ACTIVITEIT Dakstructuur Gebinte Prefabspanten ARBEIDSMIDDELEN RISICO S Val van een persoon van hoogte Niet werken bij sterke wind. Toegangsmiddelen binnen voorzien ; de spanten niet beklimmen. DAKWERKEN Steigers Ladder Geklemd raken (tussen reeds geplaatste of nog niet geplaatste elementen) Val van een persoon - bij de opbouw van de steigers - bij verplaatsingen op de ladder - bij de opbouw van het gebinte - bij de afwerking van de dakopeningen Val van materialen en materieel bij het naar boven brengen Handschoenen dragen. Stabiele en horizontaal verankerde steigers gebruiken. Ladders die vastgemaakt zijn aan de voet en bovenaan, goed onderhouden (staat van de sporten nazien). De ladder moet 1 meter hoger zijn dan het niveau dat je wil bereiken. Dakopeningen afschermen met leuningen met een kantplank. Ladderlift gebruiken (driemaandelijks laten controleren). individuele bescherming dragen (helm). Rondvliegende stukken bij zaagof snijwerkzaamheden PBM dragen (bril). Geklemd raken bij het monteren van gebinten Permanent radiocontact met de kraanman ; werken in het zicht van de kraanman. Overdreven inspanning, verkeerde beweging, uitglijden - bij de behandeling - bij het tillen van lasten Werkmethodes aanpassen en bepalen : de dakdichters minder lasten laten dragen en transportmiddelen gebruiken. 1
DAKWERKEN Steigers op ladderklampen Van het dak vallen Van de werkvloer vallen Steiger die instort Dit type steiger mag enkel worden gebruikt voor kleine werken van korte duur waarvoor slechts weinig materieel nodig is. Dit type steiger mag niet gebruikt worden als vangelement aan de onderkant van de dakhelling. De gebruikte steunladders moeten uitschuifbare ladders uit twee delen zijn, overeenkomstig de NORM NBN 131-1, en voorzien zijn van versterkingen. Er moeten concrete maatregelen worden genomen om te voorkomen dat de ladders omvallen en dat de voeten van de ladders wegglijden. Daarom moeten ze degelijk vastgezet worden op een harde ondergrond. De helling van de ladders moet zó zijn dat de afstand van de voet van de ladder naar de muur waartegen de ladder staat, ongeveer een vierde van de lengte van de ladder is. De afstand tussen de aslijnen van de steunladders mag niet groter zijn dan 3 meter. Alle werkvloeren moeten van buiten uitgerust zijn : - met een bovenleuning op 1,00m boven de werkvloer. - met een tussenleuning op 0,45m. - met een kantplank die 0,15m hoog is. De vloerelementen moeten van goede kwaliteit zijn en zo gemaakt zijn dat ze aaneensluiten en niet kunnen uiteenschuiven of kantelen. De breedte van de werkvloer moet tussen 40 en 60 cm zijn. Om binnen de beperkingen voor toegestane lasten te blijven voor dit type steiger: - is de maximale last van een steiger op ladderklampen beperkt tot 1 persoon. - is de maximale draagwijdte van de werkvloer 3 m. - is elke plank van de werkvloer minimum 0,20 m breed. - mag de volledige werkvloer niet meer dan 30 kg wegen (als er draagbare ladders worden gebruikt). 2
Toegang De ladders die de werkvloer dragen mogen niet gebruikt worden voor de toegang tot de steiger. Daarvoor moet een aparte ladder gebruikt worden. Dakdekkersladders Val Ladder of bevestigingssysteem dat het begeeft De maximale belasting waarbij een dakdekkersladder gebruikt mag worden is 1,5 kn. De ladder moet in het midden van de sporten op de dakhaken rusten. Dakhaken die al een tijdje geleden geplaatst werden, mogen enkel gebruikt worden als hun nuttige last gecontroleerd werd. Dakdekkersladders moeten vóór het gebruik telkens visueel gecontroleerd worden op eventuele gebreken. Dakdekkersladders mogen niet : vasthangen met de bovenste sport. steunen in een dakgoot. gebruikt worden als de helling van het dak groter dan 75 is. bedekt zijn met een ondoorzichtige laag (verf, beschermingslaag ). 3
Mobiele werkvloeren Val Instorting van de werkvloer Voor werken op een oppervlak met een helling groter dan 45 moet je speciale werkplekken voorzien, los van de verplichte valbescherming. Kijk vóór het gebruik van de werkvloeren van de dakdekkers telkens na of ze in goede staat zijn en degelijk vastgemaakt zijn. De mobiele werkvloeren mogen enkel gebruikt worden voor werken van kleine omvang. Bescherming tegen het vallen van de werkvloer: met een antivalbescherming die vastzit aan een punt dat niet vastzit aan de werkvloer. op de werkvloer met een veiligheidsharnas, als de werkvloer zelf vastgemaakt is aan een antivalvoorziening met rails of met een oprolinrichting die vastzit aan het gebouw. De nuttige last van de bevestigingspunten van de werkvloeren en ook van die van de antivalvoorzieningen en de touwen, moet elke keer gecontroleerd worden voor je begint te werken. De aangestelde kiest de ophangpunten en ziet erop toe dat de beschermingsmiddelen gebruikt worden. De dakconsoles moeten vastgemaakt worden met ophangingsmiddelen die sterk genoeg zijn, bv. touwen of kettingen. De ophangpunten moeten stevig genoeg zijn en ze moeten gecontroleerd worden vóór gebruik. Dakhaken die al een tijdje geleden geplaatst werden, mogen slechts gebruikt worden nadat hun draagkracht gecontroleerd is. 4
DAKWERKEN Ladderlift Val van materialen en materieel Verzeker je ervan dat er zich niemand recht onder de last bevindt. Als je het (mensen)verkeer niet kan verbieden, moeten er aangepaste maatregelen genomen worden: het verkeer omleiden, verbieden vensters te openen, hekken plaatsen, een beschermde doorgang enz. De ladderliften die elektrisch voortbewogen worden, moeten gevoed worden door werfkasten of koffers die hiervoor bedoeld zijn en volgens de regels uitgerust zijn met een zeer gevoelige differentiaalbeveiliging. Gebruik enkel het geschikte toebehoren, bv. baksteenplatformen en kipbakken. De platformen moeten voorzien zijn van een veiligheidsrooster, waarvan de mazen niet breder mogen zijn dan 5 cm. Verzeker je ervan dat de hijskabel in goede staat is, mooi over de katrollen loopt en goed opgerold wordt op de trommel van de haspel. Zie er op toe dat ook de lastbegrenzer in goede staat is. Het is verboden personen (al of niet samen met de last) te transporteren met het platform. Het is ook verboden de geleiders te gebruiken als ladder. De ladderlift minstens eenmaal per jaar en het toebehoren driemaandelijks laten controleren door een Externe Dienst voor Technische Controle (erkend organisme). Plaats de goederenlift horizontaal op een stevige basis. De materiaalliften moeten zo worden geplaatst dat ze niet kunnen verschuiven. Let op de maximale gebruikslast. 5