Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 165/23



Vergelijkbare documenten
ILO-VERKLARING BETREFFENDE DE FUNDAMENTELE PRINCIPES EN RECHTEN OP HET WERK

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 24 oktober

A D V I E S Nr Zitting van maandag 5 oktober

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 maart 2015 (OR. en)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en)

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 november 2012 (27.11) (OR. en) 16320/12 ENFOCUSTOM 127 COSI 117

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 9 juli

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 28 november 2017

A D V I E S Nr Zitting van vrijdag 26 april

Tweede Europese Forum over de cohesie Georganiseerd door de Europese Commissie

6424/15 rts/sv 1 DG B 3A

6074/15 pro/adw/mt 1 DG B 3A

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0299/59. Amendement. Marco Zanni, André Elissen, Stanisław Żółtek namens de ENF-Fractie

A D V I E S Nr Zitting van donderdag 31 mei

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 november 2000 (04.12) (OR. fr) 14110/00 LIMITE SOC 470

RAPPORT Nr

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 april 2007 (17.04) (OR. en) 8340/07 DEVGEN 51 RELEX 232 FIN 173 WTO 67

10254/16 ons/zr/as 1 DGC 2B

PUBLIC. Brussel, 6 oktober 2006 (17.10) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13590/06 LIMITE SOC 443 WTO 163 DEVGEN 239

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 juni 2016 (OR. en) het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e deel)

Betreft : Europese Raad van 29/30 november 1976 te Den Haag

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST TUSSEN VLAANDEREN (KONINKRIJK BELGIE) EN DE INTERNATIONALE ARBEIDSORGANISATIE (IAO)

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 26 januari

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Gemeenschappelijke Raadszitting van donderdag 2 mei

R A P P O R T Nr

15293/08 cle/gra/jv 1 DG E II

7935/17 rts/van/fb 1 DG E - 1C

Verklaring van de IAO betreffende de sociale rechtvaardigheid voor een billijke mondialisering

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 december 2016 (OR. en) het Comité van permanente vertegenwoordigers (2e deel)

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 26 mei

Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen. De wet van 22 april 2012 en de doelstellingen ervan

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 26 januari

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Verklaring van Wrocław

De rol van de International Arbeidsorganisatie in de XXI ste eeuw

Alle delegaties gaan thans akkoord met de tekst van bovengenoemde conclusies van de Raad.

Een nieuwe sociale Europese interne markt

HET EUROPEES INSTITUUT VOOR GENDERGELIJKHEID HET BUREAU VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DE GRONDRECHTEN. Samenwerkingsovereenkomst

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

WERELDWIJD AKKOORD OVER ARCELOR S PRINCIPES VAN MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMEN

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 december 2006 (OR. en) 16647/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/194 (CNS) REGIO 70 FIN 673

Raad van de Europese Unie Brussel, 8 juli 2014 (OR. en)

NL In verscheidenheid verenigd NL B8-0455/31. Amendement

9635/17 mou/gys/ln 1 DG E 1C

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT ACP 105 COAFR 81 CODEC 816

De Raad wordt verzocht in zijn zitting van 7 maart 2016 de in de bijlage opgenomen ontwerpconclusies aan te nemen.

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

12/02/2015. Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen. De wet van 22 april 2012 en de doelstellingen ervan. 1.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 31 januari 2006 (01.02) (OR. en) 5853/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0010 (CNS) SOC 42 ECOFIN 27

SERV Internationaal. SERV: een open visie op de wereld

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0106/250. Amendement. Jeroen Lenaers namens de PPE-Fractie

Verordening (EG) nr. 1968/2006 van de Raad. van 21 december 2006

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 19 juli 2012 (24.07) (OR. en) 12740/12 Interinstitutioneel dossier: 2011/0411 (COD)

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 17 december

Brussel, 29 juni 2001 (OR. en) ASSOCIATIE TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN REPUBLIEK TSJECHIË UE-CZ 1710/01

Tweede Kamer der Staten-Generaal

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD, HET EUROPEES PARLEMENT EN HET ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ

WAAR WIJ VOOR STAAN. Socialisten & Democraten in het Europees Parlement. Fractie van de Progressieve Alliantie van

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

EUROPEES PARLEMENT. Zittingsdocument B6-0038/2006 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B6-0345/2005

De evolutie van de preventie in een Europees kader

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 7 december

ADMINISTRATIEVE OVEREENKOMST BETREFFENDE EEN SAMENWERKINGSKADER TUSSEN. het secretariaat van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart

VERKLARING OMTRENT MENSENRECHTENBELEID VAN UNILEVER

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 25 oktober

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Handvest van de grondrechten van de EU

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2002 Nr Europees Verdrag inzake de erkenning van de rechtspersoonlijkheid

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Een nieuwe start voor sociale dialoog

7775/17 van/ons/ev 1 DG C 2B

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

PROTOCOL 3. Instelling en werkwijze van het Europees Comité voor de opstelling van standaarden voor de binnenvaart CESNI. Besluit

10667/16 oms/hh 1 DGG 2B

PUBLIC. Brussel, 21 september 2005 (27.09) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 12470/05 LIMITE JEUN 47 EDUC 134 SOC 355

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

8301/18 van/pau/sl 1 DG E 1C

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL 2010/2272(INI) Ontwerpadvies Giles Chichester (PE v02-00)

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

WOENSDAG 5 DECEMBER 2007 (10.00 uur): WERKGELEGENHEID EN SOCIAAL BELEID

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 15 juli

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 februari 2007 (OR. en) 5332/07 PESC 38 COEST 9

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Brussel, 29 juli 2002 (OR. en) ASSOCIATIE TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN BULGARIJE UE-BG 1909/02

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 18 december

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

BIJLAGEN. bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE. over het Europese burgerinitiatief "Eén van ons"

Transcriptie:

8.6.2001 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 165/23 RECTIFICATIES Rectificatie van de briefwisseling tussen de Commissie van de Europese Gemeenschappen en de Internationale Arbeidsorganisatie (Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 156 van 30 mei 2001) Bladzijde 5, de tekst dient als volgt te worden gelezen: (2001/C 165/12) ÐBriefwisseling tussen de Commissie van de Europese Gemeenschappen en de Internationale Arbeidsorganisatie Brief van de Europese Commissie van 14 mei 2001 Geachte heer, Zowel de Internationale Arbeidsorganisatie als de Europese Gemeenschappen zetten zich in voor sociale en economische vooruitgang, voor het verbeteren van de levens- en werkomstandigheden en voor het bevorderen van de werkgelegenheid. Sinds de eerste overeenkomst tussen de IAO en de Gemeenschappen in 1958 hebben beide organisaties hun samenwerking ter verwezenlijking van deze doelstellingen geleidelijk uitgebreid. De laatste briefwisseling tussen de IAO en de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door de Commissie, dateert van 1989. Sindsdien hebben zich in Europa grote veranderingen voorgedaan. De wereldeconomie heeft zich namelijk snel ontwikkeld en zowel de IAO als de Europese Gemeenschappen hebben hun mogelijkheden om te reageren op nieuwe uitdagingen op het gebied van het sociaal en het werkgelegenheidsbeleid aanzienlijk versterkt en ontwikkeld. Het ogenblik is dan ook gekomen om onze briefwisseling te actualiseren. Deze nieuwe briefwisseling moet bijgevolg in de eerste plaats dienen om de gebieden vast te stellen waar beide organisaties met nieuwe uitdagingen worden geconfronteerd, en in de tweede plaats om op basis daarvan de prioritaire gebieden vast te stellen waar samenwerking tussen de IAO en de Commissie het nuttigst zou zijn. Sinds 1989 zijn sociale en werkgelegenheidsthema s zowel op Europees als op internationaal vlak steeds belangrijker geworden. De mondialisering heeft ongetwijfeld veel voordelen, maar algemeen wordt aangevoeld dat te weinig mensen daarvan profiteren. Bij de publieke opinie groeit de bezorgdheid dat de sociale aspecten van de mondialisering verwaarloosd werden. Tevens wordt erkend dat op verschillende niveaus vraag is naar nieuwe geïntegreerde benaderingen, ook bij de instellingen van de internationale gemeenschap. De IAO heeft vier strategische doelstellingen vastgesteld die van cruciaal belang zijn voor haar opdracht in de context van de mondialisering: grondbeginselen en grondrechten op het werk, de bevordering van de werkgelegenheid voor vrouwen en mannen, de versterking van de sociale bescherming en de bevordering van de sociale dialoog. Samen vormen ze de essentie van Ðeen fatsoenlijke baan. Het Europese integratieproces heeft op haar beurt een sterke en dynamische sociale dimensie ontwikkeld. In deze context staat de bevordering van de kwaliteit als de drijvende kracht voor een bloeiende economie, meer en betere banen en een samenleving waar niemand wordt uitgesloten, momenteel centraal op de communautaire agenda inzake werkgelegenheid, sociaal beleid en arbeidsverhoudingen. Bij de uitbreiding van de Europese Unie zullen de nieuwe lidstaten zich trouwens bij het kader van het Europese sociale model moeten aansluiten. Wat de arbeidsnormen en de mensenrechten betreft, een gebied waarop de Gemeenschap en de IAO een sterk gemeenschappelijk belang delen, wordt nu meer dan ooit erkend hoe belangrijk het is om, naast de economische ontwikkeling en de liberalisering van de handel, de naleving van de grondbeginselen en grondrechten op het werk te bevorderen. In 1995 stelde de Wereldtop voor sociale ontwikkeling een sociale grondslag voor de wereldeconomie vast door te verwijzen naar de IAO-verdragen met betrekking tot vier basisbeginselen: de vrijheid om zich te verenigen en collectief te onderhandelen, het verbod op dwangarbeid en discriminatie, en de afschaffing van kinderarbeid. Met de goedkeuring van de Verklaring inzake grondbeginselen en grondrechten op het werk heeft de IAO in deze context haar tol als brandpunt van de internationale inspanningen ter bevordering van de kansen voor vrouwen en mannen op een fatsoenlijke en productieve baan versterkt. In de Europese Unie is nu in het eigenlijke Verdrag een verwijzing naar sociale grondrechten opgenomen, alsook de mogelijkheid voor de Gemeenschap om concreet op te treden tegen discriminatie en sociale uitsluiting. Voorts heeft de Europese Unie een Handvest van de grondrechten gepubliceerd, dat een bijkomend instrument zal zijn in haar inspanningen om de economische en sociale vooruitgang te bevorderen. De Gemeenschap heeft zich er bovendien toe verbonden in haar extern beleid en haar ontwikkelingssamenwerking de fundamentele arbeidsnormen te bevorderen.

C 165/24 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen 8.6.2001 Op het vlak van de sociale dialoog hebben zich in de EU sinds 1989 aanzienlijke ontwikkelingen voorgedaan. De sociale partners kregen nieuwe en versterkte verantwoordelijkheden bij de totstandbrenging van het sociaal beleid op Europees niveau. Dat versterkt de sociale dialoog op EU-niveau en biedt tegelijkertijd een nieuwe mogelijkheid om vooruitgang te boeken met het sociaal beleid. Deze ontwikkelingen zijn bijzonder belangrijk met het oog op de komende historische uitbreiding van de EU. Ook wat de bevordering van de werkgelegenheid betreft, hebben zowel de IAO als de Europese Gemeenschap hun inspanningen sinds de laatste briefwisseling aanzienlijk opgevoerd. Het creºren van meer werkgelegenheid voor vrouwen en mannen is namelijk uitgeroepen tot ØØn van de strategische doelstellingen van de IAO. De Europese Unie van haar kant heeft een uitgebreide werkgelegenheidsstrategie ontwikkeld die ernaar streeft het werkgelegenheidspotentieel van de Europese economie te maximaliseren en tegelijkertijd het beginsel van gelijke kansen voor vrouwen en mannen te respecteren. Voorts zij opgemerkt dat de IAO en de Europese Gemeenschap nu gemeenschappelijke doelstellingen hebben wat de bevordering van de sociale bescherming betreft. De uitdagingen waarmee de IAO en de Gemeenschappen op het gebied van ontwikkelingssamenwerking worden geconfronteerd, zijn sinds de briefwisseling van 1989 sterk veranderd. Het is met name dankzij het pleidooi van de IAO dat het internationale systeem in zijn geheel steeds vaker sociale overwegingen opneemt in programma s en strategieºn voor economische ontwikkeling. Dat onderstreept eens te meer het blijvende belang van de Wereldtop voor sociale ontwikkeling van 1995 en de follow-up ervan. Van haar kant poogt de Gemeenschap via haar beleid inzake ontwikkelingssamenwerking, dat billijkheid als leidend principe heeft, duurzame ontwikkeling te bevorderen en ontwikkelingslanden te helpen de armoede uit te roeien en zich in de wereldeconomie te integreren. De Gemeenschap heeft namelijk onlangs besloten dat het verminderen van de armoede de hoofddoelstelling van haar ontwikkelingspanningen moet zijn. Ook de agenda van de IAO inzake fatsoenlijke banen is een ontwikkelingsagenda die op groei, werkgelegenheid en banen is gebaseerd. Ontwikkelingssamenwerking is een van de actiemiddelen die de IAO gebruikt om haar waarden te bevorderen en te verwezenlijken en tegelijkertijd tegemoet te komen aan de ontwikkelingsnoden van haar lidstaten. In het licht van deze overwegingen zijn de Commissie en de IAO het erover eens dat het voor beide organisaties gunstig zou zijn hun samenwerking te ontwikkelen en daarbij vooral aandacht te hebben voor de volgende prioritaire gebieden: De bevordering van arbeidsnormen, met name gelet op de beginselen en rechten die zijn vastgesteld in de Verklaring van de IAO van 1998 inzake grondbeginselen en grondrechten op het werk; De bevordering van de werkgeglegenheid, met name door het uitwisselen van informatie en ervaringen met betrekking tot de Europese Werkgelegenheidsstrategie en de inspanningen van de IAO om voor vrouwen en mannen kansen op werk te creºren; Sociale dialoog, met name met het oog op de eventuele verspreiding naar andere regio s in de wereld van de lessen die uit de Europese ervaring met de sociale dialoog kunnen worden getrokken; De sociale en werkgelegenheidsaspecten van de uitbreiding van de EU, met name met betrekking tot de sociale dialoog; Sociale bescherming door doelgerichte samenwerking inzake geselecteerde thema s; en Ontwikkelingssamenwerking, met name ter versterking van de sociale dimensie van de ontwikkeling, en op operationeel vlak ook medewerking aan duurzame ontwikkeling. Om de samenwerking op deze en andere gebieden van gemeenschappelijk belang te ontwikkelen, bevestigen de Commissie en de IAO het nut van jaarlijkse vergaderingen op hoog niveau, afwisselend in Brussel en GenŁve, waarop de inventaris van de bestaande samenwerking wordt opgemaakt en gemeenschappelijke acties voor het komende jaar worden gepland. De volgende bepalingen van de briefwisseling van 1989 blijven gelden: De Gemeenschap, vertegenwoordigd door de Commissie, wordt ook in de toekomst regelmatig uitgenodigd voor de vergaderingen van de Internationale Arbeidsconferentie van de IAO en van de Raad van Bestuur.

8.6.2001 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 165/25 Harerzijds zal de Commissie de vertegenwoordigers van het Internationaal Arbeidsbureau in de passende gevallen uitnodigen om vergaderingen bij te wonen van de diensten van de Commissie die sociale en arbeidskwesties behandelen welke als zodanig van belang zijn voor de Internationale Arbeidsorganisatie. De voorzitter van de Commissie en de directeur-generaal van het IAB of hun vertegenwoordigers, zullen elkaar te gelegener tijd raadplegen over elke ontwikkeling binnen hun organisatie die van belang kan zijn voor de samenwerking tussen de beide partijen. Uitwisseling van informatie en verlening van onderlinge bijstand op gebieden van gemeenschappelijk belang kunnen tussen de verantwoordelijken voor de betrokken programma s in de passende vorm worden overeengekomen voor elk geval afzonderlijk (bezoek, document, werkgroepen, financiering van projecten). Om de samenwerking via projectfinanciering te bevorderen, zullen de IAO en de Commissie gesprekken blijven voeren om de financiºle en administratieve normen vast te stellen voor de tenuitvoerlegging door de IAO van projecten die door de Commissie worden gefinancierd. Door onze ervaringen te delen, samen na te denken over nieuwe benaderingen van hedendaagse sociale problemen, en waar nodig onze deskundigheid te bundelen, kunnen we ongetwijfeld nog doeltreffender inspelen op de behoefte aan bevordering van de werkgelegenheid en aan het behoud en de verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden in de wereld. Met bijzondere hoogachting, Anna DIAMANTOPOULOU Lid van de Commissie Brief van de IAO van 14 mei 2001 Geachte commissaris, Hierbij bevestig ik de ontvangst van uw brief van 14 mei 2001, die luidt als volgt: ÐZowel de Internationale Arbeidsorganisatie als de Europese Gemeenschappen zetten zich in voor sociale en economische vooruitgang, voor het verbeteren van de levens- en werkomstandigheden en voor het bevorderen van de werkgelegenheid. Sinds de eerste overeenkomst tussen de IAO en de Gemeenschappen in 1958 hebben beide organisaties hun samenwerking ter verwezenlijking van deze doestellingen geleidelijk uitgebreid. De laatste briefwisseling tussen de IAO en de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door de Commissie, dateert van 1989. Sindsdien hebben zich in Europa grote veranderingen voorgedaan. De wereldeconomie heeft zich namelijk snel ontwikkeld en zowel de IAO als de Europese Gemeenschappen hebben hun mogelijkheden om te reageren op nieuwe uitdagingen op het gebied van het sociaal en het werkgelegenheidsbeleid aanzienlijk versterkt en ontwikkeld. Het ogenblik is dan ook gekomen om onze briefwisseling te actualiseren. Deze nieuwe briefwisseling moet bijgevolg in de eerste plaats dienen om de gebieden vast te stellen waar beide organisaties met nieuwe uitdagingen worden geconfronteerd, en in de tweede plaats om op basis daarvan de prioritaire gebieden vast te stellen waar samenwerking tussen de IAO en de Commissie het nuttigst zou zijn. Sinds 1989 zijn sociale en werkgelegenheidsthema s zowel op Europees als op internationaal vlak steeds belangrijker geworden. De mondialisering heeft ongetwijfeld veel voordelen, maar algemeen wordt aangevoeld dat te weinig mensen daarvan profiteren. Bij de publieke opinie groeit de bezorgdheid dat de sociale aspecten van de mondialisering verwaarloosd werden. Tevens wordt erkend dat op verschillende niveaus vraag is naar nieuwe geïntegreerde benaderingen, ook bij de instellingen van de internationale gemeenschap. De IAO heeft vier strategische doelstellingen vastgesteld die van cruciaal belang zijn voor haar opdracht in de context van de mondialisering: grondbeginselen en grondrechten op het werk, de bevordering van de werkgelegenheid voor vrouwen en mannen, de versterking van de sociale bescherming en de bevordering van de sociale dialoog. Samen vormen ze de essentie van Ðeen fatsoenlijke baan. Het Europese integratieproces heeft op haar beurt een sterke en dynamische sociale dimensie ontwikkeld. In deze context staat de bevordering van de kwaliteit als de drijvende kracht voor een bloeiende economie, meer en betere banen en een samenleving waar niemand wordt uitgesloten, momenteel centraal op de communautaire agenda inzake werkgelegenheid, sociaal beleid en arbeidsverhoudingen. Bij de uitbreiding van de Europese Unie zullen de nieuwe lidstaten zich trouwens bij het kader van het Europese sociale model moeten aansluiten.

C 165/26 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen 8.6.2001 Wat de arbeidsnormen en de mensensrechten betreft, een gebied waarop de Gemeenschap en de IAO een sterk gemeenschappelijk belang delen, wordt nu meer dan ooit erkend hoe belangrijk het is om, naast de economische ontwikkeling en de liberalisering van de handel, de naleving van de grondbeginselen en grondrechten op het werk te bevorderen. In 1995 stelde de Wereldtop voor sociale ontwikkeling een sociale grondslag voor de wereldeconomie vast door te verwijzen naar de IAO-verdragen met betrekking tot vier basisbeginselen: de vrijheid om zich te verenigen en collectief te onderhandelen, het verbod op dwangarheid en discriminatie, en de afschaffing van kinderarbeid. Met de goedkeuring van de Verklaring inzake grondbeginselen en grondrechten op het werk heeft de IAO in deze context haar tol als brandpunt van de internationale inspanningen ter bevordering van de kansen voor vrouwen en mannen op een fatsoenlijke en productieve baan versterkt. In de Europese Unie is nu in het eigenlijke Verdrag een verwijzing naar sociale grondrechten opgenomen, alsook de mogelijkheid voor de Gemeenschap om concreet op te treden tegen discriminatie en sociale uitsluiting. Voorts heeft de Europese Unie een Handvest van de grondrechten gepubliceerd, dat een bijkomend instrument zal zijn in haar inspanningen om de economische en sociale vooruitgang te bevorderen. De Gemeenschap heeft zich er bovendien toe verbonden in haar extern beleid en haar ontwikkelingssamenwerking de fundamentele arbeidsnormen te bevorderen. Op het vlak van de sociale dialoog hebben zich in de EU sinds 1989 aanzienlijke ontwikkelingen voorgedaan. De sociale partners kregen nieuwe en versterkte verantwoordelijkheden bij de totstandbrenging van het sociaal beleid op Europees niveau. Dat versterkt de sociale dialoog op EU-niveau en biedt tegelijkertijd een nieuwe mogelijkheid om vooruitgang te boeken met het sociaal beleid. Deze ontwikkelingen zijn van bijzonder belangrijk met het oog op de komende historische uitbreiding van de EU. Ook wat de bevordering van de werkgelegenheid betreft, hebben zowel de IAO als de Europese Gemeenschap hun inspanningen sinds de laatste briefwisseling aanzienlijk opgevoerd. Het creºren van meer werkgelegenheid voor vrouwen en mannen is namelijk uitgeroepen tot ØØn van de strategische doelstellingen van de IAO. De Europese Unie van haar kant heeft een uitgebreide werkgelegenheidsstrategie ontwikkeld die ernaar streeft het werkgelegenheidspotentieel van de Europese economie te maximaliseren en tegelijkertijd het beginsel van gelijke kansen voor vrouwen en mannen te respecteren. Voorts zij opgemerkt dat de IAO en de Europese Gemeenschap nu gemeenschappelijke doelstellingen hebben wat de bevordering van de sociale bescherming betreft. De uitdagingen waarmee de IAO en de Gemeenschappen op het gebied van ontwikkelingssamenwerking worden geconfronteerd, zijn sinds de briefwisseling van 1989 sterk veranderd. Het is met name dankzij het pleidooi van de IAO dat het internationale systeem in zijn geheel steeds vaker sociale overwegingen opneemt in programma s en strategieºn voor economische ontwikkeling. Dat onderstreept eens te meer het blijvende belang van de Wereldtop voor sociale ontwikkeling van 1995 en de follow-up ervan. Van haar kant poogt de Gemeenschap via haar beleid inzake ontwikkelingssamenwerking, dat billijkheid als leidend principe heeft, duurzame ontwikkeling te bevorderen en ontwikkelingslanden te helpen de armoede uit te roeien en zich in de wereldeconomie te integreren. De Gemeenschap heeft namelijk onlangs besloten dat het verminderen van de armoede de hoofddoelstelling van haar ontwikkelingsinspanningen moet zijn. Ook de agenda van de IAO inzake fatsoenlijke banen is een ontwikkelingsagenda die op groei, werkgelegenheid en banen is gebaseerd. Ontwikkelingssamenwerking is een van de actiemiddelen die de IAO gebruikt om haar waarden te bevorderen en te verwezenlijken en tegelijkertijd tegemoet te komen aan de ontwikkelingsnoden van haar lidstaten. In het licht van deze overwegingen zijn de Commissie en de IAO het erover eens dat het voor beide organisaties gunstig zou zijn hun samenwerking te ontwikkelen en daarbij vooral aandacht te hebben voor de volgende prioritaire gebieden: De bevordering van arbeidsnormen, met name gelet op de beginselen en rechten die zijn vastgesteld in de Verklaring van de IAO van 1998 inzake grondbeginselen en grondrechten op het werk; De bevordering van de werkgelegenheid, met name door het uitwisselen van informatie en ervaringen met betrekking tot de Europese Werkgelegenheidsstrategie en de inspanningen van de IAO om voor vrouwen en mannen kansen op werk te creºren; Sociale dialoog, met name met het oog op de eventuele verspreiding naar andere regio s in de wereld van de lessen die uit de Europese ervaring met de sociale dialoog kunnen worden getrokken;

8.6.2001 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 165/27 De sociale en werkgelegenheidsaspecten van de uitbreiding van de EU, met name met betrekking tot de sociale dialoog; Sociale bescherming door doelgerichte samenwerking inzake geselecteerde thema s; en Ontwikkelingssamenwerking, met name ter versterking van de sociale dimensie van de ontwikkeling, en op operationeel vlak ook medewerking aan duurzame ontwikkeling. Om de samenwerking op deze en andere gebieden van gemeenschappelijk belang te ontwikkelen, bevestigen de Commissie en de IAO het nut van jaarlijkse vergaderingen op hoog niveau, afwisselend in Brussel en GenŁve, waarop de inventaris van de bestaande samenwerking wordt opgemaakt en gemeenschappelijke acties voor het komende jaar worden gepland. De volgende bepalingen van de briefwisseling van 1989 blijven gelden: De Gemeenschap, vertegenwoordigd door de Commissie, wordt ook in de toekomst regelmatig uitgenodigd voor de vergaderingen van de Internationale Arbeidsconferentie van de IAO en van de Raad van Bestuur. Harerzijds zal de Commissie de vertegenwoordigers van het Internationaal Arbeidsbureau in de passende gevallen uitnodigen om vergaderingen bij te wonen van de diensten van de Commissie die sociale en arbeidskwesties behandelen welke als zodanig van belang zijn voor de Internationale Arbeidsorganisatie. De voorzitter van de Commissie en de directeur-generaal van het IAB of hun vertegenwoordigers, zullen elkaar te gelegener tijd raadplegen over elke ontwikkeling binnen hun organisatie die van belang kan zijn voor de samenwerking tussen de beide partijen. Uitwisseling van informatie en verlening van onderlinge bijstand op gebieden van gemeenschappelijk belang kunnen tussen de verantwoordelijken voor de betrokken programma s in de passende vorm worden overeengekomen voor elk geval afzonderlijk (bezoek, document, werkgroepen, financiering van projecten). Om de samenwerking via projectfinanciering te bevorderen, zullen de IAO en de Commissie gesprekken blijven voeren om de financiºle en administratieve normen vast te stellen voor de tenuitvoerlegging door de IAO van projecten die door de Commissie worden gefinancierd. Door onze ervaringen te delen, samen na te denken over nieuwe benaderingen van hedendaagse sociale problemen, en waar nodig onze deskundigheid te bundelen, kunnen we ongetwijfeld nog doeltreffender inspelen op de behoefte aan bevordering van de werkgelegenheid en aan het behoud en de verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden in de wereld. Ik stem volledig in met de bewoordingen van deze brief en ben van mening dat deze regelingen de voortzetting van de bestaande harmonieuze samenwerking tussen onze instellingen zal verzekeren, en die samenwerking nog zal versterken. Met bijzondere hoogachting, Juan SOMAVIA Directeur-generaal van het Internationaal Arbeidsbureau.