Ontwerp. VERORDENING (EU) nr. /.. VAN DE COMMISSIE

Vergelijkbare documenten
Publicatieblad van de Europese Unie L 335/43

Ontwerp. VERORDENING (EU) nr. / VAN DE COMMISSIE

Publicatieblad van de Europese Unie L 93/17

L 335/36 Publicatieblad van de Europese Unie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. ONTWERP-VERORDENING (EG) Nr.../.. VAN DE COMMISSIE. van

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

L 129/52 Publicatieblad van de Europese Unie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

ONTWERPVERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van XXX

ONTWERP. VERORDENING (EU) nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

NL COMP/D2/HT1221 NL NL

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

Verklaringen voor de Raadsnotulen

A8-0062/ AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie vervoer en toerisme. Verslag

(Voor de EER relevante tekst)

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 19 november 2012 (21.11) (OR. en) 16449/12 AGRILEG 170

VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van XXX

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

COMMISSION DELEGATED REGULATION (EU) No /.. of

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst)

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument D011014/02

Nr. 2018/775 (PB L 131 van , blz. 8)

Raad van de Europese Unie Brussel, 20 oktober 2014 (OR. en)

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Mededingingsrecht bij licentiecontracten: a devil in disguise or a girl s next best FRAND? Joost Fanoy BK seminar 3 oktober 2013

L 302/28 Publicatieblad van de Europese Unie

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument D015695/01.

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

14292/18 JVB/srl/sht LIFE.2.A

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

L 162/20 Publicatieblad van de Europese Unie

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE. van XXX. betreffende toegang tot een elementaire betaalrekening. (Voor de EER relevante tekst)

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een

Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

2010-Crash course mededingingsrecht

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Ontwerp. VERORDENING (EG) Nr. /2005 VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/9 VAN DE COMMISSIE

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 juli 2011 (OR. en) 13263/11 CONSOM 133

Publicatieblad van de Europese Unie L 357/3

6850/08 AL/mg DG C I

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0062/

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Raad van de Europese Unie Brussel, 6 juli 2017 (OR. en)

7566/17 eer/gys/sl 1 DGG 3B

L 73/12 Publicatieblad van de Europese Unie

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst)

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

EUROPEES PARLEME T EUROPESE U IE 97/0155 (COD) PE-CO S 3608/99 C4-0172/99 ECO 106 UD 43 CODEC 147

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

Ontwerp. VERORDENING (EG) Nr. /2008 VAN DE COMMISSIE

Publicatieblad van de Europese Unie L 326/3

Mededinging in de zorg. Mr. N. van den Burg 6 oktober 2011

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 maart 2002 (18.03) (OR. fr) 7244/02. Interinstitutioneel dossier: 2002/0068 (ACC) LIMITE UD 17

Ja (de activiteiten richten zich hoofdzakelijk op het leveren van goederen)

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

De verhouding tussen Richtlijn 2001/95/EG en de Verordening betreffende wederzijdse erkenning

Voor de delegaties gaat hierbij de ontwerp-verordening zoals deze er na de vergadering van de Groep visa van 20 februari 2003 uitziet.

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

GEDELEGEERDE RICHTLIJN../ /EU VAN DE COMMISSIE. van

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Publicatieblad van de Europese Unie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 9 juni 2008 (12.06) (OR. fr) 10351/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0108 (CNS) AGRIORG 52

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

(Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSRICHTLIJN 2014/97/EU VAN DE COMMISSIE

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

12848/1/18 REV 1 CS/srl/sht ECOMP.2.B

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Transcriptie:

NL NL NL

EUROPESE COMMISSIE Brussel, xxx C(20..) yyy definitief Ontwerp VERORDENING (EU) nr. /.. VAN DE COMMISSIE van [ ] betreffende de toepassing van artikel 101, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op groepen specialisatieovereenkomsten (Voor de EER relevante tekst) NL NL

Ontwerp VERORDENING (EU) nr. /.. VAN DE COMMISSIE van [ ] betreffende de toepassing van artikel 101, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op groepen specialisatieovereenkomsten (Voor de EER relevante tekst) DE EUROPESE COMMISSIE, Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, Gelet op Verordening (EEG) nr. 2821/71 van de Raad van 20 december 1971 betreffende de toepassing van artikel 85, lid 3, van het Verdrag op groepen van overeenkomsten, besluiten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen 1, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag 2, en met name op artikel 40, Na bekendmaking van de ontwerpverordening, Na raadpleging van het Adviescomité voor mededingingsregelingen en economische machtsposities, Overwegende hetgeen volgt: (1) Verordening (EEG) nr. 2821/71 kent de Commissie de bevoegdheid toe artikel 101, lid 3, van het Verdrag (voorheen artikel 81, lid 3 en voordien artikel 85, lid 3, van het EG- Verdrag) bij verordening toe te passen op bepaalde groepen van overeenkomsten, besluiten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen die onder toepassing van artikel 101, lid 1, van het Verdrag, vallen en die betrekking hebben op specialisatie, met inbegrip van de overeenkomsten die nodig zijn voor de verwezenlijking daarvan. (2) Op grond van Verordening (EEG) nr. 2821/71 heeft de Commissie met name Verordening (EG) nr. 2658/2000 van 29 november 2000 vastgesteld betreffende de toepassing van artikel 81, lid 3, van het Verdrag, op groepen specialisatieovereenkomsten 3. Verordening (EG) nr. 2658/2000 verstrijkt op 31 december 2010. (3) Een nieuwe verordening dient aan twee vereisten te voldoen: zij moet een daadwerkelijke bescherming van de mededinging waarborgen en zij moet de ondernemingen voldoende rechtszekerheid verschaffen. Bij het nastreven van deze 1 2 3 PB L 285 van 29.12.1971, blz. 46. PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1. PB L 304 van 5.12.2000, blz. 3. NL 2 NL

doelstellingen moet zoveel mogelijk rekening worden gehouden met de noodzaak het administratieve toezicht en de wetgeving te vereenvoudigen. Beneden een bepaald niveau van marktmacht kan, voor de toepassing van artikel 101, lid 3, van het Verdrag over het algemeen worden aangenomen dat de positieve effecten van specialisatieovereenkomsten zullen opwegen tegen de mogelijke negatieve effecten voor de mededinging. (4) Het is voor de toepassing van artikel 101, lid 3, van het Verdrag bij verordening niet noodzakelijk de overeenkomsten die onder artikel 101, lid 1, van het Verdrag kunnen vallen, te omschrijven. Bij de individuele beoordeling van overeenkomsten op grond van artikel 101, lid 1, van het Verdrag dient rekening te worden gehouden met verschillende factoren, in het bijzonder met de structuur van de relevante markt. (5) De groepsvrijstelling dient slechts van toepassing te zijn op overeenkomsten waarvan met voldoende zekerheid kan worden aangenomen dat zij aan de voorwaarden van artikel 101, lid 3, van het Verdrag voldoen. (6) Overeenkomsten betreffende specialisatie bij productie dragen het meest tot de verbetering van de productie of distributie van goederen bij indien de partijen complementaire vaardigheden, activa of activiteiten hebben, omdat zij zich op de vervaardiging van bepaalde producten kunnen toeleggen en daardoor efficiënter kunnen werken en de producten goedkoper kunnen aanbieden. Hetzelfde geldt over het algemeen voor overeenkomsten betreffende specialisatie bij de voorbereiding van diensten. Bij daadwerkelijke mededinging is het waarschijnlijk dat een billijk aandeel in de hieruit voortvloeiende voordelen de gebruikers ten goede komt. (7) Dergelijke voordelen kunnen ook voortvloeien uit overeenkomsten waarbij één partij volledig of gedeeltelijk van de vervaardiging van bepaalde producten of de voorbereiding van bepaalde diensten afziet ten gunste van een andere partij ("eenzijdige specialisatie"), uit overeenkomsten waarbij elke partij volledig of gedeeltelijk van de vervaardiging van bepaalde producten of de voorbereiding van bepaalde diensten afziet ten gunste van een andere partij ("wederkerige specialisatie"), en uit overeenkomsten waarbij de partijen zich ertoe verbinden gezamenlijk bepaalde producten te vervaardigen of bepaalde diensten voor te bereiden ("gezamenlijke productie"). (8) De toepassing van de onderhavige verordening op overeenkomsten inzake eenzijdige en wederkerige specialisatie dient te worden beperkt tot overeenkomsten tussen partijen die op dezelfde productmarkt of markten actief zijn. Overeenkomsten inzake gezamenlijke productie dienen onder de toepassing van deze verordening te vallen, ongeacht of de partijen reeds op dezelfde productmarkt of markten actief zijn. De groepsvrijstelling dient ook te gelden voor bepalingen in specialisatieovereenkomsten die verband houden met de toekenning of licentiëring van intellectueleeigendomsrechten aan een of meer partijen, op voorwaarde dat deze bepalingen niet het voornaamste onderwerp van die overeenkomsten vormen, maar daarmee rechtstreeks verband houden en noodzakelijk zijn voor de tenuitvoerlegging ervan, evenals voor bepaalde daarmee samenhangende afname- en afzetregelingen. (9) Om ervoor te zorgen dat de voordelen van de specialisatie worden verwezenlijkt zonder dat een van de partijen de downstream van de productie gelegen markt verlaat, dienen overeenkomsten betreffende eenzijdige en wederkerige specialisatie slechts NL 3 NL

onder deze verordening te vallen indien zij in leverings- en afnameverplichtingen of gezamenlijke distributie voorzien. Leverings- en afnameverplichtingen kunnen, maar behoeven geen exclusief karakter te hebben. (10) Wanneer het aandeel van de partijen op de relevante markt voor de producten waarop de specialisatieovereenkomst zoals omschreven in deze verordening betrekking heeft niet meer dan 20% bedraagt, kan worden aangenomen dat een dergelijke overeenkomst over het algemeen economische voordelen in de vorm van schaal- of toepassingsvoordelen of betere productietechnologieën zal opleveren, waarbij een billijk aandeel in de daaruit voortvloeiende voordelen de gebruikers ten goede komt. Wanneer de producten waarop de specialisatieovereenkomst betrekking heeft echter intermediaire producten zijn die door een of meer partijen volledig of gedeeltelijk intern worden gebruikt voor de vervaardiging van downstreamproducten die door deze partijen op de commerciële markt worden verkocht, dan mag het aandeel van de partijen op de relevante commerciële markt voor de downstreamproducten eveneens niet meer dan 20% bedragen om afscherming van de input te voorkomen. Er kan echter niet van worden uitgegaan dat specialisatieovereenkomsten hetzij onder artikel 101, lid 1, van het Verdrag vallen, hetzij niet aan de voorwaarden van artikel 101, lid 3, van het Verdrag voldoen indien de marktaandeeldrempel die in deze verordening is vastgesteld wordt overschreden. In een dergelijk geval moet een individuele beoordeling van de specialisatieovereenkomst plaatsvinden overeenkomstig artikel 101 van het Verdrag. (11) Deze verordening mag geen vrijstelling verlenen voor overeenkomsten die beperkingen bevatten welke niet noodzakelijk zijn om voornoemde gunstige effecten te bereiken. Bepaalde ernstige beperkingen van de mededinging betreffende de vaststelling van aan derden berekende prijzen, de beperking van de productie of verkoop en de toewijzing van markten of klanten, dienen, ongeacht het marktaandeel van de partijen, in beginsel van de in de onderhavige verordening vervatte groepsvrijstelling te worden uitgesloten. (12) De marktaandeeldrempel, de uitsluiting van bepaalde overeenkomsten en de in deze verordening vervatte voorwaarden garanderen over het algemeen dat de overeenkomsten waarvoor de groepsvrijstelling geldt, de partijen niet de mogelijkheid geven voor een wezenlijk deel van de betrokken producten of diensten de mededinging uit te schakelen. (13) De Commissie kan de bij deze verordening verleende vrijstelling overeenkomstig artikel 29, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag, intrekken wanneer zij in een bepaald geval van oordeel is dat een overeenkomst waarop de in artikel 2 bedoelde vrijstelling van toepassing is, niettemin gevolgen heeft die onverenigbaar zijn met artikel 101, lid 3, van het Verdrag. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer de relevante markt of markten met name wegens de individuele marktposities van andere marktdeelnemers of de betrekkingen tussen andere marktdeelnemers op basis van parallelle specialisatieovereenkomsten, sterk geconcentreerd zijn en er nauwelijks concurrentie is. (14) Artikel 29, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad machtigt de bevoegde mededingingsautoriteit van een lidstaat de bij deze verordening verleende groepsvrijstelling op haar grondgebied of een deel daarvan in te trekken wanneer zij in een bepaald geval van oordeel is dat een overeenkomst waarop de in artikel 2 bedoelde NL 4 NL

vrijstelling van toepassing is, op het grondgebied of op een gedeelte van het grondgebied van die lidstaat dat alle kenmerken van een afzonderlijke geografische markt vertoont, gevolgen heeft die onverenigbaar zijn met artikel 101, lid 3, van het Verdrag. (15) Om het sluiten van specialisatieovereenkomsten, die consequenties voor de structuur van de partijen kunnen hebben, te vergemakkelijken, dient de geldigheidsduur van deze verordening op twaalf jaar te worden vastgesteld. (16) Deze verordening laat de toepassing van artikel 102 van het Verdrag onverlet, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 Definities Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: 1. "Overeenkomst": een overeenkomst, een besluit van een ondernemersvereniging of onderling afgestemde feitelijke gedraging. 2. "Partijen": de ondernemingen die partij bij de overeenkomst zijn en de respectievelijk daarmee verbonden ondernemingen. 3. "Verbonden ondernemingen": a) ondernemingen waarin een partij bij de overeenkomst direct of indirect: i) de bevoegdheid heeft om meer dan de helft van de stemrechten uit te oefenen; ii) iii) de bevoegdheid heeft om meer dan de helft van de leden van de raad van toezicht, van de raad van bestuur of van de krachtens de wet tot vertegenwoordiging bevoegde organen te benoemen; of het recht heeft de zaken van de onderneming te beheren; b) ondernemingen die ten aanzien van een partij bij de overeenkomst direct of indirect over de onder a) bedoelde rechten of bevoegdheden beschikken; c) ondernemingen waarin een onderneming als bedoeld onder b) rechtstreeks of middellijk over de onder a) bedoelde rechten of bevoegdheden beschikt; d) ondernemingen waarin één partij bij de overeenkomst gezamenlijk met één of meer van de ondernemingen als bedoeld onder a), b) of c), of waarin twee of meer van de laatstgenoemde ondernemingen gezamenlijk over de onder a) bedoelde rechten of bevoegdheden beschikken; e) ondernemingen waarin over de onder a) vermelde rechten of bevoegdheden gezamenlijk wordt beschikt door: NL 5 NL

i) partijen bij de overeenkomst of de respectieve daarmee verbonden ondernemingen zoals bedoeld onder a), b), c) en d); of (ii) één of meer van de partijen bij de overeenkomst of één of meer van de daarmee verbonden ondernemingen als bedoeld onder a), b), c) of d) en één of meer derde partijen. 4. "Product": een goed en/of een dienst, daaronder begrepen zowel intermediaire goederen en/of diensten als eindgoederen en/of einddiensten, met uitzondering van diensten op het gebied van distributie en verhuur. 5. "Vervaardiging": de vervaardiging van goederen of de voorbereiding van diensten, met inbegrip van vervaardiging door middel van uitbesteding. 6. "Voorbereiding van diensten": de activiteiten die aan de verrichting van diensten voor de klanten voorafgaan. 7. "Relevante markt": de relevante productmarkt(en) en de relevante geografische markt(en) waartoe de producten waarop de specialisatieovereenkomst betrekking heeft behoren, en, ingeval de producten waarop de specialisatieovereenkomst betrekking heeft intermediaire producten zijn die een of meer partijen volledig of gedeeltelijk intern gebruiken voor de vervaardiging van downstreamproducten, de relevante productmarkt(en) en de relevante geografische markt(en) waartoe de downstreamproducten behoren. 8. "Specialisatieproducten": de producten waarop de specialisatieovereenkomst betrekking heeft. 9. "Downstreamproducten": de producten waarvoor de specialisatieproducten door een of meer partijen als input worden gebruikt en die door deze partijen op de commerciële markt worden verkocht. 10. "Concurrerende onderneming": een daadwerkelijke of potentiële concurrent. 11. "Daadwerkelijke concurrent": een onderneming die actief is op dezelfde relevante markt. 12. "Potentiële concurrent": een onderneming die, op grond van realistische overwegingen en niet louter als theoretische mogelijkheid, in geval van een geringe maar duurzame verhoging van de relatieve prijzen wellicht binnen een termijn van ten hoogste drie jaar de vereiste extra investeringen zou doen of andere noodzakelijke omschakelingskosten zou maken om de relevante markt te betreden. 13. "Exclusieve leveringsverplichting": de verplichting het product waarop de specialisatieovereenkomst betrekking heeft niet aan een concurrerende onderneming te leveren die geen partij is bij de overeenkomst. 14. "Exclusieve afnameverplichting": de verplichting het product waarop de specialisatieovereenkomst betrekking heeft uitsluitend van de partij af te nemen die zich ertoe verbindt het te leveren. 15. De distributie wordt "gezamenlijk" uitgevoerd wanneer de partijen: NL 6 NL

a) de producten via een gemeenschappelijk team, een gemeenschappelijke organisatie of een gemeenschappelijke onderneming distribueren; of b) een derde partij als distributeur aanstellen, al dan niet op basis van exclusiviteit, mits deze geen concurrerende onderneming is. 16. "Distributie" omvat de verrichting van diensten. Artikel 2 Vrijstelling 1. Overeenkomstig artikel 101, lid 3, van het Verdrag en onverminderd de bepalingen van deze verordening wordt artikel 101, lid 1, van het Verdrag buiten toepassing verklaard voor de volgende overeenkomsten tussen twee of meer partijen die betrekking hebben op de voorwaarden waaronder deze partijen zich in de vervaardiging van producten specialiseren (hierna "specialisatieovereenkomsten" genoemd): a) eenzijdige specialisatieovereenkomsten tussen twee partijen die actief zijn op dezelfde productmarkt of -markten, waarbij één partij zich ertoe verbindt de vervaardiging van bepaalde producten volledig of gedeeltelijk te beëindigen dan wel niet tot de vervaardiging van deze producten over te gaan doch deze van de andere partijen te kopen, die zich ertoe verbinden deze producten te vervaardigen en te leveren; of b) wederkerige specialisatieovereenkomsten tussen twee of meer partijen die actief zijn op dezelfde productmarkt of -markten, waarbij twee of meer partijen zich er op basis van wederkerigheid toe verbinden de vervaardiging van bepaalde, doch verschillende producten volledig of gedeeltelijk te beëindigen dan wel niet tot de vervaardiging daarvan over te gaan doch deze van de andere partijen te kopen, die zich ertoe verbinden deze te vervaardigen en te leveren; of c) gezamenlijke productieovereenkomsten, waarbij twee of meer partijen zich ertoe verbinden bepaalde producten gezamenlijk te vervaardigen. Deze vrijstelling is van toepassing voorzover deze specialisatieovereenkomsten beperkingen van de mededinging inhouden die onder artikel 101, lid 1, van het Verdrag vallen. 2. De in lid 1 bedoelde vrijstelling is ook van toepassing op specialisatieovereenkomsten die bepalingen bevatten betreffende de toekenning of licentiëring van intellectuele-eigendomsrechten aan een of meer partijen, op voorwaarde dat deze bepalingen niet het voornaamste onderwerp van deze overeenkomsten vormen, maar daarmee rechtstreeks verband houden en noodzakelijk zijn voor de tenuitvoerlegging ervan. 3. De in lid 1 bedoelde vrijstelling is ook van toepassing wanneer: a) de partijen in het kader van een specialisatieovereenkomst een exclusieve afname- en/of leveringsverplichting aanvaarden; of NL 7 NL

b) de partijen de producten waarop de specialisatieovereenkomst betrekking heeft niet onafhankelijk verkopen, maar in gezamenlijke distributie voorzien. Artikel 3 Marktaandeeldrempel De in artikel 2 bedoelde vrijstelling is van toepassing, op voorwaarde dat het gezamenlijke marktaandeel van de partijen op de relevante markt niet meer dan 20% bedraagt. Artikel 4 Hardcore beperkingen De in artikel 2 bedoelde vrijstelling is niet van toepassing op overeenkomsten die, als zodanig of in combinatie met andere factoren waarover de partijen controle hebben, direct of indirect tot doel hebben: a) de prijzen bij verkoop van de producten aan derden vast te stellen, met uitzondering van de vaststelling van prijzen die aan directe afnemers worden aangerekend in het kader van gezamenlijke distributie; b) de productie of de verkoop te beperken, met uitzondering van: bepalingen in het kader van eenzijdige of wederkerige specialisatieovereenkomsten, betreffende de overeengekomen hoeveelheid producten of de vaststelling, in het kader van een gezamenlijke productieovereenkomst, van de capaciteit en het productievolume; en de bepaling van verkoopdoelstellingen in het kader van gezamenlijke distributie; of c) de toewijzing van markten of klanten. Artikel 5 Toepassing van de marktaandeeldrempel 1. Voor de toepassing van de in artikel 3 vervatte marktaandeeldrempel gelden de volgende regels: a) het marktaandeel wordt berekend op grond van de waarde van de verkopen op de markt; ingeval geen gegevens betreffende de waarde van de verkopen op de markt beschikbaar zijn, kan voor de bepaling van het marktaandeel van de partijen gebruik worden gemaakt van ramingen die op andere betrouwbare marktinformatie, zoals de omvang van de verkopen op de markt, gebaseerd zijn; b) het marktaandeel wordt berekend op grond van gegevens die betrekking hebben op het voorafgaande kalenderjaar; NL 8 NL

c) het marktaandeel van de in artikel 1, punt 3, onder e), bedoelde ondernemingen wordt in gelijke delen toegerekend aan elke onderneming die over de in artikel 1, punt 3, onder a), genoemde rechten of bevoegdheden beschikt. 2. Wanneer het in artikel 3 bedoelde marktaandeel aanvankelijk niet meer dan 20% bedraagt, maar vervolgens boven dit niveau stijgt zonder de 25% te overschrijden, blijft de in artikel 2 bedoelde vrijstelling van toepassing gedurende twee opeenvolgende kalenderjaren volgende op het jaar waarin de grens van 20% voor het eerst is overschreden. 3. Wanneer het in artikel 3 bedoelde marktaandeel aanvankelijk niet meer dan 20% bedraagt, maar vervolgens de 25% overschrijdt, blijft de in artikel 2 bedoelde vrijstelling van toepassing gedurende één kalenderjaar volgende op het jaar waarin de grens van 25% voor het eerst is overschreden. 4. Het voordeel van de leden 2 en 3 mag niet zodanig worden gecombineerd dat dit tot een langere periode dan twee kalenderjaren zou leiden. Artikel 6 Overgangsperiode Het verbod van artikel 101, lid 1, van het Verdrag is gedurende de periode van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011 niet van toepassing op overeenkomsten die op 31 december 2010 reeds van kracht zijn en die niet aan de voorwaarden voor vrijstelling van deze verordening, maar wel aan de vrijstellingsvoorwaarden van Verordening (EEG) nr. 2658/2000, voldoen. Artikel 7 Geldigheidsduur Deze verordening treedt in werking op [ ] 2011. Zij vervalt op 31 december 2022. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, [...]. Voor de Commissie De Voorzitter José Manuel BARROSO NL 9 NL