5 twee- en driestemmige schoolfeestliedjes, in noten- en cijferschrift (Chevé-methode) E.J. Boneschanscher bron E.J. Boneschanscher, 5 twee- en driestemmige schoolfeestliedjes, in noten- en cijferschrift (Chevé-methode). Erven B. van der Kamp, Groningen 1895 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/bone0075twe01_01/colofon.php 2011 dbnl i.s.m.
1 Schoolfeestliedje No. 1. Marschmatig. 1. Komt, hef - fen wij een lied - jen aan, Wij zijn zoo blij te moe; Waarwij ook on - ze 2. Wij leer - den braaf en de - den graag, Wat mees - ter ons ge - bood; En daar - om is voor 3. U, die dit feest ons hebt be - reid En ons zoo mild be-loont, Wordt on-ze op-rech-te
2 1. blik - ken slaan, Lacht ons de vreng - de toe. De dag, door ons reeds lang ver - beid Vol ho - pend on - ge -duld, Brak aan met al zijn' 2. ons van - daag De blijd - schap dub - bel groot. Nu past een feest-toon, past een lied, Een luid, her-haald hoe-zee! En elk, die on - ze 3. dank - baar - heid Al zin - gend thans betoond. Wij dan - ken u, gij goe - de Liên, Voor 'tgeen gij schonkten deedt, Om zoo-veel goeds ons
3 1. heer - lijk-heid; Nu wordt die hoop vervuld! } 1-3. Lal - le - ra la la, la la la, 2. vreug - de ziet, Juicht in zijn har - - - te meê! } 1-3. Lal - le - ra la la, la la la, 3. aan te biên, Dat nie- mand 't ooit vergeet! } 1-3. Lal - le - ra la la, la la la, 1-3. la la la la, lal - le - ral - le - ra! Lal-le-
4 1-3. ra la la, la la la, lal - - le - - - ra - - le - - - ra la la!
5 Schoolfeestliedje No. 2. Vroolijk. F. Hiller. 1. 't Is het feest der fees - ten thans, 'k Ju - bel, zing en spring en dans! 2. Bol - len, cho - co - la - de, koek, No - ten en een pren - ten boek! 3. Ja, wij stem - men, blij van zin, Saâm de schoon - ste lie - d'ren in!
6 1-3. Hop, hop, hop, hop, hop, hop, hoe - zee! 1. Wat is al - les fraai en net, 2. O, wat is 't een' heer - lijk - heid, 3. 't Lee - ren is van - daag ge - staakt,
7 1. Wat een' blijd-schap, wat een' pret! 2. Die ons, kin - d'ren, is be - reid! 3. 't Feest der fees - ten is ge - naakt! 1-3. Hop, hop, hop, hop, hop, hop, hoe - zee!
8 Schoolfeestliedje No. 3. Driest. gezet door E.J. Boneschanscher. Vroolijk. 1. Wij zin - gen en sprin - gen, Wat heb-ben wij een' pret! Wij zin - gen en 2. Wij zin - gen en sprin - gen, Wat heb-ben wij een' pret! Wij zin - gen en 3. Wij zul - len straks smul - len, Verhoogd wordt dan de pret! Wij zul - len straks
9 1. sprin-gen, Wat heb - ben wij een' pret! Hoe zeer ver - lang-den wij Naar 't heer-lijk feest-ge- 2. sprin-gen, Wat heb - ben wij een' pret! O ziet! hoe keu - rig staat Ons al - ler feest-ge- 3. smul-len, Ver -hoogd wordt dan de pret! Koek, bol-len, cho - co - lâ, Wat een ge - not, ja,
10 1. tij'. Dat nu, ge - luk-kig! is ge-naakt En ons zoo vroo - lijk maakt! Dat nu, ge - luk-kig! 2. waad! Hoe schit-t'ren vlag en bloem-fes-toen Te mid - den van het groen! Hoeschit-t'ren vlag en 3. ja! O, zoo iets lijkt ons, kin-d'ren, net! Wat pret, wat pret, wat pret! Ja, zoo iets lijkt ons,
11 1. is ge - naakt En ons zoo vroo-lijk maakt! 2. bloem-fes - toen Te mid - den van het groen! 3. kin-d'ren, net! Wat pret, wat pret, wat pret! Schoolfeestliedje No. 4. Vroolijk. 1. Ha! wien zou het niet be - 2. Groen met rood tooit wand en 3. Met de blijd - ste kin - der -
12 1. val - - len, Op dit heer - lijk kin - der - feest, Op dit heer - lijk kin - der - 2. deu - - ren, Moed en vroom-heid, deugd en trouw, Moed en vroom-heid, deugd en 3. klan - - ken, 't Har-te vol er - ken - t'lijkheid, 't Har-te vol er - ken-t'lijk-
13 1. feest Tal van lie - d'ren te doen schal - len? le - der is thans blij van 2. trouw, - On - ze va - der - land - sche kleu - ren - Wap - p'ren van het school - ge- 3. heid, Ko - men we he - den u bedan - - ken, Die dit feest ons hebt be-
14 1. geest, Ie - der is thans blij van geest! 2. bouw, Wap - p'ren van het school - ge - bouw! 3. reid, Die dit feest ons hebt be - reid!
15 Schoolfeestliedje No. 5. Vroolijk. H. Merz. 1. Hoe - zee! het school - feest is ge-naakt, Het kos - t'lijk feest der 2. Wie, nu ons zoo - veel schoons om-ringt, Zoo - veel ge - not ver- 3. Blijv' nie - mand dus van ver - re staan Met prui - lend aan - ge -
16 1. jeugd! Lang heb - ben wij er naar ge - haakt, Lang heb - ben wij er 2. beidt, Niet met ons me - de - juicht en zingt, Niet met ons me - de - 3. zicht; Elk heff' met ons het feest - lied aan, Elk heff' met ons het
17 1. naar ge- haakt, Want wat schenkt meer-der' vreugd, Want wat schenkt meer - der' vreugd! 2. juicht en zingt, Toont gro-ve on-dank-baarheid, Toont gro - ve on-dank-baar-heid! 3. feest - lied aan, Thans blij te zijn, is plicht, Thans blij te zijn, is plicht!