RVB 2013_49 Naar een optimalisering van de lokale politie?



Vergelijkbare documenten
Publicatie : Inwerkingtreding :

Inhoud Hoofdstuk 1 Situering van de politiezone...

Activiteitenverslag van de federale politieraad : Periode september juni 2005.

VVSG-NOTA EVALUATIE 10 JAAR POLITIEHERVORMING HOORZITTING KAMERCOMMISSE BINNENLANDSE ZAKEN 28

HANDBOEK POLITIEORGANISATIE INHOUD. Inleiding 7

Deel 10 : Beleid en strategie

MINISTERIE VAN VERKEER EN INFRASTRUCTUUR

POLITIEZONE DEERLIJK HARELBEKE TOELICHTINGSNOTA VOOR DE ZITTING VAN DE POLITIERAAD VAN

HOOFDSTUK I - ALGEMENE BEPALINGEN HOOFDSTUK II - DE HOGE RAAD VOOR DE OPLEIDING VOOR DE OPENBARE BRANDWEERDIENSTEN

VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Vlaamse regering. Besluit van de Vlaamse regering betreffende de bevoegdheid, de samenstelling en de werking van de Vlaamse Havencommissie

Artikel 2. De zetel van de sportraad is gevestigd in het gemeentehuis van de gemeente Meerhout, Markt 1, te 2450 Meerhout.

Hij doet de Regering de adviezen en aanbevelingen geworden die door de Hoge Raad zijn aangenomen.

INHOUD 1 Situering van de politiezone

5 JULI Koninklijk besluit tot oprichting van een nationale raad voor dringende geneeskundige hulpverlening.

HOOFDSTUK 1. - DEFINITIES. Voor de toepassing van dit besluit wordt met de term "gemeente" ook een brandweerintercommunale bedoeld.

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Statuten van het gemeentelijk adviesorgaan voor kinderopvang (LOK)

KONINKLIJK BESLUIT VAN 10 AUGUSTUS 1998 TOT OPRICHTING VAN DE COMMISSIES VOOR DRINGENDE GENEESKUNDIGE HULPVERLENING. (B.S

VR DOC.0332/2BIS

Art.1: Doelstelling van de Stedelijke Raad voor Cultuurbeleid

a) de beleidsvisie en over de initiatieven die er op gemeentelijk vlak kunnen genomen worden.

VR DOC.0834/4BIS

Politie en Beleidsevaluatie

Versie DEEL VII Titel II Toelage voor de secretaris Inhoudstafel

De zonale veiligheidsraad moet minimaal tweemaal per jaar samenkomen om het beleid te bepalen, te evalueren en bij te sturen waar nodig.

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

HOOFDSTUK 1. - DEFINITIES. Voor de toepassing van dit besluit wordt met de term "gemeente" ook een brandweerintercommunale bedoeld.

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

KONINKLIJK BESLUIT VAN 28 MAART 2007 BETREFFENDE EEN FEDERAAL KENNISCENTRUM VOOR DE CIVIELE VEILIGHEID. (B.S )

Huishoudelijk Reglement OUDERRAAD BO. De Boomgaard Gent.

Gemeente Rijkevorsel HUISHOUDELIJK REGLEMENT CULTUURRAAD

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn;

TITEL I OPRICHTING VAN EEN INTERN VERZELFSTANDIGD AGENTSCHAP "INTERNE AUDIT VAN DE VLAAMSE ADMINISTRATIE"

2. Deze adviesraad heeft als doel advies te verlenen over het algemeen beleid rond jeugd en jeugdwerk van het gemeentebestuur.

Wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers (BS )

STATUTEN RAAD VOOR TOERISME

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 26 juni

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de samenstelling en de werking van de Vlaamse Raad voor Dierenwelzijn

ACTIVITEITENVERSLAG VAN DE FEDERALE POLITIERAAD. SEPTEMBER 2010 AUGUSTUS 2011 Goedgekeurd op 8 november 2011

Koninklijk besluit van 30 mei 1997 houdende de versterking van de doeltreffendheid van de instrumenten voor financiële steun aan de export

STATUTEN GEMEENTELIJKE ADVIESRAAD VOOR MILIEU EN NATUUR

DC 2008_179. Resultaten VVSG-enquête 10 jaar politiehervorming bij burgemeesters

Vlaamse Regering.^SLT

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen. Voor de toepassing van dit besluit wordt met de term «gemeente» ook een «brandweerintercommunale» verstaan.

KONINKLIJK BESLUIT 26 MAART 2005 :

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Versie van DEEL V Titel II Hoofdstuk VI Toelage voor de mentor Inhoudsopgave

Provincie Oost-Vlaanderen Gemeente Nevele GEMEENTELIJKE RAAD VOOR PERSONEN MET EEN BEPERKING NEVELE. Statuten

1. Samenvattende tabel

Statuten jeugdraad Glabbeek

wijziging statuten 2013 Gemeentelijke Sportraad Affligem

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING. - Ontwerp van decreet houdende het terugkommoment in het kader van de rijopleiding categorie B - Definitieve goedkeuring

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding; BESLUIT:

De Gemeenteraad, In openbare vergadering,

STATUTEN RAAD VERKEER EN MOBILITEIT

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn; BESLUIT:

Voorontwerp van decreet tot oprichting van het Overlegcomité Welzijn, Volksgezondheid en Gezin

Decreet houdende de oprichting van de Mobiliteitsraad van Vlaanderen Artikel 1. (01/10/ ) Artikel 2. (09/02/ )

De VLAAMSE RAAD heeft aangenomen en Wij, EXECUTIEVE, bekrachtigen hetgeen volgt

Brussel, 10 september _AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen. Advies. Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding; BESLUIT:

WETBOEK VAN ECONOMISCH RECHT. Boek XIII

BESLUIT van de VLAAMSE REGERING van 15 SEPTEMBER 1998 betreffende de adviserende beroepscommissie inzake gezins- en welzijnsaangelegenheden

VR DOC.0633/1BIS

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk.

Coordinatie--Rechten--patient--Samenstelling-werking--KB doc

MECHANISMEN EN ORGANEN VAN INTERNE EN EXTERNE CONTROLE OP DE POLITIE

AFDELING 4. HET STUURORGAAN VLAAMS INFORMATIE- EN ICT-BELEID

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015, artikel 56, 61 en 88;

WET VAN 5 MEI 2014 BETREFFENDE DIVERSE AANGELEGENHEDEN INZAKE DE PENSIOENEN VAN DE OVERHEIDSSECTOR. (B.S ) Uittreksels

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van beoefenaars van paramedische beroepen

HOOFDSTUK I Algemeen. Artikel 1 Dit decreet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 107quater van de Grondwet.

12 AUGUSTUS Koninklijk besluit houdende de organisatie van de informatieveiligheid bij de instellingen van sociale zekerheid.

DECREET STRATEGISCHE ADVIESRADEN goedgekeurd door het Vlaams Parlement op 9 juli 2003 HOOFDSTUK I. Definities en toepassingsgebied.

BELGIAN DISABILITY FORUM VZW (BDF) Vereniging zonder winstoogmerk (vzw) 150, 1000 BRUSSEL

De ADOMA wordt in ieder geval om advies gevraagd over de verplichtingen in het kader van de samenwerkingsovereenkomst milieu met het Vlaams gewest.

PROGRAMMAWET (I) VAN 27 DECEMBER (B.S. 28 december 2006, 3e editie) Uittreksels

Gemeentebestuur Lovendegem Kerkstraat 45

20 JULI BOUDEWIJN, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, ONZE GROET.

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van de beroepstitel van vroedvrouw

VR DOC.0131/1

Versie DEEL X Titel IV De inhouding voor het fonds van overlevingspensioenen

SPORTRAAD GLABBEEK. Hoofdstuk I: doel STATUTEN

VLAAMS PARLEMENT DECREET. houdende oprichting van een Kinderrechtencommissariaat. van Kinderrechtencommissaris. Artikel 1

Statuten cultureel adviesorgaan Sint-Laureins

Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de werking van de Mobiliteitsraad van Vlaanderen

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 21 maart 2019;

Voorbereidende nota overleg VVSG en minister van Binnenlandse Zaken Joëlle Milquet

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Versie van DEEL V Titel II Hoofdstuk IV Toelage voor een ononderbroken dienst van meer dan vierentwintig uur Inhoudsopgave

MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

Versie van DEEL VI Titel II Hoofdstuk VII Vergoeding voor de personeelsleden die het slachtoffer zijn van een opzettelijke gewelddaad

PARLEMENT BENELUX INTERPARLEMENTAIRE ASSEMBLEE FINANCIEEL REGLEMENT

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

Transcriptie:

RVB 2013_49 Naar een optimalisering van de lokale politie? VVSG-nota ter voorbereiding overleg Minister Milquet op 25.09.2013 over de optimalisering lokale politie - Koen Van Heddeghem 24 september 2013 Inhoud 1 Inleiding... 1 2 Optimalisering politie lokale politie... 2 2.1 Overlegorganen lokaal en federaal niveau... 2 2.1.1 Adviesraad van burgemeesters... 2 2.1.2 Oprichting coördinatiecomité geïntegreerde politie... 3 2.1.3 Zonale veiligheidsraad... 6 3 Andere dringende politiepunten... 8 3.1 Verkeersveiligheidsfonds 2 de schijf... 8 3.2 Uitvoering arresten Raad Van State periode 2002-2009 - bijkomende federale toelage.. 9 3.3 Gevolgen pensioenhervorming voor lokale politie... 10 3.4 Financieringswet politie... 11 3.5 Lokale politiezones als werkgever betrekken bij personeelstatuut... 12 3.6 Vereenvoudiging tuchtstatuut van de politie en functionele verloning... 12 3.7 KB betaalpolitie... 12 3.8 Gemeenschapsgerichte basispolitiezorg vermindering van justitiële taken... 13 3.9 Werking zonale structuren - Samenhang gemeentedecreet Wet op de geïntegreerde politie... 13 1 Inleiding Op 24 juli heeft ministerraad een akkoord bereikt over het optimalisatieplan van de politie. Ter info: het volledige optimalisatieplan en het persbericht van minister Milquet. Het plan is onder meer gebaseerd op het rapport van de werkgroep 'optimalisering van de federale politie' dat begin dit jaar werd afgerond. Het plan houdt ook rekening met de evaluatierapport van 10 jaar politiehervorming door de federale politieraad en anticipeert op de gerechtelijke hervorming die op stapel staat. Maar het uiteindelijke optimalisatieplan beperkt zicht niet alleen tot de federale politie, het bevat nu ook een belangrijk luik over de lokale politie. De focus van het plan is een 30 september 2013-1/13

hervorming van de ganse geïntegreerde politie. De belangrijkste doelstellingen van het plan zijn een vereenvoudigde en modernere politie met meer slagkracht én meer operationele politiemensen op het terrein brengen. Op die manier moet de politie beter de bevolking kunnen dienen. Het is de bedoeling om tegen 1 januari 2015 met deze hervorming klaar te zijn. Tijdens 2 vergaderingen (30 augustus en 13 september 2013) met de 3 Verenigingen en de Vaste Commissie van de Lokale Politie (VCLP) heeft minister Milquet toelichting gegeven bij haar optimalisatieplan. Minister Milquet vraagt het advies aan de VVSG over haar optimalisatieplan. Op 23 september heeft het kabinet ons de bijgewerkte versie van de ontwerpteksten bezorgd. Het advies in deze nota is hierop gebaseerd. Deze nota bevat eveneens nog aantal politiepunten die we ter bespreking aan minister Milquet voorleggen. 2 Optimalisering politie lokale politie 2.1 Overlegorganen lokaal en federaal niveau Het is belangrijk dat er een constructief en representatief overlegmodel is tussen het lokale en federale niveau. Minister Milquet ziet hier een rol weggelegd voor adviesraad van burgemeesters en het - op te richten - coördinatiecomité van de geïntegreerde politie. 2.1.1 Adviesraad van burgemeesters Tekst optimalisatieplan: ( ) Het directiecomité van de geïntegreerde politie zal voortaan eveneens geregeld overleg plegen met de adviesraad van burgemeesters, bijvoorbeeld met betrekking tot de ondersteuning aan de lokale politiezones en voor alle strategische elementen van de geïntegreerde politie.( ) Tevens moet de adviesraad van burgemeesters zijn rol versterkt zien en een echte raad van burgemeesters worden met als opdracht te adviseren, aanbevelingen te doen, ja desgevallend zelfs eensluidende versterkte adviezen verlenen. Een nieuwe actieve synergie tussen de VCLP en de andere representatieve organen van de lokale overheden zal georganiseerd worden, namelijk met de drie Verenigingen van Steden en Gemeenten en de Adviesraad van Burgemeesters.Het zoeken naar een meer geïntegreerde werking van de verenigingen van steden en gemeenten en de Adviesraad van Burgemeesters, en mogelijks de verwezenlijking van een nieuwe structuur die zou samenwerken met de VCLP, zou het gewicht van de adviezen die door deze laatste gegeven worden, kunnen vergroten en ertoe bijdragen dat voor alle politiezones een dwingend.karakter gegeven wordt aan beslissingen die het uitgebreide Directiecomité neemt in het belang van de geïntegreerde werking. Tekstvoorstel Wet op de geïntegreerde politie (WGP) (vet= nieuw) Art. 8. Een raad van burgemeesters wordt opgericht. Hij wordt belast met het uitbrengen van aanbevelingen, op eigen initiatief of op vraag van de minister van Binnenlandse Zaken, betreffende alle 30 september 2013-2/13

aangelegenheden met betrekking tot de lokale politie of de geïntegreerde politie. Elk reglementair besluit betreffende de lokale politie, wordt door de minister van Binnenlandse Zaken onderworpen aan het advies van de raad. Bij een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit bepaalt de Koning de samenstelling ervan, de nadere regels voor de aanwijzing van zijn leden en van zijn werking, met inbegrip van de termijnen waarbinnen de adviezen door de raad worden verstrekt. De Koning waakt over het representatief karakter van de raad rekening houdend met de types van politiezone. De leden van de raad en hun plaatsvervangers worden door de Koning, bij een in Ministerraad overlegd besluit, benoemd voor een hernieuwbare periode van drie jaar. Het verlies van de hoedanigheid van burgemeester leidt van rechtswege tot het beëindigen van het mandaat van lid van de raad. Advies VVSG De Adviesraad van burgemeesters wordt de raad van burgemeesters. De VVSG stelt voor dat de wijze waarop de raad voor burgemeesters wordt samengesteld aangepast wordt. De VVSG stelt voor dat de 3 Verenigingen van Steden en Gemeenten burgemeesters afvaardigen om in de raad van burgemeesters te zetelen. Bovendien moet de raad voor Burgemeesters ten volle in haar rechten worden erkend. Het valt niet langer te verantwoorden dat dossiers pas op het einde van een besluitvormingsproces als een verplichte formaliteit aan deze raad worden voorgelegd. Dit biedt immers weinig mogelijkheden tot interventie en evaluatie van de beleidsmaatregelen die aan de raad worden voorgelegd. Ten slotte moet onderzocht worden of het takenpakket van de raad voor Burgemeesters in de toekomst niet uitgebreid moet worden met de regelgeving over de brandweer zodat zowel politie als brandweer aan bod komen in de raad van burgemeesters. Minister Milquet staat weigerachtig tegenover het voorstel van de Verenigingen om hen de burgemeesters in de adviesraad te laten voordragen. Volgens de VVSG wordt de versterkte synergie tussen de verenigingen en raad van burgemeesters hierdoor niet bereikt. 2.1.2 Oprichting coördinatiecomité geïntegreerde politie Tekst optimalisatieplan: Om de coördinatie te verbeteren tussen de federale politie en de lokale politie zal het «Directiecomité» van de federale politie, samengesteld uit de Commissaris-generaal en zijn Directeurs-generaal, uitgebreid worden met 4 leden waaronder de voorzitter en de vice-voorzitter van het bureau van de Vaste Commissie van de Lokale Politie (VCLP). Die instantie moet worden beschouwd als een gesprekspartner en een strategische partner om een reeks onderwerpen aan te snijden die verband houden met de geïntegreerde politie. Voortaan zal er dus een «directiecomité van de federale politie» en een «directiecomité van de geïntegreerde politie» (DIRCOM+) bestaan. Dit laatste comité zal met name belast zijn met het versterken van de geïntegreerde politiestrategie en het behandelen van de punten betreffende de samenwerking en de 30 september 2013-3/13

verbetering van de synergieën. Dit nieuwe orgaan zal geofficialiseerd worden in het kader van de maatregelen aangenomen voor de optimalisering van de federale politie. Het directiecomité van de geïntegreerde politie zal regelmatig overleg plegen met het College van procureurs generaal voor de bespreking van het budget, de organisatie en capaciteit van die diensten die met gerechtelijke taken belast zijn. Het directiecomité van de geïntegreerde politie zal voortaan eveneens geregeld overleg plegen met de adviesraad van burgemeesters, bijvoorbeeld met betrekking tot de ondersteuning aan de lokale politiezones en voor alle strategische elementen van de geïntegreerde politie. Door de bevestiging van de noodzaak van een directiecomité van de geïntegreerde politie wordt de rol van de VCLP als vertegenwoordigend orgaan voor de lokale politie versterkt. Op deze manier kunnen meer garanties worden geboden inzake de geïntegreerde werking, bijvoorbeeld voor wat betreft: de rekrutering, de opleiding, de noodzakelijke informaticaplatformen en de optimale besteding van de beschikbare financiële middelen "geïntegreerde werking". Tekstvoorstel Wet op de geïntegreerde politie (WGP) (vet= nieuw) Hoofdstuk IV. - Het directiecomité van de federale politie en het coördinatiecomité van de geïntegreerde politie Art. 8bis. 1. Binnen de federale politie wordt een directiecomité opgericht dat is samengesteld uit: 1 de commissaris-generaal; 2 de directeur-generaal bestuurlijke politie; 3 de directeur-generaal gerechtelijke politie; 4 de directeur-generaal van het personeel, de logistiek, de ICT en de financiën, de directeurgeneraal van het management genoemd. Het directiecomité wordt voorgezeten door de commissaris-generaal die ook het secretariaat organiseert.( ) Art. 8ter. 1. Er wordt een coördinatiecomité van de geïntegreerde politie opgericht dat is samengesteld uit: 1 de leden van het directiecomité van de federale politie; 2 de voorzitter van de raad van burgemeesters en twee burgemeesters die door die raad worden aangewezen onder zijn leden. De drie burgemeesters komen elk uit een verschillend Gewest. De raad wijst voor elke burgemeester een plaatsvervanger aan die uit hetzelfde Gewest komt als de burgemeester die hij vervangt; 3 de voorzitter en twee vice-voorzitters van de Vaste commissie van de lokale politie of hun afgevaardigden. De leden van het coördinatiecomité van de geïntegreerde politie evenals de vertegenwoordigers bedoeld in 1, vierde lid, moeten in het bezit zijn van een veiligheidscertificaat zeer geheim of bereid zijn hiertoe een veiligheidsonderzoek te ondergaan. Bij gebrek, kunnen zij niet deelnemen aan de vergaderingen van het coördinatiecomité inzake de door de Koning bepaalde aangelegenheden die om veiligheidsredenen vertrouwelijk moeten behandeld worden. 30 september 2013-4/13

Het coördinatiecomité van de geïntegreerde politie wordt, per vergadering, afwisselend voorgezeten door de commissaris-generaal en door de voorzitter, of in geval van afwezigheid of verhindering één van de vice-voorzitters, van de Vaste commissie van de Lokale Politie. De voorzitter organiseert ook het secretariaat. Een vertegenwoordiger van de minister van Binnenlandse Zaken en een vertegenwoordiger van de minister van Justitie nemen, zonder stemrecht, van rechtswege deel aan de vergaderingen van het coördinatiecomité van de geïntegreerde politie. Overeenkomstig de in het huishoudelijk reglement bepaalde nadere regels, kunnen de leden van het coördinatiecomité van de geïntegreerde politie zich, ten raadgevende titel, laten bijstaan door specialisten van de geïntegreerde politie of door deskundigen. 2. Het coördinatiecomité van de geïntegreerde politie is, hetzij op eigen initiatief hetzij op vraag van de minister van Binnenlandse Zaken of van de minister van Justitie of van beiden, onder meer belast met het verstrekken van aanbevelingen en het verlenen van gemotiveerde adviezen aan hen inzake het gezamenlijke politiebeleid of inzake de strategie van de geïntegreerde politie aangaande het personeel, de logistiek, de ICT en het budget. Het coördinatiecomité kan vergaderen zonder de leden bedoeld in artikel 8ter, 1, eerste lid, 2, wanneer het aangelegenheden betreft die uitsluitend behoren tot de politionele technieken in verband met de bevoegdheden van de politieambtenaren. De minister van Binnenlandse Zaken kan adviezen van het coördinatiecomité van de geïntegreerde politie bindend maken. Wanneer dit advies tot de bevoegdheden van de minister van Justitie behoort, betrekt hij daar laatstgenoemde bij volgens de regels die zij daartoe gezamenlijk bepalen. 3. Het coördinatiecomité van de geïntegreerde politie werkt een huishoudelijk reglement uit dat de andere nadere regels van zijn werking bepaalt. Dit reglement wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie. Advies VVSG In het coördinatiecomité zitten naast het directiecomité van de federale politie en de voorzitters van de VCLP ook 3 burgemeesters uit de raad van burgemeesters en vertegenwoordigers van de minister van Justitie en Binnenlandse Zaken. Op zich is het een goede zaak dat burgemeesters betrokken worden bij het politiebeleid maar hier rijst de vraag of de vergaderingen van dit coördinatiecomité niet eerder veelal politioneeltechnisch van aard zullen zijn en wat dan hierbij de meerwaarde is van de aanwezigheid van burgemeesters? Ook de aanwezigheid van vertegenwoordigers van het kabinet BIZA en Justitie stelt de VVSG in vraag. De voorzitter van de raad van burgemeesters en 2 burgemeesters aangewezen door de raad zullen zetelen in dit comité. Hoe zal de 30 september 2013-5/13

terugkoppeling gebeuren naar alle andere burgemeesters indien de samenstelling van de raad ongewijzigd blijft? De VVSG stelt voor dat er een overlegplatform op beleidsniveau komt met vertegenwoordigers van de kabinetten, burgemeesters (via de vereniging van steden en gemeenten), vertegenwoordigers van de lokale (VCLP) en federale politie, de gerechtelijke overheden en eventueel aangevuld met vertegenwoordigers van het gewestelijke niveau (gelet op de bevoegdheidsoverdrachten in uitvoering van het Vlinderakkoord). In het verleden was er zo n een overlegplatform (de Commissie ter begeleiding van de Politiehervorming op lokaal niveau) en dit functioneerde goed tot voldoening van alle betrokken actoren. Dit overlegplatform is ook nog steeds voorzien in de WGP. 1 Op die manier zitten alle actoren op vlak van bestuurlijke en gerechtelijke politie samen aan tafel om op beleidsniveau de problemen en mogelijke oplossingen te bespreken. Volgens de tekst kan de minister van Binnenlandse Zaken adviezen van het coördinatiecomité van de geïntegreerde politie bindend maken. Is dit wenselijk en in hoeverre tast dit de autonomie van de lokale politiezones niet aan? De vraag rijst of deze bevoegdheid het bestaande politiemodel, een geïntegreerde politie met 2 autonome niveaus die afhangen van verschillende overheden, niet onder druk zet? 2.1.3 Zonale veiligheidsraad Tekst optimalisatieplan: ( ) De versterking van het overleg tussen justitie en politie Voor de verwezenlijking van twee parallelle hervormingen justitie/politie, bovenop de nieuwe territoriale configuratie van de structuren, dient men eveneens de officiële dialoog en overlegruimtes tussen de gerechtelijke en politionele overheden, zowel op lokaal en arrondissementeel als op nationaal niveau, te versterken. Die versterking van het overleg tussen de verschillende verantwoordelijken van justitie en politie moet gebeuren door middel van verschillende mechanismen die het mogelijk zullen maken om niet alleen beter te 1 Art. 257sexies. 1. Bij de Federale overheidsdienst Kanselarij en Algemene Diensten wordt een Commissie ter begeleiding van de Politiehervorming op lokaal niveau opgericht. 2. De Commissie is belast met : 1 de berekening van de meerkosten van de hervorming voor de politiezones; 2 het verlenen van een advies, met betrekking tot de nieuwe opdrachten die worden toevertrouwd aan de politiediensten, over het politieniveau dit ermee belast moet worden en over hun budgettaire weerslag voor het ene of het andere politieniveau; 3 de voorbereiding van een globale evaluatie van alle aspecten van de uitvoering van de politiehervorming op lokaal niveau. Deze evaluatie omvat met name een monitoring van alle problemen die met de politiehervorming op lokaal niveau gepaard gaan. 3. De Koning bepaalt de samenstelling en de werkingsregelen van de Commissie. 30 september 2013-6/13

voldoen aan de strategische uitdagingen en het strafrechtelijk beleid, maar ook aan de operationele doelstellingen, met name inzake actieplannen om prioritaire fenomenen (NVP en lokale) te bestrijden, inzake adequate inzet van de opsporingscapaciteit en inzake ontwikkeling van recherchemanagement voor de opvolging van gerechtelijke vorderingen. In dit kader worden de overlegmechanismen justitie/politie meer geëxploiteerd en versterkt binnen de bestaande fora voor raadpleging (zonale veiligheidsraad, rechercheoverleg van het arrondissement en provinciaal overleg) 6 of binnen een nieuw dialoogforum justitie/politie op nationaal niveau dat het directiecomité van de federale politie, zelfs van de geïntegreerde politie toelaat om het college van procureurs generaal op regelmatige basis en bij problemen te ontmoeten. Deze instantie zal dialoogcomité politie/justitie genoemd worden. Tekstvoorstel Wet op de geïntegreerde politie (WGP) (vet= nieuw) TITEL II. DE LOKALE POLITIE Hoofdstuk I. - Algemene bepalingen AFDELING 3. - DE ZONALE VEILIGHEIDSRAAD Art. 35. In elke politiezone wordt een zonale veiligheidsraad opgericht waarbinnen een systematisch overleg wordt georganiseerd tussen de burgemeesters, de procureur des Konings en/of, in voorkomend geval, de afdelingsprocureur, de korpschef van de lokale politie en de bestuurlijke directeur-coördinator en de gerechtelijke directeur van de federale politie en/of, in voorkomend geval, de directeur van de betrokken afdeling van gerechtelijke politie. De zonale veiligheidsraad kan deskundigen uitnodigen om deel te nemen aan zijn werkzaamheden. De opdrachten van de zonale veiligheidsraad zijn de volgende: 1 het bespreken en de voorbereiding van het zonaal veiligheidsplan; 2 het bevorderen van de optimale coördinatie van de uitvoering van de opdrachten van bestuurlijke en gerechtelijke politie; 3 het evalueren van de uitvoering van het zonaal veiligheidsplan. De zonale veiligheidsraad vergadert ten minste één maal per trimester. Advies VVSG Nieuw is dat naast de burgemeesters, de korpschef, de procureur (eventueel ook afdelingsprocureur), de dirco ook de dirjud zal deelnemen aan dit overleg. Door de opschaling van de gerechtelijke arrondissementen situeren de procureur, de dirco en de dirjud zich op het provinciale niveau. Gemiddeld zijn er 23,4 lokale politiezones per provincie. Gekoppeld aan de nieuwe verplichting om de zonale veiligheidsraad (ZVR) 1 per trimester te laten vergaderen, betekent dit in de praktijk dat ze per jaar aan ongeveer 94 zonale veiligheidsraden moeten deelnemen. Zowel de procureur als de dirjud kunnen wel in voorkomend geval een afdelingsprocureur of gerechtelijke afdelingsdirecteur afvaardigen. De vraag rijst of dit realistisch is? Is het zinvol om de ZVR 4 maal per jaar te laten vergaderen? Kan in de WGP niet voorzien worden dat de ZVR minimaal eenmaal per jaar vergadert en dat op 30 september 2013-7/13

vraag van de burgemeester of van de procureur de zonale veiligheidsraad steeds bijeengeroepen kan worden? Voor de VVSG vindt het primordiaal dat de ZVR het forum is waar het lokale/zonale veiligheidsbeleid wordt uitgetekend. 3 Andere dringende politiepunten 3.1 Verkeersveiligheidsfonds 2 de schijf In 2008 hervormde de federale overheid het verkeersveiligheidsfonds. Vanaf 2008 bestaat het verkeersveiligheidsfonds uit 2 delen: Een deel bestaat uit een vast bedrag voor de politiezones en de federale politie. De zones ontvangen vanaf 2008 elk jaar het geïndexeerd bedrag dat hun in 2007 werd overgemaakt. Het tweede deel bestaat uit de bijkomende middelen (= de aangroei van de beschikbare middelen ten aanzien van referentiejaar 2007) van het verkeersveiligheidsfonds. Deze bijkomende middelen zouden vanaf het begrotingsjaar 2009 verdeeld worden onder de gewesten op basis van de lokalisering van de verkeersovertredingen. Na deze gewestelijke verdeling zou het bedrag onder de zones verdeeld worden op basis van een aantal criteria (categorie politiezone, daling aantal slachtoffers en aantal km wegen). Een Koninklijk Besluit zou de verdere modaliteiten regelen, maar tot op heden is dit Koninklijk Besluit er nog steeds niet. Met betrekking tot het verkeersveiligheidsfonds bedraagt het totaal niet uitgekeerde bedrag voor de periode 2008 tot 2012 ongeveer 65 miljoen euro (zogenaamde 2de schijf). Voor 2013 komt daar naar schatting nog 25 miljoen bij (verhoogd aantal onmiddellijke inningen o.a. door trajectcontrole). Dit betekent in totaal ongeveer 90 miljoen euro. De VVSG vraagt dat de 2 de schijf van het verkeersveiligheidsonds zou betaald worden aan de politiezones zoals wettelijk voorzien is. De zogenaamde twee schijf staat in de Gecoördineerde Wet verkeersveiligheidsfonds (16 juni 2008), namelijk in artikel 7 (zie gele tekst hieronder): Art. 7. [ 1. De maximumbedragen waarop de lokale politiezones en de federale politie aan-spraak kunnen maken, worden bepaald door de toepassing van een verdeelsleutel op het bedrag van het toegewezen deel bedoeld in artikel 5, 1. De Koning legt, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de verdeelsleutel vast op basis van de volgende drie criteria : 1 de categorisering van de lokale politiezones en de federale politie in vijf groepen naargelang van het organiek politiekader; 2 de daling van het aantal verkeersslachtoffers en/of verkeersongevallen met gekwetsten of doden op de wegen die respectievelijk onder het toezicht van de lokale politiezone of de federale politie staan; 3 het aantal kilometer wegen waarvoor de lokale politiezone dan wel de federale politie bevoegd is. 2. Het aan de federale politie toegewezen bedrag wordt gestort in het 30 september 2013-8/13

fonds " prestaties voor derden " en mag niet meer bedragen dan 5 % van het toegewezen deel bedoeld in artikel 5, 1.] [Opgeheven via Programmawet, 8 juni 2008 - Mobiliteit - Wijziging van de wet 06.12.2005 betr. de opmaak en financiering van actieplannen inzake verkeersveiligheid (art. 82-84), B.S., 16.06.2008.] 1. Vanaf het begrotingsjaar 2008, is het bedrag van het toegewezen deel, bedoeld in artikel 5, 1, dat wordt toegewezen aan elke lokale politiezone en aan de federale politie gelijk aan het geïndexeerd bedrag dat zij in 2007 ontvingen op voorwaarde dat dit bedrag minimaal gelijk is aan het toegewezen deel, bedoeld in artikel 5, 1, in 2007. In voorkomend geval, wordt indien het toegewezen deel, bedoeld in artikel 5, 1, lager is dan het toegewezen deel, bedoeld in artikel 5, 1, dat aan elke politiezone en de federale politie toegewezen werd in 2007, evenredig verdeeld onder elke lokale politiezone en de federale politie volgens de toegewezen middelen van 2007. De meerinkomsten ten overstaan van het begrotingsjaar 2007 van het toegewezen gedeelte bedoeld in artikel 5, 1, worden vanaf het begrotingsjaar 2009 verdeeld onder de gewesten op basis van de localisering van de vaststelling van de overtredingen van de wet betreffende de politie over het wegverkeer en haar uitvoeringsbesluiten en volgens de modaliteiten bepaald door de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad. Na deze gewestelijke verdeling, wordt de verdeling aan elke lokale politiezone en aan de federale politie gerealiseerd op basis van de volgende criteria : 1 de categorisering van de lokale politiezones en de federale politie in vijf groepen naargelang van het organiek politiekader. 2 de daling van het aantal verkeersslachtoffers en/of verkeersongevallen met gekwetsten of doden op de wegen die respectievelijk onder het toezicht van de lokale politiezone of de federale politie staan; 3 het aantal kilometer wegen waarvoor de lokale politiezone dan wel de federale politie bevoegd is. [Ingevoerd via Programmawet, 8 juni 2008 - Mobiliteit - Wijzi-ging van de wet 06.12.2005 betr. de opmaak en financiering van actieplannen inzake verkeersveiligheid (art. 82-84), B.S., 16.06.2008.] Art. 8. 1. Het storten van de sommen gebeurt in twee keer. Een eerste schijf van het toegeken-de bedrag wordt gestort uiterlijk op 1 juli. Een tweede schijf van het toegekende bedrag wordt in de loop van januari van het daaropvolgende jaar gestort. 2. De bedragen die niet zijn toegekend worden toegevoegd aan het saldo van het daaropvolgende jaar bedoeld in artikel 5, 1. 3.2 Uitvoering arresten Raad Van State periode 2002-2009 - bijkomende federale toelage In 2009 vernietigde de Raad van State in een aantal arresten een aantal Koninklijke Besluiten over de bijkomende federale toelage aan de lokale politiezones. Wat was het probleem? In het kader van de tegensprekelijke debatten (over de meerkost van de politiehervorming) hadden 46 Vlaamse politiezones geen 'dossier' ingediend. In het KB van 15 januari 2003 was bepaald dat de zones 'zonder dossier' slechts 25% (ipv 100%) ontvingen van het bedrag dat voor hen berekend is op basis van een aantal algemene parameters. Hun bijkomende federale toelage 30 september 2013-9/13

was dus beperkt tot 25% van de toelage die werd ontvangen door een zone die zich in dezelfde situatie bevindt maar die wel een bezwaarschrift had ingediend (zogenaamde 25% regel). De zones voelden zich hierdoor ongelijk behandeld en hebben in 2003 een gezamenlijk verzoekschrift ingediend bij de Raad van State om het bestreden KB te laten vernietigen. Hetzelfde hebben ze gedaan met de navolgende KB s. De Raad van State heeft in 2010 de KB s die deze bijkomende federale toelage regelen vernietigd. De regering heeft bijkomende middelen voorzien (telkens ongeveer 3,754 miljoen euro) om de gevolgen van dit arrest uit te voeren voor de bijkomende federale toelage in 2010, 2011, 2012 en 2013. Maar voor de periode 2002-2009 is er nog geen regeling uitgewerkt voor de betrokken 46 Vlaamse politiezones. De VVSG stelt vast dat de zones deze bijkomende middelen nog niet ontvangen hebben en vraagt aan de minister van Binnenlandse Zaken hierover een stand van zaken. Het Rekenhof merkt dit ook op bij zijn commentaar op de federale begroting 2012 (pagina 50): Met betrekking tot de aanvullende dotatie toegekend aan probleemzones vernietigde de Raad van State in 2009 deels de koninklijke besluiten voor de jaren 2003 tot en met 2008. Volgens de berekeningen van de Federale Politie zou hieruit een bijkomende kost voor de federale Staat kunnen volgen van 28,2 miljoen euro, exclusief eventueel te betalen interesten. In de Ministerraad van 22 maart 2010 werd, met betrekking tot de aangepaste begroting 2010, beslist een analyse van de methode van afhandeling voor de geschiljaren 2002-2009 door te voeren en een nieuwe reglementaire ontwerptekst aan de Raad van State voor te leggen. Zoals bij zijn opmerkingen voor het begrotingsjaar 2011, merkt het Rekenhof hierbij nogmaals op dat de administratie tot op heden geen reglementaire initiatieven heeft ondernomen en hiervoor geen kredieten in de begroting 2012 werden ingeschreven. Het uitblijven van een aangepast reglementair kader leidt er mogelijks toe dat de bijkomende kost verder oploopt met nalatigheidsinteresten. 3.3 Gevolgen pensioenhervorming voor lokale politie De wet van 24 oktober 2011 over de nieuwe financiering van de ambtenarenpensioenen werd op 3 november gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Zo worden alle pools bij elkaar gevoegd en leidt dit tot een harmonisering van de verschillende bijdragevoeten. Tegen 2016 zal de basisbijdragevoet voor alle lokale besturen waaronder ook de politiezones - 41,5% (inclusief 7,5% werknemersbijdrage) bedragen. De VVSG heeft onderzocht op basis van simulaties - wat de gevolgen zijn van de stijging van de werkgeversbijdragen voor de pensioenen van 20% in 2011 naar 34% in 2016 op de gemeentelijke dotaties. De basisgegevens (groen in de tabel) zijn de loonmassa 2011 (in de Vlaamse politiezones) en het totaal aan gemeentelijke dotaties in 2011 en 2012 (op basis van de begrotingen 2011 en 2012). Rekening houdend met een loonmassa die jaarlijks 2% stijgt (indexering) en een stijging van de bijdragevoet met 14% betekent dit een meeruitgave voor de Vlaamse politiezones van ongeveer 103 miljoen euro in de periode 2012-2016. De 30 september 2013-10/13

% stijging gem. dotatie 2012 gem. dotatie 2011 jaarlijkse stijging basisbijdrage WG basisbijdrage % WG loonmassa (2%) jaar gemeentelijke dotaties zullen hierdoor gemiddeld 3,2% per jaar stijgen, van 800 miljoen euro in 2011 naar 936 miljoen euro in 2016. Dit betekent dat de gemeentelijke dotaties in 2016 met 17,07% gestegen zullen zijn ten opzichte van 2011 door de verhoogde pensioenbijdragen. 2011 587,5 20% 117,5 800 800 2012 599,3 21,5% 128,8 11,3 811,3 844,8 +5,6 2013 611,3 23,5% 143,6 14,8 826,1 859,6 +7,45 2014 623,5 26,5% 165,2 21,5 847,7 881,2 +10,15 2015 636 32,5% 206,7 41,4 889,2 922,7 +15,33 2016 648,7 34% 220,5 13,8 903 936,5 +17,07 103 103 136,5 De VVSG heeft aan de minister van Binnenlandse Zaken Milquet gevraagd om de federale sociale dotatie 1 te verhogen omwille van deze pensioenhervorming. De sociale dotatie 1 moet de werkgeversbijdragen op de bezoldigingen van de 7532 overgedragen ex-rijkswachters naar de zones dekken. Door de stijging van de pensioenbijdragen was het logisch dat de sociale dotatie 1 ook werd aangepast. Op vraag van minister Milquet heeft de minister van Sociale Zaken Onkelinx de sociale dotaties voor de zones aangepast. De federale sociale dotatie 1 zou stijgen van 101 miljoen euro (2011) naar 107,3 miljoen euro in 2012 en naar 114,9 miljoen euro in 2013. De VVSG stelt vast dat de federale regering beslist heeft de pensioenleeftijd te verhogen. Maar we stellen vast dat de verstrengde leeftijdsvoorwaarden om vervroegd op pensioen te kunnen gaan niet gelden voor de leden van de geïntegreerde politie. Er is eveneens een uitzondering bepaald voor het rijdend personeel van de NMBS en de militairen (zie Wet houdende diverse bepalingen 28 december 2011 - BS 30/12/2011). 3.4 Financieringswet politie De FOD BIZA heeft de voorbije jaren 3 wetenschappelijke onderzoeken laten uitvoeren naar de financiering van de lokale politie. Een eerste wetenschappelijk onderzoek in 2009 was gefocust op de kosten van de politiezones en op het financieringssysteem. Het tweede 30 september 2013-11/13

onderzoek inventariseerde alle wettelijk opgelegde taken van de politie. Bij het derde onderzoek lag de focus op een nieuwe financieringsnorm voor de politiezones. De VVSG is al jaren vragende partij voor een evenwichtig en transparant financieringssysteem en vraagt hierbij intensief betrokken te worden. Is een actualisering van de Kul-norm mogelijk op korte termijn? Kan de VVSG inzage krijgen in deze 3 wetenschappelijk onderzoeken over de nieuwe financieringswet? 3.5 Lokale politiezones als werkgever betrekken bij personeelstatuut Op federaal niveau wordt onderhandeld over het statuut van het personeel van de politie. De lokale politiezones treden op als werkgever voor ongeveer 28.000 personeelsleden (t.o.v. 12.000 bij de federale politie). Ongeveer 85% van de lokale politie-uitgaven zijn personeelskosten. De lokale overheden mogen sinds maart 2010 als waarnemer de onderhandelingen over het politiestatuut volgen. Maar daarnaast is de VVSG van oordeel dat aanpassingen aan het statuut (zowel via het eigen personeelsstatuut van de politie als via het sectoraal akkoord over het federaal openbaar ambt) steeds gepaard moeten gaan met een financieel effectenrapport. 3.6 Vereenvoudiging tuchtstatuut van de politie en functionele verloning Het statuut is te bureaucratisch. Er zijn teveel vergoedingen en premies: een vereenvoudiging van het statuut dringt zich op (een systeem van functionele verloning). De minister van Binnenlandse Zaken is van plan om het tuchtstatuut te hervormen. De krachtlijnen van deze hervorming liggen al vast. De VVSG hoopt dat dit leidt tot een vereenvoudigd en werkbaar tuchtstatuut. 3.7 KB betaalpolitie De Wet op de Geïntegreerde Politie (WGP) bepaalt dat een gemeenteraad (voor een eengemeentepolitiezone) of een politieraad (voor een meergemeentepolitiezone) een reglement kan vaststellen om een vergoeding te innen voor opdrachten van bestuurlijke politie (bijvoorbeeld voor valse alarmen). Hiermee werd de regeling overgenomen van het artikel 233bis van de Nieuwe Gemeentewet, dat vóór de politiehervorming van toepassing was. De vergoeding kan enkel gevraagd worden voor prestaties die het specifieke en rechtstreekse belang van een particulier betreffen. Een KB moet dit allemaal regelen. De VVSG is al jaren vragende partij voor dat uitvoeringsbesluit maar volgens de beleidsnota van de minister zou het KB er nu toch komen. 30 september 2013-12/13

3.8 Gemeenschapsgerichte basispolitiezorg vermindering van justitiële taken Verdere realisatie van een gemeenschapsgerichte basispolitiezorg die het vertrouwen van de bevolking in het veiligheidsbeleid versterkt en waarbij de lokale politie voldoende aandacht kan schenken aan de prioriteiten in het zonaal veiligheidsplan (o.a. verkeersveiligheid). De rol van de wijkinspecteur is hierbij van cruciaal belang. Daarnaast is het belangrijk dat de gerechtelijke administratieve opdrachten voor de lokale politie beperkt blijven zodat de lokale politie zich meer op zijn kerntaken kan richten. 3.9 Werking zonale structuren - Samenhang gemeentedecreet Wet op de geïntegreerde politie De organisatie en het beheer van de lokale politie (o.a. werking politieraad, politiecollege) is een federale bevoegdheid. Volgens de beleidsnota wil de minister de federale eenvormigheid van de organisatie en werking van de lokale politie bevestigen. Ze wil dat doen door in de Wet op de Geïntegreerde Politie (WGP) niet meer te verwijzen naar artikelen uit de Nieuwe Gemeentewet, maar door in de WGP zelf bepalingen op te nemen. De VVSG heeft hier fundamentele bedenkingen bij: waarom kan er in de WGP niet verwezen naar de toepasselijke regionale wetgeving. Bijvoorbeeld: zo regelt het gemeentedecreet (artikel 193) bijvoorbeeld het voeren van rechtsvorderingen voor gemeenten. Maar in ééngemeentezones is er juridisch geen onderscheid tussen de gemeente en de politiezone. In ééngemeentezones is de juridische basis voor het voeren van rechtsvorderingen artikel 193 van het gemeentedecreet. Onlangs oordeelde een rechtbank (volgens VVSG onterecht) de vordering van een ééngemeentezone in het kader van zaakschade onontvankelijk omdat de rechter meende dat het Gemeentedecreet niet de legale basis is om rechtsvorderingen te voeren (en wel de Nieuwe Gemeentewet). Het belang om dit juridisch uit te klaren is niet onbelangrijk voor politiezones in het licht van gerechtelijke procedures. 30 september 2013-13/13