgelegd wanneer iemand een vluchteling is, en welke rechten een vluchteling heeft. Ieder jaar maakt de UNHCR een overzicht van vluchtelingen(populaties) waarvoor hervestiging noodzakelijk is. Dit rapport wordt besproken op de Annual Tripartite Consultations (ATC s) waaraan overheden van hervestigingslanden, niet-gouvernementele organisaties (ngo s) en de UNHCR deelnemen. Hervestigingslanden kunnen in dit overleg aangeven hoeveel vluchtelingen zij op willen nemen en naar welke gebieden zij een missie zenden. Tijdens de ATC s worden afspraken gemaakt over het selecteren en het verbeteren van de opvang en integratie van uitgenodigde vluchtelingen. Voor Nederland neemt een vertegenwoordiging van de overheid deel en is VluchtelingenWerk Nederland vertegenwoordigd als nationale ngo. Interview Rana Rana (29) heeft ontzettend veel geluk gehad dat ze als uitgenodigde vluchteling naar Nederland mocht komen, benadrukt ze keer op keer. Hier kan ze vrij leven. Net als haar ouders zet ze zich vanuit Nederland in voor het land waar ze eigenlijk vandaan komt: Irak. Ze is ambitieus en leergierig. In Syrië waar ze tot haar vierentwintigste woonde studeerde ze Bedrijfswetenschappen. In Nederland heeft ze al de studie Internationaal Management afgerond en schrijft ze momenteel aan haar eindscriptie voor de studie Conflict Resolution and Governance. Naast haar studie werkt Rana vier dagen per week bij IKV Pax Christi. Ze is net terug van een werkbezoek in Libanon waar een uitwisselingsprogramma voor leden van een jongerenorganisatie uit Irak werd georganiseerd. In 1979, Rana was toen één jaar oud, ontvluchtten haar ouders Irak. Haar vader was politicus bij een oppositiepartij, en ook haar moeder was actief binnen die partij. Saddam Hussein, die dat jaar aan de macht kwam, duldde geen oppositie. Het leven van mijn ouders was in gevaar. Een keer is er een inval geweest bij mijn grootouders, mijn vader is toen via de achterdeur gevlucht. Hij heeft geluk gehad; veel mensen die mijn vader kende zijn wel opgepakt. Na allerlei omzwervingen vestigde het gezin zich in Syrië. Rana s vader bleef actief voor de Iraakse oppositiepartij. Maar wij hadden een normaal leven. Mijn broer en ik gingen naar school, mijn moeder werkte als ingenieur. Mijn vader was veel op reis voor zijn werk. Wat hij precies deed, wist ik eigenlijk niet. Pas toen ik tien, elf jaar oud was, begrepen mijn broer en ik dat hij partijlid was en dat hij regelmatig naar Irak ging om daar activiteiten te ondernemen tegen Saddam. Hij geloofde in zijn missie en bleef strijden voor zijn land. Mijn moeder moet vaak erg bezorgd zijn geweest, maar dat heeft ze nooit laten merken. Ik was in die tijd vooral boos op mijn vader; ik vond het niet fijn dat hij zoveel weg was. Ook begon ik me te beseffen dat we binnen een totalitair regime woonden. We pasten ons aan, maar we konden niet alles zeggen. Bovendien erkent Syrië geen vluchtelingen, waardoor we altijd gasten zouden blijven in het land. Als Irakese kon ik bijvoorbeeld wel mijn bachelors halen, maar verder studeren was alleen weggelegd voor Syriërs. In de tweede helft van de jaren negentig verbeterde de diplomatieke verhouding tussen Syrië en Irak. Dat betekende dat er steeds meer Irakezen naar Syrië konden komen, ook leden van de geheime dienst. We kregen ineens typische telefoontjes van familieleden uit Bagdad, gesprekken die ze onder druk van de geheime dienst moesten voeren om achter ons adres te komen. Een tante werd op haar werk lastiggevallen, een oom werd een paar keer op het bureau ondervraagd over ons. We maakten ons zorgen over familieleden in Irak, maar ook over onze eigen veiligheid. Het was een onrustige tijd en de spanning nam steeds verder toe. Uiteindelijk heeft mijn moeder contact gezocht met de UNHCR. Toen het bericht kwam dat de familie in november 2003 naar Nederland kon komen, moest Rana wel even slikken. Het was een enorme kans, maar het betekende ook dat ons leven helemaal zou veranderen. Alles moesten we achterlaten. In Nederland werd het gezin opgevangen in AZC Culemborg. Rana ging na een paar weken bij een Nederlandse familie wonen. In eerste instantie voor drie weken om de basis van de Nederlandse taal te leren, uiteindelijk ben ik meer dan een jaar gebleven. Ook haar ouders bleven zo min mogelijk op het centrum. Ze logeerden bij Irakese vrienden en kennissen die in de jaren negentig naar Nederland waren gevlucht. Sinds 2004 woont Rana met haar ouders in een klein plaatsje bij de kust. Haar vader is nog steeds politiek actief voor Irak; hij werkt nu vanuit Nederland. Mijn vader is een dappere man en een doorzetter. Waar hij ook woont, hij zal altijd blijven strijden voor een beter Irak. Rana waardeert de vrijheid die ze in Nederland heeft leren kennen. Het is goed om een mening te mogen hebben. In Syrië is dat ondenkbaar. Gevlucht voor Saddam Hussein In de jaren zeventig werd de Ba ath-partij, onder leiding van Saddam Hussein, steeds machtiger. Saddam trachtte het verzet van de oppositiepartijen op allerlei manieren te breken en het kwam tot massale arrestaties en executies van leden van oppositiepartijen. Vele tegenstanders werden doodgemarteld in gevangenissen. Nadat hij zichzelf tot president van Irak had uitgeroepen, verbood Saddam alle andere partijen. In de loop der tijd zijn veel Irakezen naar Syrië gevlucht. Daar verblijven zij zonder dat zij politiek asiel konden vragen. Syrië heeft namelijk het Vluchtelingenverdrag niet ondertekend en biedt geen bescherming aan vluchtelingen. De UNHCR mag er wel kantoor houden en het is dan ook mogelijk om asiel te vragen bij de UNHCR. Toen de verhouding tussen Irak en Syrië eind jaren negentig verbeterde, werden vertegenwoordigers van de Irakese overheid steeds actiever in Syrië. De UNHCR achtte de gevaren voor sommige Irakese vluchtelingen te groot geworden. Tussen 1996 en 2003, het jaar dat de Irakese Rana met haar familie Syrië verliet, werden ruim 5.000 Irakese vluchtelingen uit Syrië hervestigd naar andere landen. 6 Uitgenodigde vluchtelingen in Nederland: opvang en integratie 7 Uitgenodigde vluchtelingen in Nederland: opvang en integratie

Eerste opvang in azc Amersfoort De eerste paar maanden na hun aankomst verblijven uitgenodigde vluchtelingen in een speciaal asielzoekerscentrum in Amersfoort, waar alleen uitgenodigde vluchtelingen verblijven. Dit centrum wordt beheerd door het COA dat er voor zorgt dat de vluchtelingen Nederlands les krijgen en informatie over de Nederlandse samenleving. Iedereen krijgt een medische intake zodat specifieke medische zorg geboden kan worden. Ook VluchtelingenWerk is in het centrum aanwezig. Vrijwilligers geven informatie en advies en bereiden de uitgenodigde vluchtelingen voor op hun verhuizing naar een eigen woning in een gemeente. Zij informeren de lokale afdeling van VluchtelingenWerk in de betreffende gemeente. De vrijwilligers daar zijn dan voorbereid als de vluchteling in de gemeente komt te wonen en kunnen hem adequate begeleiding bieden. VluchtelingenWerk AZC Amersfoort helpt uitgenodigde vluchtelingen ook bij het organiseren van eventuele gezinshereniging. Het is belangrijk dat er binnen drie maanden na aankomst in Nederland een aanvraag wordt ingediend. Daarna zijn de eisen voor gezinshereniging aanmerkelijk zwaarder. foto Goedele Monnens Interview Lyahjarai Mon In de nog wat kale woonkamer van zijn nieuwbouwwoning hangen de Nederlandse vlag en die van het Monvolk gebroederlijk naast elkaar. Lyahjarai Mon heeft nu zijn leven hier, maar zijn eigen volk zal hij nooit vergeten. Jarenlang zette hij zich actief in voor een democratisch Birma en voor gelijke rechten voor alle etnische bevolkingsgroepen in zijn geboorteland. Nu volgt hij op afstand, via radio, tv en internet, de situatie in zijn geboorteland. Dit interview vindt plaats op een van de eerste dagen van openlijke protest, aangevoerd door monniken. Zij hebben een hoog aanzien in het land en hopen op vreedzame wijze meer vrijheid te kunnen verkrijgen voor de bevolking van het straatarme Birma. Lyahjarai Mon weet dan nog niet wat wij nu wel weten: de opstand zal na een paar dagen gewelddadig neergeslagen worden. Lyahjarai Mon was nog maar vijftien tijdens de grote volksopstand in 1988. De gebeurtenissen van toen hebben diepe indruk gemaakt. Net als andere etnische groepen in Birma, wordt het Monvolk, waartoe hij behoort, onderdrukt. De Mon mogen hun taal niet onderwijzen en het land dat zij bewerken kan zomaar onteigend worden. Een nieuw ingevoerde belasting maakt dat er nauwelijks geld overblijft om van te leven. Wat Lyahjarai s vader verbouwt, wordt door het gezin opgegeten. Lyahjarai sluit zich als student aan bij een oppositiepartij. Hij ontwikkelt zich tot voorvechter van democratie en gelijke rechten voor de Mon. Eerst opereert hij vanuit Birma, later vanuit Thailand. Daar organiseert de partij een keer een demonstratie voor de Birmese ambassade in Bangkok. Vanuit de ambassade worden video-opnames en foto s gemaakt van de demonstranten. Lyahjarai wordt gearresteerd, door de Thaise politie. Ik werd opgesloten met veertig of vijftig man in een cel. We zaten boven op elkaar. Gelukkig lukte het mijn partij om mij na twee maanden vrij te kopen. Hoewel hij weet van de vreselijke omstandigheden in de vluchtelingenkampen, legt hij zich neer bij verblijf in zo n kamp. Hij heeft geen keuze: de Thaise autoriteiten zullen hem overdragen aan Birma als hij niet naar een vluchtelingenkamp gaat. In het kamp woont Lyahjarai met vier personen in een huisje, zelfgemaakt van bamboe en bladeren. Ze krijgen rijst en wat ingrediënten om een curry te maken. Andere levensmiddelen moet je kopen, maar geld verdienen mag niet. Lyahjarai kan uiteindelijk via een chauffeur die voorraden brengt naar het kamp, geld lenen. Op het terrein is een schooltje waar lesgegeven wordt door Karen, de grootste etnische groep in het vluchtelingenkamp, in hun eigen taal. Samen met andere Mons richt Lyahjarai een eigen Mon-schooltje op, waar hij ook les geeft. Anderhalf jaar verblijft Lyahjarai in het kamp. Op een dag kwam er een auto naar het kamp met vertegenwoordigers van de Nederlandse overheid. Zij hielden selectiegesprekken voor hervestiging. De UNHCR droeg mij voor. In juli 2006 vliegt hij met zijn vrouw - ze leerden elkaar kennen in het kamp - met een groep Birmese vluchtelingen naar Nederland. Na een verblijf van ongeveer een half jaar in AZC Amersfoort, krijgen Lyahjarai en zijn vrouw tegelijk met tien ander Birmese gezinnen een woning in een kleine gemeente in Zuid-Holland. Vrijwilligers van de lokale afdeling van VluchtelingenWerk Nederland helpen hen met het inrichten van de woning. Samen met de gemeente verzorgen zij ook de maatschappelijke begeleiding. De Nederlandse samenleving is erg ingewikkeld, vindt Lyahjarai, zeker in het begin. Gelukkig komt er de eerste maanden wekelijks iemand van VluchtelingenWerk langs om te helpen, bijvoorbeeld met het vertalen en invullen van allerlei documenten. Behalve Nederlands leren, wil Lyahjarai zijn Engels graag verbeteren zodat hij kan studeren. Iets met computers, dat lijkt hem wel wat. Lyahjarai volgt een duaal traject van werken en de taal leren. Wat moeilijk blijft, is dat vrienden en familie zo ver weg wonen. Zeker nu de situatie in Birma zo onrustig is. Af en toe belt hij zijn ouders. Hij moet voorzichtig zijn - de telefoon kan immers worden afgeluisterd. Lyahjarai is erg blij om hier weer een toekomst te hebben. En wat voor toekomst... in april wordt hij vader! Birmese vluchtelingen in Thaise kampen Sinds de staatsgreep in 1962 kent Birma - door de militaire machthebbers omgedoopt tot Myanmar - een dictatoriaal militair regime. Het voeren van oppositie werd onmogelijk gemaakt en onafhankelijke berichtgeving is verboden. Tegengeluid wordt bestraft met gevangenschap en zelfs executies. Etnische minderheden, zoals de Karen en de Mon, worden onderdrukt. In 1988 vond een grote volksopstand plaats die door de militairen wreed werd neergeslagen. Er vielen meer dan 3.000 doden. Hoewel de bevolking in armoede leeft, investeert het regime vrijwel alle middelen in het leger, uit angst voor nieuwe opstanden. Veel Birmezen zijn naar de buurlanden gevlucht. In Thailand werden zij lange tijd gedoogd, maar sinds 2003 mogen vluchtelingen zich er niet meer vrij bewegen en zijn zij verplicht in een kamp te verblijven. Er leven ruim 140.000 vluchtelingen in Thaise kampen. Zij mogen niet werken en onderwijs is alleen mogelijk binnen de hekken van het kamp. De uitzichtloze situatie waarin deze vluchtelingen zich bevinden zette de UNHCR er toe aan een groot hervestigingsprogramma op te zetten. Inmiddels zijn ruim 10.000 Birmese vluchtelingen her-vestigd. Het grootste deel naar de Verenigde Staten, maar sook Europese landen, waaronder Nederland, hebben groepen Birmese vluchtelingen opgenomen. Najaar 2007 was Birma weer volop in het nieuws. Monniken namen wederom het initiatief om te demonstreren. Dagenlang vroegen zij op vreedzame wijze aandacht voor de slechte omstandigheden waarin de bevolking leeft. Helaas bleef ook deze keer een reactie van het leger niet uit. De demonstraties zijn met veel geweld beëindigd, burgers én monniken zijn gearresteerd. 8 Uitgenodigde vluchtelingen in Nederland: opvang en integratie 9 Uitgenodigde vluchtelingen in Nederland: opvang en integratie

Start en inburgering in de gemeente Voor vluchtelingen is het heel moeilijk zelfstandig huisvesting te vinden. Daarom zijn alle gemeenten in Nederland verplicht ieder halfjaar een evenredig aantal vluchtelingen huisvesting te bieden. Ook uitgenodigde vluchtelingen vallen onder deze huisvestingstaakstelling. Als een uitgenodigde vluchteling een woning toegewezen krijgt, moet er ineens veel gebeuren: een huis inrichten, uitkering en toelagen aanvragen, verzekeringen regelen, een school voor de kinderen zoeken en een huisarts vinden voor het gezin. Daarnaast gaat de Nederlandse les van start en gaat de vluchtelingen een inburgeringsprogramma volgen. Net als voor andere vluchtelingen zal in de meeste gemeenten een lokale afdeling van VluchtelingenWerk de maatschappelijke begeleiding van uitgenodigde vluchtelingen verzorgen. Uit de praktijk blijkt dat uitgenodigde vluchtelingen in het begin vaak een meer intensieve begeleiding nodig hebben. Zij zijn immers nog maar kort in Nederland en hebben daarvoor vaak jaren onder zeer moeilijke omstandigheden in vluchtelingenkampen verbleven. De maatschappelijke begeleiding van VluchtelingenWerk wordt verzorgd door vrijwilligers die door VluchtelingenWerk worden getraind en gecoacht. VluchtelingenWerk biedt ook ondersteuning bij het vinden van werk of opleiding en het opbouwen van een sociaal netwerk. De lokale afdelingen van VluchtelingenWerk organiseren verschillende activiteiten en projecten gericht op de volwaardige integratie van vluchtelingen in de Nederlandse samenleving en richten zich vooral op contacten met Nederlanders. Meer informatie is beschikbaar bij de lokale afdelingen van VluchtelingenWerk Nederland. De adressen zijn te vinden op www.vluchtelingenwerk.nl. foto Goedele Monnens Interview familie Jumaa El Hagoug Welkom Ashraf staat er met grote letters op de voordeur van het rijtjeshuis in een nieuwbouwwijk in Woerden. Hier wonen de ouders en vier zussen van Ashraf Jumaa El Hagoug, de Palestijnse arts die samen met vijf Bulgaarse verpleegsters werd verdacht van het besmetten van ruim vierhonderd kinderen in een ziekenhuis in Libië met het hiv-virus. Niet alleen heeft de familie Jumaa El Hagoug zich ruim acht jaar zorgen gemaakt over hun zoon en broer, hun eigen leven in Libië werd zo onmogelijk dat de UNHCR hen hielp naar Nederland te vluchten. Van oorsprong zijn de ouders van Ashraf - Ahmed en Afefa- Palestijns. Zij emigreerden in 1972 naar Libië omdat Ahmed daar een baan kon krijgen. Aanvankelijk hadden ze een prima leven in Libië. Vader El Hagoug was leraar, moeder gaf les op een middelbare school en werkte later bij de gemeente. De familie had een uitgebreid sociaal leven met zowel Libische als internationale vrienden. Ashraf, de oudste van de vijf kinderen, studeerde geneeskunde en ook de vier dochters studeerden aan de universiteit of zaten op school. Daar kwam allemaal een einde aan toen Ashraf, die co-schappen liep, beschuldigd werd en tot drie keer toe ter dood werd veroordeeld. Naast het enorme verdriet om Ashrafs gevangenschap werd het steeds moeilijker voor het gezin Jumaa El Hagoug om te overleven in Libië. Abeer, de oudste dochter: De politie kwam langs op de universiteit en zei tegen mijn vriendinnen: Dat is de zus van Ashraf, daar moet je niet mee omgaan. De mensen op straat geloven wat de politie zegt en wat ze zien op televisie. Ze geloofden dat Ashraf schuldig was. Vrienden en kennissen begonnen zich tegen de familie te keren. Het werken en studeren werd steeds moeilijker. Ik studeerde medicijnen en werkte daarbij in een apotheek, vertelt Abeer, maar ik mocht daar niet blijven. Uiteindelijk werden we een voor een ontslagen en werd het studeren ons onmogelijk gemaakt. Toen kwamen we flink in de problemen. We konden ons huis niet meer betalen, en geen eten meer kopen. Een advocaat voor Ashraf konden we ons al helemaal niet meer veroorloven. Ook werd de familie bedreigd. Vader Ahmed vertelt dat zelfs geprobeerd is om hem en zijn dochters te doden. Abeer: Op het laatst ging alleen mijn vader nog naar buiten om boodschappen te doen en dan alleen s ochtends heel vroeg. Een jaar lang probeerde Ahmed om een visum te bemachtigen zodat het gezin naar Europa kon vluchten. Uiteindelijk werd er hervestiging geregeld via de UNHCR. Uit veiligheidsoverwegingen kreeg het gezin pas op het vliegveld te horen naar welk land ze zouden gaan. Als iemand Ahmed vraagt wanneer hij geboren is, antwoordt hij: 19 december 2005. Dat is de datum waarop hij naar Nederland kwam en hij een nieuw begin kon maken. Maar de állerbelangrijkste dag is 24 juli 2007, de dag dat zijn zoon Ashraf vrij kwam. Eindelijk kon de familie weer blij zijn, na alle tranen die ze hadden gelaten. De tranen hebben de ogen van Ahmed zo troebel gemaakt dat hij in Nederland vier keer geopereerd is aan zijn ogen. Dank je wel Nederland, lacht Ahmed door zijn emoties heen. Dit is een goed land met aardige mensen. Hij pakt een grote stapel postkaarten, allemaal steunbetuigingen van mensen uit het hele land. En hij laat foto s zien, gemaakt tijdens een groot straatfeest georganiseerd door de buurt toen Ashraf een paar dagen in Nederland was. Er werd gezongen en gedanst. Zelfs de burgemeester is gekomen! We hebben gehuild van blijdschap. Ahmed en Afefa zijn zoveel mensen dankbaar: de medewerkers van VluchtelingenWerk in Woerden; de arts die Ahmed heeft geopereerd; een oud-wethouder van Woerden die zich inzette voor de vrijlating van Ashraf. Slechts één minpuntje moeten ze kwijt: ze willen zo snel mogelijk de taal leren en op het ROC gaat dat veel te langzaam. Ik wil werken voor mijn geld, benadrukt Ahmed. Ook moeder Afefa wil zich graag nuttig maken: We hebben zoveel hulp gekregen, nu wil ik er graag zijn voor anderen. De Palestijnse arts en de Bulgaarse verpleegsters In Libië heerst al vele jaren een dictatuur. Het is er verboden oppositie te voeren. De rechtspraak is niet onafhankelijk en in gevangenissen wordt gemarteld. Een paar jaren geleden begon de - tot dat moment redelijk tolerante - houding ten opzichte van buitenlanders, te veranderen. De regering wees in Libië verblijvende buitenlanders aan als oorzaak van toenemende criminaliteit en andere negatieve ontwikkelingen in de samenleving. In 1998 werden de Palestijnse arts Ashraf en vijf Bulgaarse verpleegsters beschuldigd van het opzettelijk besmetten van een groot aantal kinderen in een ziekenhuis in Libië. Hoewel deskundigen aantoonden dat de hiv-besmetting al had plaatsgevonden vóórdat de arts en de verpleegsters daar kwamen te werken, werden zij schuldig bevonden en ter dood veroordeeld. In Libië besteedden de, door de overheid gecontroleerde, media veel aandacht aan de zaak en de publieke opinie was snel gevormd: de zes buitenlanders waren schuldig aan de dood van de Libische kinderen. Voor de familie van de arts Ashraf werd het steeds moeilijker om in Libië te blijven. Toen de situatie vrijwel onhoudbaar was geworden, bood Nederland aan de familie op te nemen. Ondertussen werd er veel internationale druk uitgeoefend op Libië om de arts en de verpleegsters vrij te laten. Uiteindelijk is dat medio 2007 gelukt. 10 Uitgenodigde vluchtelingen in Nederland: opvang en integratie 11 Uitgenodigde vluchtelingen in Nederland: opvang en integratie