Inspectierapport Kinderopvang Breed (BSO) Palestrinalaan 915 8031VA ZWOLLE Registratienummer 323388917 Toezichthouder: GGD IJsselland In opdracht van gemeente: ZWOLLE Datum inspectie: 22-10-2014 Type onderzoek: Regulier onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 26-11-2014
Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Pedagogisch klimaat... 4 Personeel en groepen... 5 Veiligheid en gezondheid... 6 Inspectie-items... 7 Gegevens voorziening... 9 Gegevens toezicht... 9 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum...10 2 van 10
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. Op grond van de bevindingen van voorgaande inspecties zijn een beperkt aantal kwaliteitsvoorwaarden onderzocht. Op verzoek van de gemeente zijn de eisen aangaande de meldcode kindermishandeling toegevoegd. Beschouwing Deze beschouwing beschrijft de resultaten bij de uitgevoerde inspectie. Na de feiten over het kindercentrum en de inspectiegeschiedenis, volgen de belangrijkste bevindingen. Deze worden elders in het rapport per domein verder uitgewerkt. Feiten over Buitenschoolse Opvang (BSO) Breed Buitenschoolse Opvang Breed is gevestigd binnen SBO Facet. Dit is een school voor Speciaal Basisonderwijs. De kinderen die worden opgevangen bij BSO Breed komen zowel van SBO Facet als van het reguliere basisonderwijs. BSO Breed onderscheidt zich door specifieke aandacht voor de aanpak van ontwikkelingsachterstanden en ontwikkelingsstoornissen. Bij BSO Breed worden maximaal 36 kinderen opgevangen in de leeftijd van 4-12 jaar. Inspectiegeschiedenis De afgelopen jaren hebben de volgende inspecties plaatsgevonden: -19-10-2012: reguliere inspectie. Tijdens deze inspectie zijn tekortkomingen geconstateerd aangaande de volgende voorwaarden: instellen oudercommissie, risico inventarisatie veiligheid, inhoud van het pedagogisch beleidsplan en het openbaar jaarverslag klachtenbehandeling. -07-03-2013: nader onderzoek. Tijdens dit onderzoek blijkt dat de, tijdens de reguliere inspectie d.d. 19-10-2012, geconstateerde overtredingen zijn verholpen. -17-07-2013: reguliere inspectie. Tijdens deze inspectie zijn geen tekortkomingen geconstateerd. Bevindingen op hoofdlijnen Tijdens dit jaarlijkse onderzoek zijn op de onderzochte items geen overtredingen geconstateerd. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 10
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk Bij de observatie van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum (januari 2014). Daarin staan specifieke aspecten waarop wordt geobserveerd. Tijdens het interview met de aanwezige beroepskracht blijkt dat zij voldoende op de hoogte is van het pedagogisch beleids- en werkplan. Dit kwam ook tot uiting tijdens de observatie van de groep. Tijdens de observatie is gekeken naar verschillende aspecten van de pedagogische praktijk. Hieronder wordt dit nader uitgewerkt. Emotionele veiligheid Veldinstrument: Er is sprake van 1 à 2 vaste beroepskrachten die de groep elke dag begeleiden. De vaste beroepskrachten regelen het rooster zo dat altijd één van beiden aanwezig is. Observatie: Bij BSO breed werken twee vaste beroepskrachten. Eén van deze beroepskrachten is 5 dagen per week aanwezig binnen kindercentrum Breed. Zij is 4 dagen werkzaam bij de BSO en 1 dag bij het KDV. Persoonlijke competentie Veldinstrument: De beroepskrachten geven duidelijke informatie over start, verloop en einde van een activiteit; de situatie is voor kinderen inzichtelijk. Observatie: Uit de informatie op het bord blijkt dat het ritme/dagindeling van de BSO elke dag hetzelfde is. Dit ritme staat beschreven op het bord en wordt ondersteunt door het gebruik van pictogrammen. De aanwezige beroepskracht geeft aan dat dit een vast staand ritme is maar dat de activiteiten binnen dit ritme kunnen verschillen. Overdracht van normen en waarden Veldinstrument: Afspraken, regels en omgangsvormen worden besproken en toegelicht. Observatie: -Wanneer een kind tijdens een spel hard begint te gillen wordt hij hierop aangesproken door de beroepskracht. De beroepskracht zegt: "Ik vind het niet fijn dat je zo gilt." "Ik weet niet wat er aan de hand is maar zo hard gillen doen we hier niet." -Twee bso kinderen beginnen te stoeien terwijl er een kindje van het kinderdagverblijf vlak bij hun staat. De aanwezige beroepskracht zegt: "Dat vind ik dus niet oké." "Kijk eens naast jullie, jongens." "Daar zit een klein kindje, dus doe maar een beetje voorzichtig." Conclusie: Er wordt voldaan aan de eisen uit de wet Kinderopvang. Gebruikte bronnen: Observaties (pedagogische praktijk) 4 van 10
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De toetsing van de Verklaringen omtrent Gedrag is gebaseerd op een steekproef. Tijdens deze steekproef blijkt dat de medewerkers in het bezit zijn van een geldige VOG. De stagiaires zijn niet allemaal in het bezit van een geldige VOG. De houder was in de veronderstelling dat er voor alle stagiaires een geldige VOG aanwezig was maar bij de controle blijkt dat functie aspect 84 ontbreekt op de VOG's van de stagiaires. Overleg en overreding: Voordat het eindrapport is opgesteld heeft de toezichthouder geldige VOG's ontvangen van de betreffende stagiaires. Conclusie: Er wordt voldaan aan de eisen uit de wet Kinderopvang. Passende beroepskwalificatie De beroepskwalificaties zijn tijdens de inspectie steekproefsgewijs gecontroleerd door de toezichthouder. Alle beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie. Opvang in groepen Er wordt gewerkt met een basisgroep van kinderen in de leeftijd van 6-12 jaar. In deze basisgroep worden nooit meer dan 20 kinderen opgevangen. De BSO kinderen van 4 en 5 jaar worden veelal opgevangen in de stamgroep van het kinderdagverblijf. Bij de 5 jarigen wordt per kind beoordeeld of het beter past in de samengestelde groep of binnen de BSO groep. In totaal zijn er nooit meer dan 16 kinderen aanwezig in de samengestelde groep. Wanneer de 4-5 jarige BSO kinderen uit school komen voegen ze zich bij de KDV kinderen. Deze samengestelde groep is hun basis. Binnen deze groep kinderen is er een vaste beroepskracht voor de BSOkinderen. Deze 4-5 jarige BSO kinderen mogen vervolgens wel meedoen met de activiteiten van de BSO. Conclusie: Er wordt voldaan aan de eisen uit de wet Kinderopvang. Beroepskracht-kindratio De personeelsroosters en de aanwezigheidslijsten zijn steekproefsgewijs gecontroleerd door de toezichthouder. Uit deze steekproef blijkt dat er wordt voldaan het het beroepskrachtkindratio. Gebruikte bronnen: Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten Personeelsrooster 5 van 10
Veiligheid en gezondheid Meldcode kindermishandeling Vanaf 1 juli 2013 zijn de eisen aan de meldcode gewijzigd. Dit komt door de Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Kinderopvang Breed hanteerdt de meldcode van de Branche organisatie kinderopvang, versie juli 2013. De beroepskrachten zijn op de hoogte van deze nieuwe meldcode en de daarbij horende meldplicht. Daarnaast is er een ingevulde sociale kaart aanwezig. Hierin staan de gegevens van de lokale hulporganisaties beschreven. Conclusie: Er wordt voldaan aan de eisen uit de wet Kinderopvang. Gebruikte bronnen: Meldcode kindermishandeling 6 van 10
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 7 van 10
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Veiligheid en gezondheid Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. (art 1.51b en 1.51c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) 8 van 10
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Kinderopvang Breed Website : http://kinderopvangbreed.nl Aantal kindplaatsen : 36 Gegevens houder Naam houder : Stichting Kinderopvang Breed Adres houder : Schaardijkstraat 29 Postcode en plaats : 8043GA ZWOLLE KvK nummer : 08182869 Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD IJsselland Adres : Postbus 1453 Postcode en plaats : 8001BL ZWOLLE Telefoonnummer : 038-4 281 686 Onderzoek uitgevoerd door : P Berghuis Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : ZWOLLE Adres : Postbus 10007 Postcode en plaats : 8000GA ZWOLLE Planning Datum inspectie : 22-10-2014 Opstellen concept inspectierapport : 10-11-2014 Zienswijze houder : 26-11-2014 Vaststelling inspectierapport : 26-11-2014 Verzenden inspectierapport naar houder : 26-11-2014 en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar : 26-11-2014 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 10-12-2014 9 van 10
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 10 van 10