Jan Uyttendaele Katholieke Hogeschool Kempen, Departement Lerarenopleiding, Turnhout Contact:

Vergelijkbare documenten
Vuistregels voor het spellingonderwijs.

spellingvaardigheid van droom naar daad

Inleiding 7. Deel 1 BASISVAARDIGHEDEN SPELLING 9

bijvoorbeeld: Exemplarische opleidingsdidactiek voor taalonderwijs

Een onderzoek naar het effect van een zelfcorrectiemethode tijdens het stellen.

Gevarieerde Spelling is een programma voor het leren van de belangrijkste spellingregels van het Nederlands.

Ze kunnen niet meer spellen. Kan de Taalunie er wat aan doen?

1 De kennisbasis Nederlandse taal

Technisch schrijven en taalverzorging

TAALLEESONDERWIJS - 19 tips voor betere spellingresultaten

Opbrengstgericht werken en spelling

Met spelling aan de slag: Juf, hoe schrijf je hangbuikzwijn?

SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart. Uitgeverij Alles-in-1

SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart. Uitgeverij Alles-in-1

Spelling in het voortgezet onderwijs

Goed geschreven. Zakelijk schrijven binnen opleiding en beroep. Verwijsmodel. Wilma van der Westen. Herziene en uitgebreide versie, oktober 2009

Zin in taal/ Zin in spelling tweede editie

Drie maal taal. Taal beschouwen in realistische situaties

Evaluatie als hefboom voor een sterker taalbeleid

Klankzuivere werkwoorden vervoegen Methode voor beelddenkers Juf Kitty 2016

DATplus. Kerndoelanalyse SLO

Taal in beeld Spelling in beeld

Werkwoordspelling zonder ballast

Werken aan geletterdheid in het secundair onderwijs: een uitdaging voor iedereen!

[DIA MET TITEL+COVER HIER]

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Effectief spellingonderwijs

Het belangrijkste doel van de studie in hoofdstuk 3 was om onafhankelijke effecten van visuele preview en spellinguitspraak op het leren spellen van

Vijf uur taal per week is te weinig

Taal in beeld/ Spelling in beeld (tweede versie) Kerndoelanalyse SLO

Effectief spellingonderwijs

OVERZICHT TUSSENDOELEN GEVORDERDE GELETTERDHEID. 1. Lees- en schrijfmotivatie

Achtergrondinformatie Taalvrijwilligers. Begeleiden bij schrijven

BLOK 2: les 1 en 2. groep 4) en leren de woorden correct te schrijven (cat. 14) REGEL: 14: Lange klanken aan het eind van een klankgroep:

2011 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede

2011 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede

Herleve het kofschip! Over fouten en strategieën bij de spelling van zwakke ovt-vormen en didactische implicaties

Draaiboek voor de begeleiding van leerlingen met DYSORTHOGRAFIE of SPELLINGSproblemen en dyslexie (schrijven)

Educatief Startbekwaam (STRT) - B2

Kunnen leerlingen wat ze moeten kunnen?

Lesvoorbereidingsformulier

Voor welke groepen? Voor het onderdeel spelling is er materiaal voor de groepen 4 t/m 8.

Tussendoelen Gevorderde Geletterdheid. 1. Tussendoelen lees- en schrijfmotivatie. 2. Tussendoelen technisch lezen

Gedifferentieerde leertrajecten

Aartsbisdom Mechelen-Brussel Vicariaat Onderwijs Diocesane Pedagogische Begeleiding Secundair Onderwijs

VRAGENLIJST VOORTGEZET ONDERWIJS DYSLEXIEMONITOR

Visuele Leerlijn Spelling

PROGRAMMA (AALST) BIJEENKOMST VAKCOÖRDINATOREN NEDERLANDS April 2014 PROGRAMMA (SINT-NIKLAAS) PROGRAMMA (OUDENAARDE) Inleiding - rondleiding OLC

letters en punten het onderwijs in spelling en interpunctie in het lager en secundair onderwijs in Vlaanderen rapport voor de Nederlandse Taalunie

Uitwerking kerndoel 10 Nederlandse taal

Lesvoorbereidingsformulier

1 WOORDSOORTEN 3 2 ZINSDELEN 8

Lezen = weten. Kerndoelanalyse SLO

Taalbeschouwelijke termen bao so 2010

Taalkunde in het schoolvak Nederlands: wat hebben methodes ons te bieden?

Inhoudsoverzicht NN5 Tweede Fase

ABCDE Twee. Kerndoelanalyse SLO

Zandakkerlaan Heusden Tel.: Sticordi-maatregelen

EEN E MAIL STUREN NAAR EEN DOCENT

DE ENERGIEKOFFER EN ONDERZOEKSVRAGEN VERZINNEN

Tips voor betere spellingresultaten

Dit programma is gemaakt voor leerlingen van groep 4 en 5 van de basisschool, het praktijkonderwijs, vmbo bbl en mbo 1.

Diagnostische toetsing bij het schoolvak Nederlands

Basisspelling is onderdeel van de Bundel Basisprogramma's. Deze bundel bevat ook Basis Werkwoordspelling en Basisgrammatica.

C2-taken uitvoeren met een B2-niveau: kunst- en vliegwerk?

Staal. Kerndoelanalyse SLO

Uitwerking kerndoel 11 Nederlandse taal

Spelling 2F. Doelgroepen Spelling 2F. Omschrijving Spelling 2F

Kim A. H. Cordewener Variatie in de Spellingvaardigheid van Kinderen: Voorspellers, Verwerving en Instructie 2014 Radboud Universiteit

Tien eenheden per jaar, voor dertig weken spellingonderwijs (exclusief

Woordenschatverwerving & taalontwikkelend lesgeven

Spelling 1F. Doelgroepen Spelling 1F. Omschrijving Spelling 1F

TAALONTWIKKELING 2. Activiteiten bij leren. Inspiratie:

Zakelijk Professioneel (PROF) - B2

Taalvaardigheid Preventie en remediëring. -betrokkenheid verhogende werkvormen creëren -een maximale -herformuleren de lln het probleem

Van leesplankje naar digitaal leren lezen en spellen

Een kennisbasis Nederlandse taal voor de Pabo

Leesparade Nieuw. Kerndoelanalyse SLO

Inhoud Doelgericht werken Tijd voor spellingonderwijs Het spellingaanbod

Zorg om je toekomst. Wat is. dyslexie?

Taaljournaal, tweede versie

Schrijven en leren op de pabo en de basisschool. Zomerschool Lopon2 28 augustus 2014 Mieke Smits

Dit programma is gemaakt voor leerlingen van eind groep 3 en groep 4 van de basisschool, het praktijkonderwijs, vmbo bbl en mbo 1.

Pedagogische begeleiding wiskunde oktober 2016 Pagina 1

LEREN LEZEN MET DE DAVIS LEERSTRATEGIE.

Faculteit der Geesteswetenschappen Instituut voor Nederlands Taalonderwijs en Taaladvies (INTT) TAALTRAININGEN VOOR STUDENTEN FGw

ABCDE ik begrijp het! Kerndoelanalyse SLO

Spelling - Trema en apostrof vmbo-kgt34

Lezen om te schrijven en schrijven om te lezen; samenhang met behulp van de onderwijsleercyclus

Waarom taalontwikkelende docenten het verschil maken

veilig leren Veilig leren lezen Artikelen - Letterkennis, aanpak b/d-probleem lezen Auteur: Susan van der Linden Stap 1

Hoe kunt u het spellingprobleem van uw studenten oplossen?

Bliksem. Kerndoelanalyse SLO

Een succesvol traject ter voorbereiding op de taaltoets

Leerlingdossier ONL Dyslexie Onderzoek en behandeling van ernstige dyslexie

Syntheseproef kerst 2013 Theoretische richtingen

Ronde 6. Beter worden in schrijven gaat niet vanzelf. 1. Inleiding. 2. Het schrijfproces en de didactiek

Taalontwikkelend Lesgeven

Dit programma is gemaakt voor leerlingen van groep 7 en 8 van de basisschool, alle niveaus van het vmbo en mbo 1 en 2.

Voor ons als leermiddelenontwikkelaars dienden zich twee hoofdvragen aan:

Transcriptie:

Jan Uyttendaele Katholieke Hogeschool Kempen, Departement Lerarenopleiding, Turnhout Contact: jan.uyttendaele@khk.be Spelling op de helling Ronde 1 Volgens Van Dale wordt van zaken die dringend aan herziening toe zijn, gezegd dat ze op de helling moeten. Dat geldt ook voor ons spellingonderwijs. De laatste jaren is er nogal wat onderzoek gedaan naar de strategieën die de speller hanteert bij het spellen en bij het leren spellen. De jongste spellingherziening heeft geprobeerd daar zoveel mogelijk rekening mee te houden en beter in te spelen op de meest gebruikte spellingstrategieën. Maar dat onderzoek heeft ook belangrijke consequenties voor de praktijk van het spellingonderwijs. In deze sessie doen we een aantal voorstellen voor de concrete lespraktijk, die radicaal afwijken van de manier waarop we nu vaak met spelling in de klas omgaan. De belangrijkste conclusies van het wetenschappelijk onderzoek zijn: spellen leer je in de eerste plaats door te schrijven en het woordbeeld in je geheugen op te slaan; spellingvaardigheid is in veel gevallen geen kwestie van inzicht en intelligentie, maar vooral van geheugenkennis; de juiste attitude en de motivatie spelen een belangrijke rol. Op grond van dit onderzoek geven we de volgende vuistregels i.e. aanbevelingen voor de spellingpraktijk voor het spellingonderwijs in het secundair of voortgezet onderwijs. 1. Wees voorzichtig met de regels uit de leidraad van het Groene Boekje de regels zijn niet bedoeld als strategieën voor het spellen of voor didactische doeleinden. de regels zijn opgesteld ten behoeve van de samenstellers van het Groene Boekje en van de Nederlandse woordenboeken. de regels bevatten de technische criteria die moeten leiden tot meer consistentie in de woordenlijst. 260

8. Taalbeschouwing 2. Wees spaarzaam met spellingregels de taalgebruiker gebruikt die regels niet als spellingstrategie, maar doet vooral een beroep op zijn geheugen en gaat analogisch te werk. doe uitsluitend een beroep op regels in die gevallen waarvoor duidelijke regels te geven zijn. (Zo zijn er bijvoorbeeld geen duidelijke regels te geven voor de spelling van ei/ij, ou/au en voor de spelling van de bastaardwoorden). 3. Vermijd uitzonderingsregels laat regels die betrekking hebben op enkele woorden achterwege en geef gewoon de woorden waar het om gaat. bijvoorbeeld: regel 15.C: Als het grondwoord eindigt op een u (uitgesproken als /oe/) of een y (na een medeklinker en uitgesproken als /ie/), dan gebruiken we een apostrof in het verkleinwoord. (Groene Boekje: 92.) Voorbeelden: haiku tje, tiramisu tje, baby tje. 4. Vermijd onduidelijke of inconsistente regels bijvoorbeeld: We schrijven doorgaans c in de uitheemse elementen cata-, cate, etc., bv. catastrofe, categorisch, etc. (Groene Boekje: 26) Wat met katalysator, katapult, katalyse, etc.? bijvoorbeeld: Een woord waarin we het uitheemse voorvoegsel niet los kunnen zien van het grondwoord behandelen we als ongeleed. Zo is co-ouderschap wel te herleiden tot co = gezamenlijk + ouderschap, maar coördinatie is niet co + ordinatie. (Groene Boekje: 54) Wat met coöperatie? Betekent dat niet: samen opereren? bijvoorbeeld: sociaaleconomisch en sociaal-cultureel, Eskimo s en indianen, Noordpoolexpeditie en noordpoolgebied. 5. Formuleer de regels zo eenvoudig en ondubbelzinnig mogelijk veel van de nieuwe regels zijn, zoals ze in het Groene Boekje worden geformuleerd, volstrekt onverteerbaar voor scholieren. probeer de spellingregels overzichtelijker te ordenen en om te zetten in eenvoudige vuistregels (zie: Uyttendaele 2006). bijvoorbeeld: schrijf e als het eerste deel een woord is dat eindigt op e (seconde, ziekte, dus: secondewijzer, ziekteverlof). 8 6. Kom tegemoet aan de concrete behoeften van de leerlingen systematische spellinglessen zijn vaak tijdverlies. wat voor de klas als geheel geen probleem is, moet niet klassikaal behandeld worden. 261

behandel klassikaal wat klassikaal slecht gedaan wordt. Behandel individueel wat zich tot individuen beperkt. 7. Leer de leerlingen spellen met gebruikmaking van hulpmiddelen volwassenen gebruiken bij het schrijven van belangrijke teksten geregeld hulpmiddelen: Groene Boekje, spellinggids, woordenboek, spellingchecker, etc. als de leerlingen deze hulpmiddelen niet leren gebruiken tijdens hun schooltijd en het gebruik ervan niet als normaal gaan beschouwen, zullen ze er na hun schooltijd ook niet naar grijpen. de leerplannen Nederlands van het VVKSO bevelen het gebruik van een spellinggids sterk aan, als blijvend naslagwerk voor de leerlingen. 8. Werk aan een gezonde spellingattitude spelling is een product van weten, kunnen en willen. Het is struisvogeldidactiek om te doen alsof het bij spelling uitsluitend over kennis van technische aspecten gaat. heel wat ellende in het spellingonderwijs is het gevolg van een gebrek aan concentratie en motivatie. het is daarom nodig aan de uitbouw van een gezonde spellingattitude te werken. 9. Vermijd het invullen van letters in oefeningen spelling heeft te maken met woordbeelden. woordbeelden sla je automatisch in het geheugen op door ze te kopiëren en ze juist te schrijven. daarom moeten de leerlingen alle woorden voluit schrijven en niet alleen maar letters invullen. fouten worden verbeterd door opnieuw het hele woord juist te schrijven (zie: Van der Biest & Uyttendaele 2006). 10. Breng de leerlingen niet in verwarring confronteer de leerlingen niet met foutieve woordbeelden (zoals in Tien voor taal). laat de leerlingen geen fouten zoeken in woordenreeksen. werkwoordsoefeningen: laat de leerlingen niet kiezen uit t, d, dt, tt en dd. laat de leerlingen wel in de passende context de juiste vorm van het werkwoord produceren. 262

8. Taalbeschouwing 11. Zorg voor de individuele remediëring van de leerlingen de oefeningen moeten individueel gemaakt worden volgens de noden van elke afzonderlijke leerling. de leerling moet de oefeningen zelf kunnen corrigeren met behulp van een correctiemodel. bij twijfel of vergeten moet de leerling zelfstandig de hulpmiddelen raadplegen. de leerkracht kan daarbij controleren en helpen. de leerkracht laat de verantwoordelijkheid voor de spellingtraining dus aan de leerlingen zelf over. 12. Integreer het spellingonderwijs in het schrijfonderwijs om ongewenste systeemscheiding te voorkomen en de motivatie tot correct spellen bij de leerlingen te verhogen. spelling is maar één aspect van schrijfvaardigheid en schrijven is onnoemelijk veel complexer dan het vermijden van spelfouten. hecht dus geen overdreven belang aan spelfouten en schenk in de eerste plaats aandacht aan meer essentiële aspecten van het schrijven. Ten slotte willen we nog een lesverloop voor systematische spellinglessen voorstellen. Referenties Bonset, H. (2007). Onderwijs in spelling en interpunctie in de onderbouw. Stand van zaken en mogelijkheden tot verbetering. Enschede: SLO. Daems, F. (2006). Beter (leren) spellen in 2005? In: Nova et Vetera, jg. 83, nr. 3, p. 146-163. De Jonghe, H. (1991). Spelling: anders en toch gewoon. In: Vonk, jg. 20, nr. 6, p. 30-36. Henneman, K. (1994). Problemen van gevorderde spellers. Signalering, diagnostiek en begeleiding. Bussum: Coutinho. Huizenga, H. (2003). Spelling. Groningen: Wolters-Noordhoff. Lippens, M. (2006). Spelling 2005 in onze scholen binnenbrengen!? In: Nova et Vetera, jg. 83, nr. 3, p. 164-177. Rymenans, R. (2006). Spelling 2005: implicaties voor het onderwijs? In: Vonk, jg. 35, nr. 4, p. 32-35. Uyttendaele, J. (2006). Nieuwe Spelling Zachte Helling. Mechelen: Wolters Plantyn. 8 263

Van der Biest, M. & J. Uyttendaele. (2006). Spellingtrainer. Mechelen: Wolters Plantyn. Van Peer, W. & J. Tielemans (1984). Instrumentaal. Fundamenten en modellen voor moedertaalonderwijs. Deel 1. Fundamenten. Leuven/Amersfoort: Acco. Van Peer, W. (1987). Vrijheid en verantwoordelijkheid in de praktijk van het spellingonderwijs. In: Levende Talen 418, p. 118-122. Van Peer, W. (1987). Spelling in stelling. Een didactische visie. In: Levende Talen 417, p. 23-28. Venstermans, T. & F. Daems (2004). Spellingonderwijs: spellen om te schrijven en gelezen te worden. In: F. Daems e.a. (red.). Taal verwerven op school. Leuven/Voorburg: Acco, p. 155-188. Joop van der Horst KULeuven Contact: joop.vanderhorst@arts.kuleuven.be Ronde 2 De standaardtaal staat onder druk, en dat is geen nieuws. En hetzelfde zien we overal in Europa. Wel nieuw is het inzicht dat dit geen tijdelijke inzinking is, maar een structureel afscheid van de standaardtalen. Ze zijn het product geweest van een taalcultuur die in de Renaissance begon, en einde 20ste eeuw afloopt. Aspecten van die taalcultuur zijn, behalve de Europese staandaardtalen, ook onze spelling, onze taaldidactiek, een manier van lezen en schrijven, het boek als exclusieve drager van informatie, het weren van afkortingen, de positie van het Latijn als belangrijk schoolvak, de alfabetische ordening, en zeer algemeen het primaat van geschreven taal, en ten slotte: een verkavelende visie op taal (als bestaande uit talen). De Renaissance plaatste hekken rondom haar (geschreven) (standaard)talen. Het begin van het einde van deze taalcultuur laat zich aanwijzen in de periode 1860-1900; maar de massale doorbraak vindt plaats vanaf 1970. Het wegvallen van de hekken rondom de standaardtalen, tegen het einde van de 20ste eeuw, creëert een compleet nieuwe situatie. Hiermee is niet gezegd dat het een slechte ontwikkeling is; maar ingrijpend zijn de veranderingen zeker. Maar hoe men er ook over moge denken, het is van belang dat we ons bezinnen op een leven zonder standaardtaal. Varianten staan voortaan op gelijke voet naast elkaar, zonder een algemeen aanvaarde norm als ijkpunt zoals dat in het verleden in het onderwijs heeft gegolden. Dit betreft niet enkel de varianten binnen de taal, maar ook andere talen. Meertaligheid, en het dooreenlopen van talen is niet langer de uitzondering maar bezig de normale situatie te worden. Het taalonderwijs zal zich, in deze nieuwe situa- 264