Organisatiebouwstenen

Vergelijkbare documenten
Een Step 7 project aanmaken

Analoge waarden. 1 Basis PLC. Maximum niveau. Niveau-indicator Minimum niveau. Basis PLC. pagina 1 Hoofdstuk 9 : Analoge waarden

INHOUD. KHLim dep IWT MeRa 1/22

6 Programmastructuren

Communicatie. Basis PLC. pagina 1 Hoofdstuk 11: Communicatie. Basis PLC PG 720

Gegevensopslag in databouwstenen

Deel 2 S7 Graph Ont4 - GA3

3 Opbouw en karakteristieken van de PLC

Indirecte adressering

ELVA Security

Vervolg. Eerste blad niet afdrukken. Document eindigen op een even pagina.

Introductie : Simatic

Handleiding ISaGRAF. Wil men het programma bewaren, dan is het verstandig een back-up te maken: C9 Back-up / Restore

Logische bit-instructies

Intro S datum: onderwerp: door: aan: dinsdag 11 juni 2013 Introductie S onder TIA Portal Industrial Automation

Triggers en Acties gebruiken

Gegevensuitwisseling en communicatie

Labo-oefeningen Automatisatie (Experimentele fase)

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT DER TECHNISCHE NATUURKUNDE

Gebruiksaanwijzing ALFANET TEMPLOGGER 16x PT1000 Module

Hfdst. 4: PLC-sturingen ontwerpen gebaseerd op het functiediagram

Groep Automatisering KHLim Univ Campus gebouw B Diepenbeek

Getalformaten, timers en tellers

Gebruikershandleiding van de thermostaat

Syncro AS. Analoge Brandmeldcentrale. Gebruikershandleiding. Man V1.0NL

COPYRIGHT GARANTIEBEPERKINGEN

Ontvanger met GSM-transmissie GSM 700

SI-Profinet. Unidrive M700 en Siemens S7-300 PLC (Step 7)

Om een PLC te kunnen programmeren is het belangrijk te weten hoe de PLC het programma verwerkt. (Zie 2.4 blz. 35-)

Beknopte handleiding NF3000 INHOUDSOPGAVE

11 Programmeren van elektrische schakelingen

MD741 GASDETECTIECENTRALE MET 1 ZONE

Gebruiksaanwijzing LMS Controller 8x Digitaal-in Module t.b.v. ALFANET

Programmeerapparaat Tebis TX100

NIEUWIGHEDEN BEHEER VASTE ACTIVA 3.1

FP400-serie. Klassieke microprocessorgestuurde brandmeld- en detectiepanelen. Gebruikershandleiding

VDH doc Versie: v1.0 Datum: Software: ALFA75-MTT File: Do WPD Bereik: 0,0/+80,0 C per 0,1 C

Configuratie programma tbv. MJK Instrumentie

Welkom bij de S / ET200SP failsafe workshop. Doel van deze oefeningen is om u een indruk te geven van de mogelijkheden van de S F-CPU.

NPS-16 Burenalarmeringssysteem

Applicatiesoftware Tebis

Installatiehandleiding

How To Do Alarmen op mbconnect24 V2

Registers & Adressering. F. Rubben, ing

Timer TI 100. Nederlandse Handleiding. w w w. b i t n e d e r l a n d. n l

GEBRUIKERSHANDLEIDING Voor de versie met interne server

VLT AutomationDrive FC 302 Integrated Motion Controller IMC

KNX INTEGRATIE MODULE int-knx-2_nl 03/15

SmartLoop Analoge brandmeldcentrale Gebruikershandleiding EN 54-2 EN 54-4

De programma-editor LAD FBD STL. 1 Basis PLC. Basis PLC. pagina 1 Hoofdstuk 3 : De programma editor

Pictogrammenuitleg. Aliro IP-toegangscontrole zonder complicaties.

Gedecentraliseerde I/O

K-Steel deuropenermodule 1156/10 met numeriek toetsenbord

Een interrupt is een hardwaremechanisme dat een extern apparaat in staat stelt om de CPU een signaal te sturen wanneer de I/O operatie voltooid is.

Galaxy Dimension TOUCHCENTER Handleiding gebruiker

Hfdst. 2: COMBINATORISCHE LOGICA

SI-Profinet. Unidrive M200-M400 en Siemens S PLC (TIA portal)

Gebruikershandleiding

VMB2BLE. Eigenschappen van de rolluikmodule VMB2BLE. (screenshots van velbuslink 8.19) By KRIS DAELMAN

9 Tijdsfuncties. 9.1 Voorstelling tijden

PROGRAMMEERBARE TEMPERATUUR DETECTOR TD-1_NL 07/11

Tim Mallezie Architectuur van besturingssystemen: Vraag A4.

Dubbel besparen met ASi-Safe

Eigenschappen en configuratie van de VMB8PBU, VMB6PBN en VMB2PB(A)N

Gebruikershandleiding

GEBRUIKSAANWIJZING HD Microprocessor Volledig vrij instelbare controller

HENKELMAN BV. Adres Veemarktkade 8 / D AE s-hertogenbosch Nederland. Postadres Postbus AE s-hertogenbosch Nederland

ADVISOR CD3401. Manager Handleiding. Software versie: vanaf V

InteGra Gebruikershandleiding 1

Syncro. Multi-loop Analoog adresseerbaar Brandmeldpaneel. Gebruikershandleiding. Issue 27 Feb fnv1.1. Product Manuals/Man-1057 Syncro User

Handleiding Lab Safety Monitor Versie 16 juli 2009

Het koppelen van de u-remote aan de AC500-eco via Modbus TCP. A quick start guide. Jaap Ruiten

Debietdetector/ -melder. bij pneumatisch transport. Bedrijfsinstructies. Neue Technik. und Vertrieb

Aanvulling op handleiding DMX controller, Nederlandstalig. Inhoudsopgave:

Railmonitor Slijtageanalyses

Het koppelen van een FC302 op Profibus met een Siemens PLC

Movicon 11. Visualisatie op VIPA Touch Screens Van de VIPA PLC: CPU315 & CPU313. F. Rubben Movicon 11 op VIPA Touch Screens 1

Handleiding Filtron. De reeks bewerkbare velden: Spoelduur (A) Spoelmodus (B) Handmatigeaccumulaties. De gewenste spoelduur per station

ES1 Project 1: Microcontrollers

ADVISOR CD 7201S1 CD 95/15001S1

IO-Link: de industriële communicatiestandaard. De basis van IO-Link

Gebruiksaanwijzing TTA /+150 C (1) VDH doc Versie: V1.1 Datum:

Pico Timer - Programmer EM

GEBRUIKSAANWIJZING PORTADIAL INTERFACE TYPE 5. Toepasbaar vanaf software versie: V1.4

Handleiding membraantoetsenbord & controller

2-KANAALS RF AFSTANDSBEDIENINGSSET

Applicatiesoftware Tebis

COPYRIGHT GARANTIEBEPERKINGEN

Draadloze Installatie Handleiding

Gebruikershandleiding GeoChaser Guard

Inhoudsopgave. Handleiding: MC v2.0a. Pagina - 1 -

Bouwbeschrijving UniSAI

Net2ParkingServer en Net2ParkingClient. Handleiding

Programmeerhandleiding Nelson Turf EZ Pro Jr. voor de types 8304, 8306, 8309, 8312, 8374, 8376, 8379, 8382

1103/2 Sinthesi lezermodule Proximity

Sigma CP K and Sigma CP T series

Data sheet. MJK Automation B.V. Castricummer Werf 144 NL-1901 RS Castricum Tel.: Fax:

UTA MultiBox. Handleiding

Technisch Bureau Nico Veeken. Industrial Air Filtration

Transcriptie:

Organisatiebouwstenen Operating system OB1 FC FB FB FC SFC SFB Andere OB's 1 pagina 1

Aanloop Voorstelling van de organisatiebouwstenen OB 100 OB 101 OB 102 Cyclische programmabewerking Periodieke programmabewerking Event-gestuurde programmabewerking OB 1 OB 10...17 (tijdinterrupts) OB 20...23 (vertragingsinterrupts) OB 80...87 (asynchrone fouten) OB 30...38 (cyclusinterrupts) OB 40...47 (procesinterrupts) OB 121, 122 (synchrone fouten) Interrupt-OB Fout-OB 2 We kunnen de cyclische programmabewerking met vaste tussenpozen onderbreken. In het geval van de cyclische interrupts wordt er een organisatie- bouwsteen OB30 tot OB37 bewerkt na verloop van een parametreerbare tijdbasis, bijvoorbeeld om de 100 ms. In deze bouwstenen worden bijvoorbeeld de regelbouwstenen opgeroepen. In het geval van de tijdinterrupts kunnen we bijvoorbeeld elke dag om 17 uur gegevens bewaren. Aanlooop Cyclische programma- bewerking Periodieke programmabewerking Event-gestuurde programmabewerking Na terugkeer van de spanning, na verandering van bedrijfsmodus met de bedrijfsmoduskeuzeschakelaar van de CPU, of op aanvraag van het programmeertoestel, voert het systeem een aanloopprogramma uit, alvorens met de cyclische programmabewerking te beginnen. Het systeem beschikt hiervoor over de bouwstenen OB100 tot OB102. Deze bouwstenen kunnen met name een default-parametrering van de communicatieverbindingen bevatten. Het programma dat voortdurend moet worden bewerkt, is in de organisatie- bouwsteen OB1 opgeslagen. Zodra de bewerking van het gebruikersprogramma in de OB1 is beëindigd, begint er een nieuwe cyclus met de actualisering van de procesregisters en met de bewerking van de eerste instructie in de OB1. De cyclustijd en de reactietijd van de installatie vloeit hieruit voort. De reactietijd bestaat uit de bewerkingstijd van het operating system van de CPU en het totaal van de uitvoeringstijden van alle bewerkte instructies. De reactietijd - dit wil zeggen: de snelheid waarmee een uitgang kan worden aangestuurd in functie van een ingangssignaal - is maximum twee keer zo lang als de cyclustijd. Om snel te reageren op een gebeurtenis in het proces, kunnen we gebruik maken van een hardware-interrupt. Zodra de gebeurtenis zich voordoet, wordt de cyclus onderbroken en wordt er een alarmprogramma bewerkt. Het vertragingsinterrupt reageert met een zekere vertraging op een gebeurtenis in het proces. Met de fout-ob's kunnen we het gewenste gedrag van de installatie definiëren, bijvoorbeeld in geval van een defect van de bufferbatterij. pagina 2

automatisch Warm restart manueel Aanloop-OB Hot restart (manueel) enkel voor S7-400 (overeenkomst. param. in Hardw. Config.): STOP -> RUN + WRST S7-300 / 400 S7-300 S7-400 De OB101 uitvoeren Voeding AAN STOP->RUN STOP->RUN + CRST De resterende cyclus bewerken Procesregisters en niet remanente M, T, C wissen Het PII wissen (parametreerbaar) De OB100 uitvoeren Uitgangen valideren Bewakingstijd restart overschreden? neen Uitgangen valideren ja STOP C Y C L U S PIQ naar uitgangsmodules kopiëren Het PII registreren De OB1 bewerken C Y C L U S Het PIQ registreren De OB1 bewerken PIQ naar uitgangsmodules kopiëren 3 Start Prioriteiten Aanloop Cold restart De organisatiebouwstenen worden alleen gestart door het operating system. Er bestaan verschillende start-events die aanleiding geven tot het starten van de overeenkomstige organisatiebouwstenen op verschillende bewerkingsniveaus van het programma. De organisatiebouwstenen kunnen een normaal besturingsprogramma bevatten, maar ook een declaratiegedeelte. De bewerking van een OB kan aan het einde van een instructie worden onderbroken door een gebeurtenis met hogere prioriteit (OB). De prioriteiten zijn ingedeeld van 1 tot 26, waarbij 1 de laagste en 26 de hoogste prioriteit vertegenwoordigt. OB's met dezelfde prioriteit onderbreken elkaar niet, maar worden één voor één gestart, in de volgorde waarin ze zich voordoen. Op de S7-300 bestaat de aanloopmodus "Warm restart", waarbij de procesregisters en de niet remanente timers, tellers en merkers worden gewist en waarbij de programmabewerking herbegint met de eerste instructie in de OB1. Op de S7-400 bestaat er ook een aanloopmodus "Hot restart", waarbij alle gegevens (merkers, timers, tellers, procesregisters) bewaard blijven en waarbij de programmabewerking wordt hernomen op de plaats waar deze werd onderbroken. De OB100 wordt bewerkt bij de start, de OB101 bij de restart. Op de CPU's 318-2 en 417-4 beschikken we over nog een ander soort aanloop: de "Cold Restart. Deze startmodus kan bij de parametrering van de CPU met de tool Hardware Configuration worden gedefinieerd als bijkomende aanloop-modus na een spanningsonderbreking. In dit geval worden alle merkers, timers, tellers en procesregisters gewist. De databouwstenen bewaren hun defaultwaarden en het programma wordt, na de bewerking van de aanloopbouwsteen OB102, hernomen bij de eerste instructie in de OB1. pagina 3

Onderbreking van het cyclische programma Bijv. OB82 (Prio. 26) = Bewerking van fouten. Bewerking in geval van draadbreuk op analoge ingang PIW352 Bijv. OB20 (Prio. 3) = Vertragingsalarm. De bewerking wordt gestart 3,25 s na herkenning van het stuk. De OB1 wordt voortdurend uitgevoerd... Bijv. OB10 (Prio. 2) = Tijdalarm. Bewerking elke minuut vanaf 9h30... tot een onderbreking door een andere OB N OB Type OB Prioriteit OB 1 Cyclisch programma 1 OB 10 OB 20 OB 35 OB 40 Tijdalarm Vertragingsalarm Cyclusalarm Procesalarm 2 3 12 16 OB 82 Diagnose-alarm 26 / 28 4 OB Oproep Prioriteit Onderbreking van het cyclische programma De organisatiebouwstenen (OB) vormen de interface tussen het operating system van de CPU en het gebruikersprogramma. De OB1 bevat of organiseert (door de oproep van andere bouwstenen) het cyclische programma. De organisatiebouwstenen kunnen niet door andere bouwstenen worden opgeroepen. Ze worden opgeroepen door het operating system om te reageren op bepaalde gebeurtenissen, bijvoorbeeld: de start van de CPU, een gegeven tijdstip, een constant tijdsinterval, het verlopen van een gedefinieerde tijdsduur, het optreden van fouten/defecten, het optreden van hardware-interrupts. De organisatiebouwstenen worden bewerkt volgens de prioriteit die hen werd toegekend (1 = laagste prioriteit en 26 = hoogste prioriteit). Wanneer het operating system een andere OB oproept, onderbreekt het de cyclische bewerking van het programma, omdat de OB1 de laagste prioriteit heeft. Elke OB kan dus het hoofdprogramma onderbreken en de bewerking van zijn eigen programma starten; de bewerking van de OB1 gaat vervolgens verder op de plaats waar deze werd onderbroken. Wanneer het systeem een OB oproept met een hogere prioriteit dan de OB die momenteel wordt bewerkt, komt de onderbreking er achter de instructie die op dat moment wordt bewerkt. Het operating system bewaart dan de volledige registers van de onderbroken bouwsteen. De gegevens in deze registers worden hersteld zodra het operating system de bewerking van de onderbroken bouwsteen herneemt. pagina 4

Tijdalarm (OB10) 5 Tijdalarm De tijdalarmen worden gebruikt voor de uitvoering van een bepaald programma, dat wordt opgeroepen in de OB10, hetzij eenmalig op een welbepaald tijdstip, hetzij periodiek vanaf dit tijdstip (elke minuut, uur, dag, week, maand, jaar). De tijdalarmen worden geconfigureerd met de tool "Hardware Configuration". Met het menu CPU -> Object Properties -> tab "Time-of-Day Interrupts" kunnen we de startdatum en de uitvoeringsfrequentie van de OB10 instellen. "Active" Nota Wanneer het optievakje "Active" werd aangekruist, wordt de tijdalarm-ob gestart op de geparametreerde datum en uur. De tijdalarmen kunnen ook worden gestart met systeemfuncties. We beschikken over de volgende systeemfuncties: SFC 28 "SET_TINT" Setting a Time-of-Day Interrupt SFC 29 "CAN_TINT" Cancelling a Time-of-Day Interrupt SFC 30 "ACT_TINT" Activating a Time-of-Day Interrupt SFC 31 "QRY_TINT" Querying a Time-of-Day Interrupt S7-400 De PLC S7-400 beschikt over acht verschillende tijdalarm-ob's (OB10 tot 17). pagina 5

Cyclusalarm (OB35) RUN OB35 OB35 OB35 Interval Interval Interval Prio 12 OB1 OB1 O B1 OB1 OB1 OB1 OB1 O B1 Prio 1 6 Cyclusalarm Starttijdstip Interval Nota Met een cyclusalarm kunnen we een bouwsteen uitvoeren met vaste tijdsintervallen. De S7-300 beschikt over een cyclusalarm-ob: de OB35. De defaultwaarde van het oproepinterval is 100 ms; het instelbare bereik gaat van 1 ms tot 1 minuut. Bij de activering van een cyclisch interrupt wordt het tijdsinterval gedefinieerd in functie van een "starttijdstip". Dit starttijdstip begint bij elke overgang van de CPU van STOP naar RUN (stilstand -> werking). We moeten erop letten, dat het gedefinieerde tijdsinterval langer is dan de tijd die nodig is voor de uitvoering. Het operating system roept de OB35 op het aangegeven moment op; als de OB35 op dat ogenblik nog actief is, roept het operating system de OB80 (cyclusalarmfout) op. De cyclusalarmen kunnen niet worden gestart met systeemfuncties. S7-400 De S7-400 beschikt over negen verschillende cyclusalarm-ob's (OB30 tot 38). pagina 6

Procesalarm (OB40) Hardwareconfiguratie: Eigenschappen van de analoge ingang Eigenschappen van de CPU Analoge-ingangsmodule +27648 Bovengrenswaarde Ondergrenswaarde 0 7 Procesalarm Voorbeeld De bewerking van het programma van een procesalarm-ob (OB40) wordt gestart zodra er zich een bepaalde gebeurtenis voordoet. De procesalarmen kunnen worden gestart door verschillende signalen vanuit de modules: voor de parametreerbare signaalmodules (DI, DO, AI, AO) definiëren we met de tool "Hardware Configuration" het signaal dat het procesalarm moet starten; voor de CP- en FM-modules wordt het alarmgedrag gedefinieerd met behulp van de configuratiesoftware van de module in kwestie. Bij de configuratie van een analoge-ingangsmodule hebben we in bovenstaand voorbeeld gepaste grenswaarden gedefinieerd. Wanneer de gemeten waarde deze grenswaarde overschrijdt, wordt de OB40 uitgevoerd. Dit komt overeen met een vergelijkingslogica in de OB1, die bij het bereiken van de bovengrens de oproep van een FC of FB veroorzaakt. Bij de OB40 is er voor deze vergelijking echter geen programma in een andere bouwsteen nodig. Het programma in de OB40 kan voor het alarm of voor de processturing worden gebruikt. S7-400 De S7-400 beschikt over acht verschillende procesalarm-ob's (OB40 tot 47). pagina 7

Vertragingsalarm (OB20) Details, Zie S7-Deel 3 I0.0 M0.1 SFC 32 M2.0 ( P ) EN (SRT_DINT) ENO ( ) 20 OB_NR RET_VAL MW10 T#500ms DTIME W#16#01 SIGN 8 Vertragingsalarm De bewerking van het programma van een vertragingsalarm-ob (OB20) wordt met vertraging gestart zodra er zich een bepaalde gebeurtenis heeft voorgedaan. De OB20 kan alleen worden geactiveerd door de systeemfunctie SFC32 (SRT_DINT). Deze functie wordt ook gebruikt om de duur van de vertraging te preciseren. SFC 32 OB_NR = Nummer van de OB die moet worden gestart na afloop van de vertraging. DTIME = Duur van de vertraging (1 tot 60 000 ms). SIGN = Gebruikersidentificatie voor de start van de vertragingsalarm-ob. RET_VAL = Foutcode in het geval dat er een fout optreedt bij de bewerking van de vertragingsalarm-ob (voor de betekenis van de foutnummers, zie online-help). Nota Naast de SFC32 beschikt de gebruiker nog over de volgende SFC's om vertragingsalarmen te bewerken: SFC33 (CAN_DINT) = Cancelling a Time-Delay Interrupt SFC34 (QRY_DINT) = Querying a Time-Delay Interrupt. S7-400 De S7-400 beschikt over vier verschillende vertragingsalarm-ob's (OB20 tot OB23). pagina 8

Diagnose-alarm, asynchrone-foutalarm (OB81 tot 87) Hardwareconfiguratie: Eigenschappen van de analoge ingang Eigenschappen van de CPU Analoge-ingangsmodule Draadbreuk +27648 0 9 Asynchroon Asynchrone fouten zijn fouten die te maken hebben met de functionele kenmerken van de PLC. Ze verschijnen asynchroon ten overstaan van de programmabewerking en kunnen niet aan een precieze plaats in het programma worden toegeschreven (bijvoorbeeld een diagnose-interrupt vanuit een module). Reactie Nota Voorbeeld Als er een fout wordt ontdekt tijdens de werking (in RUN-toestand) en als er een gepaste fout-ob werd geprogrammeerd, wordt deze OB opgeroepen en wordt zijn programma uitgevoerd. Dit programma omvat bijvoorbeeld: het starten van een sirene. instructies om de gegevens te bewaren, gevolgd door een halt-instructie. een programma om de frequentie van de fouten te registreren zonder dat de CPU wordt stopgezet (STOP-toestand). Als de fout-ob die bij de fout in kwestie hoort, niet bestaat, wordt de CPU automatisch stopgezet (STOP-toestand). De asynchrone-fout-ob 82 wordt bijvoorbeeld opgeroepen in de volgende omstandigheden: draadbreuk op een module die over een diagnosefunctie beschikt, spanningsonderbreking op een analoge-ingangsmodule, overschrijding van een grenswaarde op een analoge-ingangsmodule, etc. pagina 9

Asynchrone-fout-OB's Type fout Voorbeeld OB Time Error Overschrijding van de maximale cyclustijd OB80 Power Supply Error Batterijdefect of uitvallen van de netspanning OB81 Diagnostic Interrupt Draadbreuk op de ingang van een analoge module OB82 Insert/Remove Module Interrupt Verwijdering van een signaalmodule op een S7-400 in werking OB83 CPU Hardware Fault Foutief signaal aan MPI-interface OB84 Program Cycle Error Rack Failure Fout bij de actualisering van de procesregisters (defecte module) Defect van een uitbreidingsmodule of van een DP-slave OB85 OB86 Communication Error Detectie van een fout telegram OB87 Prioriteit 26 26 / 28 10 Prioriteit De fout-ob's die door asynchrone fouten worden gestart, worden onmiddellijk behandeld, omdat ze de hoogste prioriteit hebben van alle alarm- en fout-ob's: prioriteit 26, wanneer de fout optreedt tijdens de bewerking van een OB met een lagere prioriteit (<26), prioriteit 28, wanneer de fout optreedt tijdens de bewerking van een aanloop- OB (prioriteit 27). pagina 10

Synchrone fouten Type fout Voorbeeld OB Prioriteit Programming Error Er wordt in het programma een bouwsteen opgeroepen, die niet bestaat in de CPU OB121 Access Error Er wordt in het programma een defecte of een onbestaande module aangesproken (bijvoorbeeld directe toegang tot een periferiemodule die niet bestaat) OB122 In functie van de OB die door de fout werd onderbroken 11 Synchroon De synchrone fouten kunnen worden toegeschreven aan een precieze plaats in het programma, wanneer de fout is opgetreden tijdens de uitvoering van een bepaalde instructie. De fout-ob's die door synchrone fouten worden gestart, worden behandeld als een programmasequens, en dit met dezelfde prioriteit als de actuele bouwsteen op het moment van de detectie van de fout. pagina 11

Systeemfuncties voor het aansturen van de alarm-ob's Functie Organisatiebouwsteen Nummer Prioriteit op S7-300 SFC voor het aansturen van de OB Opmerkingen Tijdalarmen OB 10... 17 2 SFC 28... 31 Cyclusalarmen OB 30... 38 12 geen In plaats van Hardwareconfiguratie Vertragingsalarmen OB 20... 23 3 SFC32... 34 Absoluut noodzakelijk Procesalarmen OB 40... 47 16 geen Diagnose-alarmen OB 81... 87 26 geen Details, Zie S7-Deel 3 12 OB SFC De volledige lijst van de beschikbare fout-ob's en hun beschrijving vindt u via de online-help: LAD/FBD/STL-editor -> Help -> Contents -> Calling Reference Helps -> Jumps to Language Descriptions... De beschrijving, het gebruik, de oproep en de parametrering van de systeemfuncties wordt in detail bestudeerd in de cursus NST-S7SYS3. pagina 12

Startinformatie van de OB's L-bytes 0 / 1 2 / 3 Startevent Prioriteit Volgnummer OB-nummer Beheersinformatie 4 / 5 Dataformaten van de bytes L 8, 9, 10, 11 6 / 7 8 / 9 Extra info 1 Extra info 2 (bijvoorbeeld basisadres van de interruptmodule) (bijvoorbeeld alarmtoestand) Startinformatie 10 / 11 Extra info 3 (bijvoorbeeld kanaalnummer) 12 / 13 Jaar Maand 14 / 15 Dag Uur Startmoment 16 / 17 Minuut Seconde 18 / 19 1/10 seconde, 1/100 seconde 1/1000 seconde, dag van de week 13 Startinformatie Toegang tot startinformatie Voor de oproep van de OB's door het operating system beschikt de gebruiker in de lokale-datastack over homogene startinformatie over het gehele systeem. Deze startinformatie heeft een lengte van 20 bytes en is beschikbaar na het starten van de bewerking van de OB. Voor de symbolische toegang tot de startinformatie beschikt de STEP7-software over een standaard declaratiegedeelte (voorbeeld voor de OB81). Nota Het standaard declaratiegedeelte kan door de gebruiker worden gewijzigd of vervolledigd. De betekenis van de variabelen wordt uitgelegd in de online-help of in het handboek "Standaard functies en systeemfuncties. In ons voorbeeld bevat de variabele OB81_FLT_ID een attribuut dat aangeeft of er een buffergeheugen defect is, en zoja, hetwelk. pagina 13