Vacon NXS 1 G:\Data\Iedereen\cursussen\Frequentieregelaars\Vacon\NXS Cursus.doc

15-01-2008 Vacon NXS 1 G:\Data\Iedereen\cursussen\Frequentieregelaars\Vacon\NXS Cursus.doc

Veiligheid ALLEEN BEVOEGD PERSONEEL WORDT GEACHT DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE UIT TE VOEREN Waarschuwingen WARNING 1 De componenten van de voedingseenheid van de frequentieregelaar staan onder spanning als de Vacon NX is aangesloten op het net. Aanraking van deze spanning is levensgevaarlijk en kan ernstige verwondingen veroorzaken. De besturingseenheid is potentiaalvrij. 2 De motorklemmen U, V, W en de DC-rail/remweerstandsklemmen /+ staan onder spanning als de Vacon NX is aangesloten op het net, ook al draait de motor niet. 3 De I/O-aansluitingen voor de besturingen zijn gescheiden van het netwerk potentiaal. Echter, de relaisuitgangen en andere I/Oaansluitingen kunnen een gevaarlijke externe spanning hebben ook al is de Vacon NX afgesloten van het voedende netwerk. 4 De frequentieregelaar heeft een grote capacitieve lek stroom. 5 Als de frequentieregelaar een onderdeel van een machine is, dan is de machinefabrikant verantwoordelijk voor de plaatsing van een machine hoofdschakelaar (EN 60204-1). 6 Alleen reservedelen geleverd door Vacon kunnen gebruikt worden. Veiligheidsinstructies 1 De Vacon NX frequentieregelaar is alleen geschikt voor stationaire installaties. 2 Verricht geen metingen als de frequentieregelaar op het netwerk aangesloten is. 3 Na afschakeling van de frequentieregelaar van het netwerk, wacht tot dat de ventilator stopt en het bedieningspaneel uitgaat (indien geen paneel is gemonteerd, zie de lampjes op het deksel). Wacht 5 minuten voor enig werk te verrichten aan de Vacon NX aansluitklemmen. Open zelfs het deksel niet voor dat deze tijd voorbij is. 4 Voer geen isolatiemetingen aan Vacon NX uit. Er is een speciale procedure voor het uitvoeren van zulke testen. Het niet volgen van deze procedure kan een beschadigd product tot gevolg hebben. 5 Voordat (isolatie)metingen aan de motor of motorkabels worden uitgevoerd, dienen de motorkabels los gemaakt te worden van de frequentieregelaar. 6 Raak de the IC-circuits op de kaarten niet aan. Statische spanning kan de componenten beschadigen. 7 Voordat de frequentieregelaar op het net wordt aangesloten controleer of de Vacon NX deksels en kabelaansluitingen zijn afgedekt. Aarding en aardfoutbeveiliging De Vacon NX frequentieregelaar dient altijd geaard te worden op de aardsaansluitklem Vacon NXS 2

Kabeldiameter en zekeringen Frame Type I L [A] Zekering [A] Net en motor kabel Cu [mm 2 ] Kabeldoorsnede Netaansluiting [mm 2 ] Aardaanslui ting [mm 2 ] FR4 0003 0009 3 9 10 3x1.5+1.5 1 4 1 2.5 FR4 0012 12 16 3x2.5+2.5 1 4 1 2.5 FR5 0016 16 20 3x4+4 1 10 1 10 FR5 0022 22 25 3x6+6 1 10 1 10 FR5 0031 31 35 3x10+10 1 10 1 10 FR6 0038 45 38 45 50 3x10+10 2.5 50 Cu 6 35 6 50 Al FR6 0061 61 63 3x16+16 2.5 50 Cu 6 35 6 50 Al FR7 0072 72 80 3x25+16 2.5 50 Cu 6 70 6 50 Al FR7 0087 87 100 3x35+16 2.5 50 Cu 6 70 6 50 Al FR7 0105 105 125 3x50+25 2.5 50 Cu 6 70 6 50 Al FR8 0140 140 160 3x70+35 25 95 Cu/Al 25 95 FR8 0168 168 200 3x95+50 95 185 Cu/Al 25 95 FR8 0205 205 250 3x150+70 95 185 Cu/Al 25 95 Afgeschermde kabels De kabels van de stuursignalen en van de motor dienen te zijn afgeschermd om te voldoen aan radiostoringsvoorschriften, overeenkomstig VDE 0875, EEG-richtlijn 82/499 en EMC-specificaties. De afscherming van de motor- en stuurkabels dienen te zijn verbonden met de aardklem in de frequentieomvormer en in de motor c.q. sensors, P.L.C. enz. Als niet-afgeschermde kabels gebruikt worden, kan het voorkomen dat bij de stuuringangen signaalstoringen optreden. Dergelijke storingen zullen normaliter geen schade aan de frequentieomvormer veroorzaken, wel zal de regeling verstoord worden. Let op!!! Een wapening die bedoeld is als mechanische bescherming (b.v. grondkabel) is niet geschikt voor een EMC correcte installatie. Onze voorkeur voor gebruik signaalkabels gaat uit naar twisted pair gedraaide kabels. Vacon NXS 3

Display en toetsen Display regelaar indicaties 1. RUN = Motor draait; knippert als een stop commando is gegeven maar de motor toert nog af. 2. = Indicatie van de draairichting van de motor. 3. STOP = Indicatie dat de regelaar de motor heeft gestopt. 4. READY = Komt in het display als de voeding aanwezig is. Is er een storing dan is READY uit. 5. ALARM = Geeft aan dat de regelaar draait, maar er wordt een waarschuwing gegeven omdat hij buiten een bepaald bereik draait. 6. FAULT = Geeft aan dat er een storing is opgetreden en het gevaarlijk kan zijn om de regelaar door te laten draaien. Display controle indicaties 7. I/O term = De aansluitklemmen van de I/O zijn geselecteerd voor bijv. start/stop commando s of frequentie pre-sets. 8. Keypad = De start/stop en pre-sets commando s worden nu gegeven door de toetsen. 9. Bus/Comm = De frequentieregelaar wordt geregeld door een veldbus. Vacon NXS 4

Toetsen omschrijving Reset = Als een storing is opgeheven kan de omvormer met deze toets worden gereset. Select = Met deze toets is het mogelijk om tussen de laatste twee uitlezingen te schakelen. (het is dus mogelijk om uitwerkingen van een wijziging te controleren.) Enter = Bij het wijzigen van een parameter, kan men met deze toets de wijziging bevestigen. U kunt ook, door deze toets 2..3 seconden ingedrukt te houden, het foutgeheugen wissen. Bladertoets omhoog = Blader met deze toets omhoog door hoofd- en submenu s; Wijzigen van een waarde in een parameter. Bladertoets omlaag = Blader met deze toets omlaag door hoofd- en submenu s Wijzigen van een waarde in een parameter. Menutoets links = Met deze toets kan men terug gaan in de menu s. Als deze toets 2..3 sec wordt ingedrukt gaat men terug naar het hoofdmenu, bij het wijzigen van een parameter kan men met deze toets de cursor naar links bewegen. Menutoets rechts = Met deze toets gaat men dieper in het menu, bij het wijzigen van een parameter kan men met deze toets de cursor naar rechts bewegen. Start = Met deze toets is het mogelijk om de motor te starten, mits deze geselecteerd is in parameter (P3.1(keypad control)). Stop = Met deze toets is het mogelijk om de motor te stoppen, tenzij dit in parameter (R.3.4 of R.3.6(keypad control)) geblokkeerd is. Vacon NXS 5

Parametermenu doorlopen. Hoofdmenu Submenu s Vacon NXS 6

Selecteren van een applicatie In de Vacon frequentieregelaar bevinden zich 7 standaard regel applicaties namelijk: I. Basic II. Standaard III. Local / Remote IV. Multi speed V. PID control VI. Multi purpose VII. Pump & Fan control Als voorbeeld gaan we de regelapplicatie veranderen in PID control: In het hoofdmenu gaat u met of naar M 6. (System Menu). Druk op om het menu in te gaan. Ga nu in dit menu met of naar S 6.2. (Application). Druk nu op knipperen. om de applicatie te kunnen wijzigen, de omschrijving gaat nu Nu is het mogelijk om met of de applicatie te veranderen in PID-Control. Om de wijziging te bevestigen druk op. (Druk in, als u niet wilt wijzigen) De regelaar wordt nu herstart en vraagt of u wilt kopiëren naar Keypad. Druk om dit te bevestigen. Nu is de regelaar klaar om ingeregeld te worden voor PID regeling. Alle benodigde parameters zijn nu beschikbaar. Vacon NXS 7

Het bekijken of wijzigen van parameters. Als voorbeeld willen we de maximale frequentie (P.2.1.2) bekijken en wijzigen in de applicatie Standaard. (zorg dus dat je regelaar in deze applicatie staat zie blad 6) Zorg dat u in het hoofdmenu van de regelaar bent, zo niet, houdt dan 3 seconden ingedrukt en u komt automatische terug in het hoofdmenu. Druk nu een aantal keren op of totdat M 2. (Parameters) in de display verschijnt. Druk nu op om verder het menu in te gaan. Nu is het mogelijk om met of naar G.2.1. (Basic Parameters) te gaan. Druk nu op om verder het menu in te gaan. Nu is het mogelijk om met of naar P.2.1.2. (Max Frequentie) te gaan. In de onderste regel kunt u nu direct de waarde van deze parameter lezen. Druk op om de waarde te laten knipperen, nu kunt u de waarde wijzigen. Nu is het mogelijk om met of versneld te scrollen tussen de verschillende cijfers. (digits) Met of kunt u nu de waarde aanpassen. Door op te drukken kunt u de wijziging bevestigen. Wilt u terug in het menu dan is dit mogelijk door een aantal malen in te drukken. LET OP!!! Als de wijziging niet bevestigd is gaat de parameter automatisch terug naar de laatst bewaarde waarde. Vacon NXS 8

Parameters opslaan en laden. Het is mogelijk om in het Vacon NXS keypad twee parameter settings op te slaan en de fabrieksinstellingen te laden. Ga in het menu M 6. naar parameter S 6.3.1. (Parameter Sets). Door nu op te drukken gaat het woord (Select) knipperen in de display. Door nu te drukken op of kunt u een selectie maken uit de hieronder genoemde mogelijkheden: LoadFactDef Laden van fabrieksinstellingen Store Set 1 Bewaren van parameters instelling 1 Load Set 1 Laden van parameters instelling 1 Store Set 2 Bewaren van parameters instelling 2 Load Set 2 Laden van parameters instelling 2 Door bijvoorbeeld (Store set 1) te selecteren en daarna op de parameterinstellingen 1 opslaan. te drukken, kunt u Tijdens het bewaren zal er in de display eerst (Wait) en daarna (OK) verschijnen, dit betekend dat het opslaan is gelukt. Door bijvoorbeeld (Load set 1) te selecteren en daarna op te drukken, kunt u al eerder opgeslagen parameterinstellingen 1 laden in de regelaar. Tijdens het laden zal er in de display eerst (Wait) en daarna (OK) verschijnen, dit betekend dat het laden is gelukt. Het is mogelijk om bij de NXS frequentieregelaar de parameterinstellingen op te slaan (Store) in het keypad, daarna is het mogelijk om het keypad in een andere NXS frequentieregelaar te plaatsen en de instellingen te laden (Load). Vacon NXS 9

Foutmeldingen (error s) Fout code 1 Overstroom 2 Overspanning 3 Aardfout 5 Laadschakelaar 6 Noodstop 7 Verzadigings trip 8 Systeem fout 9 Onderspanning Fout 10 Ingangsspanning bewaking 11 Uitgangsfase bewaking 12 Remchopper bewaking 13 Koellichaam ondertemperatuur 14 Koellichaam overtemperatuur 15 Motor geblokkeerd 16 Motor overtemperatuur 17 Motor onderbelasting 22 EEPROM checksom fout 24 Tel fout 25 Microprocessor watchdog fout 26 Opstart weigering 29 Thermistor fout 31 IGBT overtemperatuur (hardware) 32 Koelventilator 34 CAN bus communicatie 36 Besturingseenheid 37 Onderdeel wisseling 38 Onderdeel toegevoegd 39 Onderdeel verwijderd 40 Onderdeel onbekend 41 IGBT temperatuur 42 Remweerstand overtemperatuur 43 Encoder fout 50 Analoge ingang onder 4 ma 51 Externe fout 52 Keypad communicatie fout 53 Veldbus fout 54 Optiebord slot fout 55 PT 100 temperatuur fout F-fout: geeft een foutmelding omvormer zal stoppen. A-fout: geeft een alarmmelding omvormer stopt niet. Programmeerbaar: in A- of F-fout Vacon NXS 10

Hoe te werken met de software van de Vacon NXS frequentieregelaar Software: Om de frequentieregelaar met de computer te kunnen bedienen heeft u software nodig. Deze software kunt u downloaden vanaf www.vacon.com. U gaat naar download software en u meldt zich aan bij Vacon en geeft een password op (dit registreren is 1 malig) u klikt nu op Vacon NXS software download. U krijgt nu de te downloaden programma s en files in beeld. U moet de volgende programma s downloaden: - NCLoad - NCDrive (let op de Windows versie) - Vacon NXS System software. Deze bestanden kopieert u in verkenner onder NCEngine in de map All in One (oude firmware niet weggooien, dit kan altijd nog wel eens van pas komen) Verbinding maken: (display van de regelaar halen, kabel aansluiten, regelaar op de netspanning aansluiten) U verbindt de computer met de frequentieregelaar met een 1 op 1 RS 232 kabel. (Voordat u het display gaat verwijderen kunt u alvast in M 6 in S 6.1 de gewenste applicatie ingeven.) Nieuwste firmware in de frequentieregelaar zetten: (let op, de motor moet gestopt zijn!) - Start het programma NCLoad. - Browse in system program, onder de kop files, naar het hoogste vcn nummer (select firmware to load) - Klik op dit nummer en daarna op OK. - (u ziet in beeld c:\ncengine\all en One \nxs00001v..vcn) - U gaat nu terug naar NCLoad en u drukt op start (de ventilator van de frequentieregelaar gaat nu uit) - Wachten tot linksonder Ready verschijnt en druk dan op EXIT. (de ventilator gaat nu draaien) - De nieuwste firmware staat nu in de frequentieregelaar. Parameters on-line aanpassen, hanteer hierbij de parameterlijst in dit cursusboekje (let op de motor moet gestopt zijn!) - Start het programma NCDrive. - Zet de regelaar on-line door op on-line te klikken. - Kies de gewenste software versie in de aanduiding found several matching databases - Druk op ok - Op het scherm verschijnt Uploading parameters - U krijgt nu de standaard fabrieksinstellingen van die applicatie op uw scherm (u ziet nu ook dat de regelaar on-line staat), het parameterwindow geeft loaded aan en daaronder de applicatie. - Ga in de kolom value op de te veranderen parameter instelling staan en klik hier 1 x op - Typ nu een andere waarde in en bevestig dit met een ENTER - De parameter is nu aangepast. - Via de knop op uw computer kunt u snel alle parameters aan uw wensen aanpassen zoals hierboven omschreven is. Opgeslagen parameterfiles in de regelaar zetten: Let op: Opgeslagen parameterfiles in de regelaar zetten kan alleen als de software versie in de regelaar en van de opgeslagen parameterfile overeen komen! Vacon NXS 11

Inbedrijfname van de aandrijving 1. Lees aandachtig de veiligheidsvoorschriften van hoofdstuk 1 in de handleiding en volg deze voorschriften op. 2. Na installatie, controleer: a. dat de omvormer en motor geaard zijn. b. dat de voeding en motorkabels voldoen aan de voorschriften van het h.stuk 6.1.1 van de handleiding (de motorkabels en stuurkabels moeten aan de EMC eisen voldoen en aan beide zijde moet de afscherming aan aarde gelegd worden) c. dat de kabelloop van de besturingskabels gescheiden is van de vermogenskabels, de afscherming van de kabels aangesloten is op de veiligheidsaarde. De draden mogen tijdens installatie geen elektrische componenten raken van de omvormer. d. dat de gemeenschappelijke ingangen (CMA/CMB) van de digitale ingangsgroepen aangesloten zijn op +24V of de aarde van de I/O aansluitingen of een externe voeding (zie h.stuk 6.2.2 en 6.2.2.1 van de handleiding). e. controleer de jumper setting van de analoge in- en uitgangen (zie hfd.stuk 6.2.2.2). 3. Controleer de kwaliteit en kwantiteit van de koellucht. 4. Controleer op mogelijke condensvorming binnen de omvormer. 5. Controleer of alle Start/Stop signalen op de I/O klemmen op Stop staan. 6. Sluit de omvormer aan op het net. 7. Stel de parameters in (zie All in One APPLICATION MANUAL) Let op vul alle nominale motorgegevens in volgens het type plaatje van de gebruikte motor. 8. Doe eerst een functionele test zonder motor. Voer test a. of test b. uit: a. Besturing vanuit I/O aansluitingen: I. controleer of de display I/O term aangeeft (zo niet wijzig parameter P 3.1 in 1 (I/O terminal)). II. geef startsignaal (bijv. schakelaar) III. controleer of de runlamp brandt en run op de display wordt weergegeven. IV. verander de frequentiereferentie (bijv. potentiometer) V. controleer in het menu V.1.1 of de uitgangsfrequentie wijzigt. VI. geef een stopsignaal, controleer of de runlamp uit gaat en stop op de display wordt weergegeven. Vacon NXS 12

b. Besturing vanuit het keypad: I. controleer of de display Keypad aangeeft (zo niet wijzig parameter P 3.1 in 2 (keypad)). II. geef startsignaal (d.m.v startknop op omvormer). III. controleer of de runlamp brandt en run op de display wordt weergegeven. IV. verander de frequentiereferentie in parameter P 3.2 (d.m.v. + en toets op de omvormer). V. controleer in het menu V.1.1 of de uitgangsfrequentie wijzigt. VI. geef een stopsignaal (d.m.v stopknop op omvormer). VII. controleer of de runlamp uit gaat en stop op de display wordt weergegeven. 9. Na het functioneel testen zonder motor, kan er getest worden met motor. Controleer of het aangedreven werktuig (of het proces) mag draaien ontkoppel anders de as van de motor t.o.v. het werktuig. Bewaak altijd de veiligheid en informeer medewerkers vooraf over het proefdraaien: a. schakel de voeding uit en wacht totdat de regelaar spanningsloos is (dit duurt minimaal 5 minuten, zie handleiding). b. sluit de motorkabels aan op de motoraansluitklemmen van de omvormer (Let op!!! dat de aarde en afscherming van de afgeschermde motorkabel altijd aangesloten zijn op de veiligheidsaarde van de regelaar) c. contoleer of alle Start/Stop signalen in de stoppositie staan. d. schakel de voedingsspanning in. e. herhaal test 8.a. of 8.b. f. controleer of de draairichting van de motor overeenkomt met de draairichtingindicatie in de display (zo niet stop de omvormer en begin bij 9. en wissel twee draden om op de motoraansluitklem). 10. Koppel de motor aan het werktuig of proces (als de test volgens 9. zonder gekoppelde motor is uitgevoerd) a. zorg ervoor dat u zeker bent, dat er een veilige start gemaakt kan worden. b. informeer medewerkers over de test. c. herhaal test 8.a. of 8.b. Vacon NXS 13

Multimonitoringmenu aanpassen Parameter nummer Monitor pos.:1 Monitor pos.:2 Monitor pos.:3 Als u het multimonitoringscherm wilt aanpassen moet u eerst parameter P 6.5.4 wijzigen in change enabel. Vanaf nu is het mogelijk om het multimonitoringmenu naar eigen inzicht in te delen. Als voorbeeld hebben we gebruik gemaakt van de applicatie PID-control. In deze applicatie is parameter N 1.24.1 het multimonitoringmenu, als u in een andere applicatie bezig bent kunt u de juiste parameter vinden in de handleiding. - Druk in het multimonitoringmenu op om te kunnen switchen tussen de verschillende posities. - Maak daarna gebruik van om aan te geven welke parameter u op deze positie wil tonen. - Er is bijvoorbeeld parameter V 1.1 (uitgaande frequentie) geselecteerd, druk nu op om deze parameter op deze positie vast te zetten. - Doe hetzelfde voor de andere twee posities. Vervolgens gaan we nu dit menu (N 1.24.1) als voorkeur instellen. Dit betekent in als na een ingestelde tijd het keypad niet gebruikt is, de regelaar automatische naar het ingestelde menu terugspringt. - Ga naar parameter P.6.6.1 druk op om de deze parameter te kunnen wijzigen. - Maak daarna gebruik van om van de 0 een 1 te maken. - Druk vervolgens op om het volgende menunummer in te vullen. - Maak daarna gebruik van om van de 0 een 24 te maken. - Druk vervolgens op om het volgende menunummer in te vullen. - Maak daarna gebruik van om van de 0 een 1 te maken. - Druk nu op om de wijzigingen te bevestigen. - Vervolgens kunt u in parameter P.6.6.3 de wachttijd instellen. Vacon NXS 14

Up/Down regeling. Als men wil beschikken over de parameters voor deze applicatie kunt u S 6.2. op (Local / Remote) zetten. Basic parameters: Omschrijving Instelling P 2.1.3 Optoertijd 1 10-30 seconde P 2.1.4 Aftoertijd 1 10-30 seconde P 2.1.5 Maximale motorstroom Instel. max motorstroom P 2.1.6 Nominale motorspanning Instel. nom motorspanning P 2.1.7 Nominale motorfrequentie Instel. nom frequentie P 2.1.8 Nominaal motortoerental Instel. nom toerental P 2.1.9 Nominale motorstroom Instel. nom motorstroom P 2.1.10 Cos phi motor Instel. cos phi v/d motor P 2.1.11 I/O referentie 4 (motor potentiometer) Input signals: P 2.2.1 DIN1 en DIN2 functie 4 (1 start en 2 motorpotentiometer omhoog) P 2.2.2 DIN3 functie 13 (motorpotentiometer omlaag) P 2.2.22 Mot pot loop tijd 5 Hz /seconde P 2.2.23 Mot pot historie freq referentie 2 (reset als de spanning weg valt) Output signals: P 2.3.5 I out minimum 1 (4 ma) Drive control: P 2.4.6 Start functie 0 (ramping(pomp)) 1 (vliegende st.(ventilator)) P 2.4.7 Stop functie 1 (vertragen(pomp)) 0 (vrije-uitloop(ventilator)) Protections: Menu M2 P 2.7.8 Omgevingstemp. motor 0 (uit) of 1 (waarschuwing) Auto restart parmeters: P 2.8.1 Wachttijd 10 seconde P 2.8.2 Maximale herstarttijd 40 seconde P 2.8.3 Start functie 0 (ramping(pomp)) 1 (vliegende st.(ventilator)) P 2.8.4 Ondervoltage herstarts 3 P 2.8.5 Overvoltage herstarts 3 P 2.8.6 Overstroom herstarts 1 P 2.8.8. Mot temp f herstarts 3 P 2.8.9 Externefout herstarts 3 (als P 2.7.3. op fout staat) Keypad control parameter: Menu M 3 P 3.3 draairichting 0 (vooruit) Control keypad: Menu M 6 P 6.5.2 Parameterslot 1 (blokkeren) P 6.7.2 Interne ventilator frequentiereg. 1 (temperatuur) - De regeling wordt gestart via een doorverbinding tussen 6 en 8 - Toerental omhoog, aansluiten op DIN2 klem 6 en 9 - Toerental omlaag, aansluiten op DIN3 klem 6 en 10 N.b. DIN 2 en DIN 3 niet tegelijk aansturen om schade aan de regeling te voorkomen! Parameter kan niet veranderd worden in Run mode Vacon NXS 15

0-10 Volt volg regeling Als men wil beschikken over de parameters voor deze applicatie kunt u S 6.2. op (Basic) zetten. Basic parameters: P 2.5 Maximale motorstroom Instel. max motorstroom P 2.6 Nominale motorspanning Instel. nom motorspanning P 2.7 Nominale motorfrequentie Instel. nom frequentie P 2.8 Nominaal motortoerental Instel. nom toerental P 2.9 Nominale motorstroom Instel. nom motorstroom P 2.10 Cos phi motor Instel. cos phi v/d motor P 2.11 Start functie 0 (ramping(pomp)) 1 (vliegende st.(ventilator)) P 2.12 Stop functie 1 (vertragen(pomp)) 0 (vrije-uitloop(ventilator)) P 2.14 I/O referentie 0 (AI1) P 2.20 Automatisch herstart 1 (aan) Control keypad: Menu M 6 P 6.5.2 Parameterslot 1 (blokkeren) P 6.7.2 Interne ventilator frequentiereg. 1 (temperatuur) - De volgregeling wordt aangesloten op de klemmen 2 (+) en 3 (-) NXOPTA 1 - De volgregeling wordt gestart via een doorverbinding tussen 6 en 8 - Jumper block X1: AI1 mode is standaard vanuit de fabriek op 0-10 Volt ingesteld (deze instelling kan zo blijven staan) Parameter kan niet veranderd worden in Run mode Vacon NXS 16

4-20 ma volg regeling Als men wil beschikken over de parameters voor deze applicatie kunt u S 6.2. op (Standaard) zetten. Basic parameters: P 2.1.3 Optoertijd 1...seconde P 2.1.4 Aftoertijd 1...seconde P 2.1.5 Maximale motorstroom Instel. max motorstroom P 2.1.6 Nominale motorspanning Instel. nom motorspanning P 2.1.7 Nominale motorfrequentie Instel. nom frequentie P 2.1.8 Nominaal motortoerental Instel. nom toerental P 2.1.9 Nominale motorstroom Instel. nom motorstroom P 2.1.10 Cos phi motor Instel. cos phi v/d motor P 2.1.11 I/O referentie 1 (AI 2) P 2.1.12 Bedieningsdisplay referentie 1 (AI 2) P 2.1.13 Veldbusreferentie 1 (AI 2) Input signals : P 2.2.1 DIN1 en DIN2 functie 0 (1 start rechtsom 2 start linksom) P 2.2.3 Stroom referentiewaarde 1 (4-20 ma) Output signals: P 2.3.8 Relais uitgang 1 2 (run) P 2.3.9 Relais uitgang 2 3 (fout) Drive control: P 2.4.6 Start functie 0 (ramping(pomp) of 1 (vliegende st(ventilator) P 2.4.7 Stop functie 1 (vertragen(pomp) 0 (vrije uitloop(ventilator) Protections : P 2.7.1 4 ma fout 1 (waarschuwing) of 5 (stop) P 2.7.8 Omgevingstemp. motor 0 (uit ) of 1 (waarschuwing) Autorestart : P 2.8.3 Start functie 0 (ramping (pomp) 1 (vliegende st(ventilator) P 2.8.4 Ondervoltage herstarts 2 Keypad control : Menu M 3 P 3.1 Control plaats 1 (I/O terminal) Control keypad: Menu M 6 P 6.5.2 Parameterslot 1 (blokkeren) P 6.7.2 Interne ventilator frequentiereg. 1 (temperatuur) - De volgregeling wordt aangesloten op de klemmen 4 (+) en 5 (-) NXOPTA 1 - De volgregeling wordt gestart via een doorverbinding tussen 6 en 8 - Jumper block X2: AI2 mode is standaard vanuit de fabriek op 0-20 ma ingesteld (dit kan zo blijven staan) Parameter kan niet veranderd worden in Run mode Vacon NXS 17

PID regeling Als men wil beschikken over de parameters PID, zet dan S 6.2. op (PID-Control). Basic parameters: Omschrijving Instelling P 2.1.5 Maximale motorstroom Instel. max motorstroom P 2.1.6 Nominale motorspanning Instel. nom motorspanning P 2.1.7 Nominale motorfrequentie Instel. nom frequentie P 2.1.8 Nominaal motortoerental Instel. nom toerental P 2.1.9 Nominale motorstroom Instel. nom motorstroom P 2.1.10 Cos phi motor Instel. cos phi v/d motor P 2.1.11 PID referentie 2 (keypad reference) P 2.1.12 PID contr. toename 100% (> wordt regeling sneller) P 2.1.13 PID contr I tijd 3 10 (> is tragere regeling) P 2.1.14 PID contr D tijd Gebruiken na telefonisch overleg v/d Ende BV P 2.1.15 Slaap frequentie. Hz (gaat in slaap) P 2.1.16 Slaap vertraging. sec. P 2.1.17 Startwaarde % instellen (net als bij de druk) P 2.1.19 Vaste snelheid referentie 35 50 Hz (handbed. Din 3) Input signals: P 2.2.1 DIN2 functie (watertemp. voeler) 2 (externe fout als contact open is) P 2.2.2 DIN3 functie 9 (vaste snelheid) P 2.2.3 DIN5 functie 13 (PID referentie 2) Output signals: P 2.3.27 I out 2 scale 100% Drive control: P 2.4.3 Optoertijd 2 5-10 seconde P 2.4.4 Aftoertijd 2 5-10 seconde P 2.4.6 Start functie 0 (ramping(pomp)) 1 (vliegende st.(ventilator)) P 2.4.7 Stop functie 1 (vertragen(pomp)) 0 (vrije-uitloop(ventilator)) Bewaking: P 2.7.3 Externe fout (watertemp voeler) 1 (waarschuwing) of 2 (fout) P 2.7.8 Omgevingstemp. motor 1 (waarschuwing) of 0 (uit) Auto restart parameters: P 2.8.1 Wachttijd 10 seconde P 2.8.2 Totale herstarttijd 40 seconde P 2.8.3 Start functie 0 (ramping(pomp)) 1 (vliegende st.(ventilator)) P 2.8.4 Ondervoltage herstarts 3 P 2.8.5 Overvoltage herstarts 3 P 2.8.6 Overstroom herstarts 1 P 2.8.7 4 ma fout herstarts 1 P 2.8.8 Motortemp.fout herstarts 3 P 2.8.9 Externefout herstarts 3 (als P 2.7.3. op fout staat) Keypad parameter: Menu M 3 P 3.4 PID referentie 1 Instellen gewenste druk in % P 3.5 PID referentie 2 Instellen gewenste druk in % (DIN 5) Control keypad: Menu M 6 P 6.5.2 Parameterslot 1 (blokkeren) P 6.7.2 Interne ventilator frequentiereg. 1 (temperatuur) Parameter kan niet veranderd worden in Run mode Vacon NXS 18

Aansluitklemmen T.b.v. PID regeling NXOPTA 1 aansluitklem signaal omschrijving 1 +10V ref Referentie uitgang Voeding voor potentiometer, enz. Analoge ingang, spanningsbereik van Spanningsingang voor frequentiereferentie 2 AI1+ 0-10Vdc 3 AI1- Massa Massa in- en uitgangen 4 AI2+ Analoge ingang, spanningsbereik van Stroomingang voor frequentiereferentie 0-10Vdc, of stroombereik van programmeerbaar 5 AI2-0/4-20mA 6 +24V Uitgang stuurspanning Voeding voor contacten, enz. max 0,1A 7 GND Massa Massa in- en uitgangen 8 DIN1 Digitale ingang 1 Start PID 9 DIN2 Digitale ingang 2 Externe fout (contact is programmeerbaar) 10 DIN3 Digitale ingang 3 Activeren vaste snelheid (contact is programmeerbaar) 11 CMA Extra massa Is aangesloten op GND kan door jumpers ook geïsoleerd worden van GND 12 +24V Uitgang stuurspanning Voeding voor contacten, enz. max 0,1A 13 GND Massa Massa in- en uitgangen 14 DIN4 Digitale ingang 4 Start van programma B 15 DIN5 Digitale ingang 5 Wisselen tussen PID referentie 1 en 2 (contact is programmeerbaar) 16 DIN6 Digitale ingang 6 Wisselen tussen PID en programma B 17 CMB Extra massa Is aangesloten op GND kan door jumpers ook geïsoleerd worden van GND 18 AO1+ Analoge uitgang Programmeerbaar 19 AO1- bereik 0-20mA / R max. 500 20 DO1 Digitale uitgang Programmeerbaar I 50mA, U 48Vdc NXOPTA 2 21 RO1 Relais uitgang Programmeerbaar 22 RO1 23 RO1 24 RO2 Relais uitgang Programmeerbaar 25 RO2 26 RO2 - de drukopnemer wordt aangesloten op de klemmen 4 (-) en 12 (+) - PID regeling wordt gestart via een doorverbinding tussen 6 en 8 - er moet een doorverbinding gemaakt worden tussen 5 en 13 - waterthermostaat (nc) moet aangesloten worden op 6 en 9, bij géén gebruik van de watertemp. voeler moet een doorverbinding tussen 6-9 gemaakt worden!!! - vaste snelheid referentie wordt geactiveerd met 6 en 10 (DIN3) - PID 2 wordt geactiveerd met 12 en 15 (DIN5) De in dit boekje vermelde parameters zijn slechts voorbeelden, hieraan kunnen geen rechten worden ontleend. Vacon NXS 19

@ Vacon NXS 20