Help de Haagse huismussen
Stichting Duurzaam Den Haag Riviervismarkt 5 2513 AM DEN HAAG t 070 364 30 70 info@duurzaamdenhaag.nl www.duurzaamdenhaag.nl Inhoud Haagse Huismus in nood... 2 Het leven van huismussen... 3 Wat hebben huismussen nodig?... 3 Help onze huismussen!... 3 Huismus-vriendelijke tuin... 4 Voedsel... 5 Nest- en slaapplekken... 5 Vlucht-, schuil- en kwetterplekken... 6 Zanderige plekken... 6 Water... 6 Duurzaam Den Haag, 9 juli 2016 Auteur: Anna Kreffer Begeleiding: Geert van Poelgeest Adviezen: Martin van der Reep, Esther Vogelaar en stichting Witte Mus Foto: Aline Mast Tekening: Auke Herrema De actie Help de Haagse Huismussen is een project van de stichting Duurzaam Den Haag in opdracht van de gemeente Den Haag met adviezen van de Haagse Vogelbescherming en onderzoek door het adviesbureau De Groene Ruimte. Help de Haagse huismussen, Duurzaam Den Haag, juli 2016 2
Haagse Huismus in nood Huismussen in Den Haag hebben het moeilijk. Er zijn er niet veel meer en de kleine groepen die er nog wel zijn, kunnen elkaar niet bereiken, omdat de gebieden te ver uiteen liggen. Over het algemeen blijven ze dichtbij hun nest. Dit maakt het voortbestaan van onze huismussen heel kwetsbaar. Het zou jammer zijn als de huismussen helemaal uit de stad verdwijnen, daarom nu de actie: Help de Haagse Huismussen onder dak. Vanaf de bestaande plekken waar de huismus nu nog voorkomt, kunnen tuinen en gevels huismus-vriendelijk ingericht worden. Op deze manier kunnen huismussen zich uitbreiden naar andere delen van Den Haag. Als gebieden met elkaar verbonden raken, wordt ook de noodzakelijke onderlinge uitwisseling tussen huismussen makkelijker. Grotere aantallen huismussen en verbinding van gebieden verzekeren het voortbestaan van de Haagse huismus. Het leven van huismussen Huismussen zijn sociale dieren, een huismus komt nooit alleen. Ze hebben veel natuurlijke vijanden, het is daarom veel veiliger in een groep te leven. Als er één gevaar ziet, kunnen ze allemaal vluchten. Voor de veiligheid doen ze ook alles snel: eten, drinken of een zandbad nemen. Huismussen leven in de buurt van mensen, zoeken hun nestplaatsen bij bebouwing en hebben vlucht- en schuilplekken nodig, zoals dichte struiken, coniferen en klimplanten. Huismussen blijven het hele jaar in hetzelfde gebied. Voedsel moet dus ook het hele jaar door beschikbaar zijn. De broedtijd begint al in februari met nestbouw en duurt van begin april tot eind augustus. De eitjes komen na ongeveer twee weken uit, de jongen blijven daarna nog zo n twee weken in het nest en worden na uitvliegen nog 10 tot 14 dagen gevoed. Huismussen hebben 2 tot 3 broedsels per jaar. In de stad vestigen de jongen zich 1,5 tot 2 kilometer van de opgroeiplek, maar als er voldoende plaats is blijven de jongen in de directe omgeving van de opgroeiplek. Wat hebben huismussen nodig? In een geschikt leefgebied voor huismussen moeten de onderstaande punten aanwezig zijn en ook nog eens dicht bij elkaar liggen, van enkele meters (voedsel en vluchtplek) tot hooguit 500 meter (voedsel en nestplek). Voedsel: zaden en insecten Nest- en slaapplekken: onder daken, nestkasten of begroeiing Vlucht- en schuilplekken Zanderige plekken voor een zandbad Water Help onze huismussen! U kunt de huismussen helpen door nest-, vlucht- en schuilplekken, voedsel, water en zanderige plekken ruim aan te bieden, zodat de mussen bij elkaar kunnen blijven. Het zou mooi zijn als u met een aantal buren of een deel van uw straat afspraken kan maken: u kunt dan de noodzakelijke maatregelen verdelen over verschillende tuinen. Eén tuin heeft bijvoorbeeld een waterbak, de tuin verderop een zand-plek. Nestkasten en voederplekken kunnen ook over verschillende tuinen worden verdeeld. In een straat met geschikte huismussen-tuinen kan ook een tuin met voornamelijk tegels nuttig zijn, als er op korte afstand maar een veilige vluchtplek is, zoals een dichte struik. Zo n tuin is open genoeg voor de mussen en er kan wat zand liggen Help de Haagse huismussen, Duurzaam Den Haag, juli 2016 3
voor zandbaden, wat bakken waar verder niet naar omgekeken wordt en waar dus (on)kruiden kunnen groeien, zijn ook welkom. Huismus-vriendelijke tuin Een tuin is huismusvriendelijk als u drie of meer van de onderstaande maatregelen treft: Laat een gevel begroeien. Een klimop of een vuurdoorn zijn heel geschikt. Een klimop tast de muren niet aan, maar mocht u een klimop niet geschikt vinden, kies dan voor een pergola met klimop of bruidsluier of plaats een klimrek waar de planten in kunnen groeien. Richt een hoekje in met planten die zaad geven in de tuin (liefst soorten die hier van nature voorkomen zoals grassen, bijvoet en alles wat spontaan op komt.) Haal de planten pas weg in het voorjaar vlak voor het ontluiken van de nieuwe natuur, als er geen zaden meer in zitten. Haal ze niet weg als de planten nog zaden hebben. Hang huismusnestkast(en) op, tenminste drie meter boven de grond. Zorg dat tussen 9:00 uur en 19:00 uur deze kasten niet in de volle zon hangen. De onderlinge afstand van de vliegopeningen is minimaal 50 centimeter en maximaal 50 meter. De ideale afstand ligt tussen de 1 en 7 meter. Tijdens het broedseizoen begin april tot eind augustus - NIET in de buurt komen van het nest. Plaats een drinkbak of voor de liefhebber leg een vijver aan. De drinkbak kan ook voor badderen gebruikt worden. Wel goed schoonhouden! Plaats deze drinkbak op maximaal twee meter afstand van een heg of dichte struik: dit kan fungeren als vluchtplek. Biedt het hele jaar vogelzaad aan. In ieder geval in de winter op een open plek, maar vlakbij een vluchtplek. Plaats een haag of een onderhoudsarm raster met klimop in plaats van een schutting als erfafscheiding. Een haag is tenminste 1,5 hoog. Het zaad is te bestellen bij www.vanleeuwendiervoeders.nl en vraag naar onkruidzaad zonder graszaad, 015 380 82 97, mail@vanleeuwendiervoeders.nl Richt een hoekje in met planten die zaad geven in de tuin, liefst soorten die hier van nature voorkomen, zoals inheemse zaadplanten. Haal deze ook niet weg juist als ze zaden hebben. Bied het hele jaar vogelzaad aan. In ieder geval in de winter, op een open plek, maar vlakbij een vluchtplek. Plant een of meer dichte struiken of boompjes die jaarrond groen zijn. Zoals een hulst, een coniferen of struiken die stekelig zijn zoals meidoorn of sleedoorn. Snoei die laatste twee regelmatig voor een compacte groei, waar de mussen nog veiliger in zijn. Klimplanten: Klimop, blauwe regen, Struiken: olijfwilg, liguster, braam Help de Haagse huismussen, Duurzaam Den Haag, juli 2016 4
Maak een zanderige plek voor een zandbad. Heb je een terras? Dan kan dit met het losse zand dat aanwezig is. Je kan natuurlijk ook gewoon een hoopje zand aanbieden. Al deze maatregelen komen niet alleen de huismus ten goede, ook kleinere vogels, hommels, vlinders en andere dieren zullen er dankbaar gebruik van maken. Als beloning krijgt u een levendige tuin waar altijd wat te zien, te horen en te beleven is. Linken: Tuinambassadeurs: http://duurzaamdenhaag.nl/operatiesteenbreek/geen-groenevingers-vraag-hulp-aan-onze-tuinambassadeurs http://duurzaamdenhaag.nl/ http://www.stichtingwittemus.nl/zelfdoenparticulier.html Extra informatie: Een gezonde, levensbare kolonie huismussen bestaat uit 50 tot 60 vogels, waarvan ongeveer 20 broedparen zijn en wat vrije mussen. Als één van de gepaarde mussen sterft, kan een vrije mus die plek innemen. Als u besluit huismussen te helpen biedt dan alles in voldoende mate aan, zodat de mussen bij elkaar kunnen blijven. Voedsel Volwassen huismussen eten zaden van grassen en wilde planten (onkruid), fruit, appels, peren, bramen, bessen, bloem- en bladknoppen en insecten. In de stad ook broodkruimels en voedselresten. Bovendien pikken ze steentjes en grit op om de zaden goed te verteren. Groen dat hier van nature voorkomt levert het noodzakelijke voedsel. De jongen in het nest eten eerst alleen zacht en eiwitrijk voedsel: insecten zoals muggen, vliegen, rupsen etc. Gaandeweg aangevuld met plantaardig voedsel. Na twee weken eten ze hetzelfde als de volwassenen, voornamelijk zaden. Voedselbronnen moeten het hele jaar door beschikbaar zijn, bij kinderboerderijen en terrasjes zijn daarom vaak huismussen te vinden. Huismussen zoeken hun voedsel op plaatsen met lage vegetatie, zoals tuinen, erven en wegbermen. Bomen en struiken worden bezocht voor de insecten. In bosgebieden leven geen huismussen. Nest- en slaapplekken Nestplekken zoeken huismussen op een hoogte van ten minste drie meter. Ze kunnen plekken vinden onder dakpannen, in kieren en gaten in muren, in gevelbegroeiing als klimop, speciale nestkasten voor huismussen en bij uitzondering in boomholtes of dichte struiken. Huismussen broeden graag in de buurt van andere huismussen, het zijn koloniebroeders. Huismussen blijven het hele jaar in de buurt van de nesten. Het nest zelf wordt ook het hele jaar door gebruikt. Vrouwtjes slapen er al voor het broeden, de jongen slapen in het nest zolang ze gevoed worden en ook tijdens strenge winters wordt het nest als slaapplaats gebruikt. Slaapplekken in de buurt van de nesten zijn ook nodig voor de mannen, oudere jongen en alleenstaande vrouwen. Zij slapen ook graag op hoogte, drie of vier meter boven de grond in een boom, onder dakpannen of in gevelbegroeiing. Ze komen Help de Haagse huismussen, Duurzaam Den Haag, juli 2016 5
tevoorschijn na zonsopgang en gaan rusten voor zonsondergang, voor hun veiligheid hebben ze licht nodig om goed te kunnen zien. Vlucht-, schuil- en kwetterplekken Huismussen zijn prooidier van huiskatten en tal van vogels en roofdieren: ekster, gaai, kauw, marter, specht, meeuw, sperwer. Bij het zoeken naar voedsel en andere bezigheden moet er dekking vlakbij zijn, binnen 2 meter. Dekking bestaat uit struiken en begroeiing waar huismussen zich in kunnen verstoppen, onbereikbaar voor die vijanden. Stekelige struiken, meidoorn, sleedoorn, berberis of vuurdoorn (verdicht door regelmatig snoeien), klimop, coniferen, gevelbegroeiing en hagen van tenminste 1,5 meter hoog, liefst groenblijvend. Als huismussen niet bezig met eten en dergelijke zitten ze overdag ook graag samen in een struik of haag. Deze plekken worden kwetterplekken genoemd, je hoort ze al van verre kwetteren en tjilpen. Zanderige plekken Huismussen leven dicht opeen en gebruiken jaar na jaar hetzelfde nest, parasieten lopen ze daarmee makkelijk op. Om deze weer kwijt te raken zijn zonne- en zandbaden voor huismussen noodzakelijk. Voor een zonnebad zoeken huismussen hoge struiken of daken op. Ze zitten dan in de zon met gespreide vleugels. Door de warmte worden de parasieten actief en kunnen de mussen ze afschudden. Om dezelfde reden nemen ze zand- of stofbaden. Zand is ook nodig omdat daarin grit en kleine steentjes te vinden zijn die huismussen eten om in de maag het zaad te helpen vermalen. Water Water hebben huismussen nodig om te drinken, voor voedsel en om te badderen. Huismussen eten ook waterinsecten zoals muggen- en libellenlarven. Het badderen is nodig om schoon te blijven. De delen zonder veren, snavel en poten worden met water gewassen. Help de Haagse huismussen, Duurzaam Den Haag, juli 2016 6
Help de Haagse huismussen is een actie om deze beschermde vogels te helpen. Deze gezellige kwetteraars willen we niet missen in Den Haag. Deze brochure geeft meer informatie over het leven van de huismus en hoe wij ze kunnen helpen in onze tuin of op het balkon. Zie ook www.duurzaamdenhaag.nl/huismus Help de Haagse huismussen, Duurzaam Den Haag, juli 2016 7