MOBILITEIT VAN DERDELANDERS BINNEN DE EU



Vergelijkbare documenten
Onderwerp: Beantwoording van de schriftelijke vragen van het raadslid M.J.W. Struijvenberg (Leefbaar Rotterdam) over bijstand EU-onderdanen.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

IMMIGRATIE IN DE EU 85% 51% 49% Immigratie van niet-eu-burgers. Emigratie van niet-eu-burgers

Instructie aanvraag verblijfsvergunning voor deelname EVS

Monitor Kennismigranten Kwantitatieve analyse

Procedure identificatieplicht

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Legeswijzer voor de IND

Bijlage 3. Legeswijzer voor de IND. Versie juli 2011

Op grond van artikel 17, tweede lid, Vreemdelingenwet 2000 voorgestelde wijzigingen van artikel 3.71 Vreemdelingenbesluit 2000:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Hoofdstuk B13 Vreemdelingencirculaire 2000 wordt toegevoegd en komt te luiden:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

2 Arbeidsmigratie, definities en juridische aspecten

Bijlage 2 Analyse van het Belgische meldingssyteem Limosa

Werkinstructie 2016/2 (SUA) OPENBAAR

Agentschap BPR is een onderdeel van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

No.W /III 's-gravenhage, 30 augustus 2012

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Het Voorschrift Vreemdelingen 2000 wordt als volgt gewijzigd:

Vreemdelingen- en vluchtelingenrecht

BIJLAGE. bij het. Voorstel voor een besluit van de Raad

Migratieachtergrond van werknemers in Nederland naar bedrijfstak en uurloon, 2017 pilot Barometer culturele diversiteit

SAMENVATTING Opzet van het onderzoek Aantal aanvragen van verblijf op grond van gemeenschapsrecht

Langdurig ingezetene VVR onbepaalde tijd

Migratieachtergrond van werknemers in Nederland naar bedrijfstak en regio, december 2016 pilot Barometer culturele diversiteit

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Toelichting bij _Arbeidsmarktaanbod_studierichting_onderwijssoort_regio.csv

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Verwerking Overeenkomst EG-Zwitserse Bondsstaat in Vc 2000

16 (AUB) Extern. IND-werkinstructie nr. 2011/16. Klantdirecteuren IND c.c. DDMB. Hoofddirecteur IND

Als u een werknemer uit het buitenland wilt laten overkomen

B 14 Buitenlandse studenten 3

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Openbaar. Klantdirecteuren IND c.c. DDMB. Hoofddirecteur IND

INSTRUCTIE VOOR DE ONDERDANEN VAN EU-LIDSTATEN EN VOOR DE FAMILIELEDEN VAN EU-BURGERS

Openbaar. Klantdirecteuren IND c.c. DDMB. Hoofddirecteur IND

B 19 Voortgezet verbliif 19

Wijziging Vreemdelingencirculaire 2000

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Kennisgeving inkomende mobiliteit onderzoeker en gezinsleden (vreemdeling)

Huiselijk geweld, eergerelateerd geweld, mensenhandel, achterlating en uw verblijfsvergunning

Europese regels inzake arbeidsmigratie uit derde landen

7107/15 JVS/jvc DGD 1. Raad van de Europese Unie. Brussel, 28 april 2015 (OR. en) 7107/15. Interinstitutioneel dossier: 2015/0049 (NLE)

-1- Nota naar aanleiding van het verslag. Inhoudsopgave (conform de indeling van het verslag):

B1 O. Onderdanen van de Republiek Suriname

Welkom bij het webinar Zo neemt u een expat aan

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

KAARTEN VOOR VREEMDELINGEN EN VERBLIJFSDOCUMENTEN AFGEGEVEN IN HET KADER VAN DE GEZINSHERENIGING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 7 juli 2011 Onderwerp legesverhoging

Wonen (en werken) in Nederland voor EU-burgers

Huiselijk geweld, eergerelateerd geweld, mensenhandel, achterlating en uw verblijfsvergunning

CBS-berichten: Arbeidsmigratie naar en uit Nederland

De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie Mevrouw drs. M.C.F. Verdonk Kamer L 324 Postbus EH DEN HAAG

Kennisgeving inkomende mobiliteit student (vreemdeling)

MEDEDELING AAN DE LEDEN

Leges voor verblijf in Nederland

Werknemersmobiliteit in de EU:

Kamervragen van de leden Fritsma en Van Dijck (PVV)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Werken van en met vreemdelingen op en om schepen NVV Themamiddag 13 september mr. B.J. (Bart) Maes

Zaaknummer : CBHO 2015/033 Rechter(s) : mrs. Olivier, Lubberdink en Troostwijk Datum uitspraak : 7 augustus 2015 Partijen : Appellant en

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

IND-werkinstructie nr. 2012/1 (AUA)

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Richtlijn van de Raad d.d. 21 mei 1973, nr. 73/148/EEG, Pb EG 1973, nr. L1 72.

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Gezinshereniging en gezinsvorming in Nederland

Grensoverschrijdende dienstverlening in Nederland

180. BIJSTAND AAN VREEMDELINGEN

Als u een werknemer uit het buitenland wilt laten overkomen

(AUA) Openbaar. IND-werkinstructie nr. 2013/13. Klantdirecteuren IND c.c. DDMB. Hoofddirecteur IND

Als u een werknemer uit het buitenland wilt laten overkomen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ACADEMISCHE MIGRATIE

Eerste inschrijving in de Nederlandse bevolkingsadministratie. De Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens

MEDEDELING AAN DE LEDEN

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Hoofdstuk B12 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

IND ONDERZOEK EN ANALYSE NL EMN NCP MEI 2016 WIJZIGINGEN IN VERBLIJFSSTATUS EN VERBLIJFS- DOEL

Rapport. Rapport over een klacht over de minister van Veiligheid en Justitie te Den Haag. Datum: 11 juli Rapportnummer: 2013/084

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 4 februari 2014 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

STAATSCOURANT. Nr

PERSONEN DIE NIET MEER

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2. Werkgever Als erkend referent wordt beschouwd het bedrijf(sonderdeel) in Nederland dat een dienstverband met de vreemdeling heeft.

Wat beweegt kennismigranten?

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ACADEMISCHE MIGRATIE

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ACADEMISCHE MIGRATIE

Inschrijving voor burgers van de Unie (bewijs verblijfrecht)

HET AANTREKKEN VAN HOOGGEKWALIFICEERDE EN GEKWALIFICEERDE ARBEIDSMIGRANTEN

AANVRAAGFORMULIER VERGUNNING

WI 2018/1 Richtlijnen voor afgifte van arbeidsmarktaantekening bij verblijf langer dan drie maanden

De loonkloof tussen vrouwen en mannen in België. Samenvatting rapport 2011

Aanvraag verblijfsdocument duurzaam verblijf voor burgers van de Unie en hun familieleden

Transcriptie:

MOBILITEIT VAN DERDELANDERS BINNEN DE EU De situatie in Nederlandd

MOBILITEIT VAN DERDELANDERS BINNEN DE EU De situatie in Nederland Maart 2013

Colofon Titel Auteurs Mobiliteit van derdelanders binnen de EU De situatie in Nederland drs. A.C. van der Wolff wetenschappelijk medewerker D. Diepenhorst MSc wetenschappelijk medewerker T 070 779 41 63 F 070 779 43 97 d.diepenhorst@ind.minbzk.nl Ministerie van Veiligheid en Justitie Immigratie- en Naturalisatiedienst Directie Uitvoeringsstrategie en Advies (DUSA) IND Informatie- en Analysecentrum (INDIAC) Nederlands nationaal contactpunt voor het Europees Migratienetwerk Dr. H. Colijnlaan 341 2283 XL Rijswijk Postbus 5800 2280 HV Rijswijk 2

INHOUD Lijst van tabellen en figuren 4 Afkortingenlijst 5 1 Inleiding 7 1.1 Definities 8 1.2 Het nationaal juridisch kader: visa en verblijfsvergunningen 9 1.2.1 Langdurig ingezetenen in een andere lidstaat 11 1.2.2 Houders van een EU Blue Card 11 1.2.3 Onderzoekers 12 1.2.4 Studenten 12 1.2.5 Grensoverschrijdende dienstverleners 12 1.2.6 Grensarbeiders 13 1.2.7 Seizoenarbeiders 13 1.2.8 Werknemers in gereglementeerde beroepen 13 1.2.9 Kennismigranten 13 2 Omvang en reikwijdte van het fenomeen 15 2.1. Statistieken over de totale arbeidsgerelateerde mobiliteit 16 2.2. Administratieve registraties over specifieke groepen mobiele derdelanders 20 2.2.1 Langdurig ingezetenen uit een andere lidstaat 20 2.2.2 Houders van een EU Blue Card 20 2.2.3 Onderzoekers 20 2.2.4 Studenten 21 2.2.5 Grensoverschrijdende dienstverleners 21 2.2.6 Grensarbeiders 21 2.2.7 Seizoenarbeiders 21 2.2.8 Werknemers in gereglementeerde beroepen 21 2.2.9 Andere categorieën 22 3 Mogelijke belemmeringen van de mobiliteit van derdelanders 23 3.1. Toegang tot de arbeidsmarkt 23 3.2. Minimumloon 23 3.3. Financiële eisen bij arbeid als zelfstandige 23 3.4. Erkenning van titels en diploma s 24 3.5. Toegang tot de sociale zekerheid 24 4 Conclusie 25 Bijlage 1: Schematische vergelijking van verblijfsvoorwaarden 27 Bijlage 2: Tabellen 31 3

LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN Tabellen Tabel 1 Vreemdelingen met onbekende nationaliteit 15 Tabel 2 Totale mobiliteit naar nationaliteitsgroep 17 Tabel 3 Totale mobiliteit naar Nederland, voor arbeid/studie, naar nationaliteitsgroep 17 Tabel 4 Top 5 mobiliteit derdelanders naar Nederland, voor arbeid/studie 18 Tabel 5 Top 5 mobiliteit EU-burgers naar Nederland, voor arbeid/studie 19 Tabel 6 Notificaties in alle sectoren 21 Tabel 7 Top 5 mobiliteit derdelanders naar Nederland naar leeftijd en geslacht, voor arbeid/studie 31 Tabel 8 Top 5 mobiliteit EU-burgers naar Nederland naar leeftijd en geslacht, voor arbeid/studie 33 Tabel 9 Totale mobiliteit naar Nederland, voor arbeid of studie naar leeftijd en geslacht 35 Tabel 10 Landen van voorafgaand verblijf, bij mobiliteit naar Nederland voor arbeid/studie 36 Tabel 11 Landen van bestemming, bij mobiliteit vanuit Nederland 37 Tabel 12 Top 5 mobiliteit derdelanders vanuit Nederland 38 Tabel 13 Top 5 mobiliteit EU-burgers vanuit Nederland 38 Figuur 1 Figuur 2 Figuren Mobiliteit derdelanders naar Nederland, voor arbeid/studie, 2007-2011 18 Mobiliteit EU-burgers naar Nederland, voor arbeid/studie, 2007-2011 19 4

ABRvS BSN CBS DUSA EER EFTA EMN EU GBA IND INDIAC INDIS MVV NCP SZW Twv UWV Vc VK VV Afkortingenlijst Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State Burger Service Nummer Centraal Bureau voor de Statistiek Directie Uitvoeringsstrategie en Advies Europese Economische Ruimte European Free Trade Association Europees Migratienetwerk Europese Unie Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens Immigratie- en Naturalisatiedienst Immigratie- en Naturalisatiedienst Informatie- en Analysecentrum Immigratie- en Naturalisatiedienst Informatie Systeem Machtiging tot Voorlopig Verblijf Nationaal Contactpunt Sociale Zaken en Werkgelegenheid Tewerkstellingsvergunning Uitkeringsinstituut Werknemersverzekeringen Vreemdelingencirculaire Verenigd Koninkrijk Voorschrift Vreemdelingen 5

6

1 INLEIDING Dit rapport is geschreven in opdracht van het Europees Migratienetwerk (EMN). 1 In het EMN, dat is opgericht op initiatief van de Europese Commissie, wordt informatie over migratie en asiel verzameld en geanalyseerd. Ieder nationaal contactpunt (NCP) van het EMN heeft in dit kader in 2012 een nationaal rapport opgesteld over Mobiliteit van derdelanders binnen de EU. De onderzoeksspecificaties hiervoor zijn op Europees niveau vastgesteld. Als nationaal contactpunt voor het EMN in Nederland is het Informatie- en Analysecentrum (INDIAC) van de Directie Uitvoeringsstrategie en Advies van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) verantwoordelijk voor het Nederlandse rapport. Op basis van dit rapport en de rapporten uitgebracht door de overige lidstaten stelt het EMN een EU-breed vergelijkend rapport op. Input voor het rapport is geleverd door de afdeling Uitvoeringsadvies van de IND, het Centraal Bureau voor de Statistiek en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het onderzoek is begeleid door een klankbordgroep bestaande uit medewerkers van het Centraal Bureau voor de Statistiek, de Directie Migratiebeleid (Ministerie van Veiligheid en Justitie), het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Universiteit van Amsterdam en de IND. Het EMN wil met dit rapport het terrein van de arbeidsgerelateerde mobiliteit van derdelanders binnen de EU in kaart brengen, in voorbereiding op een door de Europese Commissie geplande publieke consultatie over arbeidsmigratie. Ook moet deze studie bijdragen aan een kritische analyse van bepaalde veronderstellingen die hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van het EU-acquis. Daarbij horen onder andere de overtuiging dat alleen hoog gekwalificeerde derdelanders mobiel zijn en het beeld dat derdelanders mobieler zijn dan EU-burgers. 2 In de Nederlandse pers verscheen in oktober 2012 een artikel waarin wordt gesuggereerd dat in de Randstad steeds vaker Zuid-Amerikaanse werksters opduiken, die vóór de crisis naar Spanje waren gemigreerd om er te werken in de schoonmaak en de horeca. Door de crisis raakten ze daar hun baan kwijt, waarna zij voor een deel hun heil in het noorden van de EU zochten. 3 Dit zou een duidelijk voorbeeld van mobiliteit binnen de EU kunnen zijn. Het is interessant om te bezien of dit beeld wordt ondersteund door de gegevens die in deze studie zijn verzameld. In dit rapport wordt gefocussed op legale arbeidsgerelateerde mobiliteit binnen de EU. Illegale arbeidsgerelateerde migratie wordt buiten beschouwing gelaten, evenals integratieaspecten van de mobiliteit binnen de EU. Als vergelijkingsgroep wordt wel gekeken naar de mobiliteit van EU-burgers. 1 Dit rapport is een bewerking van de bijdrage van het Nederlands nationaal contactpunt aan het EMN rapport. De oorspronkelijke bijdrage is in de vorm van een questionnaire. Deze is te vinden op www.emneuropa.eu in de rubriek EMN studies. 2 Intra EU Mobility of third-country nationals. Common Template, Final: 17th October 2012, pag. 2.Te vinden op www.emneuropa.eu in de rubriek EMN studies 3 De werkster komt steeds vaker uit Latijns-Amerika, Volkskrant, 23-10-2012. 7

1.1 Definities Een aantal belangrijke termen die in dit rapport worden gebruikt, zijn in de onderzoeksopzet als volgt gedefinieerd. 4 Derdelander verwijst naar een persoon die geen burger van de Europese Unie is in de zin van artikel 20, lid 1 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en die geen recht heeft op vrijheid van verkeer in de zin van artikel 2, lid 5 van de Schengengrenscode. Dus iedereen die geen onderdaan is van een EU-lidstaat of van een van de EFTA-landen (Zwitserland, Liechtenstein, Noorwegen en IJsland). Mobiliteit binnen de EU verwijst naar de bewegingen van de ene (lid)staat naar een andere (lid)staat, normaal gesproken voor verblijf langer dan drie maanden in de andere (lid)staat en hoofdzakelijk met het doel om arbeid te verrichten. 5 Langdurig ingezetene: iedere onderdaan van een derde land met de status van langdurig ingezetene als bedoeld in artikel 4 tot en met 7 van Richtlijn 2003/109/EG. Een familielid is over het algemeen een persoon die getrouwd is met een migrant, of die met een migrant een relatie heeft die wettelijk erkend is als gelijkwaardig aan het huwelijk. Ook hun ten laste komende kinderen en andere afhankelijke personen die erkend zijn als leden van het gezin door de toepasselijke wetgeving vallen onder deze definitie. Houder van een EU Blue Card verwijst naar een derdelander die in het bezit is van een vergunning met de vermelding EU Blue Card, welke hem/haar recht geeft op het grondgebied van een lidstaat te verblijven en te werken. 6 Een student is een derdelander die is toegelaten door een instelling voor hoger onderwijs en toegelaten tot het grondgebied van een lidstaat om als hoofdactiviteit een voltijd studie te volgen die opleidt tot een diploma hoger onderwijs, erkend door de lidstaat. Hieronder wordt ook gerekend een diploma, titel of doctoraal niveau aan een instelling voor hoger onderwijs, die als voorbereidende cursus vooraf kan gaan aan dergelijk onderwijs, in overeenstemming met de nationale wetgeving. Onderzoeker verwijst naar een derdelander die houder is van een passend diploma van hoger onderwijs, dat toegang geeft tot doctoraalprogramma s, die wordt geselecteerd door een onderzoeksorganisatie voor het uitvoeren van een onderzoeksproject waarvoor dat diploma doorgaans vereist is. 8 4 Indien niet anders aangegeven zijn de definities ontleend aan EMN Glossary 2.0 http://www.emnnetherlands.nl/emn_rapporten 5 EMN Intra-EU mobility study Advisory Group 6 Richtlijn 2009/50/EG van 25 mei 2009 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op een hooggekwalificeerde baan

Grensoverschrijdende dienstverleners zijn werknemers die gedurende een beperkte periode, hun werk uitvoeren op het grondgebied van een andere lidstaat dan de lidstaat waar zij gewoonlijk werken. 7 Grensarbeider is iemand die werkzaam is in een (lid)staat, maar woont in een andere (lid)staat, waarnaar hij op zijn minst eenmaal per week terugkeert. 8 Grensarbeiders die wonen buiten de EU/EER vallen buiten deze studie, ook als ze binnen de EU/EER werken. Seizoenarbeider is een derdelander die zijn woonplaats heeft in een derde land, maar tewerk wordt gesteld in een activiteit die afhankelijk is van het ritme van de seizoenen op het grondgebied van een lidstaat op basis van een contract voor een bepaalde periode en voor specifieke werkzaamheden. 1.2 Het nationaal juridisch kader: visa en verblijfsvergunningen De onderzoeksopzet voor deze studie spitst zich toe op arbeidsgerelateerde mobiliteit: naast herkenbare verblijfsdoelen binnen de sfeer van arbeid wordt ook gekeken naar de mobiliteit van studenten binnen de EU. Nederland kent geen aparte regels en/of procedures die van toepassing zijn op alle mobiele derdelanders. In dit rapport wordt alleen ingegaan op de voorwaarden voor verblijf van vreemdelingen die langer dan drie maanden in Nederland willen verblijven. De (belangrijkste) algemene toelatingsvoorwaarden voor derdelanders (niet EU of EFTA) die vanuit een andere lidstaat naar Nederland komen om arbeid te verrichten of om te studeren en die niet onder een van de in deze sectie te bespreken richtlijnen vallen, zijn de volgende: De vreemdeling moet in het bezit zijn van een geldige machtiging tot voorlopig verblijf voor het doel waarvoor hij een verblijfsvergunning wil hebben. 9 Hij moet een geldig document voor grensoverschrijding hebben en mag geen gevaar vormen voor de openbare orde of nationale veiligheid. Voor de aanvraag zijn leges verschuldigd. Als hij arbeid in loondienst wil verrichten moet zijn werkgever beschikken over een tewerkstellingsvergunning (Twv) voor de werkzaamheden die betrokkene gaat verrichten. Als de vreemdeling als zelfstandige wil gaan werken moet hij met zijn werkzaamheden een wezenlijk Nederlands belang dienen. Ook moet de vreemdeling kunnen aantonen met die werkzaamheden duurzaam en zelfstandig voldoende middelen van bestaan te verwerven. 10 Indien het verrichten van arbeid als kennismigrant wordt beoogd geldt een salariscriterium van 51.239 (en voor kennismigranten jonger dan 30 jaar 37.575). 11 7 Richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten 8 Eurofound 9 De machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) is een visum voor lang verblijf. De verplichting om in het bezit te zijn van een mvv geldt niet voor burgers van de EU, de EFTA, Australië, Canada, Japan, Monaco, Nieuw-Zeeland, Vaticaanstad, Verenigde Staten en Zuid-Korea (bijlage 2 behorend bij art. 2.2 VV). 10 Het te verdienen bedrag is afhankelijk van de gezinssamenstelling en gerelateerd aan het wettelijk minimumloon, dat ieder half jaar geïndexeerd wordt. 11 Deze bedragen worden jaarlijks geïndexeerd. De genoemde bedragen gelden voor 2012. 9

Studenten moeten een voltijds opleiding volgen, ingeschreven zijn bij een in Nederland gevestigde onderwijsinstelling die bij Ministeriële regeling is aangewezen en een verklaring van tijdelijk verlijf ondertekenen. Zij moeten over voldoende middelen van bestaan beschikken en de referent moet een garantverklaring ondertekenen. Naar aanleiding van een uitspraak van het Hof van Justitie van de EU zijn de legestarieven voor langdurig ingezeten derdelanders per 26 april 2012 verlaagd tot 130. 12 Met ingang van medio januari 2013 is opnieuw een aantal tarieven aangepast. 13 De legestarieven zullen in dit rapport niet verder worden besproken. In deze paragraaf wordt niet ingegaan op de afwijkende voorwaarden die kunnen gelden voor Turkse onderdanen op grond van de standstill-bepaling in het Aanvullend Protocol bij de Associatieovereenkomst tussen de EG en Turkije. 14 Het verblijfsrecht van een EU-burger ontstaat en vervalt van rechtswege. Aan verblijf van langer dan drie maanden zijn voor de EU-burger wel voorwaarden verbonden: Zij moeten beschikken over een geldige identiteitskaart of een geldig paspoort waaruit hun nationaliteit blijkt. Werknemers en zelfstandigen hebben verblijfsrecht indien zij reële en daadwerkelijke arbeid verrichten. Economisch niet-actieve EU-burgers (waaronder studenten) moeten over een ziektekostenverzekering en over voldoende bestaansmiddelen beschikken, om te voorkomen dat zij ten laste komen van het sociale bijstandsstelsel. Studenten moeten ook zijn ingeschreven bij een onderwijsinstelling en verschaffen zekerheid over toereikende bestaansmiddelen middels een verklaring. 15 EU-burgers zijn verplicht zich na drie maanden te registreren bij de IND. Hieraan zijn geen kosten verbonden. Indien het persoonlijk gedrag van de EU-burger een actuele, werkelijke en voldoende ernstige bedreiging vormt voor een fundamenteel belang van de samenleving kan het verblijfsrecht worden beëindigd en de EU-burger ongewenst worden verklaard. 16 Het vrije verkeer van personen is met ingang van 1 januari 2007 volledig van toepassing op onderdanen van Bulgarije en Roemenië, uitgezonderd de toegang tot de arbeidsmarkt (tot 1 januari 2014). Dit houdt in dat werkgevers voor werkzaamheden die door Roemenen en Bulgaren worden verricht moeten beschikken over een Twv. Nadat onderdanen van deze lidstaten voor een ononderbroken periode van twaalf maanden tot de Nederlandse arbeidsmarkt zijn toegelaten, genieten zij dezelfde rechten als de overige EU-burgers. Voor zover de algemene voorwaarden niet van toepassing zijn, wordt de afwijkende regelgeving in de onderstaande paragrafen opgenomen. Per categorie biedt Bijlage 1 een beknopt schematisch overzicht van de toelatingsvoorwaarden. 10 12 Kamerstukken II 2011-2012, 30573, nr. 108 (brief). 13 Kamerstukken I 2012-2013, 31549, nr. K (verslag schriftelijk overleg). 14 Aanvullend Protocol bij de Associatieovereenkomst tussen de EG en Turkije art. 41 lid 1 en Besluit 1/80 art. 13. Het aantal Turkse migranten dat jaarlijks vanuit EU/EFTA naar Nederland komt varieerde in de periode 2007-2011 van 33 tot 50 per jaar. 15 Vc B10 4.2 16 Vc B10

Categorieën derdelanders die het recht op mobiliteit genieten op grond van de EUrichtlijnen: 1.2.1 Langdurig ingezetenen in een andere lidstaat Houders van een vergunning als langdurig ingezeten derdelander in een van de andere lidstaten mogen vrij naar Nederland reizen om hier een verblijfsvergunning aan te vragen. Zij hoeven dus niet in het bezit te zijn van een machtiging tot voorlopig verblijf. Wel moeten ze hun verblijfsstatus in een andere lidstaat kunnen aantonen. Daarnaast is de toets voor de openbare orde soepeler dan normaal bij derdelanders, maar minder soepel dan voor EU-burgers. De voorwaarden voor een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd voor houders van een vergunning als langdurig ingezetene in een andere lidstaat zijn ook op specifieke punten soepeler dan voor derdelanders die niet in het bezit zijn van een dergelijke vergunning. Zo hoeft een langdurig ingezetene die arbeid in loondienst gaat verrichten alleen de eerste 12 maanden te beschikken over een Twv (normaal 36 maanden) en bij langdurig ingezetenen die arbeid als zelfstandige willen verrichten wordt niet getoetst of met de onderneming een wezenlijk Nederlands belang wordt gediend. In tegenstelling tot overige studenten hoeven studenten die houder zijn van een vergunning als langdurig ingezetene in een andere lidstaat geen voltijdstudie te volgen en evenmin een verklaring van tijdelijk verblijf te ondertekenen. 17 Aan langdurig ingezeten derdelanders mogen integratievoorwaarden worden gesteld, maar alleen als zij nog niet aan integratievoorwaarden hebben moeten voldoen om de status van langdurig ingezetene te verwerven in de eerste lidstaat. EU-burgers komen niet in aanmerking voor een status als langdurig ingezeten derdelander. De voorwaarden voor verblijf van economisch actieve EU-burgers in Nederland zijn op hoofdlijnen beschreven in de inleiding van deze paragraaf. Iedere burger van de Unie die gedurende een ononderbroken periode van vijf jaar legaal in Nederland heeft verbleven, heeft duurzaam verblijfsrecht in Nederland. 18 Het duurzame verblijfsrecht komt onder omstandigheden (o.a. pensionering, vervroegde uittreding en blijvende arbeidsongeschiktheid) ook toe aan burgers van de Unie die nog geen ononderbroken periode van vijf jaar in Nederland hebben verbleven. 19 1.2.2 Houders van een EU Blue Card Derdelanders die in het bezit zijn van een EU Blue Card van een andere lidstaat, en een aanvraag voor een Blue Card doen in Nederland, hoeven, als ze al ten minste 18 maanden in het bezit zijn van de Blue Card, voor hun komst naar Nederland niet in het bezit te zijn van een machtiging tot voorlopig verblijf. Voor het overige gelden dezelfde voorwaarden als voor derdelanders die een Blue Card aanvragen vanuit een land buiten de EU. 20 Indien houders van een EU Blue Card in een andere lidstaat verblijf in Nederland vragen voor een ander verblijfsdoel dienen zij aan de normale voorwaarden voor de gevraagde verblijfsvergunning te voldoen. Blue Card-houders mogen, om de status van langdurig ingezetene aan te vragen, de perioden van verblijf in de verschillende Lidstaten (onder voorwaarden) bij elkaar optellen. 17 Vc B17, voor arbeid in combinatie met Vc B5 en voor studie in combinatie met Vc B6. 18 Vc B10 2.5.3 19 Vc B10 3.6 20 Vc B21 11

EU-burgers komen expliciet niet in aanmerking voor een Blue Card. Zij kunnen voor verblijf in Nederland gebruik maken van de mogelijkheden voor economisch actieve EU-burgers. 1.2.3 Onderzoekers Derdelanders die in het bezit zijn van een verblijfsvergunning op grond van Richtlijn 2005/71/EG in een andere lidstaat en die een aanvraag voor eenzelfde vergunning doen in Nederland, hoeven voor hun komst naar Nederland niet in het bezit te zijn van een machtiging tot voorlopig verblijf. Voor het overige gelden dezelfde voorwaarden als voor derdelanders die eenzelfde vergunning aanvragen vanuit een land buiten de EU. 21 EU-burgers kunnen voor verblijf in Nederland gebruik maken van de mogelijkheden voor economisch actieve EU-burgers. Er gelden geen specifieke regels voor onderzoekers. 1.2.4 Studenten Voor derdelanders die in Nederland verblijf willen om te studeren gelden geen afwijkende voorwaarden indien zij naar Nederland willen komen vanuit een lidstaat in plaats vanuit een land buiten de EU. De voorwaarden voor EU-burgers die in Nederland willen studeren zijn beschreven in de inleiding van dit hoofdstuk. 1.2.5 Grensoverschrijdende dienstverleners Voor grensoverschrijdende dienstverleners, die woonachtig zijn in een andere lidstaat, gelden grotendeels de voorwaarden die gelden voor derdelanders die arbeid in loondienst willen verrichten in Nederland. Als de werkgever is gevestigd buiten Nederland in een land waarvoor vrij verkeer van diensten geldt, het geen postbusonderneming betreft en de werkzaamheden van de werkgever geen uitzendarbeid betreffen, geldt als uitzondering dat zij niet in het bezit hoeven te zijn van een Twv. Een notificatie (melding via standaardformulier) van de werkgever bij UWV Werkbedrijf is in dit geval voldoende, mits de duur van de werkzaamheden de twee jaar niet overschrijdt. 22 Indien bij controle achteraf (door de Inspectie SZW) blijkt dat toch sprake is van uitzendarbeid, dan kan aan zowel de uitlener als de inlener een bestuurlijke boete van (op dit moment) 8000,- per illegaal tewerkgestelde derdelander worden opgelegd. Voor EU-burgers die als grensoverschrijdende dienstverlener in Nederland willen werken gelden de regels voor economisch actieve EU-burgers. Voor Roemenen en Bulgaren geldt in dit geval dat zij niet in het bezit hoeven te zijn van een Twv. Een notificatie van de werkgever bij UWV Werkbedrijf is voldoende, mits de werkgever is gevestigd buiten Nederland in een land waarvoor vrij verkeer van diensten geldt, het geen postbusonderneming betreft en de werkzaamheden van de werkgever geen uitzendarbeid betreffen. De hierboven genoemde bestuurlijke boete kan ook worden opgelegd aan uitlener en inlener van Roemenen en Bulgaren die achteraf toch uitzendarbeid blijken te verrichten. 12 21 Vc B1 4.1.1 onder i. 22 Vc B5 4.4

Categorieën derdelanders die niet worden genoemd in het EU-acquis: 1.2.6 Grensarbeiders Derdelanders die als grensarbeiders in een buurland wonen en in Nederland komen werken hebben (mits zij ten minste één dag per week naar het betreffende buurland terugkeren) alleen een Twv en geen verblijfsvergunning of visum nodig. Dit geldt sinds 1 januari 2012 ook voor derdelanders die gezinslid zijn van een EU-burger, in een andere lidstaat wonen en in Nederland willen werken. 23 Derdelanders die in Nederland wonen en in een van de buurlanden werken moeten in Nederland beschikken over een geldige verblijfsvergunning. 24 Met uitzondering van Roemenen en Bulgaren hebben EU-burgers geen Twv nodig om arbeid in Nederland te mogen verrichten, ook niet als zij buiten Nederland wonen. Als de EU-burger in Nederland woont en buiten Nederland werkt zal hij veelal geen verblijf hebben als economisch actieve EU-burger, tenzij er sprake is van een arbeidsverhouding met een voldoende nauwe aanknoping met het Nederlands grondgebied. 25 1.2.7 Seizoenarbeiders Nederland kent geen specifieke verblijfsvergunning of procedure voor het verrichten van seizoenarbeid langer dan drie maanden. Voor het verrichten van seizoenarbeid moet worden voldaan aan de voorwaarden voor een verblijfsvergunning voor het verrichten van arbeid in loondienst. Het maakt daarbij niet uit of de betreffende derdelander al dan niet verblijf heeft in een ander land van de EU. Ook voor EU-burgers gelden geen afwijkende voorwaarden voor seizoenarbeid. Voor EU-burgers die seizoenarbeid willen verrichten gelden de regels voor economisch actieve EU-burgers. 26 1.2.8 Werknemers in gereglementeerde beroepen Voor werknemers in gereglementeerde beroepen 27 gelden geen afwijkende voorwaarden voor een verblijfsvergunning. Voor de uitoefening van hun specifieke beroep zullen zij aan de voor dat beroep geldende voorwaarden moeten voldoen. 1.2.9 Kennismigranten Nederland kent een aparte verblijfsvergunning voor kennismigranten. Voor toelating op grond van de kennismigrantenregeling geldt enkel een salariscriterium van minimaal 51.239 en voor kennismigranten jonger dan 30 jaar 37.575 (situatie 2012). Het loon moet marktconform zijn, dat wil zeggen vergelijkbaar met wat Nederlanders in 23 Staatscourant 2011, nr. 5302/ Vc B10 5.2.2 24 Vc B5 4.7.2 25 Vc B10 3.4 26 In de inleiding van hoofdstuk 1 is aangegeven dat Roemenen en Bulgaren tot 1 januari 2014 voor het verrichten van arbeid in Nederland in het bezit moeten zijn van een Twv. De afgelopen twee jaar is er discussie geweest over de uitleg van de standstill-bepaling in de Toetredingsverdragen van genoemde landen. Rechtbanken kwamen tot het oordeel dat een verscherpte uitvoering- of handhavingpraktijk (weigeren Twv omdat er meer prioriteit genietend aanbod is) in strijd is met genoemde standstill-bepaling. Tegen deze uitspraken heeft de Staat hoger beroep aangetekend. 27 Een gereglementeerd beroep of beschermd beroep is een beroep dat alleen mag worden uitgeoefend door iemand die daarvoor toestemming heeft gekregen door een bevoegde autoriteit. Gereglementeerde beroepen in bijvoorbeeld de medische sector zijn apotheker, arts, dierenarts, fysiotherapeut etc. Maar ook architect is een voorbeeld van een beschermd beroep. Zie www.nuffic.nl 13

een vergelijkbaar beroep onder normale arbeidstijden verdienen. Bij mobiliteit binnen de EU gelden echter dezelfde voorwaarden als bij migratie van buiten de EU. Voor EU-burgers die zich als kennismigrant in Nederland willen vestigen gelden de algemene toelatingsvoorwaarden voor economisch actieve EU-burgers zoals vermeld in de inleiding van dit hoofdstuk. 14

2 OMVANG EN REIKWIJDTE VAN HET FENOMEEN In Nederland kunnen de statistische gegevens over mobiliteit van derdelanders binnen de EU die met een verblijfsdoel arbeid of studie naar Nederland komen niet rechtstreeks aan één databestand worden ontleend. Door de koppeling van databestanden kan echter wel een beeld van deze mobiliteit worden gevormd. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft voor dit rapport het databestand INDIS van de IND gekoppeld aan de gegevens van de Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA). 28 In het databestand van de IND ontbreken gegevens over het land waar de vreemdeling bestendig verblijf had voor hij naar Nederland kwam, terwijl in de GBA geen gegevens over het verblijfsdoel van de vreemdeling worden bijgehouden. Doordat in beide bestanden de vreemdeling herkenbaar is aan een uniek burgerservicenummer (BSN) ontstaat bij koppeling een beeld van de onderzochte mobiliteit. Bij de statistieken die op deze manier kunnen worden samengesteld moet een aantal opmerkingen worden gemaakt voor een juiste interpretatie en in verband met beperkingen in de vergelijkbaarheid. In dit rapport wordt mobiliteit binnen de EU gedefinieerd als bewegingen tussen twee lidstaten voor een verblijf voor langer dan 3 maanden. 29 Inschrijving in de GBA vindt echter pas plaats bij een verblijf langer dan vier maanden: indien een vreemdeling van plan is langer dan vier maanden in Nederland te verblijven, moet hij zich binnen 5 dagen inschrijven in de GBA. De gehanteerde definities sluiten dus niet helemaal op elkaar aan. In de GBA wordt wel bijgehouden naar welk land een derdelander vertrekt, maar er vindt geen registratie plaats van het beoogde verblijfsdoel in het land van bestemming. Binnen de statistiek van vertrek uit Nederland kan dus alleen een totaal worden gegeven van de mobiliteit, maar kan geen beeld worden gegeven van het deel hiervan dat arbeidsgerelateerd is. Vreemdelingen moeten voor hun inschrijving in de GBA hun nationaliteit aantonen door overlegging van een nationaliteitsverklaring, afgegeven door de bevoegde autoriteiten van het land waarvan zij onderdaan zijn. Het overleggen van een paspoort is hiervoor niet voldoende. Een deel van de vreemdelingen beschikt bij inschrijving niet over de benodigde verklaring en wordt daarom ingeschreven met het label onbekende nationaliteit. Binnen het totaalbeeld (EU, EFTA en derdelanders) van de arbeidsgerelateerde mobiliteit binnen de EU gaat het om een relatief kleine groep: Tabel 1 Vreemdelingen met onbekende nationaliteit Bron:CBS 28 De Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA) is in Nederland de benaming voor de boekhouding van bepaalde gegevens die iedere Nederlandse gemeente bijhoudt omtrent alle personen die in de gemeente gevestigd zijn of waren. 29 Zie paragraaf 1.1. Definities 15

Omdat van deze groep de nationaliteit niet bekend is, kunnen deze personen niet worden ondergebracht in een van de gebruikte categorieën in de overzichten in dit rapport. Als het geboorteland van de betreffende vreemdelingen een indicatie zou zijn voor hun nationaliteit, zou ongeveer de helft bestaan uit derdelanders en de andere helft uit EU-burgers. In de statistieken is deze groep echter buiten beschouwing gelaten. De categorie grensarbeiders is met de gebruikte databestanden niet in kaart te brengen. Derdelanders die als grensarbeiders in een buurland wonen en in Nederland komen werken hebben alleen een Twv nodig en worden niet geregistreerd bij de IND of in de GBA en zijn niet zichtbaar in hun statistieken. Derdelanders die in Nederland wonen en in een van de buur landen werken zullen weliswaar een verblijfsvergunning in Nederland hebben, maar zijn in de bestanden van de IND en de GBA niet als grensarbeider geregistreerd. Bij het samenstellen van de statistieken is uitgegaan van het bij de IND geregistreerde verblijfsdoel (arbeid of studie). Hierdoor blijven vreemdelingen die zijn toegelaten als gezinsmigrant, maar die wel gaan werken buiten de gepresenteerde cijfers. Waar in de diverse overzichten wordt gesproken over arbeid, is dit een cumulatie van alle verblijfsvergunningen die door de IND zijn verstrekt voor eerste toelating in Nederland en waarvan het verblijfsdoel een vorm van arbeid betreft. Voor EU-burgers gaat het om het totaal aantal meldingen dat met een verblijfsdoel van een vorm van arbeid is gedaan. Voor derdelanders zijn alleen de kennismigranten als afzonderlijke categorie benoemd. Het gaat bij de beschreven mobiliteit om vreemdelingen in de leeftijdscategorie 15 tot en met 64 jaar. Eerdere vergelijking door het CBS van de gegevens in de GBA en Polisadministratie 30 leidt tot de conclusie dat niet alle EU-burgers die in Nederland werken zich ook melden bij de GBA. Mogelijk gaat het hier (voor een deel) om grensarbeiders. Hierbij moet ook opgemerkt worden dat een aanzienlijk deel van de EU-onderdanen korter dan vier maanden in Nederland verblijft (en werkt) en zich dus niet in de GBA hoeft in te schrijven en/of bij de IND hoeft te laten registreren. Nederlanders die vanuit een EU-lidstaat terugkeren naar Nederland zijn buiten de statistieken gehouden, omdat van hen geen motief voor terugkeer bekend is. Zij zijn evenmin opgenomen in de mobiliteit vanuit Nederland. 2.1. Statistieken over de totale arbeidsgerelateerde mobiliteit Binnen de hierboven genoemde beperkingen heeft het CBS een aantal overzichten gemaakt over arbeidsgerelateerde mobiliteit vanuit EU-lidstaten en EFTA-landen naar Nederland in de jaren 2007 tot en met 2011. In deze overzichten zijn de volgende variabelen beschikbaar: jaar van vestiging of jaar van vertrek; nationaliteit; land van herkomst of land van bestemming; 16 30 De Polisadministratie is een authentiek gegevensregister van alle inkomstenverhoudingen in Nederland. Hieronder vallen arbeidsverhoudingen tussen werknemers en werkgevers, maar ook loongegevens en sociale uitkeringen, lijfrentes en pensioenen. CBS, Belastingdienst en UWV zijn gezamenlijk eigenaar van de data in de polisadministratie.

geslacht; leeftijdsgroep; motief. Het motief is alleen bekend bij mobiliteit naar Nederland (en dus niet vanuit Nederland) en geclusterd naar studie- en arbeidsmobiliteit. Op grond van deze gegevens zijn diverse overzichten te maken. Vanwege de vergelijkbaarheid zullen in deze paragraaf ook cijfers over burgers uit de EU-lidstaten en EFTA-landen worden gegeven. Tabel 2 Totale mobiliteit naar nationaliteitsgroep Bron: CBS De arbeidsgerelateerde mobiliteit binnen de EU is een onderdeel van de hierboven in de tabel 2 weergegeven totale mobiliteit. Deze kan echter, zoals aangegeven, alleen voor mobiliteit naar Nederland in kaart worden gebracht. Tabel 3 Totale mobiliteit naar Nederland, voor arbeid/studie, naar nationaliteitsgroep Bron: IND, bewerking CBS De mobiliteit binnen de EU is voor het overgrote deel toe te schrijven aan EU-burgers. Derdelanders vormen in de totale mobiliteit vanuit de EU naar Nederland maar een zeer beperkt aandeel. De meeste derdelanders lijken uit hun land van herkomst dan wel een ander derdeland te komen of naar hun land van herkomst dan wel een ander derdeland terug te keren. Van de totale mobiliteit vanuit de EU-/EFTA-landen naar Nederland (zie tabel 2), is binnen de groep van EU-onderdanen ongeveer driekwart van de mobiliteit gerelateerd 17

aan arbeid of studie (tabel 3) Binnen de groep derdelanders is dit maar ongeveer een derde. In vergelijking met de arbeidsgerelateerde mobiliteit van EU-/EFTA-burgers is het aandeel van de mobiliteit van derdelanders in verband met arbeid en studie tamelijk gering: in de periode 2007-2011 nemen derdelanders nog geen 2,5% van deze mobiliteit naar Nederland voor hun rekening. In totaal hebben derdelanders van 125 verschillende nationaliteiten in de periode 2007-2011 om arbeidsgerelateerde redenen vanuit EU en EFTA landen verblijf voor meer dan vier maanden in Nederland gekregen. Tabel 4 Top 5 mobiliteit derdelanders naar Nederland, voor arbeid/studie Bron: CBS Figuur 1 Mobiliteit derdelanders naar Nederland, voor arbeid/studie, 2007-2011 Bron: CBS De grootste groep derdelanders die vanuit de EU-/EFTA naar Nederland komt bestaat in de periode 2007-2011 uit personen met de Indiase nationaliteit, gevolgd door Amerikanen en Chinezen. Personen met de Indiase nationaliteit en in iets mindere mate Amerikanen komen vooral als kenniswerkers naar Nederland terwijl Chinezen zowel in het kader van kennismigratie als studie voor Nederland kiezen. 18