Standplaatsenbeleid

Vergelijkbare documenten
Standplaatsenbeleid

Beleidsplan gemeente Staphorst

Standplaatsenbeleid. 18 september 2012 Afdeling Beleid

Tekstplaatsing Deze regeling is op 19 maart 2018 gepubliceerd in het Gemeenteblad

Standplaatsenbeleid. Gemeente Zeewolde 2014

BELEIDSREGEL STANDPLAATSEN TEYLINGEN

CVDR. Nr. CVDR87700_1. Notitie standplaatsen gemeente Wijchen. Hoofdstuk 1 Inleiding

AANVRAAGFORMULIER STANDPLAATSVERGUNNING

Standplaatsenbeleid Gemeente Oude IJsselstreek 2017

CVDR. Nr. CVDR405062_1

gelet op artikel van de Algemene plaatselijke verordening en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht,

Notitie Beleid Standplaatsvergunningen 2015

CVDR. Nr. CVDR610572_1

Beleidsregels standplaatsen gemeente Bergen 2017

Toelichting Standplaatsenbeleid gemeente Moerdijk

CVDR. Nr. CVDR372009_1. Notitie Beleid Standplaatsvergunningen december Officiële uitgave van Arnhem.

Beleidsregels voor het verlenen, wijzigen en intrekken van standplaatsvergunningen

Het aantal verleende standplaatsvergunningen in Nieuwegein schommelt de laatste jaren tussen 21 en 26 per jaar.

C O N C E P T. Beleidsnotitie Standplaatsenbeleid Gemeente Velsen

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2001 Nr. 25

Deregulering in het fysiek domein

Beleidsregels koek en zopie gemeente Waterland winterperiode Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland,

Markt- en standplaatsverordening Westvoorne 2012

Standplaatsenbeleid (juni 2016) Randvoorwaarden voor standplaatsen binnen de gemeente Bodegraven-Reeuwijk

CVDR. Nr. CVDR424308_3. Standplaatsenbeleid gemeente Kapelle februari Officiële uitgave van Kapelle.

BELEIDSREGELS VENT- EN STANDPLAATSVERGUNNINGEN GEMEENTE SCHOUWEN- DUIVELAND 2011

gemeente Bunnik BELEIDSREGELS STANDPLAATSEN GEMEENTE BUNNIK 2017

c. vergunninghouder : hij of zij aan wie ingevolge artikel 5:18 van de APV vergunning is verleend om een standplaats in te nemen;

gemeente Nadere regels standplaatsen 2016 HEElT SkEl'k 5 oktober 2016 BIVO/2015/30196 Z01C435ED5C

Dit betekent dat de standplaats nabij de T-splitsing Havenweg/Kampweg na vaststelling van dit beleid is komen te vervallen.

Nota standplaatsenbeleid. Gemeente Oldebroek

4* gemeente TEYLINGEN

Standplaatsenbeleid gemeente Lopik

CVDR. Nr. CVDR609984_1. Hoofdstuk 1 Inleiding

Standplaatsenbeleid Gemeente Harlingen April

Beleidsregel standplaatsen Apv Stichtse Vecht 2019

Algemene plaatselijke verordening Lisse 2011 Een standplaatsvergunning kan op basis van de APV worden geweigerd in de volgende gevallen:

Standplaatsenbeleid gemeente Heusden

Nota standplaatsenbeleid Gemeente Oldebroek

Regeling verkoopstandplaatsen 2016

overwegende, dat het wenselijk is dat er beleidsregels worden opgesteld voor het verlenen van standplaatsvergunningen;

Winkeltijdenverordening Hilversum 2018

Marktverordening Westvoorne 2012

c. vergunninghouder : hij of zij aan wie ingevolge artikel 5:18 van de APV vergunning is verleend om een standplaats in te nemen;

Beleidsregels voor het innemen van standplaatsen en venten in de gemeente Diemen

BELEIDSREGELS STANDPLAATSVERGUNNINGEN GEMEENTE TWENTERAND 2015

Standplaatsenbeleid gemeente Bronckhorst 2014

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Houten

Inhoudsopgave. Standplaatsenbeleid Loon op Zand 1/20

Plaatselijke Verordening

BESLUIT TOT WIJZIGING VAN HET STANDPLAATSENBELEID NOTA STANDPLAATSEN Het College van Burgemeester en Wethouders van Gemeente Groningen;

Beleidsregels standplaatsenbeleid Werkendam 2015

Informatie over het standplaatsenbeleid in de gemeente Houten

Beleidsregels voor het innemen van standplaatsen en venten in de gemeente Diemen

Aanvraagformulier vergunning terrassen

Beleidsregels standplaatsen

Inhoudsopgave. 1 Inleiding Aanleiding Doel 4

Standplaatsenbeleid Roosendaal 2012

Beleidsregels standplaatsvergunningen

(Concept) Beleidsregels standplaatsen

ondernemend BR 4.17 Standplaatsenbeleid Zwolle 2012

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 5 september 2017, kenmerk SBC/ ;

Beoogd resultaat Duidelijke en uniforme regels voor het innemen van een standplaats.

Nota standplaatsen gemeente Lochem

STANDPLAATSENBELEID 2015

GEMEENTEBLAD. Nr Marktverordening gemeente Goirle Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

gelet op afdeling 4 van hoofdstuk 5 van de Algemene Plaatselijke Verordening Bladel 2017;

ondernemend Standplaatsenbeleid Zwolle 2012

Winkeltijdenverordening Valkenswaard 2013

CVDR. Nr. CVDR103248_1. Nota standplaatsenbeleid 2011

Terrassen in de Gemeente Losser Nadere regels terrassen gemeente Losser 2011

Plaatselijke Verordening

Nota vergunningverlening bij standplaatsen, Gemeente Deurne

Beleidsnotitie Standplaatsen Gemeente Brielle

Juridisch kader Het juridisch kader voor het beoordelen van een standplaatsvergunning wordt gevormd door:

Bestemmingsplan Binnenstad 2009, 1 e partiële herziening

Nadere regels standplaatsen ambulante handel. Burgemeester en wethouders van de gemeente Alphen aan den Rijn ;

Exploitatievergunning horecabedrijf (incl. terras)

NOTA STANDPLAATSENBELEID MIDDEN-DELFLAND 2008

BELEIDSREGELS ONTHEFFINGEN PARKEERSCHIJFZONE DEDEMSVAART CENTRUM

Uitvoeringsbesluit artikel 2:28a, tweede lid Algemene Plaatselijke Verordening

Beleidsregel standplaatsen 2017 gemeente Oirschot

APV. Werkterrein (artikel 2.10 en 5.6)

De volgende artikelen van de Algemene Plaatselijke Verordening Oosterhout 2010 worden aangepast:

Gemeenteblad nr. 241, 17 september Nota vergunningverlening bij standplaatsen, Gemeente Deurne

Standplaatsenbeleid gemeente Oegstgeest. Datum: 16 september 2014

STANDPLAATSENBELEID GEMEENTE HILLEGOM

Wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Asten 2017 inclusief bijbehorende toelichting

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Beleidsregels standplaatsen gemeente Waalwijk 2014

ECLI:NL:RVS:2007:BB4709

Standplaatsenbeleid (actualisatie april 2014) Randvoorwaarden voor standplaatsen binnen de gemeente Bodegraven-Reeuwijk

Verkoopwagen: Een voertuig dat is ingericht ten behoeve van de markthandel van waaruit de handelswaar wordt verkocht.

CVDR. Nr. CVDR327467_1. Beleidsnota Standplaatsen oktober Officiële uitgave van Breda.

b e s l u i t : Nr: 12-9 De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. 12-9;

Wetstechnische informatie

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heumen:

CVDR. Nr. CVDR413027_1. Standplaatsenbeleid Geldrop-Mierlo 2016

Verordening Winkeltijden Nijmegen 2013

Transcriptie:

Standplaatsenbeleid 2011-2015 Mei 2011

Inhoudsopgave Aanleiding 3 Hoofdstuk 1 Beleidskader 4 Hoofdstuk 2 Vergunning en handhaving 10 Bijlagen Bijlage 1 Algemene Plaatselijke Verordening (APV) 12 Bijlage 2 Juridisch kader 13 Bijlage 3 Veranderingen t.o.v. 2006 15 Bijlage 4 Situatieschetsen standplaatslocaties 16 2

Aanleiding In maart 2006 heeft de gemeenteraad voor het eerst een Standplaatsenbeleid vastgesteld. Sindsdien hebben zich enkele situaties voorgedaan, die bij de gemeente hebben geleid tot enkele gewenste wijzigingen. Het betreft de volgende punten: Voor een aantal bijzondere gevallen bleek het onduidelijk of niet geregeld te zijn: koek en zopie in de winter, ijsverkoop in de zomer en autograveerplekken die niet passen op de aangewezen standplaatsen; De standplaatsenkaart moet opnieuw bekeken worden: niet alle plekken komen nog in aanmerking; Er is bij de vergunningverleners behoefte aan een meer gedetailleerde kaart waarop de locaties nauwkeuriger zijn aangegeven dan op de stippenkaart zoals die in de beleidsnota van 2006 was opgenomen; De uitgangssituatie van 2006 en de toenmalige compensatieregeling zijn inmiddels uitgevoerd en niet meer van toepassing, deze kunnen weggelaten worden uit een nieuwe beleidsnota. Bovendien is uit onderzoek gebleken dat het niet nodig is de standplaatsvergunning jaarlijks aan te vragen. Dit wordt terug gebracht naar 5 jaar. Het gevolg hiervan is een lastenverlichting bij zowel de ondernemers als bij de gemeente. Met voorliggende nota worden deze punten geregeld. 3

Hoofdstuk 1 Beleidskader Het beleidskader dat in dit hoofdstuk wordt beschreven is het kader waarbinnen de gemeente vergunningen voor standplaatsen af kan geven of weigeren. Ook is het mogelijk om op basis van dit kader te handhaven indien dit nodig blijkt. 1.1 Algemene uitgangspunten Op basis van artikel 13.4 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) van de gemeente Amstelveen is het verboden om zonder vergunning een standplaats in te nemen. De letterlijke tekst van dit artikel staat in bijlage 1. De standplaatsvergunning dient elke 5 jaar opnieuw aangevraagd te worden 1. Een tussentijdse opzegging van de standplaatshouder is altijd mogelijk. Het juridisch kader is echter breder dan de APV, ook de Warenwet, Winkeltijdenwet, wet Milieubeheer en de Woningwet zijn van toepassing. (Zie bijlage 2). De gemeente hanteert een maximumstelsel voor standplaatsen, zodat geen wildgroei kan ontstaan en ondernemers een duidelijk kader hebben waarbinnen zij kunnen ondernemen. Dit maximumstelsel geeft aan op welke locatie een standplaats beschikbaar wordt gesteld. Dit wordt weergegeven op de kaarten in bijlage 3. Over het algemeen zijn de standplaatsen gesitueerd bij winkelcentra, langs doorgaande routes met stopmogelijkheden of op plaatsen waar veel mensen wonen of werken. De standplaats dient te worden ingenomen met een mobiele verkoopinrichting die elke avond wordt verwijderd en mag alleen gedurende de openingstijden van winkels geopend zijn voor verkoop. Er mag een uur voor openingstijd en een uur na openingstijd al worden ingericht. In een aantal gevallen wordt de locatie al gedurende vele jaren gebruikt om een kiosk (vast houten- gebouwtje met permanent karakter) te exploiteren. Deze vorm van invullen van de locaties wordt afgebouwd middels een uitsterfconstructie: indien een kiosk geen gevaar voor de omgeving vormt, overlast veroorzaakt of anderszins problemen oplevert, mag deze blijven staan. De eigenaar dient bij beëindiging van de activiteiten de locatie leeg en in oorspronkelijke staat op te leveren. Bij verval van de kiosk mag deze niet worden vernieuwd, maar dient te worden vervangen door een mobiele verkoopwagen. De gemeente streeft ernaar dit in 2021 gerealiseerd te hebben. In 2016 gaat de gemeente een tussentijdse inventarisatie maken of dit haalbaar is. Een standplaats kan niet worden overgedragen op een andere ondernemer die de locatie verder exploiteert. 1.2 Toetsingscriteria De APV geeft een aantal toetsingscriteria aan op basis waarvan de aanvragen voor standplaatsen worden beoordeeld. Op deze plek worden deze criteria nader geduid. De toetsingscriteria worden in deze paragraaf beschreven en aangevuld, zij zijn op alle standplaatsen van toepassing. 1 Voor vaststelling van dit beleidskader werden standplaatsvergunningen jaarlijks opnieuw aangevraagd en verleend. 4

Openbare orde (art. 13.4, lid 5a) Brandveiligheid: op een afstand van minder dan vijf meter vanaf bebouwing mag geen standplaats worden ingenomen in verband met gevaar voor overslag van brand in het geval dat brand op de standplaats ontstaat. Mogelijkheden voor uitzonderingen op deze regel worden door de brandweer beoordeeld 2. Sociale veiligheid: in het belang van de sociale veiligheid dient de openbare ruimte zoveel mogelijk open en controleerbaar te zijn. Een standplaats mag daarom niet op een zodanige locatie worden gesitueerd dat aan deze uitgangspunten afbreuk wordt gedaan. Voorkomen of beperken van overlast (art. 13.4 lid 5b) In het kader van de wet milieubeheer mag in de nabijheid van woonbebouwing of andere zogenaamde gevoelige gebouwen, zoals een medisch centrum, niet gefrituurd, gebakken of gebraden worden. Ongehinderde doorgang van het verkeer of verkeersveiligheid (art. 13.4 lid 5c) het beperken van overlast, verkeersvrijheid- en veiligheid, het ordelijk en veilig verloop van de verkeersbewegingen. Kramen, karren en stallen mogen een vlotte doorstroom van voetgangers niet beletten. Ook gehandicapten in rolstoelen, scootmobielen etc. dienen voldoende doorgang te behouden door de aanwezigheid van standplaatsen. Een standplaats mag geen verkeer- of parkeerhinder tot gevolg hebben. Standplaatsen mogen voorts nooit verkeersgevaarlijke situaties opleveren doordat zij bijvoorbeeld het zicht op naderend verkeer ontnemen. Bij de bepaling van de locaties voor standplaatsen wordt bovendien rekening gehouden met de toegankelijkheid voor hulpverleningsdiensten ingeval van calamiteiten. Kabels, leidingen, rioolputten e.d. dienen bereikbaar te zijn ten behoeve van reparatie of onderhoud. Verzorgingsniveau (art. 13.4 lid 5d) Een situatie waarbij het verzorgingsniveau voor de consument in gevaar is, komt in de gemeente Amstelveen vooralsnog niet voor. Aanvullende criteria De maximale omvang van een verkoopwagen inclusief uitstalling is afhankelijk van de ruimte die een locatie biedt. De richtlijn is 20 m², maar daar kan van worden afgeweken. De omvang wordt aangegeven in de vergunning; Standplaatsen komen niet in aanmerking voor een terras, omdat dit wordt voorbehouden aan horecagelegenheden; 2 Hier geldt ondermeer de regel dat bedrijven die binnen 5 meter van een gebouw staan dienen aan te tonen dat ze een WBDBO (Weerstand tegen BrandDoorslag en BrandOverslag) hebben van ten minste 30 minuten. 5

De standplaatshouder dient te voldoen aan de eisen van de vestigingswet en aan de eisen van de warenwet; De standplaatshouder dient zich te houden aan de Winkeltijdenwet. Hij/zij mag vanaf een uur voor opening tot een uur na sluiting op de standplaats aanwezig zijn om deze in te richten; De verkoopwagens dienen op eerste aanzegging van de gemeente verwijderd te worden indien omstandigheden daartoe aanleiding geven;. Per natuurlijke persoon of rechtspersoon wordt per dag één standplaatsvergunning verleend; De natuurlijke persoon mag de standplaats niet onderverhuren en dient zelf het grootste deel van de dag aanwezig te zijn op de standplaats. Hiervoor kan bij vakantie of ziekte een uitzondering worden gemaakt, mits vervanging plaatsvindt door voldoende gekwalificeerd personeel; De natuurlijke persoon dient de standplaats na afloop van de vergunning leeg en in oorspronkelijke staat op te leveren; Overdracht van de standplaats is alleen toegestaan mits dit in familie van de eerste of de tweede graad plaatsvindt, of indien het een medewerker betreft die aantoonbaar 3 jaar in loondienst is. Overnamekandidaten dienen aan alle in deze nota gestelde voorwaarden te voldoen. 1.3 Locaties voor standplaatsen In navolgende tabel staat een opsomming van alle door de gemeente vastgestelde standplaatslocaties. De locaties staan aangegeven op de kaartjes in de bijlage. Indien nodig wordt aanvullende informatie omtrent de locaties opgenomen in de vergunningen en de huurcontracten. Tabel 1: locaties voor standplaatsen Deelgebied Aantal locaties Stadshart 4 Groenhof 2 Kostverlorenhof 4 Kronenburg 1 3 Amsterdamseweg Zuid 2 Rembrandtweg Noord 2 Lindenlaan / van der Hooplaan 1 Hueseplein 1 Middenhoven 1 Waardhuizen 1 Westwijk 1 v. Heuven Goedhartlaan/ K. 1 Doormanweg Maalderij 1 Uilenstede 1 Totaal 23 In vergelijking met de beleidsnota uit 2006 zijn er 6 standplaatsen minder. Dit komt doordat sommige plekken nu niet meer als standplaats worden beschouwd, maar in het bestemmingsplan als detailhandel moeten worden gedefinieerd (Snackbar aan 3 Op privaat terrein van kantoorgebouw 6

Bouwerij). In 2006 is een standplaats aan de Bourgondischelaan al opgeheven wegens gebrek aan plaats daar. Een aantal plekken is niet meer opgevuld na vertrek van de ondernemer en omdat de locaties feitelijk ongeschikt zijn, worden ze niet meer opgevuld (Middenhoven, Lindenlaan hoek Haagbeuklaan, Bankrashof, Groenhof). Verder zijn er plekken in het Stadshart en bij Middenhoven die ongebruikt zijn gebleven door ongunstige ligging nu weggelaten. Daarbij komt dat er bij de gemeente niet erg veel vraag is naar vaste standplaatsen; blijkbaar maken nog maar weinig ondernemers de keus om een standplaats te willen. De branchering van de standplaatsen laat de Gemeente Amstelveen vrij, behalve in het Stadshart. Omdat hier meerdere standplaatslocaties in elkaars nabijheid gevestigd kunnen worden, wordt het maximum aantal bloemenverkopers op 2 gesteld. Voor bloemenverkopers in de gehele stad geldt dat zij in de decembermaand kerstbomen mogen verkopen tussen 6 en 24 december, waarvoor maximaal 20 m² extra ruimte in gebruik mag worden genomen. Dit wordt opgenomen in de Standplaatsvergunning. Op de volgende locatie wordt een specifieke standplaats ten behoeve van autoruitreparatie en auto s graveren toegestaan: Amsterdamseweg (hoek Bolwerk) 1 Op de volgende locaties worden seizoensstandplaatsen toegestaan: deze plekken zijn niet het hele jaar in gebruik, maar wel vaker dan de losse standplaatsen die worden toegestaan (maximaal 2 weken aaneengesloten of 6 keer per jaar). Het gaat om verkoop van koek en zopie gedurende koude perioden of ijs bij mooi weer. Landijsbaan winter*/avontuurlijke speeltuin zomer 1 Kleine Poel 1 Bosbaan 2 Middenhoven Park 1 Loswal t.o. Kruitmolen 1 * Deze vergunning wil de gemeente reserveren voor ijsvereniging de Poelster, die de landijsbaan exploiteert en daar vrijwilligers voor inzet, kosten voor maakt etc. Het sportief en maatschappelijk belang hiervan is dermate groot, dat de gemeente de club hoe dan ook deze locatie gunt. 1.4 Nieuwe aanvragen Bij een nieuwe aanvraag voor een standplaats zal gezocht worden naar een beschikbare locatie. Dit kan een locatie zijn die helemaal niet in gebruik is, of een locatie die part-time wordt ingevuld. In dat laatste geval kan op de overgebleven dagen een andere ondernemer de plek invullen. Standplaatsen worden op deze manier gedeeld. Om onenigheid over het recht op een standplaats te voorkomen, worden de volgende regels gehanteerd: De ondernemer die het eerst op een locatie aanspraak maakt heeft het zogeheten eerste recht voor de aangevraagde dagen; 7

Een tweede ondernemer kan de overgebleven dagen opvullen, een derde de volgende etc.; Aanvragen dienen tijdig, na aanschrijven van de gemeente, te worden ingediend; Wanneer een ondernemer 5 jaar achtereen een standplaats inneemt, verwerft hij/zij voorrangsrecht. Dit ontslaat hem niet van de in deze paragraaf genoemde verplichtingen; Indien de situatie zich voordoet dat meerdere ondernemers interesse tonen voor een standplaats en er is geen (gedeeltelijk) vrije standplaats meer binnen de gemeente, dan legt de gemeente een wachtlijst aan. Wanneer een ondernemer een niet in deze notitie genoemde locatie wil innemen, dan zal de ondernemer zijn/haar aanvraag goed moeten motiveren en duidelijk moeten maken waarom de vrije bestaande plaatsen niet geschikt zijn. De gemeente beoordeelt de aanvraag aan de hand van de APV en voorliggende beleidsnotitie. 1.5 Bijzondere gevallen Het komt vaak voor dat bedrijven of instellingen een tijdelijke standplaats willen innemen. Anno 2010 gaat het vaak om: voorlichting over ov-chipkaart, het graveren van fietsen, winkeliers die een dag uitverkoop willen houden, stichtingen die ten behoeve van een goed doel iets aan de man brengen, verkoop bij evenemententerreinen, koek en zopie etc. Voor de meeste gevallen geldt dat een vergunning verleend kan worden voor: maximaal 6 keer per jaar per locatie of bedrijf/instelling, of twee weken aaneengesloten Omdat het onmogelijk is om alle uitzonderingen in een beleid te verwoorden, behoudt de Gemeente Amstelveen zich het recht voor dergelijke aanvragen op haar merites te beoordelen en per keer te bepalen of het maken van een uitzondering wenselijk is met inachtneming van de toetsingscriteria. 1.6 Afspraken tussen gemeente en ondernemer De ondernemer vindt in de APV een aantal algemene richtlijnen waar hij/zij zich op kan richten. Voor het in gebruik nemen van een standplaats is een vergunning nodig van het college van Burgemeester en Wethouders. Deze vergunning wordt aangevraagd bij de Gemeente Amstelveen en binnen 8 weken wordt uitsluitsel gegeven over de aanvraag 4. Naast het hebben van een geldige vergunning vraagt de gemeente voor het gebruik van de grond een huurbedrag. Hiertoe sluit de gemeente een huurovereenkomst af met de aanvrager. De financiële vergoeding aan de gemeente blijft, zoals tot op heden gebruikelijk is, plaatsvinden middels een private afspraak, vastgelegd in een huurcontract. De huurprijs wordt vastgesteld door het college van Burgemeester en Wethouders. 4 Deze termijn is ontleend aan de Algemene Wet Bestuursrecht 8

Een standplaats wordt door de gemeente per hele dag verhuurd. De in rekening stelling vindt als volgt plaats: Voor een heel jaar: 6 dagen x 52 weken = 312 dagen Tijdelijke standplaats (b.v. per seizoen): aantal dagen dat de plaats wordt gebruikt Plaatsen die 1 tot 5 dagen per week in gebruik zijn: 52 x aantal dagen per week Wanneer een ondernemer voor vakantie enkele weken niet aanwezig is, wordt de standplaats doorberekend. De plaats kan dan niet door een andere ondernemer worden ingevuld. Wanneer de afwezigheid langer dan 6 weken tot maximaal 3 maanden duurt kan de ondernemer minimaal 6 weken van te voren een plaatsvervanger voordragen aan de gemeente. Deze vervanger wordt dan door de gemeente hetzelfde beoordeeld zoals dat met vaste standplaatshouders gebeurt. Verrekening voor vergunning en huur dient onderling plaats te vinden. De Gemeente Amstelveen eist van de huurder dat de standplaats voor de juiste functie, namelijk ambulante handel, wordt gebruikt. Indien dit niet het geval is en de standplaats zonder opgaaf van reden langer dan 6 weken niet wordt gebruikt voor ambulante handel, dan behoudt de gemeente zich het recht voor de huurovereenkomst te beëindigen en de vergunning in te trekken. 9

Hoofdstuk 2 Vergunning en handhaving 2.1 Handhaafbaarheidstoets In elke beleidsnotitie dient een paragraaf over handhaving op te worden genomen, waaraan hier gevolg wordt gegeven. Handhaving van de standplaatsen kan plaatsvinden op basis van de verleende vergunning, op basis van de APV en op basis van de Woningwet en de Wet op de Ruimtelijke ordening (illegale bouwwerken). De Gemeente Amstelveen is bevoegd hier op te handhaven. Diverse sancties zijn mogelijk (aanzeggen van bestuursdwang of opleggen van een last onder dwangsom), met als uiterste het afbreken van het bouwwerk door de Gemeente Amstelveen. Het team Handhaving (van de afdeling VKH) is belast met toezicht, controle en handhaving. Tevens is het mogelijk om door een opsporingsambtenaar van de politie een proces-verbaal te laten opmaken. De uitvoering van de huurcontracten ligt bij de afdeling Vastgoed. Er dient afstemming tussen deze partijen plaats te vinden. 2.2 Financieel kader De opbrengst voor de standplaatsen voor de gemeente bestaat enerzijds uit de huuropbrengst en anderzijds uit de leges. Omdat de huuropbrengsten middels een private overeenkomst tussen de gemeente en de standplaatshouders wordt geïnd, worden in deze paragraaf alleen de leges behandeld. De leges die de gemeente ontvangt zouden kostendekkend moeten zijn voor de vergunningverlening en voor de eerste uur van het toezicht op de uitvoering van de vergunning. De leges betreffen anno 2011 196,40 per vergunning. Hiervoor kan de gemeente kostendekkend werken. De vaste standplaatsen kunnen om de 2 of 3 jaar worden gecontroleerd. De incidentele standplaatsen alleen als daar een aanleiding voor is. Verder vindt toezicht en handhaving plaats op incidentele basis en op basis van meldingen of klachten. Handhaving op basis van klachten past binnen de beschikbare capaciteit. 10

Bijlage 11

Bijlage 1 Algemene Plaatselijke Verordening Artikel 13.4. Standplaatsen: uitstallingen op de weg. 1. Het is verboden zonder vergunning van het college op of aan de weg of aan een openbaar water dan wel op een andere - al dan niet met enige beperking - voor publiek toegankelijke en in de openlucht gelegen plaats: a. met een voertuig, een kraam, een tafel of enig ander middel een standplaats in te nemen of te hebben teneinde in de uitoefening van de handel goederen te koop aan te bieden, te verkopen of te verstrekken, dan wel diensten aan te bieden; b. anderszins goederen uit te stallen of uitgestald te hebben om deze te koop aan te bieden, te verkopen of te verstrekken aan publiek. 2. Het in het eerste lid, aanhef en onder b, gestelde verbod geldt niet ten aanzien van het uitgestald hebben van gedrukte of geschreven stukken waarin gedachten of gevoelens worden geopenbaard als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Grondwet. Alsdan geldt ook het in het tweede lid gestelde verbod niet. 3. De in het eerste en tweede lid gestelde verboden gelden niet op de plaats die is aangewezen voor het houden van een door de raad ingestelde markt, zulks gedurende de tijden dat de markt gehouden wordt voor een evenement als bedoeld in artikel 5.1, of voor het organiseren van een markt als bedoeld in artikel 13.7. 4. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor zover de Wet milieubeheer, de Woningwet, het Rijkswegenreglement of de Wegenverordening Noord-Holland van toepassing is. 5. Een vergunning bedoeld in het eerste lid kan worden geweigerd: a. in het belang van de openbare orde; b. in het belang van het voorkomen of beperken van overlast; c. in het belang van de ongehinderde doorgang van het verkeer of verkeersveiligheid; Pagina 61 van 189 d. wanneer als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente of in een deel van de gemeente redelijkerwijs te verwachten is dat door het verlenen van de vergunning een redelijk verzorgingsniveau voor de consument ter plaatse in gevaar komt. 6. Houders van een vaste standplaatsvergunning voor bloemenverkoop mogen tevens kerstbomen verkopen in de periode van 6 december tot en met 24 december op een door het college aan te geven locatie en oppervlakte. Voor een dergelijke kerstbomenverkoop is geen aparte objectvergunning nodig. Artikel 13.5. Toestemming rechthebbende. Het is de rechthebbende op een perceel verboden toe te staan dat daarop zonder vergunning van het college standplaats wordt of is ingenomen. Artikel 13.6. Aanhoudingsplicht. Het college houdt de aanvraag om een standplaatsvergunning aan, indien de aanvraag een activiteit betreft waarvoor tevens een vergunning als bedoeld in artikel 8.1 van de Wet milieubeheer is vereist en indien geen toepassing kan worden gegeven aan het tweede lid, tot de dag waarop is beslist op de aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 8.1 van de Wet milieubeheer. 12

Bijlage 2 Juridisch kader Naast de APV kunnen ook een of meerdere van de volgende regelingen of wetten van toepassing zijn op de standplaatshouder: Privaatrechtelijke regelingen Indien de gemeente eigenaar van de grond is kan zij een vergoeding voor het gebruik van de grond bedingen. Dit gebeurt in de Gemeente Amstelveen door middel van een huurcontract. Grondwet Artikel 7 van de Grondwet (vrijheid van meningsuiting) brengt met zich mee, dat voor het aanbieden van gedrukte stukken geen vergunning kan worden geëist. Als dit echter gebeurt vanaf een standplaats, is voor het innemen van de standplaats wel een vergunning vereist. Vestigingswet bedrijven Voor enkele branches is het verplicht te beschikken over een diploma Vaktechniek en/of Bedrijfstechniek. Dit geldt onder meer voor het slagersbedrijf, het bakkersbedrijf, het poeliersbedrijf en het visverwerkingsbedrijf. Het beschikken over een standplaatsvergunning ontslaat de vergunninghouder niet van de plicht om aan de eisen van deze wet te voldoen. Controle door de Fiscale Opsporingsdienst-Economische Controle Dienst (FIOD/ECD). Warenwet De Warenwet stelt regels met betrekking tot de hoedanigheid en aanduiding van waren. Daarnaast stelt de wet eisen aan de hygiëne en degelijkheid van producten. De Warenwet geldt ook voor het drijven van handel vanaf een standplaats, maar omdat dit type handel enkele specifieke kenmerken heeft is er per 1 september 2004 de Hygiënecode Ambulante Handel Eet- en Drinkwaren 5 uitgebracht. De Keuringsdienst van Waren handhaaft deze wet. Winkeltijdenwet De bepalingen uit de winkeltijdenwet gelden ook voor standplaatsen (art. 2, lid 2 Winkeltijdenwet). Op basis van de Winkeltijdenwet mag een standplaats op werkdagen (maandag tot en met zaterdag) van 06:00 tot 22:00 uur worden ingenomen. Op koopzondagen wordt conform het koopzondagenregime de tijden voor de overige branches bepaald (van 12:00 tot 17:00 uur). Controle vindt plaats door de politie. Wet Milieubeheer In de Wet Milieubeheer wordt een regeling getroffen ten aanzien van inrichtingen die hinder of overlast kunnen veroorzaken voor de omgeving. Deze bepalingen gelden ook voor standplaatshouders. Vooral aan mobiele verkoopinrichtingen van vis en snacks worden milieueisen gesteld. Deze eisen betreffen in hoofdzaak de gevolgen van het bakken. Het gaat dan om zaken als vetafscheiding van het afvalwater en voorkomen van stankoverlast. Dit wordt van geval tot geval beoordeeld, afhankelijk van de situatie ter plaatse. De standplaatshouder kan verplicht worden gesteld zelf voldoende maatregelen te nemen om zwerfvuil rond de standplaats te voorkomen. Deze regels worden in de door de gemeente te verlenen vergunning opgenomen. Wet op de Ruimtelijke ordening Omdat een standplaats een mobiel karakter heeft, zal geen definitieve planologische reservering plaatsvinden. 5 Opgesteld door de afdeling Markt-, Straat- en Rivierhandel van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel. 13

Woningwet Op grond van artikel 40 van de Woningwet is het verboden te bouwen zonder vergunning van Burgemeester en wethouders. Een standplaatshouder met een mobiele wagen die elke avond zijn standplaats ontruimt, heeft geen bouwvergunning nodig. Een bouwvergunning dient te worden getoetst aan het bestemmingsplan, volgens welke detailhandel op de betreffende locatie wordt toegestaan. In een dergelijk geval is sprake van sedentaire detailhandel, treedt de APV terug en er is geen standplaatsvergunning nodig. 14

Bijlage 3 Standplaatsen die in de beleidsnota van 2006 wel genoemd zijn, maar nu niet meer voorkomen: 1. Bourgondischelaan: deze standplaats stond in een groenvoorziening tussen 2 bomen in. Bij vertrek van de ondernemer is het groen weer teruggebracht. 2. Bouwerij: een vast gebouw, zal in bestemmingsplan opgenomen worden 3. Middenhoven: de 3 e standplaats was gesitueerd aan de andere kant van de trambaan t.o.v. het winkelcentrum. Geen enkele ondernemer heeft interesse getoond in deze locatie. 4. Lindenlaan: deze locatie was op de hoek met de Haagbeuklaan, waardoor het verkeer minder goed uitzicht had bij plaatsing van een verkoopwagen. Bovendien is er geen interesse meer van ondernemers. 5. Bankrashof: de ruimte is te beperkt, waardoor het verkeer belemmerd wordt als hier weer een standplaats zou worden ingenomen. 6. Groenhof: de 3 e locatie bij dit winkelcentrum was tegen een flat aan gesitueerd. Vanwege mogelijk brandgevaar is er voor gekozen deze plek niet meer op te vullen. 7. Stadshart: wegens desinteresse van bedrijven is één locatie hier niet meer opgenomen. 15

Bijlage 4 In deze bijlage de kaartjes waarop de standplaatslocaties staan weergegeven: 16

17

18

19

20

21

22

23

24

25

26

27

28

29

30

31

32

33

34