Visie op externe verslaggeving

Vergelijkbare documenten
Ingetrokken voor 2013

IFRS voor niet-beursfondsen: een realistisch alternatief?

Externe verslaggeving

1.1 Verschijningsvormen en doel externe financiële verslaggeving

: Commentaar op nieuwe concept EU-jaarrekeningrichtlijn

Een internationale standaard voor private ondernemingen

Ingangsdatum De ontwerp-richtlijn 640 Organisaties-zonder-winststreven en ontwerp-richtlijn 650 Fondsenwervende organisaties worden van kracht voor

Besluit tot wijziging van de Nadere voorschriften controleen overige standaarden Vastgesteld 18 december 2008

Vragen en antwoorden. Over verplichting van elektronisch deponeren van jaarstukken in het handelsregister bij de Kamer van Koophandel

Vrijstelling van tussenconsolidatie: een paar praktische issues

Open vragen 1. Wat zijn stakeholders van een onderneming?

Toelichting op minderheidsbelangen. Toezicht Financiële Verslaggeving

RJ-Uiting : ontwerp-richtlijn 400 Jaarverslag

(Voor de EER relevante tekst)

Vragen en antwoorden over verplichting van elektronisch deponeren van jaarstukken in het handelsregister bij de Kamer van Koophandel

Geachte voorzitter en leden van de Parlementaire Enquêtecommissie Woningcorporaties,

Omvang en kwaliteit van toelichtingen

Ons oordeel Wij hebben de jaarrekening 2016 van Lavide Holding N.V. te Alkmaar gecontroleerd.

Vragen en antwoorden over verplichting van elektronisch deponeren van jaarstukken in het handelsregister bij de Kamer van Koophandel

Materieel belang in de jaarrekening. Nationale Verslaggevingsdag 26 juni 2012 Ton Meershoek Hoofd toezicht financiële verslaggeving

Spanningsveld tussen EU, Local en IFRS GAAP het Nederlandse perspectief. Peter Sampers 6 september 2019

Prof dr Philip Wallage 2 JUNI 2010 AMSTERDAM SEMINAR EUMEDION, NIVRA EN VBA

1 Het financiële jaarverslag

Waarde toevoegen met standaard 4410

B o e k h o u d r e c h t

Het assurance-raamwerk De accountant en het verstrekken van zekerheid

microondernemingen Arjan Boot, Assurance Peter J. Veerman, Assurance 1. Inleiding

(Voor de EER relevante tekst)

JAARLIJKSE VERANTWOORDING NIET VOLDOENDE

TOEPASSING VAN HET DUALE ACCOUNTING SYSTEEM IN NEDERLAND

Publicatieblad van de Europese Unie VERORDENINGEN

HOEBERT HULSHOF & ROEST

SBR Assurance. XBRL in het Onderwijs. 23 september 2014

De bevestiging bij de jaarrekening

Aansprakelijkheid van accountants binnen de EU

Nieuwe bepalingen over verbonden partijen en niet in de balans opgenomen regelingen

Controleprotocol Jaarrekening Gemeente De Bilt 2014

CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT i

Wij ontvingen uw brief van 25 augustus 2014 houdende een drietal wettelijke vorderingen tot het verstrekken van inlichtingen.

De kwaliteit van governance, verslaggeving en accountantscontrole gaat omhoog

Dit artikel uit Vennootschap & Onderneming is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor anonieme bezoeker. Gelijkwaardigheid.

indien ten behoeve van het getrouwe beeld een nadere toelichting noodzakelijk is in een jaarrekening die voldoet aan de Regeling Verslaggeving WTZi


Publicatieblad van de Europese Unie L 247/3

Europese afstemming over de toepassing van IFRS door toezichthouders

De RJ nodigt u uit tot het inzenden van reacties en commentaren op deze RJ-Uiting. Deze ziet de RJ graag uiterlijk 1 mei 2006 tegemoet.

Commentaar VNO-NCW en MKB-Nederland op consultatie Wetswijziging deponering in handelsregister langs elektronische weg 1

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 7

Verzoek tot commentaar

1. Standpunt van het IBR

Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Brussel, november 2003

Controleprotocol gemeente Roosendaal voor de verantwoording en de controle van subsidies

1. Inleiding Doelstelling en rol

Vragenlijst dossieronderzoek samenstellingsopdrachten Toelichting. Naam vragenlijst: Vertrouwelijk

Beknopte inhoudsopgave

Ten geleide bij editie RJk-bundel

Controleprotocol subsidies gemeente Amersfoort

Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van..., gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Financiën;

Nieuwe regels voor transparantere verslaglegging in Nederland

Dag accountantsverklaring, hallo controleverklaring

Aan: de aandeelhouders en de Raad van Commissarissen van Lavide Holding N.V.

Afspraken tripartiet overleg financiële onderneming, externe accountant, De Nederlandsche Bank

Ref: B13.32 Betreft: Eumedion-reactie op NBA Consultatiedocument onafhankelijkheid en VGBA

Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants t.a.v. Adviescollege voor Beroepsreglementeting Postbus AD AMSTERDAM

Wettelijke regelingen in verband met de jaarrekening

Externe verslaggeving Post Bachelor AA: Literatuur en stofomschrijving voor

RJ-Uiting Kerncijfers en kengetallen in de jaarrekening, het bestuursverslag en overige informatie bij de jaarstukken

REGLEMENT AUDITCOMMISSIE VAN DE RAAD VAN COMMISSARISSEN VAN ACCELL GROUP N.V.

Datum 13 juli 2009 Onderwerp Kamervragen van het lid Weekers inzake het niet nakomen van de plicht tot openbaarmaking van de jaarstukken

RJ-Uiting Kerncijfers en kengetallen in de jaarrekening, het bestuursverslag en overige informatie bij de jaarstukken

Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving

GECOMBINEERDE COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT

Special nieuwe standaard van Joint Ventures

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

RJ-Uiting : Richtlijn Microrechtspersonen

Accountantsverslag 2012

Toezicht op naleving externe verslaggevingseisen

Controleprotocol provincie Utrecht

Verstuurd per . Den Haag, 30 mei Ref: B Betreft: NBA Green Paper Organisatiecontinuïteit. Geachte heer Jongstra,

Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 met het oog op het wijzigen van de criteria voor de toekenning van meeneembare studiefinanciering

Stichting De Muren hebben Oren Wantveld NS NOORDWIJK SAMENSTELLINGSRAPPORT 2017

Controle protocol. 1 Doelstelling. 2 Eisen en aanwijzingen. 3 Toleranties en gewenste zekerheid

NOTITIE GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT

Dit document maakt gebruik van bladwijzers.

De controle van de groepsjaarrekening

Controleverklaringen. Nieuwe stijl, heldere taal

JAARRAPPORT Oyens & Van Eeghen Beheer B.V. Zuidplein XV AMSTERDAM

Waarom non-profit organisaties ook IFRS kunnen gebruiken

Halfjaarbericht N.V. Dico International

Vereniging Water Natuurlijk gevestigd te Zaandam

INGETROKKEN PER 6 DECEMBER 2016

Financiële verslaggeving in beweging. Programma

Rubriek Verslaggeving en Verslaglegging. IFRS nog volop in beweging

Publicatieblad van de Europese Unie L 95/9

Stichting De Muren hebben Oren Europalaan KS Utrecht. Rapport inzake de Jaarrekening 30 juni 2016 tot en met 31 december 2016

Aan : Interdepartementaal Project Administratieve Lastenverlichting (IPAL) T.a.v.: J. Nijland

STANDAARD 4410 SAMENSTELLINGSOPDRACHTEN (HRA 2016) (Van toepassing op boekjaren die afsluiten vóór 15 december 2016)

5291/03 pau/ld 1 JUR

Transcriptie:

Visie op externe verslaggeving 14 maart 2007 Koninklijk Nederlands Instituut van Registeraccountants

Visie op externe verslaggeving Waarom een visie op externe verslaggeving? Registeraccountants controleren jaarrekeningen en geven daarbij accountantsverklaringen af. Jaarrekeningen worden opgesteld onder toepassing van een verslaggevingsstelsel. De accountant dient vast te stellen of de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de grootte en de samenstelling van het vermogen en het resultaat in overeenstemming met de regels voor financiële verslaggeving. Het NIVRA acht het als beroepsorganisatie van registeraccountants van belang haar langetermijnvisie op het gebied van de externe verslaggeving vast te leggen en aan alle direct en indirect betrokkenen en belanghebbenden kenbaar te maken. Hiermee wordt getracht duidelijkheid te verschaffen aan de maatschappij over de positie van het NIVRA waar het gaat over externe verslaggeving. Daarnaast zal de visie leidend zijn voor de door het NIVRA te verrichten activiteiten en in te nemen standpunten op het gebied van de externe verslaggeving. Het NIVRA zal niet de positie van standard setter innemen waar het externe verslaggeving betreft en evenmin verslaggevingsregels interpreteren. De visie is tot stand gekomen naar aanleiding van consultaties van externe partijen als opstellers of gebruikers van jaarrekeningen, leden van de beroepsgroep en specialisten op het gebied van de externe verslaggeving. Van oudsher is een belangrijk doel van de jaarrekening het afleggen van verantwoording door de leiding van de onderneming aan belanghebbenden. Daarnaast wordt de jaarrekening gezien als middel voor het nemen van economische beslissingen door de gebruikers ervan ter bevordering van een efficiënte kapitaalmarkt. Gezien de mogelijkheden die het internet en XBRL bieden, zal de vraag naar een meer frequente of zelfs continue informatievoorziening volgens specifieke gebruikerswensen gaan toenemen evenals de vraag naar nietfinanciële informatie. Deze NIVRA-visie beperkt zich tot de externe verslaggeving in de vorm van jaarrekeningen van Nederlandse ondernemingen, waarop Titel 9 Boek 2 BW van toepassing is. De NIVRA-visie op externe verslaggeving: drie thema s Het NIVRA is van mening dat het, gezien haar publieke taak, een actieve rol moet spelen in het proces van de totstandkoming van controleerbare en bruikbare financiële verslaggevingsregels. De NIVRA-visie op externe verslaggeving heeft betrekking op de volgende drie hoofdthema s: 1. De verslaggevingsregels moeten passen bij de betrokken onderneming Onderscheid kan worden gemaakt tussen jaarrekeningen van beursgenoteerde ondernemingen, jaarrekeningen van grote en middelgrote ondernemingen en jaarrekeningen van kleine ondernemingen. Deze soorten ondernemingen hebben te maken met verschillende gebruikersgroepen met hun eigen informatiebehoeften en doelstellingen. Beursgenoteerde ondernemingen dienen IFRS (International Financial Reporting Standards), zoals aanvaard binnen de EU, toe te passen. In verband met een toenemende internationalisering, ook voor wat betreft (middel)grote ondernemingen, en een goede verhouding tussen kosten en baten, is het NIVRA voorstander van één EU-breed verslaggevingsstelsel voor dit segment van ondernemingen. Een lichte vorm van IFRS, zoals IFRS SME (small and medium-sized entities), lijkt hiervoor onder voorwaarden, die hierna verder worden toegelicht, het meest geschikt. Tegen de achtergrond van de Europese integratiegedachte en uit efficiencyoverwegingen laten de Vierde en de Zevende EG-richtlijnen (te)veel ruimte voor verslaggevingsregels die per lidstaat belangrijk kunnen verschillen. Uit oogpunt van administratieve lastenvermindering en eenvoud, maar ook gelet op de doelstelling van jaarrekeningen van kleine ondernemingen dienen deze jaarrekeningen naar de mening van het NIVRA op basis van fiscale grondslagen te worden opgesteld. 2. De verslaggevingsregels moeten leiden tot een weergave van het getrouwe beeld van de jaarrekening Getrouw wil in het algemeen zeggen in overeenstemming met de werkelijkheid. Feiten, omstandigheden en transacties dienen in de jaarrekening te worden verwerkt volgens normen die in het maatschappelijk verkeer als 1

aanvaardbaar worden beschouwd. Algemeen aanvaarde verslaggevingsstelsels, zoals bijvoorbeeld IFRS, vormen conventies die bijdragen aan de totstandkoming van het getrouwe beeld. Daarenboven dienen transacties en gebeurtenissen te worden weergegeven in overeenstemming met hun wezen en economische realiteit. Naast de toepassing van een verslaggevingsstelsel zullen de leiding en de accountant van de onderneming moeten nagaan welke eventuele aanvullende informatie in de jaarrekening dient te worden opgenomen ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening als geheel. 3. De verslaggevingsregels moeten leiden tot controleerbare informatie Daar accountants verklaringen afgeven over het getrouwe beeld en over het toegepaste stelsel van financiële verslaggeving, dienen de verslaggevingsregels tot controleerbare informatie te leiden. Verslaggevingsregels die hieraan niet voldoen worden door het NIVRA afgewezen. Verantwoording per thema 1. Verslaggevingsregels per soort onderneming 1.1 Algemene opmerkingen Het verslaggevingsstelsel moet worden afgestemd op de behoeften van de gebruikers van de jaarrekening, waarbij de verhouding tussen kosten en nut niet uit het oog mag worden verloren. Naarmate een onderneming groeit wordt de kring van belanghebbenden binnen het maatschappelijk verkeer steeds groter en ontstaat er gelijktijdig een toenemende behoefte aan vergelijkbaarheid. De toepassing van verslaggevingsstelsels moet steeds voorzien in de behoefte van het maatschappelijk verkeer. Wij maken een onderscheid tussen de volgende typen ondernemingen: a) Beursgenoteerde ondernemingen b) (Middel)grote niet-beursgenoteerde ondernemingen c) Kleine niet-controleplichtige ondernemingen De objectieve criteria om te bepalen of een onderneming klein, middelgroot, of groot is, zijn in ons land vastgelegd in de wetsartikelen 2:396 en 2:397 BW als afgeleide van de Vierde EG-richtlijn. 1.2 Beursgenoteerde ondernemingen 1.2.1 IFRS IFRS, zoals aanvaard binnen de Europese Unie, is middels een Europese Verordening vanaf het boekjaar 2005 verplicht gesteld voor de geconsolideerde jaarrekening van beursgenoteerde ondernemingen. IFRS heeft ondermeer als uitgangspunt de internationale vergelijkbaarheid van deze ondernemingen ten behoeve van een efficiente kapitaalmarkt te vergroten. IFRS heeft veel transparantie opgeleverd en heeft geleid tot een toename van te publiceren gegevens. De verwachting is dat dit een gewenningsproces zal zijn en dat de extra informatie over een aantal jaren zal worden gewaardeerd. IFRS wordt gezien als een verslaggevingsstandaard van hoge kwaliteit. In het algemeen wordt geconcludeerd dat IFRS heeft geleid tot een betere vergelijkbaarheid. Het NIVRA onderschrijft de consistente toepassing van IFRS door beursgenoteerde ondernemingen. Wel dient te worden gewaakt voor een te hoge complexiteit van de IFRS-verslaggevingsregels, die mogelijkerwijs ten koste zal gaan van een eenduidige toepassing en het praktische nut en kan leiden tot onjuiste interpretaties door opstellers, controleurs en gebruikers. 1.2.2 Convergentie van IFRS en US-GAAP Door de beoogde convergentie van IFRS en US GAAP kan één wereldwijde standaard ontstaan ofwel twee standaarden die nauw op elkaar aansluiten. Dit convergentieproces acht het NIVRA een goede ontwikkeling, waarbij echter gewaakt moet worden voor het risico van het meer en meer rules-based maken van de IFRSstandaarden. 1.2.3 IFRS-interpretaties Europese afwijkingen (carve-outs) of interpretaties zijn ongewenst en doen afbreuk aan het mondiale karakter van IFRS. Nederland dient via de EU en via de EFRAG betrokken te zijn bij de implementatie van IFRSstandaarden. Het is een goede zaak dat de EU haar invloed doet gelden bij het opstellen en het aanpassen van de standaarden teneinde mogelijke afwijkingen achteraf te voorkomen. 2

De IASB is de standard setter en zal dan ook (via IFRIC) de belangrijke interpretaties moeten uitvoeren. Een Nederlands/ Europees verzamelpunt van opspelende IFRS-issues is wenselijk, maar meer dan een verzamelpunt als discussieforum en ondersteuning van IFRIC zou dit niet mogen zijn. Het NIVRA onderschrijft de samenwerking tussen de IASB en de nationale standard setters, zoals de Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ). De RJ dient als Nederlandse standard setter typisch Nederlandse IFRS-issues uit te werken en deze, zonodig na consultatie in EU-verband, voor te leggen aan de IASB of IFRIC. Het NIVRA wil intensief betrokken blijven bij het geven van commentaar op internationale (IFRS) en Europese verslaggevingsstandaarden (IFRS-endorsement en EG-Richtlijnen), aangezien Nederlandse ondernemingen steeds sneller de effecten van deze standaarden zullen ondervinden. Door namens Nederland te participeren in diverse internationale projectgroepen kan de RJ specifieke Nederlandse kwesties bespreekbaar maken en mede oplossen. De AFM is toezichthouder op de financiële verslaggeving van Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen. Daarnaast kunnen door de AFM of belanghebbenden procedures worden gestart bij de Ondernemingskamer (OK). Uitspraken van de OK over de toepassing van IFRS kunnen mogelijk tot Nederlandse interpretaties van IFRS leiden. Op dit moment is CESR het platform binnen de EU voor alle toezichthouders, waarbij ook casuïstiek wordt besproken. CESR zou voor wat betreft de interpretatie van IFRS samenwerking moeten zoeken met IFRIC. 1.3 (Middel)grote niet-beursgenoteerde ondernemingen Er zijn vier tendensen waarneembaar die bijdragen aan een toenemende behoefte aan internationaal vergelijkbare jaarrekeningen van niet-beursgenoteerde (middel)grote ondernemingen: 1) ondernemingen gaan steeds meer internationaal handelen, op dit moment is dit met name binnen de Europese Unie waarneembaar, waardoor zowel aan de kant van de onderneming (uit concurrentieoogpunt) als aan de kant van de overige belanghebbenden een grotere behoefte ontstaat aan vergelijkbare informatie; 2) fusies en overnames, ook in het segment van de hier bedoelde ondernemingen, vinden in toenemende mate over de grens plaats; 3) de kapitaalmarkt maakt mede als gevolg van Basel II een internationaliseringsslag, waardoor de vraag naar vergelijkbare informatie door de banken wordt versterkt. 4) Een niet onbelangrijk aantal nieuwe EU-lidstaten zal aansluiting zoeken bij IFRS wegens het ontbreken van een kwalitatief vergelijkbaar lokaal verslaggevingsstelsel. Een en ander zal er naar verwachting toe leiden dat ook bij deze groep ondernemingen op lange termijn de vraag naar internationale verslaggevingsregels toeneemt. Op dit moment passen al een aantal niet-beursgenoteerde Nederlandse ondernemingen vrijwillig (full) IFRS toe, met name omdat dit beter aansluit op het internationale karakter van de onderneming. Daarnaast wordt er door de IASB gewerkt aan een lichtere versie van IFRS, IFRS voor Small and Medium-sized Entities (IFRS SME). Gewaakt moet worden voor de begripsverwarring die hier kan ontstaan; SME dient niet gelijk te worden gesteld aan de in Nederland gebruikelijke afkorting mkb (midden- en kleinbedrijf). SME omvat de groep nietbeursgenoteerde ondernemingen, waaronder ook de (middel)grote ondernemingen vallen. Volgens de definitie van de IASB is IFRS SME niet van toepassing op publicly accountable-ondernemingen, waaronder naast beursvennootschappen ook overige niet-beursgenoteerde ondernemingen worden verstaan, die zich laten kenmerken door een groot aantal belanghebbenden, die een direct of indirect financieel of maatschappelijk belang in de onderneming hebben. 1.3.1 (Full) IFRS Voor niet-beursgenoteerde ondernemingen lijkt (full) IFRS te zwaar, mede door de vereiste zeer uitgebreide toelichting zijn de kosten om een IFRS-jaarrekening op te stellen aanzienlijk hoger dan een Dutch GAAPjaarrekening. IFRS levert weliswaar veel extra informatie op, maar deze informatie is vooral van belang voor de kapitaalmarkt. Bovendien dienen de belangen van de publieke (anonieme) beleggers in beursgenoteerde ondernemingen te worden beschermd, temeer daar de jaarrekening en tussentijdse berichtgeving van ondernemingen vaak hun enige bron van informatievoorziening vormen. Uit efficiencyoverwegingen (kosten en nut) acht het NIVRA het niet zinvol (full) IFRS voor de niet-beursgenoteerde onderneming verplicht te stellen. 3

1.3.2 IFRS SME Het NIVRA ziet de voordelen van een internationale verslaggevingsstandaard met IFRS als basis ten opzichte van het huidige stelsel van financiële verslaggeving binnen de EU, dat gebaseerd is op de Vierde en Zevende EG-Richtlijn. Het huidige systeem leidt niet tot de gewenste harmonisatie, maar tot een lappendeken van verslaggevingsstelsels binnen de EU. De belangrijkste voorwaarde voor een op IFRS gebaseerd verslaggevingsstelsel is wel dat de juiste vereenvoudigingen zijn doorgevoerd. De door Europese stakeholders geuite kritiek op IFRS SME naar aanleiding van een SME-discussion paper in 2005 dient door de IASB nadrukkelijk in acht te worden genomen bij het opstellen van IFRS SME standaarden. Indien IFRS SME vanuit kosten-baten oogpunt in evenwicht is, zou dit verslaggevingsstelsel kunnen worden toegestaan of zelfs worden voorgeschreven binnen de EU voor de niet-beursgenoteerde ondernemingen. Er zullen alsdan uiteindelijk geen voordelen meer verbonden zijn aan het in stand houden van Dutch GAAP, zoals vastgelegd in titel 9 Boek 2 BW en in de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving. 1.3.3 RJ en Dutch GAAP De Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) ziet volgens haar strategienota voor zichzelf een belangrijke rol weggelegd bij het bevorderen van de kwaliteit van de jaarverslaggeving, met daarbij twee hoofddoelstellingen: het opstellen van richtlijnen voor niet-beursgenoteerde ondernemingen, waaronder advisering inzake de Nederlandse wetgeving betreffende de jaarrekening, en een hoge mate van betrokkenheid bij de totstandkoming van IFRS. De RJ zal niet zelf interpretaties van IFRS uitvaardigen, maar zal wel als een linking pin naar IFRIC kunnen fungeren. De huidige tripartiete structuur van de RJ biedt naar de mening van de RJ ook voor de toekomst de beste waarborgen voor een zo goed mogelijke naleving van de richtlijnen. Het NIVRA onderschrijft deze uitgangspunten en ziet de RJ als standard setter van Nederlandse verslaggevingrichtlijnen, die nadere invulling geeft aan de in het maatschappelijk verkeer algemeen aanvaardbare normen voor financiële verslaggeving volgens artikel 2:362 lid 1 BW. Gezien de hiervoor gemaakte opmerkingen over IFRS SME (internationalisering van ondernemingen, één EUbreed verslaggevingsstelsel) en het feit dat IFRS een belangrijke bron van input vormt bij de totstandkoming van RJ-richtlijnen zal onder voorwaarden naar de mening van het NIVRA op termijn steeds minder behoefte bestaan aan een apart Dutch GAAP-verslaggevingsstelsel. Belangrijke randvoorwaarden voor deze ontwikkeling zijn de mate van eenvoud, de geringe kosten van invoering en de mate van acceptatie binnen de EU van IFRS SME. Indien niet aan deze voorwaarden wordt voldaan, voorziet het NIVRA een continuering van de rol van de RJ. 1.4 Kleine ondernemingen De praktijk wijst uit dat de opstelling van jaarrekeningen bij kleine ondernemingen in veel gevallen sterk fiscaal gedreven is. Veelal is bij kleine ondernemingen sprake van een aandeelhouder-directeur, die volledig op de hoogte is van de gang van zaken binnen de onderneming en aldus geen of weinig behoefte heeft aan andere dan fiscale waarderingsgrondslagen. Daarnaast is de bankier als belangrijkste kredietverstrekker geïnteresseerd in de financiële positie van de onderneming, met name in het kasstroomgenererende vermogen van de onderneming en de waarde van de verstrekte zekerheden, zowel door de rechtspersoon als door de directeur-aandeelhouder in privé. Het nut van een jaarrekening op basis van niet-fiscale grondslagen is in het algemeen beperkt, temeer daar de kleine rechtspersoon niet controleplichtig is en de waarde van de onderneming sterk afhankelijk is van de kwaliteiten van de ondernemer-eigenaar. Voorts zou een op basis van fiscale grondslagen bepaalde eigen vermogenpositie in ieder geval een minimumpositie moeten geven. 1.4.1 Fiscale waarderingsgrondslagen Naar verwachting zullen toekomstige wetswijzigingen het mogelijk maken de (commerciële, vennootschapsrechtelijke) jaarrekening van kleine ondernemingen uitsluitend op fiscale grondslagen te baseren. Deze zogenoemde samenval van een fiscale en commerciële jaarrekening acht het NIVRA, mede gezien de hiervoor genoemde kenmerken van een kleine onderneming, maar ook uit het oogpunt van administratieve lastenverlichting wenselijk. Uiteraard zal het opmaken van een uitgebreidere commerciële jaarrekening als optie voor de kleine onderneming moeten worden gehandhaafd, indien daaraan behoefte bestaat of door bijvoorbeeld een financier zou worden geëist. 4

2. Het getrouwe beeld van de jaarrekening Getrouw wil in het algemeen zeggen in overeenstemming met de werkelijkheid. Feiten, omstandigheden en transacties dienen in de jaarrekening te worden verwerkt volgens normen die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd. Algemeen aanvaarde verslaggevingsstelsels, zoals bijvoorbeeld IFRS, vormen conventies die bijdragen aan de totstandkoming van het getrouwe beeld. Het toepassen van een algemeen aanvaard stelsel van financiële verslaggeving houdt niet automatisch in dat voldoende informatie wordt gegeven die van belang is voor de door de gebruikers van jaarrekeningen te nemen economische beslissingen. Bedacht dient te worden dat transacties en gebeurtenissen in overeenstemming met hun wezen en de economische realiteit dienen te worden weergegeven. Voorts zullen de ondernemingsleiding en de accountant op basis van professionele oordeelsvorming moeten nagaan welke eventuele informatie, aanvullend op de regels van het toegepaste verslaggevingsstelsel, in de jaarrekening dient te worden opgenomen ten behoeve van het getrouwe beeld dat de jaarrekening als geheel moet geven. Het NIVRA is derhalve voorstander van principle-based verslaggevingsstelsels, waarin ruimte is opgenomen voor professionele oordeelsvorming die niet ten koste van de vergelijkbaarheid mag gaan. Gewaakt moet worden voor te complexe verslaggevingsregels die afbreuk doen aan een eenduidige toepassing, waardoor het praktische nut ervan verloren kan gaan. De in jaarrekeningen opgenomen informatie zal in ieder geval aan een aantal basiskenmerken van kwaliteit, zoals begrijpelijkheid, relevantie, betrouwbaarheid en vergelijkbaarheid dienen te voldoen. 3. Verslaggevingsregels moeten leiden tot controleerbare informatie Vanuit de auditdiscipline zal er voortdurend aandacht zijn voor de objectieve controleerbaarheidstoets (suitable criteria) van nieuwe verslaggevingsregels. Het NIVRA volgt een proactieve benadering van de auditaspecten naar aanleiding van ontwikkelingen op verslaggevingsgebied. Als een verslaggevingsstelsel tot oncontroleerbare informatie leidt betekent dit onzekerheden en mogelijk verhinderingen in de controle, waardoor het getrouwe beeld wordt aangetast. Als voorbeeld kan worden genoemd de waardering van jaarrekeningposten tegen reële waarde (fair value) in situaties waar de accountant deze niet kan toetsen aan frequente marktnoteringen. In deze situaties zal de accountant met andere deskundigen samenwerken, zoals taxateurs en actuarissen, om de objectiviteit van waarderingen te bevorderen, mede op basis van een eigen beoordeling. Van visie naar actie Hierna worden in hoofdlijnen de door het NIVRA te ondernemen activiteiten op het gebied van de externe verslaggeving weergegeven. 1. De consistente en eenduidige toepassing van IFRS door beursgenoteerde ondernemingen en andere vrijwillige toepassers bevorderen, zowel in nationaal als in internationaal verband middels overleg met accountantsorganisaties en overleg binnen de FEE (Fédération des Experts comptables Europeéns). 2. Voorlichting geven aan leden en overige belangstellenden over ontwikkelingen op verslaggevingsgebied, waaronder ontwerpen en interpretaties. 3. Via de FEE en de controleursdelegatie van de RJ commentaar geven op discussion papers, exposure drafts en interpretaties inzake IFRS met als doel de totstandkoming van eenduidige, praktisch toepasbare en principle-based verslaggevingsregels te bewerkstelligen. 4. Lokale (Nederlandse) IFRS-verslaggevingsissues bij de RJ aandragen en bevorderen dat de RJ, zonodig na afstemming met de IASB, hiervoor oplossingen aandraagt. 5. De ontwikkelingen terzake van IFRS SME nauwgezet volgen en zonodig hierop anticiperen, waarbij via de RJ, de EFRAG en de FEE dusdanig commentaar op discussion papers en exposure drafts zal worden gegeven om deze geschikt te maken voor toepassing door Nederlandse niet-beursgenoteerde (middel)grote ondernemingen. 6. Het middels commentaren en in samenwerking met de controleursdelegatie van de RJ bevorderen dat aanpassingen in de RJ zoveel mogelijk aansluiten op IFRS SME met dien verstande dat gelet op de doelgroep van (middel)grote ondernemingen de noodzakelijke vereenvoudigingen worden aangebracht. 7. Het ondersteunen en betrokken blijven bij de samenval van de fiscale en commerciële jaarrekening van de kleine onderneming. 8. Bij de beoordeling en becommentariëring van nieuwe of gewijzigde verslaggevingsregels en/of interpretaties nadrukkelijk aandacht besteden aan het aspect controleerbaarheid. 5

Koninklijk NIVRA, februari 2007