navb dossier Werken in de nabijheid van leidingen Bundel N 144 DRIEMAANDELIJKSE UITGAVE /3

Vergelijkbare documenten
2. De verplichtingen uit dit decreet doen geen afbreuk aan verplichtingen uit toepasselijke sectorreglementering, die in voorkomend geval cumulatief m

OVERZICHT REGELGEVING KABELS EN LEIDINGEN INFORMATIE PORTAAL

14 MAART Decreet houdende de ontsluiting en de uitwisseling van informatie over ondergrondse kabels en leidingen.

KLIP voorkomt schade aan ondergrondse kabels en leidingen

Vlaanderen Geoland. Hilde Masschelein Gedelegeerd bestuurder Bouwunie 2 december 2010

Voorkom graafschade! Planaanvraag verplicht via

WERKEN IN DE NABIJHEID VAN FLUXYS- LEIDINGEN MELDINGSPROCEDURE VOOR AL WIE WERKEN PLANT : AANNEMERS, BOUWHEREN, ARCHITECTEN EN STUDIEBUREAUS

Werken in de nabijheid van Fluxysleidingen. Meldingsprocedure voor al wie werken plant : aannemers, bouwheren, architecten en studiebureaus

Veiligheid bij werken aan elektrische installaties

KLIP. De digitale planafhandeling krijgt vorm. Pieter Noens (AGIV, KLIP productowner) Liesbeth Rombouts (AGIV, KLIP business analist)

Context. Voorkomen van graafschade! Vlaanderen

501 ( ) Nr april 2010 ( ) stuk ingediend op. Voorstel van decreet

KLIP gaat digitaal. Luc De Kock (AGIV) Jan Laporte (AGIV)

KLIP Kabel- en Leidinginformatie portaal

Werken in de nabijheid van Fluxysleidingen. Meldingsprocedure voor al wie werken plant : aannemers, bouwheren, architecten en studiebureaus

Technische specificaties KLIP-afhandeling

1 COÖRDINATIE-INSTRUMENTEN

Veiligheidscoördinatoren Coordinateurs de Sécurité. Gewijzigd door : KB van 18 januari 2006 BS van 31 januari 2006

januari 2012 Werken in de nabijheid van pijpleidingen voor het vervoer van gasachtige en andere producten

1. Aanvraagplannen werden ons overgemaakt door 2. Inplantingsplaats: Pijnven - Kerkhoven

Sessie 17. Hoe radicaal digitaal is het nieuwe KLIP? Jef Daems projectverantwoordelijke.

Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid

KLIP. Kabel- en Leidinginformatieportaal.

ONTWERP VAN DECREET TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

Risico s en preventiemaatregelen bij werken in de nabijheid van nutsleidingen Elia

KLIP Digitale Fase: Offerteaanvraag SaaS

Samen verminderen we graafschade

Leidraad voor werken aan elektrische installaties: BA4-BA5 - Code van goede praktijk. Dirk Wynants HSEQ Manager Cegelec

houdende wijziging van het KLIP-decreet van 14 maart 2008, wat betreft de wijze van het afhandelen van een planaanvraag

GIPOD, KLIP, GRB as-built Beste aannemer, ziet u de rode draad?

Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten

TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT RUIMTEN VAN ELEKTRISCHE INSTALLATIES Artikel A.R.E.I

Samen verminderen we graafschade. Wat moet u weten?

HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE VLAAMSE TOEZICHTCOMMISSIE VOOR HET ELEKTRONISCHE BESTUURLIJKE GEGEVENSVERKEER

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

Afdeling I. - Toepassingsgebied en definities

A. Context van de goedkeuring van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 82 bis

ADVIES DR DIENST REGELGEVING

WERKEN IN DE NABIJHEID VAN FLUXYS- LEIDINGEN RICHTLIJNEN VOOR GRAAFMACHINISTEN EN GRONDWERKERS

Vooraf gemelde examenvragen opleiding VC A en B op TMB

Het inrichtingsnummer

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, de artikelen 107 tot 122.

Keuringen en verplichtingen, specifiek inzake huishoudelijke elektrische installaties

Wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars (B.S. 9.III.1978) (gecoördineerd tot 3 juni 2007)

Arbeidsplaatsen Elektrische installaties Minimale voorschriften voor de oude installaties. Infodocument

WERKINSTRUCTIE WERKEN IN NABIJHEID VAN SPECIALE ONDERGRONDSE NUTSLEIDINGEN

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Voorstelling UZ Leuven

H.T. Aanvraagformulier (uitgave 2008) Huurtoelage

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Gelet op de aanvraag van het Parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ontvangen op 15/10/2013;

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

MODEL VAN TIJDELIJKE EN PRECAIRE GEBRUIKSOVEREENKOMST WAARSCHUWING

ONDERWERP: Algemeen reglement inzake al de gemeentelijke belastingen. Aanpassing vanaf DE GEMEENTERAAD,

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Aansprakelijkheid bij graafschade rol van de verzekering. Yves GHIJSELS FEDERALE Verzekering

Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering,

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid»

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 9 december 2016;

SOLIDARITEITSREGLEMENT VOOR DE WERKNEMERS TEWERKGESTELD IN HET PARITAIR COMITÉ 302. Inhoudstafel Voorwerp Werking in de tijd...

Mijnheer de minister-president,

Standaard informatie voor de aanvraag tot goedkeuring van een GEMEENSCHAPPELIJKE DIENST VOOR FYSISCHE CONTROLE

Ontwerp van decreet ( ) Nr. 5 4 juli 2012 ( ) stuk ingediend op

FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

OVERZICHT REGELGEVING CENTRAAL REFERENTIEADRESSENBESTAND

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST EN VAN HET PROTOCOL TUSSEN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIË DE REGERING VAN DE REPUBLIEK INDIA

Ontwerp van Besluit van de Vlaamse Regering houdende de instelling van een gemeenschapswaarborg in het kader van het projectspecifieke DBFM-programma

Goedkeuring te hechten aan het hiernavolgende Algemeen reglement Toelagen Gemeentebestuur Schoten.

Het inrichtingsnummer

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

houdende diverse bepalingen inzake energie

Artikel 2 Toepassingsgebied van de privacyverklaring

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

GRAAFWERKZAAMHEDEN VEILIG WERKEN IN DE NABIJHEID VAN PIJPLEIDINGEN

Codex over het welzijn op het werk. Boek III.- Arbeidsplaatsen. Titel 2. Elektrische installaties

H.T. Aanvraagformulier (uitgave 2008) Huurtoelage

1 COÖRDINATIE-INSTRUMENTEN

Gebruikershandleiding - website van de CSPI

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

TITEL I Algemene bepalingen

FORMULIER EERSTE AANVRAAG VERGOEDING/VERLENGING VERGOEDING

Werken in de nabijheid van Fluxysleidingen RICHTLIJNEN VOOR GRAAFMACHINISTEN EN GRONDWERKERS

Reglement voor het toelatingsexamen van accountant en/of belastingconsulent

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de inspectie van Financiën, gegeven op 21 augustus 2017;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 9 december 2016;

Besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2011 houdende de organisatie van het toezicht, vermeld in artikel 29bis van de Vlaamse Wooncode

Artikel 1. Voor de toepassing van dit huishoudelijk reglement wordt verstaan onder het begrip:

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Vertegenwoordigd door: Dhr. Kris Eggermont, technisch directeur Hierna de opdrachtgever genoemd,

Gelet op de aanvraag van het Belgische Rode Kruis ontvangen op 11/10/2011;

Transcriptie:

navb dossier DRIEMAANDELIJKSE UITGAVE - 2015/3 Bundel N 144 Werken in de nabijheid van leidingen

Bundel N 144 navb dossier Inhoud Werken in de nabijheid van leidingen De navb dossiers zijn driemaandelijkse uitgaven van het Nationaal Actiecomité voor Veiligheid en hygiëne in het Bouwbedrijf - navb-cnac Constructiv. In dezelfde reeks zijn nog andere dossiers beschikbaar. De navb dossiers bestaan ook in het Frans, onder de titel cnac dossier. REDACTIE Luc Christiaens, Christian Depue, Veerle De Saedeleer, Thierry Frere, Carl Heyrman, Véronique le Paige, Isabelle Lootens, Emmy Streuve, Isabelle Urbain, Evy Vinck. VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Carl Heyrman navb-cnac Constructiv Koningsstraat 132/4 1000 Brussel Tel.: +32 2 552 05 00 Fax: +32 2 552 05 05 E-mail: navb@constructiv.be Website: navb.constructiv.be Inschrijvingsnummer bij de Koninklijke Bibliotheek (wettelijk depot) 2515. AANSPRAKELIJKHEID Het redactiecomité van de navb dossiers streeft steeds naar betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie, rekening houdend met de huidige stand van de regelgeving en de techniek. Noch het redactiecomité, noch navb-cnac Constructiv kunnen echter aansprakelijk worden gesteld voor de gepubliceerde informatie. De raadgevingen in deze publicatie ontslaan de lezer niet van de verplichting om de geldende regelgeving na te leven. De reproductie van teksten en illustraties is toegestaan mits de uitdrukkelijke toestemming van de uitgever en duidelijke bronvermelding. BESTELLINGEN EN TARIEVEN Zie eshop.constructiv.be Ook gratis downloadbaar op navb.constructiv.be OPMAAK EN DRUKWERK www.mwp.be 1. Inleiding... 3 1.1. Soorten leidingen... 3 1.2. Risico s... 3 2. Registratie van leidingen... 4 2.1. Regelgeving op nationaal niveau... 4 2.2. Regelgeving op gewestelijk niveau... 5 2.2.1. Vlaanderen... 5 2.2.2. Brussels Hoofdstedelijk Gewest... 7 2.2.3. Wallonië... 8 2.3. Checklist voor het melden van werken... 11 2.3.1. Projectfase... 11 2.3.2. Uitvoeringsfase... 12 2.3.3. Planaanvraag via KLIP DF...12 2.3.4. Voordelen vanaf 1 januari 2016... 12 3. Praktische organisatie van de werken... 13 3.1. Inrichting van de werf en de werkzone... 13 3.2. Detectie van de aanwezige leidingen... 14 3.3. Sonderingen en afbakening van de veiligheidszone... 14 3.4. Uitvoeren van graafwerken... 15 4. Werken aan of nabij een elektrische installatie... 16 4.1. Bekwaamheid van personen en indeling van de werkzaamheden... 16 4.2. Risico s van elektriciteit... 18 4.3. Contact met een geleider: gevolgen en preventie... 18 4.4. Bovenleidingen voor spoorvoertuigen... 20 4.5. Ondergrondse lijnen voor hoogspanning... 21 4.6. Luchtlijnen voor hoogspanning... 22 4.7. Laagspanning... 24 4.8. Risicoanalyse, preventie van ongevallen en noodprocedures... 25 4.8.1. Maatregelen bij hoogspanning... 25 4.8.2. Maatregelen bij laagspanning... 26 4.9. Andere risico s... 27 5. Werken aan of nabij een gasinstallatie... 28 5.1. Het transport van aardgas... 28 5.2. De distributie van aardgas... 29 5.3. Preventie van ongevallen bij werken in de nabijheid van gasleidingen... 29 5.3.1. Afbakening van een beschermde zone, voorbehouden zone en veiligheidszone... 29 5.3.2. Hoge- en middendrukleidingen... 30 5.3.3. Lagedrukleidingen... 31 5.4. Maatregelen bij de beschadiging van een gasleiding... 31 5.4.1. Bij een beschadiging zonder gaslek... 31 5.4.2. Bij een gaslek in een hoge- of middendrukleiding... 31 5.4.3. Bij een gaslek in een lagedrukleiding... 32 6. Allerlei leidingen... 33 6.1. Water... 33 6.2. Riolering... 33 6.3. Industriële leidingen... 33 6.3.1. Algemene voorschriften en veiligheidsmaatregelen... 35 6.3.2. Noodmaatregelen... 35 6.4. Informatica en datatransport... 35 7. Conclusie... 36 Bijlage 1: Eerste hulp bij elektrocutie (gevaar voor verstikking)... 37 Bijlage 2: Bibliografie en relevante regelgeving... 38 Bijlage 3 : Nuttige telefoonnummers... 39 navb-cnac Constructiv 2015 Overname toegestaan mits uitdrukkelijke toestemming van het navb en duidelijke bronvermelding.

1. Inleiding Incidenten met leidingen zijn nog altijd een van de belangrijkste oorzaken van arbeidsongevallen. Elektrocutie als gevolg van contact met hoogspanningsleidingen blijft een probleem en ongevallen zoals de gasramp in Gellingen maken deel uit van het collectieve geheugen. Nochtans kunnen deze ongevallen vaak voorkomen worden als er bij de voorbereiding van de werken voldoende aandacht wordt besteed aan preventie. Dit dossier behandelt dan ook een aantal risico s en aangepaste preventiemaatregelen voor werken in de nabijheid van leidingen. Gezien de recente wijzigingen in de reglementering (zie hoofdstuk 2. Registratie van leidingen) en het belang van de risico s van werken in de nabijheid van leidingen, werd beslist om navb dossier 92 (uit 2001) te actualiseren. Voor het uitvoeren van werkzaamheden aan de distributienetten zelf en de bijbehorende veiligheidsmaatregelen verwijzen we naar de instructies en voorschriften van de beheerders van deze netwerken. 1.1. Soorten leidingen Onze huidige maatschappij, met zijn wooncomfort en automatisering, is niet meer denkbaar zonder een uitgebreid netwerk van allerhande nutsvoorzieningen, zowel voor huishoudelijk als voor industrieel gebruik. Hieronder vallen de netwerken voor de verdeling van: Elektriciteit Gas Water Riolering voor afvalwater en regenwaterafvoer Ook netwerken met een ondersteunende functie worden almaar belangrijker en uitgebreider. Daarbij gaat het onder andere om: Datanetwerken en kabeldistributie Verkeerssignalisatie, straatverlichting, signalisatiesturing van spoornetwerken (trein en tram) Kabels voor beveiliging of sturing van automaten, bewakingscamera s, alarmsystemen, bediening van slagbomen Daarnaast bestaan er ook leidingen voor het transport van industriële producten en voor militaire of strategische doeleinden. 1.2. Risico s Naargelang van het soort leiding, het vervoerde product en de transportwijze houden werken in de nabijheid van leidingen specifieke gevaren in voor de werknemers die deze werken uitvoeren. Bij leidingen van elektriciteitsnetwerken, teledistributie en datanetwerken moet rekening gehouden worden met de volgende risico s: Elektrocutie en elektrisering Het ontstaan van vlambogen in geval van kortsluiting De aanwezigheid van sterke elektromagnetische velden of straling Brand door statische elektriciteit bij werken met vluchtige brandgevaarlijke producten of brand bij het schakelen van een elektrische installatie navb-cnac Constructiv 2015 Werken in de nabijheid van leidingen 3

WERKEN IN DE NABIJHEID VAN LEIDINGEN Bij leidingen voor het transport van vloeistoffen of gassen onder druk moet rekening gehouden worden met de gevaren die gekoppeld gaan met deze druk. Wanneer deze leidingen beschadigd worden, kunnen brokstukken met grote kracht weggeslingerd worden. Bij leidingen waarmee gevaarlijke stoffen worden vervoerd, moet rekening gehouden worden met de gevaren van deze producten. De voornaamste gevaren zijn: Brand en explosie Grondvervuiling als gevolg van lekken Contact met producten die schadelijk zijn voor de gezondheid (bv. corrosieve producten) Naast de risico s voor de personen die werken uitvoeren in de nabijheid van leidingen, kan een beschadiging aan kabels of leidingen ook hinder veroorzaken, zowel voor de uitbater of de eigenaar van de betrokken nutsleiding als voor de gebruikers in de omgeving. Daarbij kan het gaan om: Stroomonderbrekingen, storingen aan een kabel, een telefoonlijn, enz. Verstoring van de functionaliteit Verstoring van de beveiliging 2. Registratie van leidingen 2.1. Regelgeving op nationaal niveau Na de gasramp van 30 juli 2004 in Gellingen werden verschillende maatregelen getroffen die opgenomen zijn in het KB van 18 januari 2006 (B.S. van 31 januari 2006) en het KB van 20 juni 2007 (B.S. van 10 juli 2007) tot wijziging van het KB van 21 september 1988 betreffende de voorschriften en de verplichtingen van raadpleging en informatie bij het uitvoeren van werken in de nabijheid van installaties van vervoer van gasachtige en andere producten door middel van leidingen. De belangrijkste wijziging die in 2006 doorgevoerd werd, is de oprichting van een digitaal centraal meldpunt, een internettoepassing die iedereen de mogelijkheid biedt op te vragen of er zich leidingen voor het vervoer van gasachtige en andere producten in de buurt bevinden van de plaats waar werken uitgevoerd zullen worden. In het KB van 20 juni 2007 werd vastgelegd dat ook de kennisgeving kan gebeuren via een internettoepassing die verbonden is met het centraal meldpunt en erkend is door de bevoegde gewestelijke overheid. Dit federale initiatief werd KLIM-CICC gedoopt (Kabels en Leidingen Informatie Meldpunt/ Contact Fédéral Information Câbles et Conduites) en is het resultaat van een samenwerking tussen de federale regering, de Federatie van Transporteurs door middel van Pipeline (Fetrapi), de hoogspanningsnetbeheerder Elia en de bouwfederaties Confederatie Bouw en Bouwunie. De huidige KLIM-leden zijn: Elia de ondernemingen die aangesloten zijn bij Fetrapi kabel-, buis- en leidingbeheerders die actief zijn in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest andere kabel- en leidingbeheerders die actief zijn in het Waals Gewest Een volledige lijst met alle KLIM-leden is beschikbaar op www.klim-cicc.be. KLIM Aannemers die werken willen uitvoeren in de nabijheid van leidingen waarmee gevaarlijke producten worden vervoerd of in de nabijheid van hoogspanningslijnen of ondergrondse elektriciteitskabels, zijn verplicht om de plannen bij de betrokken netbeheerders op te vragen via het online federaal meldpunt KLIM. 4 NAVB DOSSIER N 144 navb-cnac Constructiv 2015

2.2. Regelgeving op gewestelijk niveau 2.2.1. Vlaanderen 2.2.1.1. Decreet Sinds 1 juni 2009 is het KLIP-decreet van kracht, voluit het decreet van 14 maart 2008 houdende de ontsluiting en de uitwisseling van de informatie van ondergrondse kabels en leidingen genoemd. De afkorting KLIP staat voor Kabel en Leiding Informatieportaal. Concreet is het KLIP een elektronisch informatiesysteem voor de ontsluiting en uitwisseling van informatie over kabels en leidingen. De bedoeling van het KLIP is een betere informatiedoorstroming tussen de planaanvragers en de kabel- en leidingbeheerders (KLB s). In het KLIP-decreet staat dit in artikel 3 als volgt verwoord: Het voorkomen van directe en indirecte milieuschade, de economische schade en de risico s inzake veiligheid en gezondheid ingevolge schade aan kabels en leidingen door grondwerken, dit door de informatie over kabels en leidingen beter te ontsluiten en uit te wisselen. Het doelgebied blijft beperkt tot het Vlaams Gewest. Om ervoor te zorgen dat het KLIP een werkbaar instru ment zou zijn, bevat het KLIP-decreet verplichtingen ten aanzien van de verschillende betrokken actoren. Daarbij gaat het voornamelijk om de personen die grondwerken uitvoeren op het grondgebied van het Vlaams Gewest (de planaanvragers ) en de personen die de kabels en leidingen beheren (de KLB s). Uitvoeringsbesluit Het uitvoeringsbesluit van het KLIP-decreet is het besluit van de Vlaamse Regering van 20 maart 2009 houdende vaststelling van de nadere regels voor de registratie alsook de inwerkingtreding van het decreet van 14 maart 2008 houdende de ontsluiting en de uitwisseling van informatie over ondergrondse kabels en leidingen (B.S. van 4 mei 2009). Inwerkingtreding van het KLIP in twee fases Eerste fase: vereenvoudiging De eerste fase van het KLIP geeft planaanvragers, zoals aannemers en studiebureaus, de mogelijkheid om via één elektronische aanvraag de plannen te verkrijgen van alle nutsbedrijven die kabels en leidingen beheren op de plaats van de geplande werken. Deze eerste stap heeft een einde gemaakt aan de omslachtige planaanvraagprocedures van vroeger. Tweede fase: digitale fase In de tweede fase zal niet alleen de planaanvraag, maar ook de uitwisseling van plannen op een uniforme, digitale wijze verlopen via het KLIP. Voor de informatie-uitwisseling zal gebruik gemaakt worden van een gemeenschappelijk Informatiemodel voor Kabels en Leidingen (IMKL). Na een KLIP-aanvraag zal een gebruiker in deze fase een geïntegreerd digitaal plan met alle relevante kabel- en leidinginformatie kunnen raadplegen via het KLIP. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van het Grootschalig Referentiebestand (GRB) als achtergrondkaart, gecombineerd met het Presentatiemodel voor Kabels en Leidingen (PMKL). 2.2.1.2. Wijziging KLIP-decreet van 17 januari 2014 Op 17 januari 2014 heeft de Vlaamse Regering het KLIP-wijzigingsdecreet bekrachtigd en afgekondigd. Het gewijzigde KLIP-decreet biedt het wettelijke kader voor het gebruik en de werking van het KLIP in de geplande digitale fase (KLIP DF). De belangrijkste wijzigingen hebben betrekking op: 1. Een bijkomende functionaliteit: in de digitale fase zal naast de planaanvraag ook de planafhandeling via het KLIP verlopen. 2. Het betalend worden van een planaanvraag: in de digitale fase wordt een planaanvraag betalend. De inkomsten zullen gebruikt worden om de dienstverlening en het verdere onderhoud van de KLIP-toepassing te financieren. 3. Een kortere termijn voor de planafhandeling: door de bijkomende automatiseringsmogelijkheden die het KLIP DF biedt, wordt de standaardtermijn voor de planafhandeling gehalveerd van 15 naar 7 werkdagen. De streefdatum voor de inwerkingtreding van het wijzigingsdecreet en daarmee ook voor het invoeren van de verplichting tot digitale uitwisseling van kabel- en leidinginformatie via het KLIP, is 1 januari 2016. navb-cnac Constructiv 2015 Werken in de nabijheid van leidingen 5

WERKEN IN DE NABIJHEID VAN LEIDINGEN 2.2.1.3. Verplichtingen van de verschillende partijen Sinds 1 septem ber 2009 zijn alle KLB s verplicht zich te registreren en moeten de zones waarbinnen hun activiteiten gelegen zijn, aangegeven worden. Anderzijds zijn alle planners verplicht een aanvraag in te dienen om informatie te verkrijgen over de kabels en leidingen die zich in de zone bevinden waarbinnen gewerkt zal worden. Terwijl totnogtoe alleen de aanvraag elektronisch gebeurt en de informatie nog altijd fysiek verstuurd wordt (door elke KLB apart en op eigen wijze), zal de uitwis seling van informatie in de toekomst uniform en digitaal gebeuren. Het KLIP-decreet voorziet zowel verplichtingen voor de beheerders van de kabels en leidingen als voor de personen die grondwerken uitvoeren. Verplichtingen van de planaanvrager In artikel 8 van het KLIP-decreet is opgenomen dat elke persoon die grondwerken zal uitvoeren, verplicht is om ten vroegste veertig werkdagen op voorhand en uiterlijk twintig werkdagen voor aanvang van de grondwerken via het KLIP een planaanvraag in te dienen. In de praktijk blijkt echter dat de uitvoerder van de grondwerken vaak te laat (minder dan twintig dagen op voorhand) op de hoogte wordt gebracht van de aanvangsdatum. Daarom werd het decreet op 17 januari 2014 aangepast zodat de twintigdagentermijn niet geldt wanneer er minder dan twintig werkdagen liggen tussen de geplande aanvangsdatum en de kennisname van die aanvangsdatum door de uitvoerder. Deze wijziging treedt in werking op 1 januari 2016. In de bedoelde gevallen zal de planaanvraag via het KLIP zo snel mogelijk na de kennisname van de geplande uitvoeringsdatum en in ieder geval voor de geplande aanvang van de grondwerken ingediend moeten worden. Enkele uitzonderingen op deze KLIP-verplichting hebben te maken met overmacht en grondwerken die manueel worden uitgevoerd. Verder is de verplichting ook niet van toepassing als er grondwerken worden uitgevoerd op grond die eigendom is van of in beheer is van de persoon die de grondwerken zal uitvoeren en als deze persoon weet dat er sinds een voorafgaande planaanvraag niets veranderd is op het vlak van de aanwezigheid en ligging van kabels en leidingen. Het is belangrijk om op te merken dat het indienen van de planaanvraag niet volstaat om de grondwerken te mogen aanvatten. In het KLIP-decreet wordt uitdrukkelijk vermeld dat nooit met de effectieve uitvoering van de grondwerken gestart mag worden voordat de planaanvrager de benodigde kabel- en leidinginformatie heeft ontvangen. Verplichtingen van AGIV Het AGIV (Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen) heeft de volgende taken: 1. de ontwikkeling, de openstelling, [het beheer, de dienstverlening en het vaststellen van de gebruiksvoorwaarden] 1 van het KLIP; 2. de controle op de registratie van een persoon als KLB, professioneel planaanvrager of Openbare Domeinbeheerder (ODB) voor het gebruik van het KLIP, alsook om de registratie te schorsen of op te heffen; 3. de bewaring van een elektronisch informatiebestand over de elektronische transacties die via het KLIP gebeuren [, van de informatie die door de KLB via het KLIP in IMKL aan het AGIV wordt meegedeeld en van de informatie die door het AGIV in PMKL via het KLIP aan de planaanvrager ter beschikking wordt gesteld, gedurende een periode van tien jaar vanaf de dag na de planaanvraag] 1 ; 4. de ontwikkeling van een IMKL en een PMKL, het vaststellen en invoeren ervan na goedkeuring door de Vlaamse Regering, het onderhoud en het gebruik ervan in het KLIP; 5. [het innen van de retributies, verschuldigd aan het AGIV voor het gebruik van het KLIP] 1 ; 6. [alle andere taken die rechtstreeks of onrechtstreeks kunnen bijdragen tot de verwezenlijking van de taken, vermeld in punt 1 tot en met 5, en het doel, vermeld in artikel 3] 1. De Vlaamse regering kan nadere regels bepalen voor taken 1, 3 en 5 en bepaalt voor punt 2 de procedure en de voorwaarden voor de controle van de registratie, de schorsing en de opheffing van een registratie. Door de toevoeging van taak 5 wordt het gebruik van het KLIP betalend vanaf 1 januari 2016 en is de planaanvrager per planaanvraag die via het KLIP wordt ingediend, een retributie van 10 euro verschuldigd aan het AGIV. 1 Toevoegingen ten gevolge van het decreet van de Vlaamse Raad van 17 januari 2014 houdende wijziging van het KLIP-decreet van 14 maart 2008, wat betreft de wijze van het afhandelen van een planaanvraag. Dit decreet treedt in werking op 1 januari 2016. 6 NAVB DOSSIER N 144 navb-cnac Constructiv 2015

Verplichtingen van de kabel- en leidingbeheerders (KLB s) Overeenkomstig artikel 6 is elke nieuwe KLB verplicht zich uiterlijk de vijftigste werkdag voorafgaand aan zijn beroepsactiviteiten of taken in het Vlaams Gewest te registeren in het KLIP. Verder moet de KLB-zone 45 dagen op voorhand in het KLIP ingevoerd en geactiveerd worden. Ook is elke in het KLIP geregistreerde KLB verplicht om elke wijziging aan zijn KLB-zone in te voeren in het KLIP. Als de wijziging betrekking heeft op gebieden die voorheen niet in de KLB-zone begrepen waren, moet de KLB de wijziging invoeren en uiterlijk de vijfenveertigste werkdag voorafgaand aan de beroepsactiviteiten of taken van publiek belang activeren. Als de wijziging betrekking heeft op het schrappen van gebieden die voorheen begrepen waren in de KLB-zone, mag deze wijziging pas geactiveerd worden vanaf het moment dat de KLB effectief geen leidingen meer beheert in de te schrappen gebieden. Elke in het KLIP geregistreerde KLB is verantwoordelijk voor de juistheid van de gegevens die hij invoert in het KLIP en voor de informatie die hij verstrekt aan het AGIV. De KLB s zijn dus aansprakelijk voor eventuele schade ingevolge het inbrengen van onjuiste gegevens. 2.2.2. Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2.2.2.1. Ordonnantie Op 26 juli 2013 heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een ordonnantie betreffende de toegang tot en de uitwisseling van informatie over ondergrondse kabels, buizen en leidingen uitgevaardigd. In hoofdstuk 1 wordt het toepassingsgebied beschreven en worden enkele definities gegeven. De ordonnantie is van toepassing op elke ondergrondse infrastructuur (kabels, buizen en leidingen) die geïnstalleerd is op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en die gebruikt wordt en/of bestemd is voor doorvoer, vervoer, transmissie of verdeling van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, energie of informatie. Artikel 3 bepaalt dat de regering het systeem en de instelling die belast wordt met het beheer van het systeem, aanduidt. In hoofdstuk 2 worden de verplichtingen van de kabel-, buis- en leidingbeheerders opgesomd, in hoofdstuk 3 die van de aanvragers. Het belangrijkste element in hoofdstuk 3 zijn de eisen in verband met de termijn voor het aanvragen van informatie. Een verzoek voor informatie over kabels, buizen en leidingen op het terrein van de bouwplaats mag uitsluitend via het systeem ingediend worden, ten vroegste veertig werkdagen voor de uitvoering van een bouwplaats. Deze termijn geldt niet voor aanvragen van informatie die nodig is voor de ontwerpfase en voor voorafgaande studies van de beoogde werken. De werken op de bouwplaats mogen pas uitgevoerd worden nadat de gevraagde informatie ontvangen werd. Er bestaan een paar uitzonderingen op deze regel, waaronder overmacht, dringende noodzaak in het kader van de veiligheid, continuïteit en enkele andere specifieke gevallen. Uitvoeringsbesluit In 2014 werd voor deze ordonnantie een uitvoeringsbesluit goedgekeurd, namelijk het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 mei 2014 betreffende de toegang tot en de uitwisseling van informatie over ondergrondse kabels, buizen en leidingen (B.S. van 27 mei 2014). Dit besluit is in werking getreden op 1 juli 2014. In het besluit wordt het Federaal Kabels en Leidingen Informatie Meldpunt (KLIM) overeenkomstig artikel 3 van de voornoemde ordonnantie aangewezen als systeem en wordt vzw KLIM-CICC asbl aangewezen als instelling die belast is met het beheren van alle kabels, buizen en leidingen op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het is ook mogelijk om toegang te krijgen tot het KLIM-systeem via de interface van het systeem OSIRIS, zoals omschreven in artikel 2 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 30 januari 2014 betreffende de coördinatie van de bouwplaatsen op de openbare weg. navb-cnac Constructiv 2015 Werken in de nabijheid van leidingen 7

WERKEN IN DE NABIJHEID VAN LEIDINGEN 2.2.3. Wallonië 2.2.3.1. Decreet Het decreet van 30 april 2009 betreffende de informatie, de coördinatie en de organisatie van de werven onder, op of boven de wegen of waterlopen (B.S. van 18 juni 2009) is van toepassing. Het werd in 2013 gewijzigd. Een van de bepalingen van dit decreet betreft de oprichting van een Commissie voor de coördinatie van werken waarin vertegenwoordigers van alle belanghebbende partijen zetelen. Dit zijn bijvoorbeeld de beheerders van de weginfrastructuur, waterwegen en waterlopen, de kabel- en leidingbeheerders, de aannemers, de actoren van economische ontwikkeling en geomatische coördinatie en leden van het technisch comité dat opgericht wordt door deze Commissie en dat belast is met de opdrachten opgesomd in artikel 7. Het technisch comité beheert de informatie in verband met geplande werken en werken in uitvoering. De informatie-uitwisseling gebeurt via een beveiligd informaticaportaal dat onder toezicht staat van de Commissie en waarin informatie verzameld, gevalideerd, gestructureerd en verspreid kan worden en de programmering, de coördinatie en de machtigingen beheerd kunnen worden (artikel 43). In artikel 48bis worden de KLB s verplicht om binnen de 10 jaar na de inwerkingtreding van het decreet een vectoring te doen van hun informatie betreffende de lokalisatie van hun netwerk. Deze vectoring moet gebeuren volgens de voorwaarden en modaliteiten die bepaald worden door de Commissie. 2.2.3.2. Verplichtingen voorafgaand aan de uitvoering van een werf Kennisgeving De in artikel 8 opgesomde personen, de KLB s, moeten hun interventies melden en de vereiste informatie versturen op de door de Commissie bepaalde wijze. Wie dit te laat doet, mag geen werven meer uitvoeren in de drie jaar volgend op de te laat ingediende kennisgeving. Art. 8. De volgende [...] personen zijn verplicht om zich binnen honderd twintig dagen na de inwerkingtreding van dit decreet bij de Commissie te doen kennen: 1 de exploitanten van telecommunicatienetwerken; 2 de radio-teledistributieoperateurs; 3 [de energievervoerders en -verdelers]; 4 de vervoerders, de verdelers en de ophalers van vloeistoffen; 5 de beheerders alsmede de rechtspersonen die van hen afhangen en die beschikken over het recht om de weg of de waterlopen te gebruiken om er werven uit te voeren; 6 degenen die beschikken over het recht om de weg of de waterlopen te gebruiken om er werven uit te voeren. Elke [...] persoon bedoeld in het eerste lid is verplicht om zich te doen kennen binnen honderd twintig dagen na de datum waarop hij het recht krijgt om de weg of de waterlopen te gebruiken om er werven uit te voeren. [De Commissie bepaalt in een reglement de wijze waarop de personen bepaald in de vorige leden zich doen kennen bij de Commissie alsmede de informatie die hun moet worden gestuurd. Dit reglement wordt door de Regering goedgekeurd en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.] [Decreet van 28 november 2013] [Art. 48bis. De personen bedoeld in artikel 8 dienen een vectoring te doen van hun informatie betreffende de lokalisatie van hun netwerk binnen tien jaar na de inwerkingtreding van dit decreet volgens de voorwaarden en modaliteiten bepaald in een reglement aangenomen door de Commissie. Dit reglement wordt door de Regering goedgekeurd en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. De personen die zich niet hebben aangepast aan het eerste lid, voeren geen enkele werf uit tot het in overeenstemming brengen. De Commissie kan in een reglement de wettelijke redenen bepalen waarvoor kan worden afgeweken van het tweede lid. Dit reglement wordt door de Regering goedgekeurd en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.] [Decreet van 28 november 2013] 8 NAVB DOSSIER N 144 navb-cnac Constructiv 2015

Programmering De KLB s stellen een programmering van de werven op die minstens eenmaal per jaar naar de Commissie opgestuurd moet worden volgens een door de Commissie vastgelegde vorm en inhoud. De werken mogen niet starten binnen een termijn van minder dan zes maanden vanaf het ogenblik waarop de programmering naar de Commissie werd verstuurd. Via het informaticaportaal deelt de Commissie de programmering van de werven van de verschillende KLB s, zodat ook andere KLB s over deze informatie beschikken, mochten ze een werf in deze omgeving plannen. De Commissie bepaalt in een reglement de lijst van werven en het soort werken die vrijgesteld worden van programmering (bijvoorbeeld wegens hoogdringendheid of beslissing van gerechtelijke overheden). Coördinatieprocedure In een reglement beschrijft de Commissie de vorm van een coördinatieaanvraag en het begrip omtrek. Een KLB die een werf wil uitvoeren, stuurt een coördinatieaanvraag aan de andere KLB s die aangegeven hebben werken te plannen in dezelfde omgeving en wordt zo de coördinatieaanvrager. De andere KLB s moeten de coördinatieaanvraag binnen een termijn van vijftien dagen na ontvangst volledig ingevuld terugsturen, samen met informatie over installaties of geplande werken in de nabije omtrek. Er worden coördinatievergaderingen opgestart om de werken te plannen. Hiervoor wordt een leidende en coördinerende persoon aangesteld en wordt een overeenkomst gesloten tussen alle deelnemers en de leidende en coördinerende persoon. De coördinatieaanvrager schrijft een verslag van de coördinatievergaderingen op basis van een door de Commissie bepaald model. De deelnemers aan de vergadering moeten hun opmerkingen en de gevraagde inlichtingen binnen de zeven dagen doorsturen. uutijdens de vergaderingen wordt de volgende informatie uitgewisseld: Een voorstelling van geplande werken en de volgorde van uitvoering De openings- en sluitingsuren van de werven Een uitwisseling van de voorontwerpplannen De termijnen en procedures voor het indienen van een aanvraag om machtiging tot uitvoering van de werf Opgelet: Er wordt door de Commissie een lijst opgesteld met werven die en het soort werken dat vrijgesteld zijn van coördinatie. Behoudens afwijkingen mag iedereen die zich niet aansluit bij een coördinatievergadering, binnen een termijn van twee tot vijf jaar en voor werken waarvoor een waarborgtermijn van vijf jaar geldt, geen werken meer uitvoeren voor het gedeelte waar een gecoördineerde werf bestond. Aanvraag om machtiging tot uitvoering van de werf Uiterlijk dertig dagen na zijn aanstelling maakt de leidende en coördinerende ambtenaar een compleet dossier betreffende de aanvraag om machtiging tot uitvoering van een werf, dat hij verstuurt naar de leden van de coördinatievergadering. Na ontvangst van de aanvraag moeten de leden hun opmerkingen binnen de zeven dagen overmaken aan de leidende en coördinerende persoon. Zeven dagen na het verstrijken van de eindtermijn voor de opmerkingen stuurt de leidende en coördinerende persoon het dossier door naar de bevoegde beheerder. De aanvraag moet minstens de volgende gegevens bevatten (meer specificaties over de vorm en inhoud zijn opgenomen in het reglement van de Commissie): uude ligging van de werf uude omtrek van het werk, en in het bijzonder een bovenaanzicht van de geplande werken uueen omschrijvingsnota waarin de aard van de installaties, de uit te voeren werken, de geplande ontmanteling van installaties (mochten die voorkomen) en de technieken die daarvoor gebruikt worden, beschreven staan navb-cnac Constructiv 2015 Werken in de nabijheid van leidingen 9

WERKEN IN DE NABIJHEID VAN LEIDINGEN uude duur en de geplande uitvoeringsperiode van de werf uude eventuele uitvoeringsfases, met vermelding van de aanvangsdatum voor elke fase Als de werf niet onderworpen is aan coördinatie of als de coördinatieaanvrager geen of negatieve antwoorden krijgt op zijn aanvraag, wordt een vereenvoudigd dossier opgemaakt. Beslissing tot machtiging De beheerder moet de leidende en coördinerende persoon binnen de zeven dagen laten weten dat de aanvraag volledig is (met een zending van ontvangst) of dat er stukken ontbreken. De beslissing van de beheerder tot toekenning of weigering van de aanvraag wordt binnen de dertig dagen na de zending van ontvangst overgemaakt aan de leidende en coördinerende persoon. Ook de vorm van dit schrijven wordt bepaald door het reglement dat door de Commissie wordt opgesteld. Als de beheerder zijn beslissing niet tijdig overmaakt, stuurt de leidende en coördinerende persoon hem binnen de zeven dagen een aangetekende brief met het verzoek zijn beslissing alsnog binnen de vijftien dagen na ontvangst over te maken. Als er meerdere beheerders zijn, wordt ook hun advies gevraagd. Dat is bijvoorbeeld het geval bij werven die gelegen zijn aan wegen of waterlopen die onder de bevoegdheid van verschillende beheerders vallen. De beheerders moeten hun advies binnen de dertig dagen na ontvangst geven. Als ze dat niet doen, wordt dit gezien als een gunstig advies. Bij een ongunstig advies van een of meerdere beheerders wordt in een vergadering tussen de betreffende beheerders geprobeerd om tot een overeenkomst te komen. Als er geen overeenstemming gevonden wordt, kan een gedeeltelijke machtiging uitgegeven worden of kan de aanvraag geweigerd worden, als een gedeeltelijke machtiging niet mogelijk is. Tegen een weigering van machtiging kan beroep aangetekend worden bij het technisch comité van de Commissie. Het comité moet zijn beslissing binnen de zestig dagen na ontvangst meedelen aan de betrokken partijen. Als het dat niet doet, wordt dit beschouwd als een instemming met de beslissing van de beheerder. De machtiging tot uitvoering van de werf vervalt als de werken op de werf binnen de twaalf maanden na verzending van de beslissing nog niet op een duidelijke manier begonnen zijn. Op verzoek kan de machtiging tot uitvoering van de werf echter eenmalig verlengd worden voor een periode van zes maanden. Uitvoering van de werken Om te beginnen moet een regeling worden getroffen voor de waarborg. Voor aanvang van de werven moet een omzendbrief gestuurd worden naar de omwonenden. Een affiche met vermelding van alle KLB s en de opdrachtgever moet zichtbaar op de werf worden uitgehangen. Op vraag van de betrokken partijen moet de leidende en coördinerende persoon of de begunstigde van de beheerder uiterlijk zeven dagen voor aanvang van de werken een plaatsbeschrijving maken. Ook uiterlijk zeven dagen voor aanvang van de werken moet de begunstigde van de machtiging 2 de beheerder verwittigen. De machtiging tot uitvoering van de werf moet aanwezig zijn op de werf. Procedure wanneer onvoorziene installaties gedetecteerd worden op de werf Wanneer de persoon die de werken uitvoert, onvoorziene installaties op de werf aantreft, moet hij binnen de 24 uur de volgende personen contacteren: uude leidende en coördinerende persoon uude gemachtigde persoon voor de uitvoering van de werf uude opdrachtgever 2 In de wetgeving de begunstigde van de machtiging tot uitvoering van een werf genoemd 10 NAVB DOSSIER N 144 navb-cnac Constructiv 2015

Uiterlijk 24 uur na de bovenvermelde contactname neemt de opdrachtgever contact op met de betrokken KLB s. Uiterlijk de werkdag die volgt op de contactname, komt een door de KLB aangestelde persoon samen met de opdrachtgever ter plaatse om de ontdekte of slecht gesignaleerde installatie te onderzoeken. Deze persoon neemt vervolgens zo snel mogelijk de nodige maatregelen. Wanneer de bevoegde KLB niet gekend is, roept de opdrachtgever binnen de 24 uur alle KLB s die mogelijk eigenaar van de installatie zijn, samen op een plenaire vergadering waar maatregelen worden vastgelegd volgens de code van goede praktijk. Einde van de werken Aan het einde van de werken moeten de verschillende begunstigden van de machtiging de nodige informatie verzamelen om een as-builtplan van hun installatie op te stellen. Dit as-builtplan moet uiterlijk zes maanden na de definitieve plaatsbeschrijving bij het beëindigen van de werken opgemaakt worden. De verschillende as-builtplannen moeten op het platform voor informatie-uitwisseling opgenomen worden in een vergelijkingsplan. De Commissie bepaalt in het reglement de vorm, de inhoud en de voorwaarden van dit vergelijkingsplan. Het technisch comité geeft een attest als bevestiging dat het as-builtplan ingediend werd op het platform. 2.3. Checklist voor het melden van werken 3 2.3.1. Projectfase Voor Vlaanderen is het gewestelijk meldpunt het KLIP (Kabel en Leiding Informatie Portaal). Alle planaanvragen die onder het KLIP vallen, moeten vanaf 1 april 2015 via het KLIP DF gebeuren. Dat betekent dat een planaanvrager die werken in Vlaanderen wenst te melden, vanaf dat ogenblik verplicht gebruik moet maken van het KLIP-portaal en dat aanvragen vanaf dan niet meer via het KLIM-portaal uitgevoerd kunnen worden. Aanvragen die via het KLIP worden aangemaakt, zullen wel aan het KLIM worden overgemaakt, zodat de leden van het KLIM nog altijd de nodige informatie zullen overmaken aan de planaanvragers. Het KLIM behoudt zijn diensten voor het opvragen van algemene informatie en erfdienstbaarheden in Vlaanderen. Deze aanvragen zullen echter niet meer worden overgemaakt aan het KLIP, wat betekent dat enkel de in Vlaanderen actieve leden hierover worden gecontacteerd en niet langer de kabel- en netbeheerders die in het KLIP geregistreerd zijn. Voor Wallonië en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest moet de planaanvraag gericht worden aan KLIM-CICC. Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bestaat ook de mogelijkheid om gebruik te maken van de interface van het systeem OSIRIS betreffende de coördinatie van de bouwplaatsen op de openbare weg (zie verder). In Wallonië moet ook nog een aanvraag gericht worden aan het gemeentebestuur, om zicht te hebben op alle KLB s die aanwezig zijn in de buurt waar de werken gepland zijn. Als de KLB s niet opgenomen zijn in het platform KLIM-CICC, moeten ze individueel aangeschreven worden om de informatie aan te vragen. Voor gewestoverschrijdende projecten zullen vanaf 1 januari 2016 echter twee afzonderlijke aanvragen ingediend moeten worden: één voor Vlaanderen via het KLIP en één voor Wallonië of Brussel via het KLIM. Opgelet: Vanaf 1 april 2015 moeten alle planaanvragen voor Vlaanderen verplicht ingediend worden via het vernieuwde KLIP DF. De planafhandeling door de KLB s kan verlopen via het KLIP DF, ofwel rechtstreeks aan de planaanvrager. Vanaf 1 januari 2016 kan de planafhandeling door de KLB s uitsluitend via het KLIP DF verlopen. De KLB s moeten binnen de zeven dagen antwoorden via het KLIP DF. Ook voor de overige gewesten wordt sterk aanbevolen om de KLIM/CICC-website te gebruiken. 3 Bronnen: www.klim-cicc.be en www.agiv.be navb-cnac Constructiv 2015 Werken in de nabijheid van leidingen 11

WERKEN IN DE NABIJHEID VAN LEIDINGEN 2.3.2. Uitvoeringsfase Voor aanvang van werken in de nabijheid van leidingen die gevaarlijke producten vervoeren of in de nabijheid van hoogspanningslijnen of ondergrondse elektriciteitskabels, moeten de werken verplicht gemeld worden aan de betrokken netbeheerders, zodat de plannen van hun installaties verkregen kunnen worden. Op die manier zijn de uitvoerders van de werken zeker dat ze over de juiste informatie beschikken als er wijzigingen zijn in de uitvoeringsplannen of als er infrastructuur bijgekomen is. Deze melding kan ingediend worden via het online federaal meldpunt KLIM/CICC. Voor Vlaanderen bestaat er bovendien een gewestelijk meldpunt, het KLIP, en moet de melding verplicht via het KLIP ingediend worden. Iedere planaanvraag blijft zes maanden geldig. Als er ondanks alles toch schade aangericht is, moeten de werken onmiddellijk stilgelegd worden, moeten alle aanwezigen op de werf geëvacueerd worden tot op een veilige afstand en moeten de kabel- en leidingbeheerders en, indien nodig, de hulpdiensten verwittigd worden. 2.3.3. Planaanvraag via KLIP DF 4 Sinds 2009 is het gebruik van het KLIP verplicht. De kabel- en leidingbeheerders (KLB s) die zich registreren in het KLIP, hebben de zone (KLB-zone) aangeduid waarbinnen kabels en/of leidingen in beheer zijn. Vanaf 1 januari 2016 gebeurt niet alleen de planaanvraag (de ontsluiting van kabel- en leidinginformatie), maar ook de planafhandeling (de uitwisseling van kabel- en leidinginformatie) op een uniforme en digitale wijze via het KLIP. Bij een planaanvraag kunnen we de volgende stappen onderscheiden: 1. Een planaanvrager (PAV) surft naar het KLIP en duidt de zone van de geplande grondwerken aan. 2. Het KLIP vergelijkt de planaanvraagzone met de KLB-zones en stuurt de planaanvraag door naar de betrokken KLB s. 3. Elke KLB die van het KLIP een planaanvraag ontvangt, gaat na of hij inderdaad kabels of leidingen beheert in de planaanvraagzone. Als dat het geval is, stuurt hij zijn plandata op IMKL5- conforme wijze door naar het KLIP 6. 4. Het KLIP controleert of de aangeleverde data IMKL-conform zijn en binnen de planaanvraagzone vallen. 5. Het KLIP bundelt de door de betrokken KLB s aangeleverde IMKL-plandata tot één pakket en gebruikt het GRB als uniforme achtergrondkaart. Door de toepassing van het PMKL wordt de kabel- en leidinginformatie op een uniforme manier gevisualiseerd. 6. De planaanvrager kan het geïntegreerde digitale plan raadplegen via een online en offline beschikbare viewer. 2.3.4. Voordelen vanaf 1 januari 2016 Agiv 7. De planaanvrager moet niet langer zelf opvolgen welke kabel- en leidingbeheerders al hebben geantwoord, met de eraan gekoppelde eventuele herinneringen. Het KLIP neemt deze functie over. 8. De planaanvrager ontvangt niet langer afzonderlijke plannen die moeilijk in één plan geïntegreerd kunnen worden. In het KLIP DF ontvangt een planaanvrager één geïntegreerd digitaal plan dat hij sneller en eenvoudiger kan interpreteren. 9. Heel wat professionele planaanvragers (zoals studiebureaus) tekenen de plannen vandaag over voor verder gebruik in de eigen toepassingen, wat een tijdrovend proces is. In het KLIP DF wordt voorzien dat de plandata in IMKL-vectorformaat gedownload kunnen worden, waardoor ze eenvoudig in eigen werkomgevingen ingelezen kunnen worden. 10. De planaanvrager zal het antwoord op zijn aanvraag sneller via het KLIP kunnen raadplegen. De maximale standaardtermijn voor het ter beschikking krijgen van een plan wordt meer dan gehalveerd (zeven werkdagen i.p.v. vijftien). 4 Bron voor informatie over de historiek van het KLIP: www.agiv.be 5 IMKL = Informatie Model Kabels en Leidingen 6 Tussen 1 april 2015 en 31 december 2015 hebben KLB s nog de keuze om de planafhandeling via het IMKL (Informatie Model Kabels en Leidingen) te doen via het KLIP DF of rechtstreeks naar de planaanvrager. 12 NAVB DOSSIER N 144 navb-cnac Constructiv 2015

3. Praktische organisatie van de werken 3.1. Inrichting van de werf en de werkzone Als algemeen schema moeten bij de planning en verwezenlijking van een nieuw project verschillende stappen doorlopen worden: 1. De bouwheer/ontwerper neemt contact op met het KLIM, het gemeentebestuur of de coördinatiecommissie en meldt de intentie om werken uit te voeren. 2. Het KLIM, het gemeentebestuur of de coördinatiecommissie geeft informatie over de aanwezige leidingen en de betrokken uitbaters op het bouwterrein in kwestie. 3. De bouwheer/ontwerper neemt contact op met de uitbaters van de aanwezige leidingen in verband met de eventuele bouwbeperkingen of toe te passen veiligheidsmaatregelen. 4. De uitbaters geven de nodige informatie aan de ontwerper/bouwheer: Veiligheidszones of veiligheidsafstanden die in acht genomen moeten worden Verboden werkmethodes (heiwerken, doorpersingen, ) 5. Het project wordt aanbesteed en toevertrouwd aan een aannemer. 6. De aannemer of de coördinator neemt contact op met het KLIM, het gemeentebestuur en de eigenaars van belendende percelen (ter bevestiging van de informatie). 7. Het KLIM en de andere partijen bevestigen de informatie en vullen ze eventueel aan. 8. De aannemer neemt contact op met de uitbaters. 9. De uitbater bepaalt de nodige maatregelen: Werkvoorschriften (toegelaten werkmethodes, veiligheidsafstanden, ) Bepaling van de exacte ligging van de leidingen door detectie of sondering Toezicht tijdens de werken Bescherming en signalisatie van de leidingen tijdens de werken 10. De aannemer neemt contact op met de eigenaars van het betrokken perceel en van de belendende percelen in verband met: Private aansluitingen voor water, gas, elektriciteit, kabel De ligging van de aardingslussen, drainagebuizen, enz. 11. As-builtplannen worden opgenomen in het postinterventiedossier (PID) en de relevante informatie wordt overgemaakt aan het KLIM/KLIP en/of de coördinatiecommissie, zodat zij hun gegevens kunnen actualiseren. TECHNISCH COMITÉ COÖRDINATIECOMMISSIE COÖRDINATIECOMMISSIE navb-cnac Constructiv 2015 Werken in de nabijheid van leidingen 13

WERKEN IN DE NABIJHEID VAN LEIDINGEN 3.2. Detectie van de aanwezige leidingen Door visuele waarnemingen op de werf kan de aanwezigheid van ondergrondse leidingen vastgesteld worden. Enerzijds is er de signalisatie die de aanwezigheid van leidingen aangeeft en de ligging ervan aanduidt. Anderzijds is er de technische uitrusting, zoals aansluitkasten, afsluitkranen en bezoekschouwen, die deel uitmaakt van de distributie-installatie en die ook de aanwezigheid van ondergrondse leidingen aantoont. Verder kan er informatie opgevraagd worden bij de bevoegde instanties. Deze informatie wordt dan geleverd door het KLIM, het gemeentebestuur of de beheerder van de nutsleidingen. Op basis van de verzamelde informatie moeten de aanwezige kabels en leidingen getraceerd worden en moet de juiste ligging op de bouwplaats aangegeven worden. Voor alle zekerheid kan aanvullend het bouwterrein voorafgaandelijk met een aangepast detectietoestel gecontroleerd worden op de aanwezigheid van leidingen of kabels. Een metaaldetector kan gebruikt worden voor het opsporen van elektrische leidingen en metalen leidingen voor gas en water. In principe bestaat een metaaldetector uit twee elektrische spoelen die een magnetisch veld opwekken in de grond. De ene spoel zendt een signaal uit en genereert een elektromagnetisch veld dat teruggezonden zal worden door metalen voorwerpen die zich binnen het magnetisch veld bevinden. De tweede spoel vangt dit antwoord op, waardoor de aanwezigheid van het metalen voorwerp vastgesteld wordt. 3.3. Sonderingen en afbakening van de veiligheidszone De ligging van ondergrondse leidingen wordt aangeduid door middel van signalisatieplaatjes of andere merktekens. Deze tekens moeten voldoende informatie geven om de ligging van de leiding te kunnen bepalen voordat er gestart wordt met de grondwerken. In principe worden merktekens aangebracht ter hoogte van het einde van elk recht stuk en het begin van de bocht die erop volgt en ter hoogte van het einde van de bocht en het begin van het rechte stuk dat erop volgt. Op de rechte stukken is de maximale afstand tussen twee opeenvolgende aanduidingen beperkt tot 200 meter, in de bochten tot 50 meter. Op basis van deze signalisatie kan het volledige tracé van de leiding gevolgd worden en kan een voorbehouden zone afgebakend worden waarbinnen geen werken gepland mogen worden zonder voorafgaandelijke raadpleging van de netbeheerder en geen werken aangevat mogen worden zonder toezicht van de netbeheerder of zonder bijkomende sonderingen om de juiste ligging van de leiding te bepalen. Door een aangepaste reeks sonderingen uit te voeren, kan de ligging van de leiding exact bepaald worden en kan een smallere veiligheidszone afgebakend worden. Binnen deze veiligheidszone mag niet machinaal uitgegraven worden. De netbeheerder kan ook opleggen dat er binnen deze veiligheidszone enkel gewerkt mag worden onder toezicht van zijn afgevaardigde. 14 NAVB DOSSIER N 144 navb-cnac Constructiv 2015

Sonderingen De exacte ligging en de ingravingsdiepte van de leidingen kunnen onderzocht worden door loodrecht op het vermoedelijke tracé van de leiding manueel sleuven te graven. Als de leiding recht is, moeten de proefsleuven minstens om de 50 meter gegraven worden. Als de leiding een bocht maakt, moeten er zo veel proefsleuven gegraven worden als nodig is om de ligging van de leiding met zekerheid te bepalen. (Indien nodig moet de sleuf verlengd worden of moeten bijkomende sleuven gegraven worden tot de leiding is gevonden.) 3.4. Uitvoeren van graafwerken Een verharding of bestrating kan machinaal verwijderd worden, bijvoorbeeld met een pneumatische breekhamer of een minigraver. Wanneer de verharding verwijderd is, moet het verdere graafwerk tot aan het signalisatielint (als dat aanwezig is) of tot aan de kabelafdekking echter manueel uitgevoerd worden. Hierbij is het gebruik van pikhouwelen, koevoeten en breekijzers verboden. Bovendien moet de netbeheerder altijd zijn toestemming geven voor het uitvoeren van machinale graafwerken binnen de voorbehouden zone en moet er tijdens de graafwerken altijd een tweede persoon aanwezig zijn die de werken controleert. De graafmachine kan het best voorzien worden van een grijperbak zonder tanden waarmee gemakkelijk horizontale lagen weggenomen kunnen worden zonder dat er grote kracht op de onderliggende lagen uitgeoefend wordt. Door een oriënteerbare grijperbak te gebruiken, kan de operator de grijpbeweging uitvoeren in de lengterichting van de kabel, waardoor het risico dat de kabel door de grijperbak gegrepen wordt en beschadigd raakt, kleiner is. De bouwput moet op een gepaste manier worden afgesloten, zodat de toegang wordt verhinderd voor onbevoegden. Als er kabels of andere leidingen blootgelegd worden tijdens het uitvoeren van grondwerken, moeten deze op een gepaste manier gesignaleerd worden en indien nodig beschermd worden tegen onvrijwillige aanraking. Leidingen waaronder de grond is weggegraven, moeten op een degelijke manier ondersteund worden om beschadigingen te voorkomen. Als er bij het vrijmaken van een leiding wordt vastgesteld dat deze in slechte staat is, bijvoorbeeld door verregaande corrosie, moet de netbeheerder hiervan op de hoogte gebracht worden. Van alle aanwezige leidingen moet verondersteld worden dat ze in gebruik zijn. Dat betekent dat verondersteld wordt dat: Elektrische kabels onder spanning staan Gasleidingen onder druk staan en gas vervoeren Waterleidingen onder druk staan en water vervoeren Een interventie aan de leidingen zelf mag enkel uitgevoerd worden na een schriftelijke bevestiging door de netbeheerder. navb-cnac Constructiv 2015 Werken in de nabijheid van leidingen 15

WERKEN IN DE NABIJHEID VAN LEIDINGEN 4. Werken aan of nabij een elektrische installatie Elektriciteit is onzichtbaar. Het is dan ook evident dat de risico s die voortvloeien uit de aanwezigheid van elektrische installaties op plaatsen waar personen aanwezig zijn, op een correcte manier geanalyseerd moeten worden. Enerzijds moeten elektrische installaties zo opgebouwd worden dat de veiligheid van iedereen die in de buurt aanwezig is, gegarandeerd blijft, ongeacht de technische kennis of bekwaamheid van deze personen. Anderzijds kan van de personen die werken uitvoeren, wel een zekere bekwaamheid geëist worden. 4.1. Bekwaamheid van personen en indeling van de werkzaamheden Het AREI (Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties) bevat richtlijnen over de bekwaamheid en de opleiding van personen die een interventie aan elektrische installaties moeten uitvoeren of die moeten werken in de nabijheid van elektrische installaties. Distributielijnen maken integraal deel uit van de elektrische installatie en vallen dus ook onder het toepassingsgebied van deze bepalingen. Werken aan of in de nabijheid van deze lijnen mogen enkel uitgevoerd worden door personen die hiervoor de gepaste opleiding en vakbekwaamheid bezitten. In artikel 47 van het AREI wordt een omschrijving gegeven van vakbekwaamheid en in artikel 266 worden de verschillende soorten werkzaamheden uitgelegd. Voor installaties die aangelegd werden voor 26 augustus 2004, gelden de oude definities; voor installaties aangelegd na 26 augustus 2004 gelden de nieuwe definities. Artikel 47.01 van het AREI: codificatie van de bekwaamheid van personen Code Omschrijving Voorwaarden Voorbeelden BA1 Gewone personen Niet hieronder geclassificeerde personen Lokalen voor huishoudelijk of analoog gebruik, lokalen die gewoonlijk toegankelijk zijn voor het publiek BA2 Kinderen Kinderen die zich bevinden in de voor hen bestemde lokalen Kinderbewaarplaatsen en kinderkribben, BA3 Gehandicapten Personen die niet over al hun mentale en fysieke vermogens beschikken Rusthuizen voor invaliden, ouderlingen of mentaal gehandicapten, BA4 Gewaarschuwden Personen die voldoende ingelicht zijn of bewaakt worden door bevoegde personen om de gevaren te wijten aan elektriciteit te vermijden BA5 Vakbekwamen Personen die voldoende technische kennis of ervaring bezitten om de gevaren te wijten aan elektriciteit te vermijden Uitbatings- of onderhoudspersoneel van elektrische installaties, Ingenieurs en technici belast met de uitbating van elektrische installaties De nieuwe definities voor BA4 en voor BA5 luiden: BA4 BA5 Personen die: Ofwel voldoende onderricht werden aangaande de elektrische risico s verbonden aan de hen toevertrouwde werkzaamheden Ofwel permanent worden bewaakt door een vakbekwaam persoon tijdens de hen toevertrouwde werkzaamheden teneinde de aan elektriciteit verbonden risico s tot een minimum te herleiden Personen die via kennis, verkregen door opleiding of ervaring, de gevaren verbonden aan de uit te voeren werkzaamheden zelf kunnen inschatten en de maatregelen kunnen bepalen om de daaruit voortvloeiende risico s te elimineren of tot een minimum te beperken De codes voor bekwaamheid BA4 of BA5 worden door de werkgever aan de werknemers toegekend. Daarbij houdt hij rekening met de volgende factoren: De kennis van de betrokken persoon met betrekking tot de risico s in verband met elektriciteit De aard en de verscheidenheid van de elektrische installaties De verscheidenheid van de activiteiten aan of in de nabijheid van een elektrische installatie 16 NAVB DOSSIER N 144 navb-cnac Constructiv 2015