Koninklijk besluit van 21 september 2004 betreffende de bescherming van stagiairs (B.S ; erratum: B.S )

Vergelijkbare documenten
Bescherming van stagiairs

Risicoanalyse en preventiemaatregelen

Auteur. Onderwerp. Datum

Jongeren en stagiairs: wettelijk kader

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk

Behandeld door Commissie Medisch Toezicht 2009 werkgroep ad hoc 2008

Koninklijk besluit van 15 december 2010 tot vaststelling van maatregelen betreffende het welzijn op het werk van uitzendkrachten (B.S

Concordantietabel boek I Algemene beginselen van de codex welzijn op het werk

Codex over het welzijn op het werk. Boek X.- Werkorganisatie en bijzondere werknemerscategorieën. Titel 2. Uitzendarbeid

15 DECEMBER Koninklijk besluit tot vaststelling van maatregelen betreffende het. welzijn op het werk van uitzendkrachten (BS

Welzijn op het werk voor leerlingen, studenten en cursisten die stage lopen

Bescherming van stagiair(e)s op het werk

Welzijn van uitzendkrachten: nieuwe bepalingen

15 DECEMBER Koninklijk besluit tot vaststelling van maatregelen betreffende het welzijn op het werk van <uitzendkrachten> (1)

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk.

24 APRIL Koninklijk besluit tot wijziging van diverse bepalingen inzake welzijn op het werk (1)

Concordantietabel boek V Omgevingsfactoren en fysische agentia van de codex welzijn op het werk

PRO_15_Buitenschoolse praktijkopleiding

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk

Dosimetrisch toezicht Nota over de wetgeving

Koninklijk besluit van 11 juli 2002 betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk (B.S

Koninklijk besluit van 28 mei 2003 betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers (B.S )

Circulaire EXTERNE DIENST VOOR PREVENTIE EN BESCHERMING OP HET WERK

Koninklijk besluit van 28 mei 2003 betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers (B.S )

Koninklijk besluit van 28 mei 2003 betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers (B.S )

Circulaire 2013/14 EXTERNE DIENST VOOR PREVENTIE EN BESCHERMING OP HET WERK

MEDEDELING MAATREGELEN BETREFFENDE HET WELZIJN OP HET WERK VAN UITZENDKRACHTEN

Hoofdstuk I. - Bepalingen betreffende de collectieve beschermingsmiddelen. Afdeling 1. - Toepassingsgebied en definities

28 MEI Koninklijk besluit betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers. Belgisch

Koninklijk besluit van 28 mei 2003 betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers (B.S )

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID

VAS, afdeling Antwerpen 1

IPV - Opleidingsadviseur van de voedingssector

Circulaire 2013/011 MAATREGELEN IN VERBAND MET HET GEZONDHEIDSTOEZICHT OP DE WERKNEMERS

NIEUWE REGELS VOOR DE RE-INTEGRATIE VAN ARBEIDS- ONGESCHIKTE WERKNEMERS

AANPASSING VAN DE VERPLICHTINGEN BETREFFENDE HET WELZIJN VAN

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk.

Afdeling I. Toepassingsgebied en definities

Risicoanalyse/werkpostfiche_stage leerling of cursist bij een werkgever

Afdeling I. - Toepassingsgebied en definities

Individuele stageovereenkomst

Afdeling I. - Toepassingsgebied en definities

Welzijn en opleidingen

HOOFDSTUK I.- Definities. Artikel 1.- Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

Codex over het welzijn op het werk. Boek I.- Algemene beginselen. Titel 2. Algemene beginselen betreffende het welzijnsbeleid

Individuele stageovereenkomst

16 JANUARI Koninklijk besluit betreffende de bescherming van de gezondheid en de veiligheid

Koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (B.S

Hoofdstuk VI. Het re-integratietraject van een werknemer die het overeengekomen werk tijdelijk of definitief niet kan uitoefenen

Concordantietabel boek VI Chemische, kankerverwekkende en mutagene agentia van de codex welzijn op het werk

Inhoudsopgave TITEL II: ORGANISATORISCHE STRUCTUREN TITEL I: ALGEMENE BEGINSELEN. HOOFDSTUK I: Welzijnswet werknemers

Inhoudsopgave TITEL I: ALGEMENE BEGINSELEN TITEL II: ORGANISATORISCHE STRUCTUREN

Circulaire TARIFERING EXTERNE DIENSTEN PBW

Circulaire 2016/03. Tarifering Externe Diensten PBW

HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling. Artikel 1

Vereniging van externe diensten voor preventie en bescherming op het werk

Inhoudsopgave TITEL I: ALGEMENE BEGINSELEN TITEL II: ORGANISATORISCHE STRUCTUREN. HOOFDSTUK IV: Maatregelen in verband met ernstige arbeidsongevallen

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin

Codex over het welzijn op het werk. Boek I.- Algemene beginselen. Titel 4. Maatregelen in verband met het gezondheidstoezicht op de werknemers

Afdeling I. - Toepassingsgebied en definities. KB Optische straling

Welke taken zijn voor het uitzendkantoor?

Interimarbeid - Wettelijk kader betreffende het welzijn van de uitzendkracht

OMSTANDIG VERSLAG ERNSTIG ONGEVAL (volgens KB )

KB s 24 april 2014 Gezondheidstoezicht

Toelichting re-integratietraject

27 MAART KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE HET BELEID INZAKE HET WELZIJN VAN DE WERKNEMERS BIJ DE UITVOERING VAN HUN WERK

Koninklijk besluit van 27 augustus 1993 betreffende het werken met beeldschermapparatuur (B.S )

Circulaire MAATREGELEN IN VERBAND MET HET GEZONDHEIDSTOEZICHT OP WERKNEMERS

STAGEOVEREENKOMST

Vademecum Welzijn op het werk

Inhoudstafel. De Bibliotheek Sociaal Recht Larcier... Voorwoord... Voorafgaandelijk... 1

RAAMOVEREENKOMST

INDIVIDUELE STAGEOVEREENKOMST

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 72 VAN 30 MAART 1999 BETREFFENDE HET BELEID TER VOORKOMING VAN STRESS DOOR HET WERK

OVEREENKOMST VOOR EEN INNOVATIESTAGE IN HET KADER VAN HET POSTGRADUAAT INNOVEREND ONDERNEMEN

Bescherming van stagiair(e)s op het werk (verpleegstage) Risicoanalyse en document

Arbeidsongevallen. Steven Van den Broeck Directie TWW Antwerpen FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg

Koninklijk besluit van 4 juni 2012 betreffende de thermische omgevingsfactoren (B.S )

Bulletin nr : B081 - Schriftelijke vraag en antwoord nr : Zittingsperiode : 51

RE-INTEGRATIE PUBLICATIE VAN 2 NIEUWE KB S - Nota over de wetgeving

INHOUDSTAFEL. Arbeidsongeval & Letselpreventie

Basisvorming veiligheid niveau 3 Onthaalbeleid

Afdeling I. - Toepassingsgebied en definities

Belangrijke wijzigingen in de welzijnsreglementering

WELZIJN OP HET WERK - Wijzigingen Nota over de wetgeving

Circulaire GEZONDHEIDSTOEZICHT OP WERKNEMERS

Re-integratietraject voor arbeidsongeschikte werknemers

Ken jij je preventieadviseurarbeidsgeneesheer. (bedrijfsarts)? Welke rol vervult hij/zij in jouw onderneming of organisatie?

Koninklijk besluit van 10 april 2014 betreffende de preventie van psychosociale risico s op het werk

Stages in het onderwijs. Leerlingen, studenten, cursisten

JAARVERSLAG VAN DE IDPB DEEL VII Bis : Inlichtingen betreffende de preventie van psychosociale belasting veroorzaakt door het werk.

Afdeling 1. Psychosociale risico s op het werk: een prangend maatschappelijk probleem 1. Afdeling 2. en uitdaging voor het (sociaal) recht 2

Informatiefiche moederschapsbescherming Horeca ( restaurant-brasserie uitz: grootkeuken)

Artikel 1. Artikel 2. Artikel 3

Vademecum Welzijn op het werk 3

KB Verzwaarde risico s. Gewijzigd door :

Organisatie van het Medisch Toezicht

ONTHAAL EN BEGELEIDING VAN BEGINNENDE WERKNEMERS

Personeelslid van de Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen, die de studentstagiair tijdens de stage daadwerkelijk begeleidt.

Transcriptie:

Koninklijk besluit van 21 september 2004 betreffende de bescherming van stagiairs (B.S. 4.10.2004; erratum: B.S. 3.1.2005) Gewijzigd bij: (1) koninklijk besluit van 30 september 2005 (B.S. 13.10.2005, ed. 2) (2) koninklijk besluit van 2 juni 2006 (B.S. 17.7.2006) (3) koninklijk besluit van 26 augustus 2010 (B.S. 6.9.2010) (4) koninklijk besluit van 31 mei 2016 tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 mei 1999 betreffende de bescherming van de jongeren op het werk en tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 september 2004 betreffende de bescherming van stagiairs (B.S. 25.7.2016) Afdeling I. - Toepassingsgebied en definities Artikel 1.- Dit besluit is van toepassing op de werkgevers, de stagiairs en de onderwijsinstellingen. Art. 2.- Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1 stagiair: elke leerling of student die in het kader van een leerprogramma georganiseerd door een onderwijsinstelling, daadwerkelijk arbeid verricht bij een werkgever, in gelijkaardige omstandigheden als de werknemers in dienst van die werkgever, en dit met het oog op het opdoen van beroepservaring; 2 werkgever: de werkgever die de stagiair tewerkstelt; 3 onderwijsinstelling: elke instelling die onderwijs verschaft, met uitzondering van de instellingen die de beroepsopleidingen organiseren bedoeld in artikel 2, 1, tweede lid, 1, b) van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk; 4 passend gezondheidstoezicht: het gezondheidstoezicht zoals bedoeld in artikel 12, 1, van het koninklijk besluit van 3 mei 1999; 5 specifiek gezondheidstoezicht: het gezondheidstoezicht zoals bedoeld in artikel 12, 2, van het koninklijk besluit van 3 mei 1999; 6 type van gezondheidstoezicht: het passend gezondheidstoezicht of het specifiek gezondheidstoezicht; 7 het koninklijk besluit van 3 mei 1999: het koninklijk besluit van 3 mei 1999 betreffende de bescherming van de jongeren op het werk; 8 het koninklijk besluit van 28 mei 2003: het koninklijk besluit van 28 mei 2003 betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers.

Afdeling II. - Verplichtingen van de werkgever inzake risicoanalyse en preventiemaatregelen Art. 3.- De werkgever voert overeenkomstig artikel 3 van het koninklijk besluit van 3 mei 1999 een analyse uit van de risico's waaraan de stagiairs kunnen worden blootgesteld en stelt de preventiemaatregelen vast die moeten in acht genomen worden. [Bij het vaststellen van deze preventiemaatregelen past hij de bepalingen van [de artikelen 4, 8, 9 en 10, 2 van het koninklijk besluit van 3 mei 1999 betreffende de bescherming van de jongeren op het werk toe. (4)] (1)] Art. 4.- De werkgever stelt de onderwijsinstelling in kennis van de resultaten van de risicoanalyse bedoeld in artikel 3. Die resultaten vermelden inzonderheid, al naargelang het geval: 1 ofwel dat elk type van gezondheidstoezicht overbodig is, in toepassing van artikel 4, 2 van het koninklijk besluit van 28 mei 2003; 2 ofwel dat het passend gezondheidstoezicht van toepassing is; 3 ofwel dat het specifiek gezondheidstoezicht van toepassing is; 4 in voorkomend geval, de aard van de verplichte inentingen; 5 de noodzaak onmiddellijk preventiemaatregelen te treffen die verband houden met de moederschapsbescherming. Art. 5.- Vooraleer een stagiair te werk te stellen op een werkpost of aan een activiteit waarvoor een type van gezondheidstoezicht noodzakelijk is, verstrekt de werkgever aan de stagiair en aan de onderwijsinstelling waar deze stagiair is ingeschreven, een document dat informatie bevat betreffende: 1 de beschrijving van de werkpost of de activiteit die een passend gezondheidstoezicht vereist; 2 alle toe te passen preventiemaatregelen; 3 de aard van het risico dat een specifiek gezondheidstoezicht vereist; 4 de verplichtingen die de stagiair moet naleven in verband met de risico's eigen aan de werkpost of de activiteit; 5 in voorkomend geval, de aangepaste opleiding met het oog op de toepassing van de preventiemaatregelen. Dit document wordt ter beschikking gehouden van de met het toezicht belaste ambtenaar. Art. 6.- [ 1. (3)] Wanneer uit de risicoanalyse blijkt dat de stagiair wordt tewerkgesteld aan een activiteit waarvoor een type van gezondheidstoezicht van toepassing is, zorgt de werkgever er voor dat dit type van gezondheidstoezicht wordt uitgevoerd.

Bovendien onderwerpt hij de stagiair, in voorkomend geval, aan de inentingen of aan de dosimetrische controle, indien de stagiair, rekening houdend met het verbod bedoeld in artikel 8 van het koninklijk besluit van 3 mei 1999, wordt blootgesteld aan ioniserende stralingen. Elk type van gezondheidstoezicht wordt uitgevoerd door het departement of de afdeling belast met het medisch toezicht van de interne of externe dienst voor preventie en bescherming op het werk van de werkgever. [ 2. In afwijking van 1, derde lid, kan de werkgever voor de uitvoering van het gezondheidstoezicht van de stagiairs een beroep doen op de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer van de bevoegde dienst voor preventie en bescherming op het werk van de onderwijsinstelling. Een exemplaar van het formulier voor de gezondheidsbeoordeling afgeleverd door deze preventieadviseur-arbeidsgeneesheer, wordt aan de onderwijsinstelling bezorgd. De onderwijsinstelling overhandigt een kopie van dit formulier aan de werkgever en aan de stagiair. (3)] Art. 7.- [ 1. (2)] De eerste werkgever bij wie de stagiair wordt tewerkgesteld voor zijn allereerste stage, zorgt er voor dat de stagiair waarop een type van gezondheidstoezicht van toepassing is, de voorafgaande gezondheidsbeoordeling ondergaat, voordat hij hem belast met de arbeid. Bij elke opeenvolgende stage wordt de voorafgaande gezondheidsbeoordeling enkel herhaald, indien de stagiair wordt blootgesteld aan een nieuw risico waarvoor er nog geen gezondheidsbeoordeling is gebeurd. [Indien een stage een duurtijd heeft van meer dan zes maanden en indien de stagiair tijdens deze stage wordt blootgesteld aan de risico's die voorkomen in de bijlage bij het koninklijk besluit van 3 mei 1999, kan de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer beslissen dat de voorafgaande gezondheidsbeoordeling wordt aangevuld met een periodieke gezondheidsbeoordeling. (2)] Het bewijs dat de stagiair werd onderworpen aan de voorafgaande gezondheidsbeoordeling [en, in voorkomend geval, aan een periodieke gezondheidsbeoordeling (2)] wordt geleverd door het formulier voor de gezondheidsbeoordeling bedoeld in onderafdeling 1 van afdeling 6 van het koninklijk besluit van 28 mei 2003, dat de stagiair ter beschikking moet houden van elke nieuwe werkgever bij wie hij nadien zal worden tewerkgesteld. [ 2. De voorafgaande gezondheidsbeoordeling, bedoeld in 1, eerste lid, is niet verplicht wanneer een stagiair: 1 ofwel jonger is dan 18 jaar en uit de resultaten van de risicoanalyse is gebleken dat elk type van gezondheidstoezicht overbodig is; 2 ofwel een activiteit verricht die er hoofdzakelijk in bestaat met een beeldscherm te werken. De in het eerste lid bedoelde vrijstelling is enkel mogelijk wanneer de stagiair bedoeld in het eerste lid, 1 of 2, beschikt over een attest dat bewijst dat hij minder dan vijf jaar geleden werd onderworpen aan het medisch schooltoezicht, in het kader van de van kracht zijnde onderwijsreglementering. (2)]

Art. 8.- Vooraleer de stagiair te werk te stellen, neemt de werkgever, na advies van de preventieadviseur belast met de leiding van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk of de afdeling van deze dienst en na advies van het comité, de nodige maatregelen inzake onthaal en begeleiding van de stagiairs, zulks met het oog op de bevordering van hun aanpassing en integratie in de werkomgeving en om er voor te zorgen dat zij in staat zijn hun arbeid naar behoren uit te oefenen. Afdeling III. - Specifieke tariefregeling [Art. 9.- De werkgever die een beroep doet op de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk van de onderwijsinstelling is voor de uitvoering van het gezondheidstoezicht jaarlijks een bijdrage verschuldigd van 61,13 euro vermenigvuldigd met het aantal stagiairs. Het aantal stagiairs dat in aanmerking moet genomen worden voor de berekening van de bijdrage in het eerste lid stemt overeen met het aantal stagiairs ingeschreven op de lijsten van werknemers die aan het gezondheidstoezicht onderworpen zijn, bedoeld in artikel 6, 1, 2 van het koninklijk besluit van 28 mei 2003 betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers. De bijdrage bedoeld in het eerste lid wordt geïndexeerd, overeenkomstig de bepalingen van artikel 13decies van het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk. (3)] Art. 10 tot 13.- vernietigd bij het arrest nr. 198.873 van de Raad van State van 14 december 2009. Afdeling IV. - Voorwaarden waaronder de onderwijsinstelling belast kan worden met de verplichtingen van de werkgever Art. 14.- Indien de kandidaat-stagiair in de onderwijsinstelling een activiteit uitvoert die gelijkaardig is aan de arbeid die hij zal uitvoeren bij de werkgever, is de onderwijsinstelling belast met de volgende opdrachten: 1 zij voert de risicoanalyse bedoeld in artikel 3 van het koninklijk besluit van 3 mei 1999 uit voor de activiteiten verricht in de onderwijsinstelling; 2 zij stelt in toepassing van artikel 3 van het koninklijk besluit van 3 mei 1999 de preventiemaatregelen vast die van toepassing zijn in de onderwijsinstelling; 3 zij stelt de werkgever in kennis van de resultaten van de risicoanalyse en van de toe te passen preventiemaatregelen. Wanneer de kandidaat-stagiairs gelijkaardige activiteiten verrichten als de werknemers van de onderwijsinstelling en voor zover er voor deze werknemers een risicoanalyse werd uitgevoerd overeenkomstig artikel 8 van het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, blijft de in het eerste lid, 1 bedoelde risico-analyse beperkt tot een aanvulling van deze risicoanalyse met de gegevens die in toepassing van artikel 3 van het koninklijk besluit van 3 mei 1999 specifiek zijn voor de jongeren op het werk.

In dat geval worden de preventiemaatregelen die vastgesteld werden voor de werknemers van de onderwijsinstelling aangevuld met de preventiemaatregelen die specifiek zijn voor de jongeren op het werk, om te beantwoorden aan de verplichting bedoeld in het eerste lid, 2. Voor het uitoefenen van de in het eerste lid bedoelde verplichtingen doet de onderwijsinstelling een beroep op de interne of externe dienst voor preventie en bescherming op het werk van de onderwijsinstelling. Art. 15.- Indien uit de resultaten van de risicoanalyse bedoeld in artikel 14 blijkt dat de kandidaat-stagiair moet onderworpen worden aan een type van gezondheidstoezicht of aan inentingen, laat de onderwijsinstelling de voorafgaande gezondheidsbeoordeling of de inentingen uitvoeren door de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer van het departement of de afdeling belast met het medisch toezicht van de interne of externe dienst voor preventie en bescherming op het werk waarop zij een beroep doet. In dat geval bezorgt de onderwijsinstelling aan de werkgever een afschrift van het formulier voor de gezondheidsbeoordeling. Art. 16.- De bepalingen van deze afdeling treden in werking op de datum bepaald door de Koning.