-Rapporten. Een archeologisch bureau-onderzoek en inventariserend veldonderzoek in het centrum van Emmer-Compascuum, gemeente Emmen (D)



Vergelijkbare documenten
-Rapporten. Een archeologisch inventariserend veldonderzoek door middel van boringen aan de Glanerbruggeweg 75 te Enschede (O) ARC-Rapporten

Een archeologisch inventariserend veldonderzoek door middel van boringen langs het Drentse Diep bij Foxhol, gemeente Hoogezand-Sappemeer (Gr)

Colofon. ARC-Rapporten ARC-Projectcode 2009/040

-Rapporten. Een archeologisch bureau-onderzoek en inventariserend veldonderzoek door middel van boringen bij de Oude Meerdijk te Emmen (Dr)

Een archeologisch veldonderzoek door middel van megaboringen in het Natuurvriendenterrein aan de Roeghoornweg te Norg, gemeente Noordenveld (Dr.

-Rapporten. Een archeologisch inventariserend veldonderzoek door middel van boringen voor het plangebied De Slaag te Maurik, gemeente Buren (Gld)

Een archeologisch bureau-onderzoek en inventariserend veldonderzoek door middel van boringen bij de Buinerweg te Exloo, gemeente Borger-Odoorn (D)

-Rapporten. Een karterend inventariserend veldonderzoek door middel van boringen voor een terrein aan de Derksweg te Klazienaveen, gemeente Emmen (D)

Colofon. ARC-Rapporten ARC-Projectcode 2009/741

-Rapporten. Een verkennend inventariserend veldonderzoek voor een herontwikkelingslocatie tussen de Van Randerodestraat en Het Schild in Boxtel (NB)

Archeologisch onderzoek

Colofon. ARC-Rapporten ARC-Projectcode 2007/267

-Rapporten. Een archeologisch inventariserend veldonderzoek door middel van boringen in het project Holwerd-Zuid te Coevorden (D)

-Rapporten. Een waarderend archeologisch inventariserend veldonderzoek door middel van boringen aan de Wienboomweg 1 te Haelen, gemeente Leudal (L)

-Rapporten. Een karterend inventariserend veldonderzoek door middel van boringen voor kavel L389 aan de Dorpstraat te Asenray, gemeente Roermond (L)

-Rapporten. Een archeologisch bureau-onderzoek aan de Broekermeerdijk 30 te Watergang, gemeente Waterland (NH) ARC-Rapporten

Een archeologisch karterend veldonderzoek door middel van boringen op het Europapark te Groningen (GR) -Rapporten

-Rapporten. Een archeologische inventariserend veldonderzoek van het Bentinckspark te Hoogeveen (Dr.) ARC-Rapporten H.

Een inventariserend veldonderzoek door middel van boringen voor de Kraanlannen en Alddjip te Nij Beets, gemeentes Smallingerland en Opsterland (F)

-Rapporten. Een archeologisch inventariserend veldonderzoek door middel van boringen aan de Boddenbroek te Oirlo, gemeente Venray (L)

-Rapporten. Een archeologisch bureau-onderzoek voor het sportpark Overmeer-zuid te Overmeer, gemeente Wijdemeren (NH) ARC-Rapporten

Colofon. ARC-Rapporten ARC-Projectcode 2012/148. Tekst M. Verboom-Jansen Afbeeldingen M. Verboom-Jansen Redactie H.

Colofon. ARC-Rapporten ARC-Projectcode 2009/418. Tekst W.J.F. Thijs Afbeeldingen W.J.F. Thijs & N. van Malssen Redactie N.

-Rapporten. Een verkennend archeologisch inventariserend veldonderzoek door middel van boringen aan de Rode Brugstraat 3, 5 en 7 te Oisterwijk (NB)

-Rapporten. Een archeologisch bureau-onderzoek voor de locatie Stadhouderslaan te Leersum, gemeente Utrechtse Heuvelrug (U.

-Rapporten. Een archeologisch bureau-onderzoek voor de locatie Zuiderwouderdorpsstraat 11A te Zuiderwoude, gemeente Waterland (NH)

-Rapporten. Een verkennend archeologisch inventariserend veldonderzoek door middel van boringen aan de Papendijk te Nuland, gemeente Maasdonk (NB)

ARCHEOsupport bv. Advies en onderzoek. Een archeologisch bureau-onderzoek aan het Kerkepad in Volendam, gemeente Edam-Volendam (NH)

Een archeologisch bureau-onderzoek en inventariserend veldonderzoek door middel van boringen op Eiland 31 te Stevensweert, gemeente Maasgouw (L)

Locatiegegevens. Kaartblad RD-coördinaten N: / O: / Z: / W: / Oppervlakte Ca.

-Rapporten. Een verkennend archeologisch inventariserend veldonderzoek door middel van boringen aan de Stationsweg te Barneveld (Gld)

Colofon. ARC-Rapporten ARC-Projectcode 2010/090

Een archeologisch inventariserend veldonderzoek door middel van boringen op het plangebied Boskerpark in de Boskerpolder, gemeente Zijpe (N.-H.

Colofon. ARC-Rapporten ARC-Projectcode 2007/091

-Rapporten. Een archeologisch bureau-onderzoek en inventariserend veldonderzoek door middel van boringen aan de Nijkerkerweg te Barneveld (Gld)

Colofon. ARC-Rapporten ARC-Projectcode 2008/028

ARCHEOsupport bv. Advies en onderzoek. Een archeologisch bureau-onderzoek voor de Middelweg 14C in Asperen, gemeente Lingewaal (Gld)

Colofon. ARC-Rapporten ARC-Projectcode 2010/664. Tekst W.J.F. Thijs Afbeeldingen W.J.F. Thijs Redactie N. van Malssen

4 Archeologisch onderzoek

Een archeologisch bureau-onderzoek en inventariserend veldonderzoek door middel van boringen aan de Groenestraat 8 te Lienden, gemeente Buren (Gld)

30 sept OU

-Rapporten. Een archeologische begeleiding (protocol beperkte verstoring) op de locatie Grotestraat te Cuijk (NB) ARC-Rapporten

Colofon. ARC-Rapporten ARC-Projectcode 2009/580. Tekst K.A. Hebinck Afbeeldingen K.A. Hebinck Redactie N. van Malssen

-Rapporten. Een archeologisch bureau-onderzoek aan de Kanaaldijk 63 te Watergang, gemeente Waterland (NH) ARC-Rapporten M.

Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494)

Een archeologisch bureau-onderzoek en inventariserend veldonderzoek door middel van boringen aan de Drielseweg 21 te Hedel, gemeente Maasdriel (Gld)

Een archeologisch bureau-onderzoek en inventariserend veldonderzoek door middel van boringen aan de Kadijk 24 te Terwolde, gemeente Voorst (Gld)

Colofon. ARC-Rapporten ARC-Projectcode 2008/227. Tekst W.J.F. Thijs, A.J. Wullink Afbeeldingen W.J.F. Thijs Redactie N.

Colofon. ARC-Rapporten ARC-Projectcode 2007/084

Archeologisch booronderzoek Eefselerweg 13a te Lievelde, gemeente Oost Gelre (GLD)

Colofon. ARC-Rapporten ARC-Projectcode 2010/184. Tekst K.A. Hebinck Afbeeldingen K.A. Hebinck Redactie N. van Malssen. definitieve versie

Archeologisch booronderzoek Burgemeester De la Saussaye Briëtweg, De Wijk, gemeente De Wolden

Colofon. ARC-Rapporten ARC-Projectcode 2012/004. Tekst K.A. Hebinck Afbeeldingen K.A. Hebinck Redactie K. Otten

Een archeologisch bureau-onderzoek en een karterend inventariserend veldonderzoek door middel van boringen aan de Ringelpoel 1 te Woudenberg (U)

-Rapporten. Een karterend archeologisch inventariserend veldonderzoek door middel van boringen aan de Kapelweg te Vragender, gemeente Oost Gelre (Gld)

Colofon. ARC-Rapporten ARC-Projectcode 2012/253. Tekst M. Verboom-Jansen Afbeeldingen M. Verboom-Jansen Redactie A.J.

Archeologisch bureau- en booronderzoek aan Kerkenweg 26 te Weiteveen, gemeente Emmen (DR)

Archeologisch booronderzoek Ommerweg 65-67, Zuidwolde, gemeente De Wolden (DR)

Archeologisch bureauonderzoek Vledderhuizen 28 te Onstwedde, gemeente Stadskanaal (GR)

-Rapporten. Een archeologisch bureau-onderzoek en inventariserend veldonderzoek aan de Leuvense Kweldijk te Vuren, gemeente Lingewaal (Gld)

Een archeologisch bureau-onderzoek en karterend veldonderzoek door middel van boringen aan de Eltenseweg te Beek, gemeente Montferland (Gld)

Een archeologisch bureau-onderzoek en inventariserend veldonderzoek (IVO) door middel van boringen aan de Beethovenstraat te Heemskerk (NH)

INVENTARISEREND VELDONDERZOEK ARCHEOLOGIE KOLENBRANDERWEG HAAKSBERGEN

-Rapporten. Een archeologisch bureau-onderzoek aan de Spanbroekerweg te Spanbroek, gemeente Opmeer (NH) ARC-Rapporten

Archeologisch inventariserend veldonderzoek door middel van boringen bij Groot Bronswijk, Wagenborgen, gemeente Delfzijl (Gr.)

Colofon. ARC-Rapporten ARC-Projectcode 2011/372. Tekst M. Verboom-Jansen Afbeeldingen M. Verboom-Jansen Redactie K. Otten

Een archeologisch bureau-onderzoek en inventariserend veldonderzoek door middel van boringen aan de Voort 4 te Neede, gemeente Berkelland (Gld)

Colofon. ARC-Rapporten ARC-Projectcode 2007/299

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Archeologisch onderzoek Geluidswal Spier

Colofon. ARC-Rapporten ARC-Projectcode 2011/472. Tekst M. Verboom-Jansen Afbeeldingen M. Verboom-Jansen Redactie H.

ARCHEOsupport bv. Advies en onderzoek. Een archeologisch bureau-onderzoek en karterend booronderzoek aan de Schreuderstraat in Schoonhoven (ZH)

Nieuw Delft veld 3 en 8 (westelijk deel)

Beulakerweg 127 te Giethoorn, gem. Steenwijkerland (Ov.)

Archeologisch booronderzoek voor het plangebied Ringbaan Noord-Maasstraat te Tilburg. Koen Hebinck

Een archeologisch bureau-onderzoek en inventariserend veldonderzoek door middel van boringen aan de Weteringstraat 16 en 17 te Loon op Zand (NB)

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Een archeologisch bureau-onderzoek en inventariserend veldonderzoek door middel van boringen aan de Drielseweg 23 te Hedel, gemeente Maasdriel (Gld)

Archeologisch bureau-en booronderzoek Zuiderzeestraatweg te Hattemerbroek, gemeente Oldebroek

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Archeologisch inventariserend veldonderzoek door middel van bureau- en booronderzoek aan de Heemselerweg te Mariënvelde, gemeente Oost Gelre (Gld)

-Rapporten. Een archeologisch bureau-onderzoek en inventariserend veldonderzoek door middel van boringen aan de Nieuwe Steeg te Buren (Gld)

-Rapporten. Een inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven (IVO-P) op de locatie Wienboomweg te Haelen, gemeente Leudal (L)

Colofon. ARC-Rapporten ARC-Projectcode 2011/447. Tekst M.Verboom-Jansen Afbeeldingen M.Verboom-Jansen Redactie A.J.

Colofon. ARC-Rapporten ARC-Projectcode 2012/028. Tekst M. Verboom-Jansen Afbeeldingen M. Verboom-Jansen Redactie H.

Colofon. ARC-Rapporten ARC-Projectcode 2010/412. Tekst K.A. Hebinck Afbeeldingen K.A. Hebinck Redactie K. Otten

Plangebied De Hullen 4 te Drijber

Heesch - Beellandstraat

Colofon. ARC-Rapporten ARC-Projectcode 2012/261. Beheer en plaats van documentatie Archaeological Research & Consultancy

Colofon. ARC-Rapporten ARC-Projectcode 2009/044. Tekst W.J.F. Thijs Afbeeldingen W.J.F. Thijs Redactie N. van Malssen

Colofon. ARC-Rapporten ARC-Projectcode 2008/105

Een archeologisch bureau-onderzoek en inventariserend veldonderzoek door middel van boringen voor het bedrijventerrein De Nieuwe Uitlegh te Hulst (Z)

RAPPORT A I Archeologisch onderzoek aan de Graafweg 2c te Lopik, gemeente Lopik

PLAN VAN AANPAK Waarderend booronderzoek

Colofon. ARC-Rapporten ARC-Projectcode 2011/462. Tekst M. Verboom-Jansen Afbeeldingen M. Verboom-Jansen Redactie H.

Ede, Roekelse Bos (gem. Ede)

Landschapsgenese De onderzoekslocatie is gesitueerd in het noordelijk zandgebied, dat Drenthe en delen van Friesland, Groningen en Overijssel omvat

Een Archeologisch Bureauonderzoek voor het bestemmingsplan De Grift 3 in Nieuwleusen (gemeente Dalfsen, Overijssel). Figuur 1.

Transcriptie:

Een archeologisch bureau-onderzoek en inventariserend veldonderzoek in het centrum van Emmer-Compascuum, gemeente Emmen (D) -Rapporten H. Buitenhuis ARC-Rapporten 2009-249 Groningen 2009 ISSN 1574-6887

Colofon Een archeologisch bureau-onderzoek en inventariserend veldonderzoek in het centrum van Emmer-Compascuum, gemeente Emmen (D) ARC-Rapporten 2009-249 ARC-Projectcode 2009/777 Tekst H. Buitenhuis Afbeeldingen B. Schomaker Tekstuele aanpassingen en redactie N. van Malssen Versie 1.1 (Concept), 14 december 2009 Autorisatie C.G. Koopstra Uitgegeven door Postbus 41018 9701 CA Groningen ISSN 1574-6887 Een recente lijst van de ARC-Rapporten is te vinden op www.arcbv.nl

Projectgegevens Projectnaam MFC-Emmer-Compascuum Projectcode 2009/777 Archisnummer 38322 Beheer en plaats van documentatie Archaeological Research & Consultancy Projectleider Contact H. Buitenhuis 050-3687100, h.buitenhuis@arcbv.nl Opdrachtgever Gemeente Emmen Contact B. Bruins, 0591-685302 Bevoegd gezag Contact Gemeente Emmen Gemeente-archeoloog, E. v.d. Kuijl Locatiegegevens Toponiem Plaats Gemeente Provincie MFC-Emmer-Compascuum Emmer-Compascuum Emmen Drenthe Kaartblad 18A RD-coördinaten N: 226.902/537.638 O: 226.979/537.638 Z: 266.831/537.407 W: 266.472/537.493 Oppervlakte 2.300 m2 Beschrijving onderzoekslocatie Geologie Geomorfologie Bodem Historische situatie Archeologische verwachting Rand Noordelijk Zandgebied Laaggelegen veenontginningsvlake (2M44) Moerige eerdgrond met veenkoloniaal dek (iwz) Veengrond met veenkoloniaal dek, zand ondieper dan 120 cm mv (Vz) Bourtanger veen Lage tot middelhoge trefkans 1

Emmer-Compascuum Legenda Onderzoekslocatie 540 539 538 265 266 267 268 537 Afbeelding 1 Topografische kaart van de onderzoekslocatie en omgeving (blauw), voorzien van RD-coördinaten. Bron: Topografische Dienst Nederland.

1 Inleiding 1.1 Aanleiding tot het onderzoek In opdracht van de gemeente Emmen heeft Archaeological Research & Consultancy () een archeologisch bureau-onderzoek en inventariserend veldonderzoek (IVO) door middel van boringen uitgevoerd in het centrum van Emmer- Compascuum. Aanleiding tot dit onderzoek is de geplande afbraak van een deel van deze oude woonwijk en de bouw van een multifunctioneel centrum met kantoren en woningen en een brede school op deze locatie. Door deze werkzaamheden worden mogelijk archeologische resten bedreigd. Conform de Wet op de archeologische monumentenzorg 1 dient het plangebied eerst te worden onderzocht op de aanwezigheid van archeologische waarden. Het bureau-onderzoek is verricht op 10 december 2009 door dr. H. Buitenhuis. Het veldwerk vond plaats op 11 december 2009 en is uitgevoerd door dr. H. Buitenhuis en B. Schomaker. Het archeologisch onderzoek is uitgevoerd conform de eisen die gesteld worden in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA versie 3.1). 2 1.2 Ligging en beschrijving van het onderzoeksgebied Het onderzoeksterrein is gelegen in een oude woonwijk in het centrum van Emmer- Compascuum. Het wordt begrensd door de straten Spil, Spindel en Wikkel. Op een deel van het terrein is de oude bebouwing al afgebroken en zijn de funderingen geruimd. Op deze plaatsen bevindt zich grasland. Het onderzoeksterrein is ca. 2.300m 2 groot. 1.3 Overzicht van de geplande werkzaamheden In de bestaande woonwijk is en zal een deel van de bestaande gebouwen worden afgebroken om plaats te maken voor nieuwbouw. De mate van verstoring wordt bepaald door de diepte van de fundering van deze gebouwen en door de diepte van de (eventuele) onderkeldering. 1.4 Doel van het onderzoek 1.4.1 Bureau-onderzoek Doel van het bureau-onderzoek is het verkrijgen van inzicht in bekende en te verwachten archeologische waarden in en om het plangebied. Op basis van de verkregen informatie wordt een archeologisch verwachtingsmodel voor de onderzoekslocatie opgesteld. Hierin wordt beschreven of er archeologische resten aanwezig (kunnen) zijn in het plangebied, wat de potentiële aard en omvang hiervan is en of de voorgenomen werkzaamheden in het plangebied een bedreiging vormen voor het bodemarchief. Indien dit het geval is, wordt geadviseerd op welke wijze hiermee in het vervolgtraject van de plannen rekening dient te worden gehouden. 1 In werking getreden op 1 september 2007. 2 De inhoud van de KNA kan worden geraadpleegd op www.sikb.nl. 3

1.4.2 Inventariserend veldonderzoek Het inventariserend veldonderzoek (IVO) dient ertoe het in het bureau-onderzoek voorgestelde verwachtingsmodel te verifiëren en met veldwaarnemingen te completeren. Het IVO bestaat uit drie stappen: verkennend, karterend en waarderend. Het verkennend onderzoek richt zich op de bodemopbouw en mogelijke bodemverstoringen die de archeologische trefkans kunnen beïnvloeden. Het karterend onderzoek stelt vast of er al dan niet archeologische waarden aanwezig zijn. Het waarderend onderzoek bepaalt de waarde van de archeologische resten. 1.5 Werkwijze 1.5.1 Bureau-onderzoek Voor het bureau-onderzoek wordt bronnenmateriaal uit diverse disciplines geraadpleegd en geïntegreerd tot een archeologisch verwachtingsmodel. Op basis van geologische, geomorfologische en bodemkundige informatie wordt een beeld geschetst van de landschappelijke ontwikkeling van de omgeving van de onderzoekslocatie. Deze landschappelijke ontwikkeling geeft inzicht in de potentiële bewoonbaarheid van de locatie. Voor de beschrijving van de archeologische waarden wordt gebruik gemaakt van Archis2, de online archeologische database van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE), de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) en de Archeologische Monumenten Kaart (AMK), en, indien van toepassing, van informatie over eerder gedaan onderzoek en archeologische waarnemingen. Naast deze informatie wordt, als deze voorhanden zijn, ook gebruik gemaakt van provinciale en gemeentelijke beleids- en verwachtingskaarten. De historische ontwikkeling wordt beschreven aan de hand van historisch-topografisch kaartmateriaal en historische bronnen. Hierbij wordt ook ingegaan op eventuele (sub)recente verstoringen die de archeologische verwachting beïnvloeden. 1.5.2 Inventariserend veldonderzoek Het IVO is uitgevoerd als een verkennend booronderzoek. Hiertoe zijn op het onderzoeksterrein 13 boringen gezet met een edelmanboor met een diameter van 8 cm en een guts met een diameter van drie cm tot minimaal 120cm mv, tot in het onderliggende dekzand. Deze boringen zijn verspreid over het terrein gezet om een juiste, algehele indruk van de bodemopbouw te kunnen krijgen. De locatie werd bepaald door de bodemtoegankelijkheid in deze oude woonwijk. De boorkernen zijn zorgvuldig uitgelegd, waarbij de opeenvolgende bodemlagen precies konden worden beschreven en opgemeten. Het opgeboorde materiaal is doorzocht op de aanwezigheid van archeologische resten. Vervolgens is de bodemopbouw per boring beschreven en is er gelet op de aanwezigheid van archeologische indicatoren zoals aardewerkfragmenten, houtskool, fosfaatvlekken, vuursteen, natuursteen, verbrand leem en bot. De boringen zijn beschreven volgens de Archeologische Standaardbeschrijvingsmethode (ASB). Een oppervlaktekartering is gezien de omstandigheden ter plaatse niet uitgevoerd,. 4

2 Resultaten bureau-onderzoek 2.1 Bekende aardwetenschappelijke waarden De onderzoekslocatie is gelegen in het noordelijk zandgebied, dat Drenthe en delen van Friesland, Groningen en Overijssel omvat (Berendsen 2005). De ondergrond van dit gebied wordt gevormd door pleistocene afzettingen (De Mulder et al. 2003). Tijdens de voorlaatste ijstijd, het Saalien, was een groot deel van Nederland bedekt met landijs. Onder het landijs werd een grondmorene afgezet met daarin stenen en keien. Deze afzetting behoort tot de Formatie van Drenthe (Laagpakket van Gieten) en staat beter bekend als keileem. Onder de periglaciale omstandigheden van de laatste ijstijd, het Weichselien is hierop een pakket eolisch (door de wind vervoerd) dekzand afgezet (Formatie van Boxtel, Laagpakket van Wierden). Omstreeks 10.000 jaar geleden zet een globale opwarming in, die het begin van het Holoceen markeert. Het Holoceen betreft een relatief warme periode, die gekenmerkt wordt door een zeespiegelstijging als gevolg van het smelten van ijskappen. Onder invloed van de daarmee gepaard gaande grondwaterspiegelstijging, vindt op het pleistocene dekzand in Noordoost-Nederland in deze periode op grote schaal veenvorming plaats. Dit veen wordt tot de Formatie van Nieuwkoop, het laagpakket van Griendtsveen, gerekend. Het oorspronkelijke veenpakket bestaat uit een onderlaag van onder voedselrijke (eutrofe) omstandigheden ontstaan broekof rietveen (laagveen), dat via een laag mesotroof veen overgaat naar voedselarm (oligotroof) hoogveen. Enorme oppervlakten van dit oorspronkelijke veenpakket, waarvan wordt aangenomen dat het een dikte van meer dan 3 m had, zijn afgegraven ten behoeve van de turfwinning. De vervening en ontginning geschiedden via een systematisch aangelegd patroon van hoofdwijken en kanalen. De onderzoekslocatie is gelegen in dit veenkoloniale gebied, waarvan de afgeveende percelen op de Geomorfologische Kaart van Nederland (kaartblad 18A, afb. 2) worden aangemerkt als veenkoloniale ontginningsvlakte (legenda-eenheid 2M44). De huidige bodemopbouw vormt de neerslag van de antropogene ingrepen in het oorspronkelijke hoogveengebied: afgaand op de in Archis beschikbare bodemkaart van Alterra en de Bodemkaart van Nederland (afb. 3) bestaat de ondergrond van de onderzoekslocatie uit moerige podzolgronden met een veenkoloniaal dek en een moerige tussenlaag (legenda-eenheid iwp). Het veenkoloniale dek wordt gevormd door de onbruikbare toplaag van het afgegraven hoogveen, vermengd met zand. Dit zand kan afkomstig zijn uit één van de vele kanalen of wijken in het gebied of van een voor de zandwinning geëgaliseerde dekzandkop. Dit bezandingsdek bevindt zich op een moerige tussenlaag van bolster en veenmos. De dikte en aard van deze laag is onder meer afhankelijk van de lokale situatie: op de hoger gelegen dekzandruggen is de laag vaak dun en ingedroogd. Op de overgang van de moerige tussenlaag naar de pleistocene dekzandondergrond is vaak een gliedelaag aanwezig. In de bovenlaag van het dekzand heeft zich over het algemeen een humuspodzol ontwikkeld. In de afgelopen decennia is er in de veenkoloniën veelvuldig getracht aan grondverbetering te doen. Vanwege de droogtegevoeligheid van dit bodemtype is vaak gemengwoeld of gediepploegd om de slecht-doorlatende gliedelaag en/of harde inspoelingshorizont in de podzol te ver- 5

wijderen (STIBOKA 1980). 2.2 Bekende archeologische waarden Het onderzoeksgebied ligt in het voormalig Bourtangerveen, waar na het Mesolithicum vernatting tot in de moderne tijd bewoning onmogelijk maakte. Alleen in het onder het veen gelegen zand zouden resten uit het Paleolithicum en Mesolithicum kunnen worden aangetroffen. De hoeveelheid bekende archeologische waarden in de omgeving van de onderzoekslocatie is minimaal. Binnen een straal van ongeveer 1 km worden in Archis geen archeologische monumenten en waarnemingen weergegeven. Ook wordt op de Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW) een lage trefkans op archeologische waarden verwacht, gebaseerd op een interpolatie van dit niet beschreven terrein naar de omliggende waarden (afb. 4). Alleen in het gebied met de onderzoeksmelding 12363 is bij eerder onderzoek een dekzandkop aangetroffen waarin een podzolprofiel aanwezig was. Hier zou potentieel archeologie kunnen worden aangetroffen. In de overige onderzoeken in de directe omgeving (zie afb. 4) zijn geen indicaties aangetroffen dat hier nog archeologische resten van enige waarden zouden kunnen worden gevonden. 2.3 Historische situatie Deze beschrijving van de historische situatie is gebaseerd op een briefrapport van gemeentelijk archeoloog van Emmen, dhr. E.E.A. van der Kuijl. Emmer-Compascuum is ontstaan uit twee vroegere kernen, Emmer-Erfscheidenveen en Emmer- Compascuum. Tot het midden van de 19e eeuw waren dit grootschalige veengebieden die doorsneden werden door het beekdal van de Runde. In het westelijke deel vormde het stroomdal van de Runde een gebied met groenlanden, verder naar het zuiden lagen de hooilanden waar zowel boeren uit Roswinkel als uit Emmen en Barge gebruik van maakten. Emmer-Compascuum is ontstaan rond 1649. Tot 1649 bestond het gebied uit veen dat ingeklemd lag tussen Emmen en Westenesch, Noord- en Zuidbarge en de Hannoveraanse dorpen Rutenbrock en Lindloh. In 1649 gaf de toenmalige bisschop van Munster het recht aan de bewoners van Ober- en Niederlangen om hun schapen te laten grazen aan het Ruiten A (Runde)kanaal (gemeentesecratarie, 1981, 14). Aan dit samen weiden dankt Emmer-Compascuum zijn naam. In dit gebied werd veel boekweit verbouwd. Tot 1839 bestond er veel onenigheid tussen de Nederlandse en Duitse boekweittelers. In dat jaar werd een verdrag gesloten waarbij het drijven van landbouw en veeteelt en het vervoer van landbouwproducten vrij werd verklaard. In 1848 werd in Hannover een verdrag ondertekend dat de bouw van nieuwe woningen in het gebied toestond. In 1874 verkochten de markegenoten van Emmen en Westenesch dit gemeenschappelijke veengebied aan de Het Emmer-Compascuum. Zij lieten toen het kanaal vanuit ter Apel doortrekken tot in hun eigendommen. Uit dit kanaal werd een kanaal zuidwaards getrokken tot aan het Zwartemeer. Ten weerszijden van het Stads-Compascuumkanaal ontstond de karakteristieke lintbebouwing van Emmer-Compascuum. Eerst het noordelijke deel, de buurtschap Munsterscheveld en vervolgens in zuidelijke en westelijke richting. Het Stads-Compascuumkanaal werd in zuidelijke richting verlengd met twee even- 6

wijdige hoofdkanalen: het Ooster- en Westerdiep. Vanuit beide kanalen werden dwarsdijken aangelegd. Ten weerszijden van het kanaal werden boerderijen en arbeiderswoningen gebouwd. De lintbebouwing langs het oostwest gerichte kanaal Ee vormde de zuidelijke begrenzing. In westelijke richting kreeg het Emmer-Erfscheidenveen een verbinding met het Stads-Compascuumkanaal. Ten westen van het Verlengde Scholtenskanaal ontwikkelde zich het lintdorp Emmer- Erfscheidenveen tussen en aan weerszijden van de beide hoofdkanalen. De veenkolonie Emmer-Compascuum was tot ver na de Tweede Wereldoorlog een van de belangrijkste nederzettingen in de gemeente met een belangrijke regionale verzorgingsfunctie. Het inwonertal was hoog en er ontstond enige industrie. In de afgelopen decennia werd die functie overgenomen door Emmen en Klazienaveen. 2.4 Gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel Op basis van de bij het bureau-onderzoek verkregen informatie kan een archeologisch verwachtingsmodel voor het plangebied worden opgesteld. Voor het onderzoeksgebeid geldt dat er alleen archeologische resten uit het Paleolithicum en Mesolithicum kunnen worden verwacht, en dit alleen als de top van het onderliggende zand min of meer intact is. Het veldonderzoek is er op gericht de bodemopbouw en de mate van intactheid vast te stellen. 3 Resultaten inventariserend veldonderzoek 3.1 Verkennend booronderzoek In het onderzoeksgebied zijn 13 boringen geplaatst. De resultaten van deze boringen (bijlage 1 en afb. 5) geven aan dat de bodem van boven naar onder bestaat uit: Bouwvoor, zwak siltig, licht humeus zand, met een dikte van 25 70cm mv. Bij boorpunten 10 en 12 is de bouwvoor respectievelijk 90 en 70 cm dik. Onder de bouwvoor werd bij boorpunten 2, 3 en 6 zwart, sterke humeus en doorworteld zand aangetroffen tot een diepte van 45 60cm mv. Hiervan wordt aangenomen dat dit een (sub)recent oud oppervlak is geweest. Bij boorpunten 7 en 10 werd onder de bouwvoor veen aangetroffen tot respectievelijk 65 en 120 cm mv. Onder de bouwvoor en het oude oppervlak werd bij boorpunten 3 en 6 tot een diepte van 60 cm mv een lemige tot kleiige, geelgrijze laag zand gevonden. Bij boorpunt 7 werd deze lemige laag tot een diepte van 90 cm mv gevonden. Bij boorpunten 1 7 werden onder bovengenoemde lagen grijsgeel tot geel dekzand gevonden. Bij de overige boorpunten is het dekzand geroerd en worden veel veenresten aangetroffen. Boorpunt 8 is tot een diepte van 120 cm mv geroerd. Bij boorpunt 10 is het zand tot 170 cm mv geroerd, waaronder zich grijsgeel dekzand bevind; bij boorpunt 11 is het zand tot 190 cm geroerd, waaronder een donkergrijze kleilaag werd gevonden met een dikte van 35 cm, waaronder dekzand met veenresten is gevonden tot een diepte van 7

250 cm mv. Bij boorpunt 12 werd onder de bouwvoor zand met leembrokken aangetroffen tot een diepte van 120 cm mv, waaronder zwak grindig geel zand is gevonden; boorpunt 13 werd van 70 200 cm mv grijsgeel dekzand met leembrokken gevonden. Onder de bouwvoor werd bij boorpunt 1 een kalkput gevonden tot een diepte van 125 cm mv, waaronder zich grijs dekzand bevond. 3.1.1 Vondsten Omdat het onderzoeksgebied een woonwijk was met opstallen en wegverhardingen, en een deel van de onderzochte punten in of direct naast afbraakterreinen lagen, is er geen oppervlaktekartering uitgevoerd. In de boorkernen zijn geen archeologische resten aangetroffen. 4 Samenvatting en conclusie Het doel van het veldonderzoek was de bodemopbouw te beschrijven, en vast te stellen of er nog min of meer intacte horizonten aanwezig zijn in het onderliggende zand. Uit het bodemonderzoek blijkt dat slecht bij enkele punten onder de bouwvoor een lemige zand laag kan worden aangetroffen, waaronder dekzand is gelegen. In een dergelijke situatie is het voorkomen van een (humus)podzol niet erg waarschijnlijk. Het lijkt er op dat zich hier geen oorspronkelijke bodemhorizont bevindt. Ook geeft de lemige laag aan dat het hier in het verleden waarschijnlijk vrij nat is geweest. Bij de ander boorpunten is gebleken dat na de veenontginningen en mogelijk bij de bouw van de woonwijk, het zand diep is geroerd. In het zand bevinden zich veel leembrokken. Nergens zijn aanwijzingen gevonden dat de top van het zand nog min of meer intact is. 5 Aanbeveling Omdat nergens aanwijzingen zijn gevonden dat de top van het onderliggende (dek)zand nog min of meer intact is, lijken er geen bezwaren te zijn tegen de voorgenomen bouwactiviteiten. Wanneer bij de uitvoering onverhoopt grondsporen en/of vondsten worden aangetroffen, dient hiervan direct melding te worden gemaakt bij het bevoegd gezag, de gemeente Emmen. 3 3 In de persoon van de gemeentelijke archeoloog, dhr. E.E.A. van der Kuijl, Afd. BVB/FRO, e.kuijl@emmen.nl. 8

Literatuur Berendsen, H.J.A., 2004. De vorming van het land. Assen (Fysische geografie van Nederland). Vierde, geheel herziene druk. Berendsen, H.J.A., 2005. Landschappelijk Nederland. De fysisch-geografische regio s. Assen. Brandt, R.W. et al. (red.), 1992. ARCHIS. Archeologisch Basis Register, versie 1.0. Amersfoort. Mulder, E.F.J. de et al., 2003. De ondergrond van Nederland. Groningen/Houten. STIBOKA, 1980. Bodemkaart van Nederland, schaal 1:50.000. Toelichting bij de kaartbladen 13 Winschoten en 18 Ter Apel 23 Nieuw-Schoonebeek. Wageningen. 9

Afbeelding 2 Geomorfologische kaart van de onderzoekslocatie (rood omlijnd) en omgeving. Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed/Archis II.

Afbeelding 3 Bodemkaart van de onderzoekslocatie (rood omlijnd) en omgeving. Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed/Archis II.

Afbeelding 4 Archeologische waarden op de onderzoekslocatie (rood omlijnd) en in de omgeving. Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed/Archis II.

Afbeelding 5 Locatie van de boorpunten in het onderzoeksgebied (blauw omlijnd).

Bijlage 1 Boorstaten Locatiebepaling geschat, detailkaart 1:10 Referentievlak Normaal Amsterdams Peil Maaiveldhoogtebepaling geschat, overige methoden Nauwkeurigheid maaiveldhoogte 100 cm De volgende afkortingen worden in de boorstaten gebruikt. grondsoort (onderdeel lithologie) K klei OV overig V veen Z zand bijmengsel (onderdeel lithologie) km mineraalarm nvt niet van toepassing s1 zwak siltig grind (onderdeel van lithologie) g1 zwak grindig humus (onderdeel lithologie) h1 zwak humeus h2 matig humeus h3 sterk humeus boring 1 RD-X: 266.761. RD-Y: 537.573. Boormethode: edelmanboring, guts. 50 Zs1 roodbruin scherp Bodemkundige interpretaties: bouwvoor. Opmerkingen: rommelig. 125 OVnvt wit scherp Opmerkingen: gestorte kalk. 135 Zs1 licht grijs beëindigd boring 2 RD-X: 266.793. RD-Y: 537.607. Boormethode: edelmanboring. 35 Zs1 bruin scherp Bodemkundige interpretaties: bouwvoor. 60 Zs1h3 donker zwart scherp Plantenresten: veel. Opmerkingen: doorworteling oud oppervlak. 90 Zs1 grijsbruin beëindigd Bodemhorizont: C. Geologische interpretaties: dekzand. boring 3 RD-X: 266.818. RD-Y: 537.631. Boormethode: edelmanboring. 25 Zs1 bruin geleidelijk Opmerkingen: rommelig. 50 Zs1h3 zwart geleidelijk Plantenresten: veel. Opmerkingen: doorworteling oud oppervlak. 60 Zs1 geelgrijs geleidelijk Opmerkingen: lemig. 90 Zs1 licht grijsgeel beëindigd Bodemhorizont: C. Geologische interpretaties: dekzand. boring 4 RD-X: 266.844. RD-Y: 537.657. Boormethode: edelmanboring. 40 Zs1 grijsbruin geleidelijk Bodemkundige interpretaties: bouwvoor. Opmerkingen: doorworteling. 100 Zs1 grijsgeel beëindigd Bodemhorizont: C. Geologische interpretaties: dekzand. boring 5 RD-X: 266.840. RD-Y: 537.604. Boormethode: edelmanboring. 45 Zs1h1 donker grijs geleidelijk Bodemkundige interpretaties: bouwvoor. Opmerkingen: doorworteling. 100 Zs1 licht geel beëindigd Bodemhorizont: C. Geologische interpretaties: dekzand. 14

boring 6 RD-X: 266.818. RD-Y: 537.584. Boormethode: edelmanboring. 25 Zs1 donker grijs geleidelijk Bodemkundige interpretaties: bouwvoor. Opmerkingen: rommelig. 45 Zs1h3 zwart geleidelijk Opmerkingen: oud oppervlak doorworteling. 60 Zs1 grijsbruin geleidelijk Opmerkingen: lemig. 90 Zs1 licht geel beëindigd Bodemhorizont: C. Geologische interpretaties: dekzand. boring 7 RD-X: 266.792. RD-Y: 537.558. Boormethode: edelmanboring. 40 Zs1 donker grijs scherp Bodemkundige interpretaties: bouwvoor. 65 Vkm donker bruin scherp Bodemkundige interpretaties: (veen) veraard. 90 Zs1 bruingrijs diffuus Opmerkingen: lemig. 100 Zs1 licht geel beëindigd Bodemhorizont: C. Geologische interpretaties: dekzand. boring 8 RD-X: 266.767. RD-Y: 537.531. Boormethode: edelmanboring. 120 Zs1h2g1 donker grijs beëindigd Opmerkingen: rommelig plastic op 50-60cm. boring 9 RD-X: 266.793. RD-Y: 537.468. Boormethode: edelmanboring. 40 Zs1 donker grijs scherp Bodemkundige interpretaties: bouwvoor. Opmerkingen: rommelig. 50 Zs1 witgrijs geleidelijk Opmerkingen: opgebracht. 120 Zs1 donker grijs beëindigd Vlekken: matig gevlekt, licht bruin. Opmerkingen: rommelig. boring 10 RD-X: 266.819. RD-Y: 537.498. Boormethode: edelmanboring. 90 Zs1 donker grijs geleidelijk Archeologische indicatoren: puin. Opmerkingen: rommelig. 120 Vkm donker bruin geleidelijk 170 Zs1 licht geelgrijs geleidelijk Opmerkingen: veel veenbandjes. 190 Zs1 grijs beëindigd Geologische interpretaties: dekzand. boring 11 RD-X: 266.855. RD-Y: 537.543. Boormethode: edelmanboring, guts. 50 Zs1 donker bruingrijs geleidelijk Bodemkundige interpretaties: bouwvoor. 85 Zs1 licht geelgrijs scherp Vlekken: sterk gevlekt, donker grijs. 190 Zs1 licht geelgrijs beëindigd Opmerkingen: veel veenbandjes. 225 Ks1 donker grijs scherp Plantenresten: weinig. Opmerkingen: slootvulling. 250 Zs1 licht grijsgeel beëindigd Geologische interpretaties: dekzand. Opmerkingen: rommelig veenresten. boring 12 RD-X: 266.886. RD-Y: 537.571. Boormethode: edelmanboring. 70 Zs1 licht geel geleidelijk Bodemkundige interpretaties: bouwvoor. Opmerkingen: rommelig leembrokken. 120 Zs1 donker grijs scherp Opmerkingen: leembrokken. 150 Zs1g1 geel beëindigd boring 13 RD-X: 266.913. RD-Y: 537.604. Boormethode: edelmanboring, guts. 40 Zs1 grijsbruin geleidelijk Bodemkundige interpretaties: bouwvoor. 70 Zs1 witgrijs geleidelijk Vlekken: sterk gevlekt, donker grijs. 200 Zs1 licht grijsgeel beëindigd Vlekken: sterk gevlekt, donker grijs. Opmerkingen: veenresten leembrokken rommelig. 15

Chronostratigrafische eenheden Holoceen Laat-Weichselien (Laat-Glaciaal) 0 Jaren geleden 10.000 Chronostratigrafische eenheden Subatlanticum Subboreaal 14 C-jaren geleden 0 3000 Archeologische periode Nieuwe Tijd Late Middeleeuwen Eemien Saalien-complex 13.000 73.000 115.000 130.000 370.000 410.000 5000 8000 9000 10.000 11.000 11.800 12.000 13.000 26.000 48.000 475.000 1500 n. Chr. 1050 n. Chr. 450 n. Chr. 12 v. Chr. 800 v. Chr. 2000 v. Chr. 4900 v. Chr. 5300 v. Chr. 8800 v. Chr. Ca. 40.000 jaar geleden Pleistoceen Midden-Pleistoceen Laat-Pleistoceen Weichselien (Glaciaal) Laat- Holoceen Vroege Middeleeuwen Holsteinien Elsterien Midden-Weichselien (Pleniglaciaal) Vroeg-Weichselien (Vroeg-Glaciaal) Atlanticum Midden- Holoceen Boreaal Preboreaal Vroeg- Holoceen Holoceen Late Dryas Allerød-interstadiaal Vroege Dryas Bølling-interstadiaal Laat-Pleniglaciaal Midden-Pleniglaciaal Vroeg-Pleniglaciaal Romeinse Tijd IJzertijd Bronstijd Neolithicum Mesolithicum Laat-Paleolithicum Tijd Pleniglaciaal Glaciaal Laat-Glaciaal Bijlage 2 Een overzicht van geologische (chronostratigrafische) en archeologische periodes. Door: A.J. Wullink. Gebaseerd op: Brandt et al. 1992; De Mulder et al. 2003; Berendsen 2004.