Sinds vele jaren verzorg ik meerdere

Vergelijkbare documenten
(Algyroides nigropunctatus kephallithacius) van het eiland Kefallonia, Griekenland

Blauwgroene smaragdhagedis

De herpetofauna van Griekenland wordt

aarnemingen aan twee Griekse endemen

De Westelijke smaragdhagedis in het terrarium

Dwergen van de. Ron Peek 142 Lacerta 69 (2011) nummer 4

Voedselafhankelijke lichaamskleur bij de Westelijke smaragdhagedis (Lacerta bilineata) en andere Lacertidae

De Heikikker De Heikikker

I] LAPHE SCALARIS ONTMOET ELAPHE GUTTATA

HAPTE CHAP SAMENVATTING

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

Slangen van Peninsula Osa, Costa Rica

K weekervaringen met de Spaanse smaragdhagedis, Lacerta schreiberi

4 Lacerta 67 (2009) nummer 1

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 18 juli Beste natuurliefhebber/-ster,

SPREEKBEURT GEELWANG-, GEELBUIK- en ROODWANGSCHILDPAD

op en rond de Filippijnse eilanden 142 Lacerta 65 nummer 4

Het is bekend dat de herpetofauna op het

Door: A.B. van Woerkom, Volkerakstraat 19-bis, 3522 RB Utrecht. Inhoud: Inleiding - Atretium schistoswn - Cerberus

Het verspreidingsgebied van de Ruïnehagedis

SPREEKBEURT GEELWANG-, GEELBUIK- en ROODWANGSCHILDPAD

Welke uilen en roofvogels zijn dat?

De Groenzoom Struweelvogels

68 Lacerta 65 nummer 2

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 3 mei Beste natuurliefhebber/-ster,

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, september 2008

Door: Jan J. van Duinen, Veenhoeksweg 73, 7891 NW Klazienaveen.

Gewone pad. Teksten en foto s overgenomen van de Hylawerkgroep van Natuurpunt

Paring tussen Bruine winterjuffer (Sympecma fusca) en Noordse winterjuffer (S. paedisca) voor tweede maal waargenomen in Nederland

EEN KLEIN STUKJE PARADIJS IN WELTVOGELPARK WALSRODE

De reptielen en amfibieen op Samos

226 Lacerta 65 nummer 6. Peter Mudde Lepelaarstraat XM Ilpendam

In het voorjaar van 2006 hebben wij een herpetologisch. op het Griekse eiland Kos

DE VERZORGING EN KWEEK IN GEVANGENSCHAP VAN DE LUIPAARDSLANG, ELAPHE SITULA

Over ondersoorten van de Pityusenhagedis (Podarcis pityusensis) en de Balearenhagedis (Podarcis lilfordi)

VOORTPLANTING VAN DE VLEKKENPYTHON (LIASIS. Dr. R. Ross, Institute for Herpetological Research, Box 2227, Stanford, California

SPREEKBEURT MANDARIJNEEND

1s 0 c en de maximumtemperatuur 2s 0 c. De relatieve

SPREEKBEURT BRUINE ANOLIS

Lagadishi, Blauw-blauw, Pega pega, Toteki

Panter. Ook wel luipaard genoemd

Stamboek Ocadia sinensis Jaar overzicht 2004

Het mossel mysterie: identiteit, vorm en vestiging

KOMODOVARAAN. Door: Jade Boezer

Norops polylepis. 252 Lacerta 66 (2008) nummer 6

* makkelijk (voor kleine kinderen) ** normaal (voor kinderen) *** moeilijk (voor volwassenen)

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, donderdag 20 april Beste natuurliefhebber/-ster,

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 16 mei Beste natuurliefhebber/-ster,

7.3. Sleutel tot de families

Dit boomblauwtje fladderde er lustig op los en liet zich moeilijk fotograferen, maar ook hier geldt De aanhouder wint.

Monitoring en inventarisatie reptielen en amfibieën Loonse en Drunense Duinen / Huis ter Heide

HET HOUDEN EN LATEN WINTERSLAPEN VAN ELAPHE QUA

SPREEKBEURT VINK VOGELS OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN. l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n

Spreekbeurt de grote Toppereend

Gonatodes albogularis DUMÉRIL & BIBRON, Lacerta 67 (2009) nummer 2

SPREEKBEURT GROENE LEGUAAN

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 15 mei Beste natuurliefhebber/-ster,

Holenduif. Zes eieren

ONDERZOEK NAAR DE WATERVLEERMUIS IN DE OPSTALLEN VAN HET: SIEGERPARK. Projectnummer : Datum : 07 juni 2010

Libellen in Colorado, Wyoming, South Dakota, Utah & Idaho

Het was lang een soort uit dromen, een. Is er nog hoop voor de kleine blauwe smurfen onder de gekko s?

Naar een artikel van Fukada (1960), bewerkt door Hans van der Rijst

Eindexamen biologie vmbo gl/tl II

Verdere ervaringen met Gerrards blauwtongskink, of Slakkenskink (Tiliqua gerrardiz)

Chinese langs arthagedis

De Spaanse smaragdhagedis (Lacerta schreiberz) in de natuur en in het binnen- en buitenterrarium

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 25 oktober Beste natuurliefhebber/-ster

Biblioteca Nacional Aruba BIBLIOTECA NACIONAL ARUBA. Yuwana

DE HANDLEIDING VOOR HET HOUDEN VAN HUISDIEREN

Norops biporcatus (WIEGMANN1834) Jan en Ina Tuns Foto s van de auteurs. Lacerta 69 (2011) nummer 4

De Groene aardleguaan (Liolaemus tenuis) en enkele opmerkingen over andere Liolaemussoorten

Waarnemingen aan de Syrische hagedis (Phoenicolacerta laevis) in Zuid-Turkije

Groene glazenmaker in de provincie Groningen

Serie reptielen Mississippi modderschildpad

afrikaanse boorvliegen geïmporteerd in nederland (diptera: tephritidae)

Saleghemse krekengebied Overview langs kreek met zijn prachtige rietkragen, weilanden en graanakkers langsheen oude dijken.

SPEURTOCHT. Groep 5 en 6. Veel plezier!

Deze maand aandacht voor de Zwarte Lori en Loro Parque Nieuws..

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag en donderdag Beste natuurliefhebber/-ster,

92 Lacerta 65 nummer 3

Aquarium. Groep 6, 7 en 8 van het basisonderwijs

Wat zit er in die doos juf?

Portret van de Luipaardslang (Elaphe situla)

Leefomgeving en voedsel Herkenning

Eindexamen biologie vwo I

Libellen herkennen. Weidebeekjuffer Vrouwtjes zijn metaalglanzend groen, de mannetjes zijn blauw. Ze leven langs beken en rivieren (stromend water).

Door: Roberto Rosi, Via A. Nardi 3, La Spezia, Italië. Inhoud: Inleiding - Verlichting - Klimaat - Paring - Geboorte - Literatuur.

Dagvlinders vouwen in rust hun vleugels verticaal, recht boven hun lijf samen (met één uitzondering: de dikkopjes).

2013 wordt het jaar van de Patrijs.

Door: Fabio van Olst (NL)

Voorkomen van Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) in Het Verdronken Land Van Saeftinghe Walter Van Kerkhoven

WOLF. Huilend roofdier

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, augustus 2008

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 25 juli Beste natuurliefhebber/-ster,

Hoofdstuk 1: Veldkenmerken en voorkomen 3. Hoofdstuk 2: Voedsel en vijanden 4. Hoofdstuk 3: Voortplanting en verwanten 6

Voorbereiding post 4. Van ven en veen Groep 3-4

Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer?

Maternal phenotypic engineering Müller, Wendt

Limburgs Landschap. natuurboekje van

Transcriptie:

Morfologische en gedragsafwijkingen in een kruising tussen de Westelijke smaragdhagedis (Lacerta bilineata) en de Reuzensmaragdhagedis (Lacerta trilineata) Ron Peek ron.peek@hotmail.com Sinds vele jaren verzorg ik meerdere paartjes van zowel de Westelijke smaragdhagedis (Lacerta bilineata) als de Reuzensmaragdhagedis (Lacerta trilineata). Gewoonlijk houd ik deze soorten strikt gescheiden, maar door ruimtegebrek in de zomer van 2009 plaatste ik een mannelijke L. trilineata (afbeelding 1C) in het buitenterrarium van een vrouwelijke L. bilineata (afbeelding 1A). Ondanks dat de paartijd al verstreken was, had het mannetje toch interesse in het vrouwtje en de dag daarop zag ik tot mijn verbazing dat de dieren aan het paren waren. Het L. bilineata vrouwtje produceerde enige tijd later een legsel van acht eieren waarvan ik aannam dat ze onbevrucht zouden zijn. De eieren leken echter van goede kwaliteit en uit nieuwsgierigheid werd besloten om ze toch te incuberen. Zes van de acht eieren waren blijkbaar toch bevrucht en na precies 60 dagen begon het eerste ei zowaar uit te komen. De incubatieduur van L. bilineata eieren in mijn broedstoof (26-30 o C) is ongeveer 50 dagen, terwijl L. trilineata eieren in deze broedstoof rond de 90 dagen incuberen voordat ze uitkomen. De 60 dagen die de eieren van de kruising nodig hadden ligt hier dus tussenin. Het eerste jong dat uit het ei kroop leek op het eerste gezicht normaal, maar was duidelijk anders dan jonge L. bilineata. Zo was de kop korter en breder, op de rug bevonden zich twee duidelijke lateraalstrepen en één vage rugstreep (mijn jonge L. bilineata hebben nooit lateraalstrepen). De groene kleur in de nek die karakteristiek is voor juveniele L. bilineata was bij het jong uit de kruising slechts vaag aanwezig (afbeelding 1B, bovenste dier). Bij nadere inspectie bleek echter dat de linkervoorpoot volledig ontbrak en dat één vinger van de rechtervoorpoot misvormd was. De twee andere jongen die uit dit legsel kwamen vertoonden eveneens morfologische afwijkingen aan de linkervoorpoot: hier ontbrak bij beiden een vinger. Opmerkelijk was dat één van de jongen geen laterale strepen had en dus veel meer op een normale L. bilineata leek (afbeelding 2B). De overige eieren bleken slecht ontwikkelde, dode jongen te bevatten waarvan de buikholte niet gesloten was. Ondanks dat de drie jongen op eigen kracht uit het ei waren gekomen toonden ze geen enkele interesse in aangeboden voedsel, waren apathisch en gingen binnen enkele weken dood. Overlappende verspreidingsgebieden en natuurlijke hybriden De verspreidingsgebieden van grote groene hagedissen in Europa overlappen grotendeels (L. trilineata en L. viridis; Timon lepidus en L. bilineata; Timon lepidus en L. schreiberi) of grenzen aan elkaar (L. bilineata en L. trilineata; L. bilineata en L. viridis). Naar mijn weten zijn er echter geen voorbeelden bekend waar met zekerheid vast is komen te staan dat soorten hybridiseren. Uit (semi)wetenschappelijke experimenten in gevangenschap is wel bekend dat kruisingen tussen bijvoorbeeld L. bilineata en L. viridis (Rykena, 1991), maar ook L. viridis en L. trilineata (Nettmann & Rykena, 1974) levensvatbare jongen opleveren. Het lage percentage eieren wat uitkomt en de verminderde Lacerta 67 (2009) nummer 6 251

1A 1B 1C 252 Lacerta 67 (2009) nummer 6

Afbeelding 1: Hybridisatie tussen een vrouwtje L. bilineata (A) en een mannetje L. trilineata (C) gaf F1 dieren met morfologische en gedragsafwijkingen (B, bovenste juveniel). Om de verschillen met normale nakomelingen van L. bilineata te illustreren is deze eveneens afgebeeld (B, onderste juveniel). 2A 2B 2C Afbeelding 2: Morfologische afwijkingen aan de poten van kruisingsproducten van L. bilineata en L. trilineata. Lacerta 67 (2009) nummer 6 253

vruchtbaarheid van dit soort kruisingsproducten heeft mede als bewijs gediend voor de opsplitsing van de smaragdhagedis in een westelijke (L. bilineata) en een oostelijke soort (L. viridis). Het ontbreken van meldingen van kruisingsproducten uit het wild kan betekenen dat deze gewoonweg niet aanwezig zijn. De jongen die bij mij geboren zijn hadden immers aangeboren afwijkingen en weigerden te eten. Een andere mogelijkheid is dat kruisingsproducten zo sterk op één van de oudersoorten lijken dat ze helemaal niet opvallen. Binnen Europa zijn er wel voorbeelden bekend waarbij hagedissoorten in het wild kruisen en uiteindelijk aanleiding geven tot volwassen dieren met intermediaire kenmerken. De Italiaanse muurhagedis (Podarcis siculus) op Sardinië vermengt zich met P. tiliguerta (Capula, 2002), op de Balkan met P. melisellensis (Gorman et al. 1975) en op Sicilië met P. wagleriana (Capula, 1993). Er is echter geen overtuigend bewijs dat deze kruisingsproducten zelf in staat zijn tot verdere voortplanting. Uit bovenstaande kan worden opgemaakt dat L.bilineata en L.trilineata in gevangenschap kunnen hybridiseren, maar dat de jongen die geboren worden in het wild weinig overlevingskansen zouden hebben. Mogelijk dat in de regio waar de verspreidinggebieden aan elkaar grenzen (noord Kroatië) dit mechanisme bijdraagt aan de reproductieve isolatie van beide soorten. Summary Morphological and behavioral abnormalities in F1 hybrids of Lacerta bilineata and Lacerta trilineata. A male L. trilineata was introduced to the enclosure of a female L. bilineata. Mating was observed and a clutch of eight eggs was produced. Three of these eggs hatched after 60 days of incubation at 26-30 o C. The juveniles had characteristics of both parent species but displayed deformities at the front legs. Furthermore, they did not show any interest in prey items and subsequently died within 2 weeks. The remaining eggs contained dead, underdeveloped embryo s with non-closed abdomens. These mechanisms may contribute to the reproductive isolation of both species in the region where their areas of distribution meet. Literatuur Capula, M., 1993. Natural hybridization in Podarcis sicula and P. wagleriana (Reptilia: Lacertidae). Biochemical Systematics and Ecology 21: 373-380. Capula, M., 2002. Genetic evidence of natural hybridization between Podarcis sicula and Podarcis tiliguerta (Reptilia: Lacertidae). Amphibia-Reptilia 23: 313-321. Gorman, G.C., M. Soulé, S.Y. Yang, & E. Nevo, 1975. Evolutionary genetics of insular Adriatic lizards. Evolution 29: 52-71. Nettmann, H.K. & S. Rykena, 1974. Eine gelungene Kreuzung von Lacerta t. trilineata und Lacerta v. viridis (Sauria, Lacertidae). Salamandra 10: 83-85. Rykena, S., 1991. Kreuzungsexperimente zur Pruefung der artgrenzen im Genus Lacerta sensu strict. Mitt. Zool. Mus. Berlin 67 (1): 55-68. Literatuur Capula, M., 1993. Natural hybridization in Podarcis sicula and P. wagleriana (Reptilia: Lacertidae). Biochemical Systematics and Ecology 21: 373-380. Capula, M., 2002. Genetic evidence of natural hybridization between Podarcis sicula and Podarcis tiliguerta (Reptilia: Lacertidae). Amphibia-Reptilia 23: 313-321. Gorman, G.C., M. Soulé, S.Y. Yang, & E. Nevo, 1975. Evolutionary genetics of insular Adriatic lizards. Evolution 29: 52-71. Nettmann, H.K. & S. Rykena, 1974. Eine gelungene Kreuzung von Lacerta t. trilineata und Lacerta v. viridis (Sauria, Lacertidae). Salamandra 10: 83-85. Rykena, S., 1991. Kreuzungsexperimente zur Pruefung der artgrenzen im Genus Lacerta sensu strict. Mitt. Zool. Mus. Berlin 67 (1): 55-68. 254 Lacerta 67 (2009) nummer 6

Een bijzondere populatie smaragdhagedissen van de Peloponnesos (Griekenland) Ron Peek ron.peek@hotmail.com Foto s: zie bijschrift. Het schiereiland Peloponnesos, met een oppervlakte van ruwweg een derde van Nederland vormt het meest zuidelijke gedeelte van het Griekse vaste land. De Peloponnesos heeft een bijzonder rijke herpetofauna met een groot aantal soorten, dat vaak in relatief hoge dichtheden voorkomt. Twee soorten Lacertidae: de Peloponnesos muurhagedis (Podarcis peloponnesiacus) en de Griekse berghagedis (Hellenolacerta graeca) zijn zelfs uniek voor dit schiereiland en komen verder nergens anders voor. Dit alles maakt de Peloponnesos bijzonder geliefd bij (amateur)herpetologen en heeft geleid tot publicatie van een groot aantal reisverslagen in tijdschriften en op het internet. In één van deze reisverslagen gepubliceerd door Thomas Bader en medereizigers (www.herpetofauna.at) werd melding gemaakt van een bijzondere popu- Afbeelding 1: De eerste gepubliceerde foto van een smaragdhagedis-mannetje uit de omgeving van Rizomylos (Peloponnesos, Griekenland) met lavendel blauwe nek en flanken. (Foto C. Riegler; copyright www.herpetofauna.at) Lacerta 67 (2009) nummer 6 255

Afbeelding 2: Smaragdhagedis-mannetje van dezelfde populatie als het dier van afbeelding 1. (Foto R. Peek) Afbeelding 3: Onderzijde kop van hetzelfde mannetje. (Foto R. Peek) latie grote groene hagedissen in het zuiden van de Peloponnesos. De mannetjes van deze populatie hadden lavendel- blauwe nek en flanken en waren op de rugzijde aanzienlijk groener dan de daar algemeen voorkomende Reuzensmaragdhagedissen (Lacerta trilineata trilineata). Hoewel ter plekke verschillende dieren met deze afwijkende kleuren werden waargenomen waren ze bijzonder schuw en kon van slechts één mannetje een foto worden gemaakt (T. Bader, persoonlijke mededeling; afbeelding 1). Eigen waarnemingen In september 2008 was ik in de gelegenheid om zelf waarnemingen te doen in het zuiden van de Peloponnesos. Op aanwijzingen van het Oostenrijkse herpetofauna team werd natuurlijk ook de locatie bezocht waar zij de bijzonder gekleurde populatie smaragdhagedissen hadden gezien. Dit bleek een vrijwel droge rivierbedding omzoomd door zeer hoge en dichte rietkragen te zijn, in de omgeving van het dorp Rizomylos. Tijdens de zoektocht van ongeveer 3 uur op deze locatie werd weliswaar een rijke herpetofauna aangetroffen (Podarcis peloponnesiacus, Testudo hermanni, Coluber gemonensis en Elaphe quatuorlineata), maar geen enkele smaragdhagedis. Juist op het moment dat werd besloten om het op te geven, schoot plotseling een grote hagedis voor mijn voeten weg het riet in. De korte tijd waarin ik het dier kon zien was echter genoeg om te bevestigen dat het inderdaad een smaragdhagedis was met prachtig blauw gekleurde flanken. De dagen hierna werd nog diverse malen langdurig op deze locatie gezocht, echter zonder het gewenste resultaat. Op andere locaties op de Peloponnesos werden nog enkele Reuzensmaragdhagedissen gezien, deze dieren zagen er echter allemaal normaal uit met geel/ groene ruggen en flanken. In juni 2009 was ik weer op de Peloponnesos en ondanks de grote hitte (>35 o C) werd een hele dag besteed aan het doen van waarnemingen aan 256 Lacerta 67 (2009) nummer 6

Afbeelding 4: Portret van een normaal gekleurd reuzensmaragdhagedis-mannetje (Lacerta trilineata trilineata) van de Peloponnesos. (Foto R. Peek) de smaragdhagedispopulatie nabij Rizomylos. Het aantal dieren wat nu gezien werd was veel groter dan in september. In totaal heb ik ongeveer tien volwassen dieren kunnen zien. Deze hielden zich op in het droge rivierbed of aan de rand van de rietkraag, waar ze bij verstoring zich ook onmiddellijk in verscholen. De mannetjes vertoonden allemaal lavendelblauwe nek en flanken, terwijl de vrouwtjes zich niet duidelijk onderscheidden van normale smaragdhagedissen. De twee sub-adulten die ik heb gezien waren nog volledig bruin met lichte geel/witte dorsale en dorsolaterale strepen. Ondanks dat de dieren extreem schuw waren lukte het uiteindelijk toch om één volwassen mannetje te vangen voor het maken van foto s (afbeelding 2 en 3). Het dier had een lavendel blauwe kleur op de flanken die doorliep tot over de achterpoten en het eerste gedeelte van de staart. De zijkanten en onderkant van de kop waren eveneens blauw maar de keel was donkergeel gekleurd. De rug was grasgroen en buikzijde lichtgeel. Daarnaast werd nog een identiek gekleurd verkeerslachtoffer gevonden op de weg die direct parallel liep aan de rivierbedding. In tegenstelling tot september 2008 werden nu veel Reuzensmaragdhagedissen (>40) op verschillende plekken in het Taygetos gebergte en op andere locaties gezien. Hoewel de meeste van deze mannetjes een lichtblauwe vlek aan weerszijde van de nek hadden (afbeelding 4), vertoonde geen van deze dieren de kleuren zoals die van de populatie bij Rizomylos. Variant, ondersoort of soort? Bovenstaande waarnemingen werden besproken met diverse andere amateur herpetologen en tot mijn verbazing wist Jochen Zauner mij te vertellen dat hij identieke gekleurde exemplaren op twee andere locaties op de Peloponnesos had gezien en gefotografeerd (afbeelding 5). Een van de vindplaatsen was relatief dicht bij de locatie Rizomylos, de andere was echter een flink stuk naar het noorden, dicht bij Olympia gelegen (afbeelding 6B). Ook hier vond hij de dieren in een droge rivierbedding of direct aan de oever. Bekend is dat op de Peloponnesos de Reuzen smaragd hagedis vertegenwoordigd is door de ondersoort Lacerta trilineata trilineata. Deze ondersoort lijkt wat betreft lichaamsproporties en aantal (6) rijen buikschilden sterk op gewone smaragdhagedissen (Lacerta viridis/bilineata). Alle smaragdhagedissen die ik op de Peloponnesos nader heb kunnen bekijken voldeden inderdaad aan deze beschrijving. De vraag is nu of de populatie(s) met mannetjes met blauw gekleurde flanken en afwij- Afbeelding 5: Smaragdhagedis-mannetje met afwijkende kleuren als in afbeelding 1 en 2, maar nu uit de omgeving van Olympia (Peloponnesos, Griekenland). (foto J. Zauner) Lacerta 67 (2009) nummer 6 257

kende rugkleur varianten zijn van de daar algemeen voorkomende Reuzensmaragdhagedissen of dat hiervoor een andere verklaring moet worden gezocht. Indien de mannetjes (kleur) varianten zouden zijn van de algemeen voor komende Reuzensmaragdhagedissen dan is het zeer vreemd dat bij de vindplaatsen Rizomylos en Olympia alleen maar mannetjes gezien werden met afwijkende kleuren en geen normale mannetjes. Daarbuiten werden juist geen mannetjes met afwijkende kleuren gezien maar alleen normaal gekleurde mannetjes. Bijvoorbeeld bij de Karsthagedis (Podarcis melisellensis) worden ook twee zeer verschillende kleurvarianten gezien; zwaar getekende mannetjes en ongetekende (zogenaamde concolor) mannetjes. Echter bij deze soort komen de twee kleurvarianten naast elkaar in dezelfde populatie voor. Het is ook erg onwaarschijnlijk dat er sprake is van verschillende ondersoorten smaragdhagedissen op de Peloponnesos. Populaties met en zonder de afwijkende kleuren kwamen immers zeer dicht bij elkaar voor zonder de duidelijke barrières die normaliter voor ondersoortvorming nodig zijn. Een andere, meer interessante, verklaring zou kunnen zijn dat het hier een andere soort smaragdhagedis betreft, die naast de algemeen aanwezige Reuzensmaragdhagedis voorkomt. De afwijkende kleuren en het sterk aan water gebonden biotoop zouden hiervoor een aanwijzing kunnen zijn. De Peloponnesos vormt de meest zuidelijke grens van de verspreiding van de Reuzensmaragdhagedis op het vaste land (afbeelding 6A). Verder naar het zuidoosten in Azië komen echter nog andere soorten smaragdhagedissen voor waaronder L. pamphylica, L. media en L. strigata. Afbeeldingen van de ondersoort L. media ciliciensis laten een ver- bazingwekkende overeenkomst zien met de blauw gekleurde smaragdhagedissen op de Peloponnesos. Mogelijk dat L. media ciliciensis in het verleden op de Peloponnesos is geïntroduceerd en daar nu naast L. trilineata trilineata voorkomt. De enige manier om zekerheid te krijgen over de taxonomische status van de afwijkende populaties smaragdhagedissen op de Peloponnesos is een uitgebreid genetisch onderzoek. Dankwoord Mijn dank gaat uit naar Hans Westphal voor de ondersteuning in het veld, naar Thomas Bader en Christoph Riegler (Oostenrijk), Jochen Zauner en Jürgen Sämann (Duitsland), Rob Pilley (Engeland) en Eric Egerer (Peloponnesos, Griekenland) voor waardevolle discussies en beeldmateriaal. Summary A deviant population of green lizard of the Peloponnese (Greece) The author and several other amateur herpetologists report the presence of populations of green lizards in the west of the Peloponnese (Greece) that are deviant from the locally widespread Balkan green lizard (Lacerta trilineata trilineata). Males had green backs and lavender-blue lateral sides, while females were similar to Balkan green lizards. The habitat of these animals appeared to be restricted to the surroundings of (temporary) dry riverbeds. In view of the striking similarity to a subspecies of Levant green lizard (Lacerta media ciliciensis) speculations are made about their origin. Genetic research will be required to clarify the taxonomic status of these deviant populations of green lizards in the Peloponnese. Afbeelding 6A: Verspreiding van Lacerta trilineata in Europa. Voor de duidelijkheid zijn de kleinere eilanden in de Adriatische, Ionische en Egeïsche zee niet weergegeven. De ligging van de Peloponnesos is aangegeven met een kader. Afbeelding 6B: De Peloponnesos. De vindplaatsen van smaragdhagedis populaties met afwijkende kleuren zijn aangegeven met een ster. 258 Lacerta 67 (2009) nummer 6