Titel rapport (rapportnr.) Een archeologisch bureau-onderzoek ten behoeve van de anti-verdrogingsmaatregelen op de Strabrechtse Heide nabij Heeze, gemeente Heeze-Leende en Someren (NB). ARC-Rapporten 2012-54 Soort onderzoek Bureauonderzoek Onderzoeksmeldingnr. (OM.nr) 51.386 Omvang en aard plangebied Totale omvang plangebied bedraagt ca. 423 ha Planprocedure, reden Onbekend; realisatie van anti-verdrogingsmaatregelen in natuurgebied de Strabrechtse heide Versie rapport Versie 1.1, concept, 27 april 2012 Onderzoeksbureau ARC bv Geldermalsen Auteur(s) M. Verboom-Jansen, MSc Opdrachtgever BWZ Ingenieurs. Onduidelijk is echter wie de uiteindelijke initiatiefnemer is (Staatsbosbeheer, waterschap?) Bevoegd gezag Gemeente Someren en de gemeente Heeze-Leende; (provincie Noord Brabant?) Contactpersoon namens gemeente Voor de gemeente Someren is dit dhr. P. Steenbergen. Beoordeeld door M. van der Weele en F.P. Kortlang (ArchAeO) voor de gemeente Someren. Projectnr. ArchAeO P12195 Beoordeeld d.d. 22-11-2012 Algemene indruk Conformiteit KNA 3.2 Overige opmerkingen beoordelaar Een standaard bureauonderzoek. Voor zover kan worden beoordeeld is het onderzoek KNA-conform uitgevoerd. Het rapport is in zijn geheel doorgenomen en verder specifiek bekeken voor de delen die op het gemeentelijk grondgebied van de gemeente Someren liggen. Kwaliteit onderzoek Opmerkingen, suggesties Algemeen: - Uit het rapport en de literatuurlijst kan niet worden opgemaakt of er kennis is genomen van Kortlang, Pagina 1 van 7
en aanvullingen F.P., 2010: De Archeologiekaart van Someren. Een archeologische waarden- en - beleidskaart voor de gemeente Someren, Eindhoven (ArchAeO-rapport 0913). De archeologie van het grondgebied van Someren is hierin vrij intensief onderzocht en beschreven, met gebruik making van een keur aan landschapskaarten. Het rapport met (kaart) bijlagen is te vinden via de website van de gemeente Someren. Met de zoekoptie is het geheel aan documenten echter zeer versnipperd en moeilijk terug te vinden. Desgewenst kan ArchAeO de stukken digitaal zenden. - Opgemerkt wordt dat alleen is gekeken naar de archeologische waarden en verwachtingen. Er is geen - Het rapport is taalkundig niet in detail bekeken, maar een paar zaken die opvielen: randwal i.p.v. randweal, aangeplant i.p.v. aangepland. - De RD-coördinaten bij afbeelding 1 lijken niet te kloppen. Graag dit nog even nakijken en wijzigen. Projectgegevens (p.2): Graag de contactpersoon voor de gemeente Someren wijzigen in dhr. P. Steenbergen. E-mail: p.steenbergen@someren.nl. Het telefoonnr. mag ongewijzigd blijven. Bekende aardwetenschappelijke waarden (p.7): In het rapport wordt de term esdek gebruikt. ArchAeO stelt het op prijs als de terminologie van Spek (Spek T., 2004, Het Drentse Esdorpenlandschap, Utrecht; Doesburg e.a. (red), 2007: Essen in zicht. Essen en plaggendekken in Nederland: onderzoek en beleid. Amersfoort (NAR 34).) wordt gebruikt. Meer informatie over de voorkeursterminologie kan worden opgevraagd bij ArchAeO. Bekende archeologische waarden en historische en bouwhistorische waarden (p.8-14): - (p.12) Wat wordt bedoeld met vuursteenafval? In de literatuur kom je deze term nog wel eens tegen, maar is verwarrend. Met name voor de minder ingewijde lezer heeft de term een verkeerde connotatie. Graag deze term verklaren of anders spreken over vuursteenafslagen of artefacten. - (p. 8-14) Is er in het kader van dit onderzoek nog informatie ingewonnen bij de heemkundevereniging of personen met plaatselijke archeologische en/of historische kennis? Bij het verzamelen van informatie of vondstmeldingen dienen deze personen/instellingen geraadpleegd te worden (voor Someren: Heemkundekring De Vonder Asten - Someren - W. van den Bosch / H. Meeuws). Voor de cultuurhistorische beschrijving kan naast de archeologiekaart van Someren, Coenen een zinvolle bijdrage zijn (Coenen, J., 2011: Hertog Jan en de Zummerse mens. Een overzicht van de geschiedenis van Pagina 2 van 7
Conclusies onderzoeksbureau Aanbevelingen onderzoeksbureau Someren en Lierop, Someren.). - (p.13) De desbetreffende projectleider was niet bereikbaar Dit zet je natuurlijk niet in een onderzoeksrapport. Gelieve nog eens contact opnemen met de betrokken personen: dr. S. Arnoldussen of drs. J.W. de Kort. - (p.13) Dat de resultaten van de veldkartering ontbreken in Archis kan kloppen, maar geef op zijn minst antwoord op de wie en wanneer vraag. Gespecificeerd archeologische verwachtingsmodel (p.15): De ondergrens van 40 cm beneden maaiveld die de gemeente Someren in haar beleid hanteert, geldt niet voor werkzaamheden als afplaggen van heide, natuurgebieden, zodenteelt en dergelijke, omdat het hier om een geleidelijk verstorend proces gaat. Hiervoor dient altijd een aanlegvergunning te worden aangevraagd. (zie planregels bestemmingsplan buitengebied) Zie hiervoor per deelgebied het ARC-rapport (p.18-22). Ingreep deelgebied 1 Het bos op de locatie zal worden omgevormd naar heide. De wortels van de bomen worden eventueel tot ca. 40 cm mv verwijderd. In het kader van natuurontwikkeling wordt de bodem mogelijk ook afgeplagd tot de oorspronkelijke schrale bovengrond weer zichtbaar wordt. De verwachte ontgravingsdiepte voor het afplaggen is ca. 40 cm mv. Daarnaast zal de waterloop verontdiept worden. Aanbeveling Deelgebied 1, lage verwachtingswaarde gemeente Someren - vrijgeven Ingreep deelgebied 2 Het maaiveld wordt hier maximaal 40 cm mv verlaagd en eventueel wordt bos en struweel verwijderd. Aanbeveling Deelgebied 2, lage verwachtingswaarde gemeente Someren -??? (niet gegeven in rapport) Ingreep deelgebied 3 Het bos zal worden omgevormd tot heide en loofbos. De wortels van de bomen worden eventueel tot ca. 40 cm mv verwijderd. In het kader van natuurontwikkeling wordt de bodem mogelijk ook afgeplagd tot de Pagina 3 van 7
oorspronkelijke schrale bovengrond weer zichtbaar wordt. De verwachte ontgravingsdiepte voor het afplaggen is ca. 40 cm mv. Aanbeveling Deelgebied 3, AMK-terrein 1362 - vergunning aanvraag bij het Rijk noodzakelijk. Ontzien of proefsleuvenonderzoek. Deelgebied 3, AMK-terrein 2913 verkennend booronderzoek Deelgebied 3, AMK-terrein 2923 - ontzien of karterend booronderzoek. Deelgebied 3 deel middelhoge verwachtingswaarde gemeente Someren verkennend booronderzoek. Deelgebied 3, deel lage verwachtingswaarde gemeente Someren vrijgeven Evaluatie beoordelaar (ArchAeO) Voorgenomen ingrepen De hoofdingrepen die in het kader van de grootschalige natuurontwikkeling worden gedaan, bestaan uit: omvormen van naaldhoutbos tot heide en loofhoutbos (deelgebied 1 en 3), verlagen van het maaiveld tot max. 40 cm (deelgebied 2) en afplaggen van de bovengrond tot ca. 40 cm beneden maaiveld (deelgebied 3). De ingrepen zijn zeer omvangrijk en ingrijpend voor de bodem, de te verwachten archeologie en ook de cultuurhistorie van het gebied. Archeologische verwachting Het plangebied is gelegen in een heidegebied met een haarpodzol- en veldpodzolbodem met een gering leemgehalte en op veel plaatsen een diepe grondwaterstand. Het heidegebied was doorspekt met vennen, laagten en soms, in de nabijheid van de vennen, kleine (stuif?)zandkoppen of zandduinen. Het voormalige heidelandschap met de vele vennen en kleine zandkopjes heeft vanaf het Laat Paleolithicum tot vermoedelijk in de IJzertijd zijn aantrekkingskracht gehad. Een aantal kleine kopjes in de nabijheid van de vennen zullen zeker in de steentijd regelmatig seizoenaal bewoond zijn geweest. De mesolitische vuursteenconcentratie (AMK-terrein 2913) en een urnenveld uit de Late Bronstijd-IJzertijd (AMK-terrein 1362) Pagina 4 van 7
illustreren dat sporen van bewoning in principe in de nabije omgeving verwacht kunnen worden. Daarnaast wordt ook de aanwezigheid vermoed van celtic field akkersystemen. Ook de melding binnen het plangebied, maar ook direct daarbuiten van vuursteenmateriaal uit het Laat-Paleolithicum Mesolithicum (Archis-nr. 30.384) en het Mesolithicum (Archis-nr. 30.383), duiden hierop. Na de IJzertijd heeft in deze landschappelijke zone naar verwachting nauwelijks of geen bewoning meer plaatsgevonden. Dit kan ondermeer verklaard worden uit de bodemdegradatie van deze relatief leemarme delen van het landschap, die in de loop van de Late Bronstijd en IJzertijd lijkt op te treden (zie Kortlang, 2010 voor een uitvoeriger beschrijving van het verwachtingsmodel). Gemeentelijk beleid Aan de hand van de IKAW en de archeologische beleidskaart is er sprake zijn van een middelhoge archeologische verwachting binnen het plangebied. Dit beeld dient genuanceerd te worden, wanneer men meer gedetailleerd gaat kijken naar de bodemkaart, geomorfologische kaart, de hoogtekaart en het historische kaartmateriaal. In principe mag meer eerder uitgaan van een hoge verwachting voor laat-prehistorische vindplaatsen. Dit zal niet overal het geval zijn, maar dat dergelijke sites aanwezig zijn is zeer waarschijnlijk. Beleidsmatig is in Someren voor dit uitgestrekte natuurgebied bewust ingestoken op een categorie 5 (overeenkomstig met een middelhoge verwachtingswaarde) omwille van een geschikte ondergrens van waaraf archeologisch onderzoek noodzakelijk is. Het feit dat het hier gaat om een vele honderden hectares groot natuurgebied is in de beleidsafweging meegenomen. Verder heeft hier in de afweging meegespeeld dat de 40 cm als diepteondergrens geldt voor vrijwel alle voorkomende werkzaamheden, met uitzondering van het afplaggen van heide- en natuurgebieden. Juist omdat de archeologie (met name steentijd, maar ook mogelijke resten van celtic fields en nederzettingssporen, direct onder het oppervlak kunnen voorkomen). Door het afplaggen kunnen vindplaatsen vergraven worden, maar bovendien kunnen vindplaatsen aan de oppervlakte komen te liggen en daarmee extra kwetsbaar worden. Advies beoordelaar (ArchAeO) Samenvattend De voorgenomen ingrepen zijn te bestempelen als grootschalig en zeer ingrijpend voor het toch al kwetsbare bodemarchief. Het plangebied heeft vanuit beleidsmatig oogpunt een middelhoge verwachting gekregen omdat Pagina 5 van 7
vindplaatsen, met de gebruikelijke bureau- en booronderzoeken moeilijk vast te stellen zijn. Er mag vanui worden gegaan dat specifieke delen van het landschap (bijvoorbeeld in de nabijheid van (voormalige) vennen, een hogere trefkans hebben, alleen is een veel intensiever bureau en karterend onderzoek noodzakelijk dan nu is uitgevoerd. Voorts zijn de voorgenomen ingrepen vanuit het archeologische beleid onderzoeksplichtig. Zelfs als deze maar tot 40 cm diepte gaan. Voor afplaggen/ontgraven geldt een onderzoeksplicht. De eerste stap is met dit bureauonderzoek genomen. De (beleidsmatige) aanbevelingen van het ARC kunnen dan ook niet overgenomen worden. De methode van verkennende booronderzoeken is ons inziens als vervolgonderzoek vooralsnog niet zinvol. Een nadere cultuurhistorische inventarisatie van het plangebied wordt voorts aanbevolen. Hoe verder? Ervaring met dit soort initiatieven leert ons dat dit een specifieke aanpak vergt, waarbij meerdere instanties bij betrokken zullen moeten worden. We achten het raadzaam dat de initiatiefnemer een gesprek organiseert met de betrokken gemeenten (Someren, Heeze-Leende), maar bij voorkeur ook met vertegenwoordigers van de Rijksdienst voor het Cultureel erfgoed (C. van Rooijen, E. Rensink, J. Deeben,) en de provincie Noord-Brabant (M. Meffert). Afhankelijk van de uitkomsten van dit gesprek zouden wij ons kunnen voorstellen dat een vervolgtraject er ongeveer als volgt zou kunnen uitzien: 1) Het onder voorwaarden toestaan van het kappen van de naaldbomen. Het verwijderen van de stobben onder archeologisch toezicht; 2) Het onder voorwaarden (bijv. het reliëf volgend) toestaan van het afplaggen van alléén de voedselrijke doorwortelde bovenlaag (max ca 10-15 cm) onder archeologisch toezicht; 3) Een archeologische veldkartering, gecombineerd met verkennende en karterende boringen en proefputjes op de afgeplagde gebieden; Besluitvorming op basis van de resultaten. Verschillende opties zijn mogelijk: zones waar nader archeologisch onderzoek dient plaats te vinden; zones die opnieuw afgedekt dienen te worden; zones die vrijgegeven kunnen worden. Pagina 6 van 7
Autorisatie beoordeling door senior-archeoloog drs. Fokko P. Kortlang ArchAeO B.V., Archeologische Advisering en Ondersteuning Rapelenburglaan 9 5654 AP Eindhoven tel. 040-2519270 email: advies@archaeo.nl website: www.archaeo.nl datum: 22-11-2012 Pagina 7 van 7