Een schoot van ontferming is onze God : de barmhartige God van de Bijbel

Vergelijkbare documenten
Gods' vaderhart. Maar Gij, Here, zijt een barmhartig en genadig God, lankmoedig en rijk aan goedertierenheid en trouw.

Jezus heeft ons door Zijn woorden en daden het karakter van God getoond. Hij zei dan ook: Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien.

De gelijkenis van de onbarmhartige dienstknecht. (Deze gelijkenis kun je lezen in : Mattheüs 18:21-35 )

ZONDAGOCHTEND 21 JANUARI Exodus 33 en 34 2 Kor. 3: 7-18 De heerlijkheid van Jezus aanschouwen!

Welke stad wordt hier bedoeld en tot welke conclusie komt God?

DE WEEK VOOR WE HET AV0NDMAAL VIEREN

De gelijkenis van de onbarmhartige dienstknecht

Zondag 21 mei zondag Rogate bidt. Lezingen: Exodus 32 : 1 14 Johannes 16 : 23 27

3. Jezus is een Jood Romeinen 15:7-13, Mattheüs 5: De verwachting van de Messias in het Oude Testament...

provincies: de vorstin onder de landschappen. En nu in het heden door de inname van Babyloniërs: Is zij onderworpen aan herendienst.

Lezen : Prediker 4:17-5:6 Tekst : Het 7e gebod

2 U geeft mij moed, God! Ik wil muziek maken en zingen, met heel mijn hart.

Ruimte voor verstilling

Thema: Moed vinden in Gods trouw (oudjaar: Rust vinden in Gods vergeving)

Zondag Trinitatis 15 juni Lezingen: Exodus 34: 4-9 en Mattheüs 28 : 16-20

Onze zonden werpt u in de diepten van de zee.

God, laat ons uw liefde zien en maak ons gelukkig.

Ex. 34, 1-10 preek NGKE

De Rivier - Opwekking 459

Cadeautjes. Aangepaste dienst Zondag 27 november 2016 Ds. Henk Bondt

Jaar van de. Barmhartigheid. Tien verhalen als opstap

3. a. Nee. b. Ze denken dat hij in de menigte meeloopt met vrienden, bekenden of familieleden. c. Drie dagen.

De gelijkenis van de verloren zoon.

Liturgie ochtenddienst 6 augustus 2017 Westerkerk Veenendaal

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,

Vraag: Wat kun jij leren voor jouw gebed uit de structuur van het volmaakte gebed?

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,

WAARHEID. 25x in Johannes

Vraag 1 Waar denk je aan bij het woord heilig? Schrijf dit op de briefjes Antwoord 1 Vraag naar de mening van de kinderen

Opwekking 763 Ik heb U nodig

Wat stelt Jesaja beslist en wat gebeurt er met de mensen die de Here niet verwachten?

Lezen : Deuteronomium 6: 4-18 Zondag 47 Opwekking 25 Opwekking 277 Opwekking 354 Psalm 86 : 2, 3 en 4 (NPB) Geloofsbelijdenis Onze Vader Opwekking 708

Hartelijk Welkom bij

School Gezinsdienst. Prinses Julianakerk Scheveningen. Zondag 5 februari 2017

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Jesaja 40, Ochtenddienst / middagdienst. Broeders en zusters, 1. Votum 2. Zegengroet

Waar was Mozes mee bezig, welke berg naderde hij en tot welk inzicht kwam Mozes?

Lucas 19, en Jes. 1, november 2016 Hengelo Gld.,

kleine profeten - Jona Jona, de profeet

Heilig Jaar van Barmhartigheid

Wat staat er? Deze vragen gaan over de tekst. Je begint met begrijpen wat er staat.

Liturgie 23 juni bevestiging ambtsdragers

DANKDAG 2 november U brengen wij dank!


Zondag 17 mei 2015 Wezenzondag. Bij Ezechiël 39 : 21-29, Johannes 14 : Johannes 16: 5-7

De gelijkenis van de twee zonen. Eerst lezen Daarna volgen er vragen en opdrachten

Liederen voor zondag 1 oktober 2017

Preek over Exodus 34: 4-9: God heeft de mens gewenst!

Ex. 34, 1-10 preek NGKO

Liturgie Welkom

Kinderen en hun eeuwige zaligheid

BIJBELLEESROOSTER VOOR GEZINNEN met kinderen in de basisschoolleeftijd

De gelijkenis van de barmhartige Samaritaan.

Dag 1. Dag 2. Dag 3. Dag 4. Dag 1. Dag 2. Dag 3. Dag 4. Dag 1. Dag 2. Dag 3. Dag 4. Dag 1. Dag 2. Dag 3. Dag 4

30. De koning wordt geboren 31. Blij met Jezus 32. Jezus, de koning die dient 33. Jezus sterft 34. Jezus leeft 35. Jezus en de Heilige Geest

December-januari Weekthema: Op reis naar de eeuwigheid. Maandag 28 december. Gedane zaken nemen geen keer. Lezen: Hebreeën 9: 23-28

Kringstudie 3: Heersen als Koningen

Galaten 1. Begin van de brief

Zondag 4 september 2016

Jaar A - Jezus! Samen op weg

Eredienst 31 maart uur Voorganger: ds. J. Geersing

Laat het feest zijn in de huizen, mensen dansen op de straat, als het onrecht buigt voor Jezus en het volk weer bidden gaat.

De Bijbel Open (09-03)

De Bijbel open (31-08)

Lezen : Jacobus 4. PvN 84 Gezang 160 Opwekking 733 Gezang 161 Opwekking 614 Opwekking 430 Opwekking 544 Gezang 165 Gezang 10

Er zijn drie sleutelwoorden in Galaten 3:15-20: Belofte, Verbond en Wet. We zouden moeten bestuderen hoe Paulus deze drie woorden in dit gedeelte

Hervormde Gemeente Ouderkerk aan den IJssel

Gemeente van Christus, geliefde mensen van God, Gelukkig ben je Dat is de rode draad in deze viering en door deze verkondiging.

Liturgie 27 augustus 2017 Morgendienst. Psalm 105

Liturgie zondagmorgen 8 januari 2017 Jeugddienst 12-

Votum en groet. Gebed

De Bijbel open (04-05)

Het verhaal over de opstanding is de climax van het Nieuwe Testament. Het is een verhaal dat aansluit bij ons diepste mens-zijn.

Het Oude Testament in vogelvlucht

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Micha 7, Ochtenddienst H. Avondmaal

30 oktober 2016 Voorganger : Ds. H.D.Bondt Begeleiding : Jeugdband / Els Cornelisse

Wie worden als getuigen genoemd om aan te tonen hoe triest het volk Juda bezig is?

Bijbel voor Kinderen presenteert JONA EN DE GROTE VIS

Heb ik Jezus nodig??

Levend Water groep 7 2 Bijbelrooster

Liederen voor zondag 3 december 2017

Protestantse bronnen over God

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,

3 maart uur PR Barkema orgel/piano: Jannes Munneke schriftlezing: Jaap Wolters

Liedjes over Gods naam?

2

Oecumenische Viering. 20 augustus, 2017, Grote of St. Gudulakerk

Het evangelie van Mattheüs

De Bijbel Open (13-07)

Liturgie ochtenddienst NGK Langerak, 11 september Welkom Openingsgebed Openingslied Opwekking 518 Heer, U bent altijd bij mij

Welk danklied wordt beschreven in Jesaja 12?

Ds. B.J. van der Graaf GN 26/7

1. De God van Jakob. Lezen: Psalm 146

Wie is de Heilige Geest?

Wees blijde in de hoop

Nieuwe geboorte in het koninkrijk. les 1 FOLLOW

36 En terwijl zij hierover spraken, stond Hij zelf in hun midden. Pasen (de opstanding)

Orde van dienst Hervormde Gemeente te Sellingen

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,

Zie, Ik leg in Sion een uitverkoren en kostbare hoeksteen, en wie op hem zijn geloof bouwt, zal niet beschaamd uitkomen.

50 TINTEN HEMELSBLAUW Verhalen over de liefde van God, Bijbelteksten en teksten en tekeningen van Luus Verheijen. Deel 1 EEN WONDER!

Transcriptie:

Gepubliceerd in Speling 62/2 (juni 2010), 22-26 Een schoot van ontferming is onze God : de barmhartige God van de Bijbel Klaas Spronk De in de titel aangehaalde tekst komt uit een lied van Huub Oosterhuis. Het is zijn dichterlijke maar ook heel passende weergave van een passage uit het loflied van Zacharias, om precies te zijn: Lucas 1:78. De vader van Johannes de Doper zingt het hoogste lied over Gods genade. Aanvankelijk had Zacharias moeite met de aankondiging door een engel van de allang niet meer verwachte geboorte van een zoon. Het verlamde zijn tong. Negen maanden kon hij nadenken over zijn aarzeling. Maar dan barsten de woorden er ook uit. Ongeremd zingt hij over het licht dat zelfs het duister van de dood zal verdrijven en de vrede die zeker zal komen. Er zit iets vrouwelijks in het beeld dat hij daarbij van God schildert en dat wordt in de woorden van Oosterhuis nog versterkt. Het sluit aan bij een manier van spreken over God zoals we die met name in het boek Jesaja vinden. Daar zal in deze bijdrage eerst wat meer aandacht aan worden besteed. Vervolgens kijken we naar misschien wel de belangrijkste tekst uit het Oude Testament over de eigen aard van God, die in de eerste plaats een barmhartige God is: Exodus 34:6-7. Deze tekst wordt op verschillende manieren toegepast door de profeten. Dat geeft aan dat men niet zomaar in het algemeen kan spreken over Gods barmhartigheid. Dan zou het ook alleen maar een verlengstuk zijn van onze eigen menselijke goede omgangsvormen. Nadenken over de barmhartige God nodigt uit tot een kritische bezinning op wat onze zorg en aandacht verdient. God als barmhartige moeder en vader Het is gebruikelijk om God als vader aan te duiden. Jezus gaat ons daarin voor, in het gebed dat Hij zijn volgelingen leerde. En juist Psalm 103 die vol is van de lof op Gods barmhartigheid (vers 4 en 8) koppelt dat aan het beeld van God die zich als een vader ontfermt over zijn kinderen (vers 13). In het Hebreeuws zijn de woorden die wij vertalen met barmhartigheid en ontfermen ontleend aan dezelfde stam. De profeet die de Joodse ballingen in Babylon moed inspreekt, gebruikt het werkwoord om er het moedergevoel van God voor zijn volk mee te beschrijven (Jesaja 49:15-16a): Sion zegt: JHWH heeft mij verlaten, de Heer is mij vergeten. Maar kan een vrouw haar zuigeling vergeten en zich niet ontfermen over het kind van haar buik? De profeet heeft al zijn overtuigingskracht nodig om zijn wanhopige volksgenoten weer enig vertrouwen in hun God te geven. Het leek er immers op dat Hij het had afgelegd tegen de machtige goden van de Babyloniërs en de relatie met het volk van Abraham, Izaäk en Jakob had verbroken. De profeet zoekt naar een nieuwe invulling van de oude woorden. Er lijkt hem 1

een licht op te zijn gegaan toen hij nadacht over de diepere betekenis van het woord barmhartigheid. In het Hebreeuws is dit nauw verwant aan het woord voor moederschoot. Zo komt hij tot deze verrassend nieuwe en overtuigende beeldspraak. Hij had er al eerder op gezinspeeld, zoals wanneer hij in naam van God zegt: Hoort naar Mij, huis van Jakob, en alles wat over is van het huis van Israël, die door Mij gedragen werd vanaf de buik en opgetild vanaf de moederschoot. (Jesaja 46:3) Aan het slot van het boek staat het er nog duidelijker. In hoofdstuk 40 van het boek Jesaja was er sprake van hoe God de profeet oproept om zijn volk, dat in ballingschap vertoeft, te troosten. In het laatste hoofdstuk richt God zich zelf als een troostende moeder tot zijn volk: zo zegt JHWH: Zie, Ik doe haar de vrede toestromen als een rivier en de heerlijkheid van de volken als een overvolle beek; dan zult u zuigen, u zult op de heup gedragen en op de knieën gekoesterd worden. Zoals iemands moeder hem troost, zo zal Ik u troosten, ja, in Jeruzalem zult u getroost worden. (Jesaja 66:12-13) Zo is in de situatie van de ballingschap met al zijn verdriet en bange vragen pas echt goed duidelijk geworden wat het betekent dat God barmhartig is. Het gaat om de hechte relatie met zijn volk door dik en dun. Het is meer dan goede wil. Het is ten diepste iets van Hem zelf. Zonder barmhartigheid is God zichzelf niet. Barmhartig en rechtvaardig Het is ook het eerste wat God over zichzelf zegt wanneer Hij zich laat zien en horen aan Mozes volgens Exodus 34. We hebben hier te maken met een van de kernteksten uit de Bijbel over God. In de voorafgaande hoofdstukken lezen we hoe Hij zich liet gelden als een bevrijder en zijn volk een uitweg bood uit de slavernij in Egypte. Nu is het volk onderweg naar het beloofde land en aangekomen bij de berg Sinaï. Daar sluit God een verbond met zijn volk en geeft Hij aanwijzingen om de vrijheid niet weer te verspelen. Maar terwijl Mozes het verbond nog met God aan verzegelen is, wordt het alweer verkwanseld door het volk. Ze maken zich liever eigen goden. Wanneer hij dat ontdekt, is Mozes furieus. Hij gooit de stenen tafelen, die Gods eigen handtekening onder het verbond bevatten, stuk. Gods hart is echter groter dan de betoonde ontrouw. Hij nodigt Mozes uit voor een nieuw bezoek aan de berg. Zo zal Mozes Hem nog beter leren kennen. Het ongelooflijke gebeurt dat Mozes God zelf mag aanschouwen, zij het dat het alleen in het voorbijgaan is. Dat moment is meesterlijk vastgelegd in het beroemde 2

beeld van Michelangelo: met de twee nog onbeschreven stenen tafelen onder zijn arm kijkt Mozes vol ontzag naar God die hem zo nabij is gekomen. In Exodus 34 wordt vervolgens verteld hoe God zichzelf in plechtige woorden presenteert. Hij spreekt zijn eigen naam uit en voegt eraan toe wat kenmerkend is voor Hem: JHWH ging hem voorbij en riep: JHWH! JHWH is een barmhartige en genadige God, geduldig, groot in liefde en trouw, die goedheid bewijst tot in de duizendste generatie, die misdaden, overtredingen en zonden vergeeft, en een schuldige niet ongestraft laat, maar de misdaden van de vaders straft in hun kinderen en kleinkinderen, in de derde en vierde generatie. (Exodus 34:6-7) God voegt hier dus het woord bij de eerdere daad van barmhartigheid. Tegelijkertijd maakt Hij ook duidelijk dat die barmhartigheid niet op zich staat. God staat ook voor het recht. Zijn barmhartigheid betekent niet dat Hij alles over zijn kant laat gaan. Dat zou onbarmhartig zijn voor wie te lijden heeft onder onrecht. Heel de geschiedenis van God en zijn volk wordt bepaald door de spannende verhouding tussen die barmhartigheid en rechtvaardigheid. God is zijn volk barmhartig, maar zodra het geloof daarin mensen niet meer inspireert om te leven in de geest van God, in liefde en trouw, keert het zich tegen dit volk. Heel treffend wordt dat tot uitdrukking gebracht aan het begin van het boek Hosea. De profeet krijgt de merkwaardige opdracht om kinderen te verwekken bij een hoer (symbool voor het trouweloze volk). Zijn dochter krijgt de naam Lo-ruchama (Hosea 1:6). Dat betekent geen barmhartigheid. Haar naam is onheilspellend voor het volk. God zal het wegvagen. Gelukkig komt er ook weer een keer in de verhouding en mag de profeet zijn volk weer met Ruchama, barmhartigheid, aanspreken (Hosea 2:1). God is barmhartig of juist niet Inmiddels is wel duidelijk geworden dat je niet zomaar over de barmhartige God kunt praten. God zelf heeft volgens Exodus 34 natuurlijk het eerste recht van spreken. Vervolgens zijn het in de Bijbel de profeten die het ieder in hun eigen situatie toepassen. Dat doen zij, zoals dat bij profeten vaker gebeurt, tegendraads. De profeet Micha windt er net als Hosea geen doekjes om. Aan het slot van het naar hem genoemde boek lezen we hoe hij een hard oordeel uitspreekt over het volk. Het is echter niet zijn laatste woord. Dat klinkt hoopvoller. Hij koppelt het aan zijn eigen naam. Micha betekent wie is als U. Het antwoord op die vraag ontleent hij met name aan woorden zoals we eerder tegenkwamen in Exodus 34:6-7: Wie is God als U, die de ongerechtigheid vergeeft, die voorbijgaat aan de zonde van de rest van zijn erfdeel, die zijn toorn niet altijd laat duren, 3

maar zijn vreugde vindt in goedheid? (Micha 7:18) Vergeleken met Exodus 34 valt op dat de profeet hier het accent legt op Gods ontferming. Het is een barmhartig tegenwicht ten opzichte van het uitgesproken oordeel. God laat het er niet bij zitten. In het direct hierop volgende boek zien we evenwel het tegenovergestelde gebeuren. Daarin richt de profeet Nahum zich met harde woorden tegen Nineve, de hoofdstad van de Assyriërs. Zij tiranniseren de volken in hun omgeving. Zelfs Egypte wordt door hen onder voet gelopen. Ze zijn oppermachtig en regeren met harde hand. Machteloos zien hun slachtoffers het aan. Dan komt Nahum in het geweer. Zijn naam betekent trooster en de troost die hij biedt is dat hij aankondigt dat God het kwade zal wreken. Ook hij laat zich daarbij inspireren door Exodus 34. Anders dan Micha legt hij nu de nadruk op het tweede deel van die goddelijke belijdenis: Een jaloerse en wrekende god is JHWH, een wreker is JHWH, machtig in grimmigheid; JHWH wreekt zich op wie Hem weerstaan en op zijn vijanden blijft Hij vertoornd. JHWH is geduldig, maar ook geweldig in kracht; niets laat Hij ongestraft. (Nahum 1:2-3) Op het eerste gezicht lijkt de drievoudige aanduiding wreker in tegenspraak met het geloof in een barmhartige God, maar in de situatie van onderdrukking waarin Nahum leeft is zijn boodschap juist heilzaam. Het helpt mensen om zich niet neer te leggen bij de schijnbare overmacht van het kwade. Er is hoop voor de slachtoffers, want het kwaad zal niet ongestraft blijven. Het zou heel onbarmhartig zijn als hun lot niet serieus werd genomen. Zo ontstaat er in de opeenvolging van de profetieën een evenwicht zoals dat ook in Exodus 34 te vinden is. De balans wordt echter voortdurend verstoord. En wie denkt alles op een rijtje te hebben, en voor eens en altijd te kunnen onderscheiden tussen goed en kwaad, wordt uitgenodigd om daarover nog eens opnieuw na te denken in het licht van Gods barmhartigheid. Dat gebeurt bijvoorbeeld in het verhaal van de profeet Jona. Hij krijgt de opdracht om zich, net als Nahum, te richten tot het zondige Nineve. Na een aanvankelijke werkweigering kondigt hij deze grote, boze stad het oordeel aan. Dat maakt zo n grote indruk dat de bewoners, de koning voorop, tot inkeer komen en berouw tonen. Daarop komt God terug op zijn plannen en schenkt Hij de stad vergeving. Jona is daar niet blij mee. Boos richt hij zich tot God: Ach, JHWH, heb ik dat niet gezegd, toen ik nog in mijn land was? Daarom heb ik het willen voorkomen door naar Tarsis te vluchten, want ik wist, dat U een genadig en barmhartig God bent, geduldig, groot van liefde en berouw hebbend over het kwaad. (Jona 4:2) 4

Gods barmhartigheid gaat soms tegen iemands rechtvaardigheidsgevoel in. Het Bijbelse spreken over de barmhartige God geeft te denken. Het boek Jona eindigt met een vraag. De profeet en de lezer met hem krijgt de kans om in te stemmen met Gods ontferming, maar dat kan betekenen dat hij moet loskomen van vastliggende (voor)oordelen. De barmhartige Samaritaan Het Nieuwe Testament volgt dit profetisch-kritische spoor. Het Griekse woord voor barmhartigheid (zoals dat ook gebruikt wordt in Lucas 1:78) heeft net als het Hebreeuwse een verbinding met het lichamelijke: de ingewanden, hart en nieren. En net als in het Oude Testament wordt uitgelegd dat het bij barmhartigheid om meer gaat dan algemeen gedeelde normen en waarden. Jezus is een toonbeeld van barmhartigheid. Veel meer dan zijn tegenstanders is hij met ontferming bewogen over de mensen die op weg zijn komen. Opvallend is dat die waarneming steeds gekoppeld wordt aan actie om wat te doen aan de opgemerkte narigheid. Wanneer Hij met ontferming wordt bewogen over de mensen die voortgejaagd en afgemat zijn, bezint Hij zich op de helpers die er moeten komen (Matteüs 9:36-37). Ontferming over zieken leidt tot genezing (Matteüs 14:14 en 20:34) en ontferming over verdriet zelfs tot opwekking uit de dood (Lucas 7:13), ontferming over hongerigen leidt tot de wonderbare spijziging (Matteüs 15:32). Jezus schetst in gelijkenissen het beeld van God als een barmhartig heer, zoals in de gelijkenis van de heer die medelijden krijgt met een slaaf die zijn schulden niet kan betalen (Matteüs 18:27). Heel treffend gebeurt dat ook in de gelijkenis van de verloren zoon. De vader is vol ontferming (Lucas 15:20). Dat wordt hem niet door iedereen in dank afgenomen. De andere zoon is er niet blij mee. Het lijkt op de reactie van Jona. In de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan (Lucas 10:25-37) wordt de hoorder uitgenodigd in te spelen op deze goddelijke barmhartigheid. Voor de Joden uit de tijd van Jezus was het schokkend dat hier een door elke Jood verachte Samaritaan tot voorbeeld gesteld wordt. Daarmee zette Jezus hen aan het denken. De ware godsdienst, in de gelijkenis gesymboliseerd door de priester en de Leviet, leidt niet als vanzelfsprekend tot het handelen in de geest van God. Wie geïnspireerd door Gods woorden en daden barmhartigheid wil betrachten moet het aandurven anders naar de ander en ook anders naar zichzelf te kijken. 5