GD veiligheids ZHZ. Ons kenmerk 2012/767/IdU



Vergelijkbare documenten
Notitie verantwoording groepsrisico bestemmingsplan Maasboulevard.

Uw kenmerk Ons kenmerk Datum

Toelichting advies. Bestemmingsplan. Dordtse kil. Dordrecht

Ons kenmerk 2012/3059/IdU

Toelichting advies. Bestemmingsplan. Veersedijk. Hendrik-Ido-Ambacht

MPGD QD3 24, Q /3067/IdU

Toelichting advies. Bestemmingsplan. Watertorenterrein en Rivierdijk 2 tot en met 338. Sliedrecht

Onderwerp Bijlage(n) Behandeld door

Ons kenmerk 2012/2842/IdU

veiligheidsregio z H Z

Ons kenmerk 2011/2324/IdU

Ons kenmerk 2012/1782/IdU

MPaDaaoiioBosïiïSlHf « veiligheidsregiq ZHZ

Ons kenmerk 2012/1799/IdU

Verantwoording groepsrisico

Bijlage 1 Advies brandweer Veiligheidsregio Haaglanden

Verantwoording van het groepsrisico

Externe Veiligheid. Bestemmingsplan Aldi Zwaanplein

Externe veiligheidsparagraaf. Bestemmingsplan Skoatterwald

Voorstel EV Ruimtelijke onderbouwing Harderweide deelplan 2

Inleiding. Situering. De situering van het geplande asielzoekerscentrum is in onderstaande figuur weergegeven.

Memo. Inleiding. Beleidskader

EV rapportage N983 - Rondweg Aduard

datum 26 februari 2015 aan Ben van der Waal Gemeente Muiden Joris Jennen Roel Kouwen

Onderwerp Bijlage(n) Behandeld door Veiligheidsadvies Bestemmingsplan 1. P.J.C. Gruijthuijsen

Notitie. : Aldi Oosterbroekweg Gronsveld. Datum : 1 juni 2015 : Externe veiligheid. 1 Inleiding

Ten behoeve van besluitvorming omtrent de mogelijk te maken ruimtelijke ontwikkeling is onderzoek verricht naar het aspect externe veiligheid.

memo betreft: Quickscan externe veiligheid woontoren Bètaplein Leiden (120728)

Verantwoording van het groepsrisico

College van Burgemeester en Wethouders Gemeente Echt-Susteren Postbus AL Echt. Geacht College,

memo betreft: Quickscan externe veiligheid, Westzijde , Zaandam, ons kenmerk

Risico-inventarisatie Gebiedsontwikkeling Poelkampen Zandwinlocatie

memo Quick scan externe veiligheid Driebergsestraatweg 63 te Doorn

Risicoberekeningen Schoutenstraat te Barneveld. Risicoberekeningen Schoutenstraat Barneveld

Voorontwerp bestemmigsplan verplaatsing LPG tank Jan Heijmanslaan, mei

Externe veiligheid. Algemeen

Risico-inventarisatie Uitbreidingslocatie Golfbaan Wageningen

Verantwoording groepsrisico gemeente Roosendaal Bestemmingsplan Landgoed Ottermeer

Bijlage bij de toelichting: - Advies Veiligheidsregio - Externe Veiligheid

Memo. Inleiding. memonummer datum 11 mei 2016 Lisette Groen Maayke Houtman Louis de Nijs

2. Situering. Notitie : Beperkte verantwoording Leidsedreef 4-6 Leiderdorp. Berg en Terblijt, 14 november

Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond

Goirle, Vennerode. Onderzoek externe veiligheid. Auteur(s) drs. M. de Jonge. Opdrachtgever Woonstichting Leyakkers Postbus AB Rijen

Datum Documentnummer Project Auteur 25 mei L.C. Luijendijk

Quickscan Externe Veiligheid N240

Ons kenmerk 2011/2330/IdU

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 16 maart C. Land

Verantwoording groepsrisico. Van station tot hefbrug gemeente Waddinxveen

Quickscan externe veiligheid Woningbouw Merellaan te Capelle aan den IJssel

Externe Veiligheid haalbaarheidstoets Stationsstraat short stay appartementen

Quickscan externe veiligheid Landgoed 'Klein Wolfswinkel' te Renswoude

Notitie. Onderzoek externe veiligheid Lelystad bestemmingsplan Stadsrandgebied. 1 Inleiding

Verantwoording groepsrisico Hogedruk aardgastransportleidingen. Bestemmingsplan 'Bedrijventerrein 2013' d.d. 14 november 2012

BRANDWEER. Telefoon (050) Fax (050) Telefoon (050) Bijlage(n) Ons kenmerk HV Uw kenmerk n.

PROVINCIAAL BLAD. Bekendmaking van het besluit van 6 juli 2016 zaaknummer tot vaststelling van een regeling

Bestemmingsplan Kern Roosteren. Teksten t.b.v. verantwoording groepsrisico

2. Situering. De situering van het geplande woning is in onderstaande figuur weergegeven.

Notitie. 1 Inleiding. 2 Ligging van het plangebied

Externe Veiligheid bestemmingsplan ABC Liendert

Scan nummer 1 van 3 - Scanpagina 1 van 3

Externe veiligheidsrisico s transport gevaarlijke stoffen over het spoor. DWI-locatie, Polderweg 1 te Amsterdam

QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID

Externe Veiligheid bestemmingsplan Tolboomweg 9 en 16 te Terschuur

Verantwoording groepsrisico. Bestemmingsplan VOSKO, Goudse Poort gemeente Gouda

BEOORDELING Exter n e v e i l i g h e i d B e s t e m m i n g s p l a n Z u i d - W e s t, L e i d e r d o r p 2 1 d e c e m b e r

Verantwoording van het groepsrisico. Inleiding. Situatie en relevante risicobronnen

Externe veiligheid en 20 woningen Noordwolderweg te Bedum

: RUD Utrecht. Externe Veiligheid Omgevingsplan De Geer. : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen

RUD Utrecht. Toetsing plaatsgebonden risico (PR) en verantwoording groepsrisico (GR) Bestemmingsplan Paardenveld de Kade

Rapportage advies externe veiligheid

Quickscan externe veiligheid woningbouwlocatie Beekzone in Twello

Onderzoek externe veiligheid deel B: Verantwoordingsplicht groepsrisico

Van : M.H. van der Wielen Paraaf : MW. Betreft : Verantwoording groepsrisico Tiendzone te Papendrecht

Memo. memonummer 1 datum 26 februari J. Eskens. Bestemmingsplan Roodeschool Eemshaven projectnr Notitie Externe veiligheid

Risicoanalyse transport gevaarlijke stoffen A1 en spoor Amersfoort-Deventer t.b.v woningbouwplan Bijenvlucht te Hoevelaken

BUREAUSTUDIE EXTERNE VEILIGHEID BEDRIJVENTERREIN STEPELERVELD

Advies Externe Veiligheid inzake bestemmingsplan Buitenpost-Centrum te Buitenpost

Externe Veiligheid. bestemmingsplan Helpman

Quickscan externe veiligheid Centrum Vught e.o. Kwalitatieve beschouwing relevante risicobronnen

: RUD Utrecht. Externe Veiligheid Omgevingsplan Laak 2B en Velden1F. : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen. : de heer R. Polman

Verantwoording groepsrisico. Esse-Kleinpolder gemeente Zuidplas

Beheersverordening Nesciolaan Haren

Bijlage 10. Externe veiligheid Advies Masterplan Havenkant

Gemeente Lansingerland 01 Inkomende Post d.d. 01/11/ /III IIII IIIII IIII IIIIII IIIII IIIII IIIII IIIII IIII IIII 116.

Datum : 24 januari : Frederik Stouten. : Marcel Scherrenburg. Betreft : Paragraaf externe veiligheid BP Valburg Zuid.

Verantwoording groepsrisico gemeente Roosendaal Bestemmingsplan Wouwse Plantage

14011 lil FEB. 20U SÏ3 OiH. loi'i. Omgevingsadvisering. m M mm» m «a^ Brabant > Zuidoost veiligheidsregio

: RUD Utrecht. Externe Veiligheid Bestemmingsplan Verdistraat 53 Amersfoort. : Gemeente Amersfoort, mevrouw N. Ludeking

: RUD Utrecht. Externe Veiligheid bestemmingsplanherziening Kavel 15 Vathorst (kavel Vahstal) : Gemeente Amersfoort, mevrouw C.

QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID

Brandweeradvies externe veiligheid inzakebestemmingsplan Emmendennen, Emmen Gemeente Emmen

Bijlage Verantwoording externe veiligheid behorende bij het bestemmingsplan Oude Baan 6-8 te Swalmen

Onderzoek externe veiligheid Ontwikkeling De Krijgsman te Muiden

Risicoberekening vervoer gevaarlijke stoffen Randweg Zundert

Herstructurering Biedermeier Mariaberg te Maastricht Quickscan externe veiligheid. Datum 19 december 2012 Referentie

Midden- en West-Bra. ingekomen

Intern memo. Projectteam Uitwerkingsplan Almere Poort - Duin 1e fase. Archief afdeling Ruimte en Wonen. Gert-Jan van de Bovenkamp

Ons kenmerk 2011/360/IdU

Externe Veiligheid 47 extra woningen Vathorst

Rapportage quickscan externe veiligheid

Transcriptie:

ér'p M PG D32012041908200258 GD3 19.04.2012 0258 veiligheids ZHZ SÈÊ^ÈIÈÊÈBÈÈË Directeur Stadsontwikkeling Postbus 8 3300 AA DORDRECHT Uw kenmerk - Ons kenmerk 2012/767/IdU Datum 17 april 2012 Onderwerp Inspraakreactie voorontwerpbe: stemmingsplan w 3 e herziening Wielwijk, locatie Westervoeg" Bijlage(n) 1 Behandeld door/tel.nr. PJ.C. Gruijthuijsen/078-6355318 Geachte heer of mevrouw, Naar aanleiding van uw adviesaanvraag d.d. 24 januari 2012 per mail, treft u hierbij het advies aan van de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid, Directie Brandweer, met betrekking tot bestemmingsplan "3 e herziening Wielwijk, locatie Westervoeg". Op basis van de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (RNVGS) en het Besluit externe veiligheid inrichtingen wordt het Bestuur van de Veiligheidsregio in de gelegenheid gesteld om in verband met het groepsrisico advies uit te brengen over de mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval en over de zelfredzaamheid van personen in het invloedsgebied van de inrichting. De onderbouwing van deze brief kunt u terugvinden in de bijgevoegde toelichting op dit advies. Dit advies geeft voorstellen om de veiligheidssituatie te optimaliseren. Het geeft geen antwoord op de vraag of het groepsrisico aanvaardbaar is. Het is uiteindelijk aan het bevoegd gezag om te oordelen of het groepsrisico wel of niet aanvaardbaar is. Het gaat daarbij om een bestuurlijke afweging van de risico's tegen de maatschappelijke baten. De Handreiking verantwoordingsplicht groepsrisico, november 2007, is een hulpmiddel om de verantwoordingsplicht in te vullen. Deze handreiking is te downloaden via de site van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM). Het onderstaande advies is tot stand gekomen aan de hand van het Toetsingskader Externe Veiligheid. Dit toetsingskader kent een vijftal criteria die in samenhang worden bekeken, te weten plaatsgebonden risico, groepsrisico, zelfredzaamheid, beheersbaarheid en resteffect. Postbus 350, 3300 AJ Dordrecht, Bezoekadres: Oranjepark 13, 3311 LP Dordrecht, T 078-635 53 55, F 078-613 97 02, E mail@vrzhz.nl, I www.vrzhz.nl

Conclusie en aanbevelingen De veiligheidstoets levert de volgende conclusies op: De veiligheidszones en/of PR 10-6 contouren reiken niet tot kwetsbare bestemmingen in het plangebied. Daarmee voldoet het plan aan de norm voor het plaatsgebonden risico. Door de afname van het aantal woningen in de nieuwe situatie neemt het groepsrisico af. Volgens het basisnet weg is het groepsrisico minder dan 0,1 maal de oriënterende waarde. Het plangebied is via de hoofdwegenstructuur goed bereikbaar. Het plangebied is in voldoende mate voorzien van ondergrondse brandkranen, aangesloten op het drinkwaterleidingnet. Het plangebied is voorzien van secundaire bluswatervoorziening. Bij een ernstig incident op de A16 zullen er in het effectgebied mogelijk slachtoffers vallen. Dit aantal is afhankelijk van de aard en hoeveelheid vrijgekomen stoffen, de windrichting en de weersomstandigheden. Naar aanleiding van de analyse en de daaruit getrokken conclusies komen de volgende aanbevelingen naar voren. In het kader van de zelfredzaamheid bij genoemde scenario's verdient het aanbeveling bij inrichting van het plangebied de volgende maatregelen te creëren: Gebouwen zodanig inrichten dat de vluchtwegen van de risicobronnen aflopen; Mechanische ventilatie die centraal buiten werking kan worden gezet; Het toepassen van zo min mogelijk glas aan de risicozijde; Aan de risicozijden het toepassen van splinterwerend glas; De gebouwen dusdanig ontwerpen zodat niet-verblijf ruimten als bergingen, keukens, wc's en trappenhuizen aan de gevaarszijde zijn geplaatst; Gebouwen loodrecht projecteren ten opzichte van de risicobronnen. Voor de bestaande gebouwen in het plangebied zijn de bovengenoemde aandachtspunten niet relevant en dienen er andere compenserende maatregelen getroffen te worden t.a.v. beheersbaarheid. Artikel 1.13 als volgt wijzigen: 1.13 Verminderd zelfredzame personen: zijn personen met een beperking in hun mobiliteit en inzicht en handelsbekwaamheid bij gevaar. De navolgende functies zijn o.a. gericht op verminderd zelfredzame gebruikers: gezondheids- en zorgfuncties, opvang- en onderwijsfuncties voor kinderen tot en met 12 jaar en speciaal onderwijs. Artikel 12.2 van de regels van het bestemmingsplan moet worden aangepast aan de nieuwe definitie 1.13. Om de effectiviteit van de hierboven genoemde maatregelen te garanderen zijn de volgende organisatorische maatregelen noodzakelijk: De omwonenden, gebruikers en andere betrokkenen dienen geïnformeerd te worden over een drietal zaken. Ten eerste over de plannen/bestemming in hun directe omgeving en de mogelijke risico's als gevolg. Vervolgens over de maatregelen die de overheid treft om de risico's te beperken. Tot slot over de handelingsperspectieven voor de burger zelf om zich zo goed mogelijk voor te bereiden op een eventueel incident. Dit kan door middel van het publiceren van teksten op de website of in de gemeenterubriek. Maar hiertoe kunnen ook andere communicatiemiddelen worden ingezet. Wettelijk is de gemeente

verantwoordelijk voor risicocommunicatie. De regionaal risicocommunicatie adviseur, werkzaam bij de Veiligheidsregio, kan hierbij ondersteunen. Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met de heer PJ.C. Gruijthuijsen van het Bureau Expertise en Advies Brandweer van mijn dienst. Hij is bereikbaar op telefoonnummer 078-635 5318. Voor advies over risicocommunicatie kunt u contact opnemen met de afdeling Risico- en Crisisbeheersing van mijn dienst. Graag ontvang ik van uw zijde een afschrift van het genomen besluit. Hoogachtend, Het dagelijks bestuur van Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid, namens deze, de Direëtëuif BrafWweer, w In afschrift aan: Brandweerzorg Dordrecht T.a.v. de heer F. Hoeksma Postbus 350 3300 AJ DORDRECHT Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid T.a.v. de heer E. Arnold Postbus 550 3300 AN DORDRECHT

Toelichting advies Bestemmingsplan "3 e herziening Wielwijk, locatie Wester voeg i** Dordrecht Versie 12 april 2012

Inhoudsopgave Inhoudsopgave 2 1. Aanleiding 3 2. Doelstelling van het advies 5 3. Risicobronnen en scenario's 5 4. Veiligheidstoets 6 4.1. Plaatsgebonden risico 6 4.2. Groepsrisico 6 4.3. Zelfredzaamheid 7 4.4. Beheersbaarheid 7 4.5. Resteffect 8 5. Conclusies 8 6. Aanbevelingen 9 Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid, Directie Brandweer pagina 2 van 9

1. Aanleiding Op 24 januari 2012 heeft de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid, Directie Brandweer (hierna "de brandweer") een verzoek om advies ontvangen voor het vaststellen van bestemmingsplan "3 e herziening Wielwijk, locatie Westervoeg" Dordrecht (verder het plangebied). De ontwikkelingen in dit bestemmingsplan zijn vier deelopgaven: 1. de inrichting groengebied; 2. de waterhuishouding; 3. de aanleg van de nieuwe zuidelijke wijkontsluitingsweg; 4. de nieuwe woningbouw langs de Cornelis Evertsenstraat. Ad 1). De inrichting het groengebied Doelstelling is een open inrichting, bestaande uit gazons met bomen en ruimte voor voetpaden en speelvoorzieningen. Herbestemming schoolgebouwen De twee basisscholen krijgen een nieuw onderkomen op het Admiraalsplein. Uitgangspunt is om de oorspronkelijke schoolgebouwen te behouden. De herbestemming van de gebouwen is nog niet zeker. Op dit moment wordt gedacht om de kansenflat - nu gevestigd aan de Van Kinsbergenstraat - naar deze gebouwen te verplaatsen. In het bestemmingsplan dient de nieuwe bestemming voor de gebouwen ruimte te bieden voor verschillende mogelijkheden. Ad 2.) De waterhuishouding Singels Nieuwe singels in de Westervoeg completeren de bestaande waterstructuur in de wijk tot een circuit om de woonvelden heen. Riolering Uit een recente rioolinspectie is gebleken dat grote delen van de riolering in Wielwijk vervangen moeten worden. Uitgangspunt is om het bestaande gemengde stelstel te vervangen door een verbeterd gescheiden stelsel waarbij vuil huishoudelijk water en schoon regenwater worden gescheiden. Het regenwater wordt afgevoerd naar het oppervlaktewaterstelsel. Ad 3.) De aanleg van de nieuwe zuidelijke wijkontsluiting De wijkontsluiting wordt verlegd naar de Admiraal de Ruyterweg en loopt via de Van Spilbergenstraat en Van Kinsbergenstraat langs de oostzijde van het Admiraalsplein en sluit in het noorden aan op de Karel Doormanweg. Profiel Van Spilbergenstraat De Van Spilbergenstraat verandert van een woonstraat in een doorgaande Wijkontsluitingsweg. Profiel Admiraal de Ruyterweg De nieuwe Admiraal de Ruyterweg volgt het tracé van de bestaande Admiraal de Ruyterweg die op dit moment een autoluwe straat is. Ad 4.) De nieuwe woningbouw langs de Cornelis Evertsenstraat Langs de westzijde van de Cornelis Evertsenstraat zijn 34 nieuwe grondgebonden woningen gepland. Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid, Directie Brandweer pagina 3 van 9

Het plangebied van de 3e herziening ligt in het westelijk deel van Wielwijk en wordt globaal als volgt begrensd: In het noorden: Van Gendtstraat In het oosten: M.H.Tromp weg, Cornelis Evertsenstraat In het zuiden: Copernicusweg In het westen: A16 De ligging van het plangebied is weergegeven in figuur 1. iguur 1: ligging plangebied. Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid, Directie Brandweer pagina 4 van 9

De Brandweer is wettelijk adviseur op grond van artikel 13.3 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), artikel 4.3 van de Circulaire Risiconormering Vervoer gevaarlijke stoffen (Crvgs) en op grond van artikel 12.2 van het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb). De brandweer brengt advies uit in verband met het groepsrisico over de mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval en over de zelfredzaamheid van personen in het invloedsgebied van de inrichting. 2. Doelstelling van het advies Het advies van de brandweer is primair in lijn met het gestelde in het Bevi, Bevb en Crvgs: "Voorafgaand aan de vaststelling van een besluit als bedoeld in het eerste lid stelt het bevoegd gezag, bedoeld in het eerste lid, het bestuur van de regionale brandweer in wier gebied ligt waarop dat besluit betrekking heeft, in de gelegenheid om in verband met het groepsrisico advies uit te brengen over de mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval en over de zelfredzaamheid van personen in het invloedsgebied van de inrichting". In deze toelichting wordt het advies van de brandweer weergegeven, waarbij een analyse van de veiligheidssituatie wordt weergegeven en voorstellen worden gedaan om de veiligheidssituatie te optimaliseren. Het onderstaande advies is tot stand gekomen aan de hand van het Toetsingskader Externe Veiligheid. Dit toetsingskader kent een vijftal aspecten die in samenhang worden bekeken, te weten plaatsgebonden risico, groepsrisico, zelfredzaamheid, beheersbaarheid en resteffect. In deze toelichting wordt in hoofdstuk 3 een beschrijving gegeven van de risicobronnen die aanwezig zijn en de mogelijk optredende scenario's die op deze locatie kunnen voorkomen. In hoofdstuk 4 wordt de veiligheidssituatie geanalyseerd aan de hand van het toetsingskader externe veiligheid. Tot slot worden ten aanzien van het plangebied conclusies getrokken en aanbevelingen gedaan. 3. Risicobronnen en scenario's Binnen en in de directe nabijheid van het plangebied is sprake van het transport van gevaarlijke stoffen welke invloed op het plangebied heeft. Het plangebied grenst aan de A16. Over de A16 vindt transport van gevaarlijke stoffen plaats. Om een beeld te geven van het aantal transporten met gevaarlijke stoffen over de A16 wordt in de volgende tabel de omvang van deze aantallen weergegeven. De weergegeven cijfers zijn gebruikt om de huidige Plaatsgebonden Risico 10-6 contour te bepalen. Brandbare gassen Toxische gassen Zeer toxische gassen Brandbare vloeistoffen Toxische vloeistoffen Zeer toxische vloeistoffen Rijksweg Al6 572 8 205 52840 4120 0 Tabel 1: prognose aantallen transporten gevaarlijke stoffen over de Rijksweg A16 in 2020 (bron-.rapport basisnet weg oktober 2009). Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid, Directie Brandweer pagina 5 van 9

In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de effectafstanden die ten gevolge van een incident kunnen optreden. Ter verduidelijking worden de afstanden bij de scenario's Bleve en toxische damp van de 1, 10 en 100 procent letaliteitgrenzen weergeven. Dit betreft de afstanden waar respectievelijk 1, 10 en 100 procent van het aantal aanwezigen zal komen te overlijden. De gebruikte gegevens zijn afkomstig uit de landelijk opgestelde "Handleiding adviestaak regionale brandweer IPO 08, versie maart 2010". Scenario: Bleve: meest geloofwaardig Bleve: worst case Toxische damp (ammoniak) Meest geloofwaardig Toxische damp (ammoniak) Worst case Tabel 2: Overzicht effectafstanden 1% letaliteitgrens 70 230 120 750 10% letaliteitgrens Niet berekend 140 90 600 100% letaliteitgrens 30 90 40 250 De kortste afstanden tussen bebouwing in het plangebied en het midden van de weg is 45 meter. Dit betekent dat de invloed van de A16 op het plangebied groot is. 4. Veiligheidstoets In het vorige hoofdstuk heeft een analyse plaatsgevonden van de scenario's die kunnen optreden in het plangebied. Naar aanleiding van deze scenario's vindt in dit hoofdstuk een veiligheidstoets plaats. Deze veiligheidstoets wordt uitgevoerd aan de hand van het Toetsingskader Externe Veiligheid. Dit toetsingskader kent een vijftal aspecten die in samenhang worden bekeken, te weten plaatsgebonden risico, groepsrisico, zelfredzaamheid, beheersbaarheid en resteffect. 4.1. Plaatsgebonden risico Het plaatsgebonden risico is het risico op een plaats buiten een inrichting, uitgedrukt als de kans per jaar dat een persoon, die onafgebroken en onbeschermd op één bepaalde plaats verblijft, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval binnen een inrichting of met een transportmodaliteit waarbij een gevaarlijke stof betrokken is. Er dient hierbij volgens de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen rekening gehouden te worden met een veiligheidszone van 22 meter uit het hart van de A16 waarbinnen geen kwetsbare objecten aanwezig of geprojecteerd mogen worden. De veiligheidszone reikt net tot in het plangebied en alleen over de bestemming groen. Daarmee voldoet het plan aan de norm voor het plaatsgebonden risico. 4.2. Groepsrisico Het groepsrisico is de cumulatieve kans per jaar dat een groep personen overlijdt als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een inrichting en een ongewoon voorval binnen die inrichting of met een transportmodaliteit waarbij een gevaarlijke stof betrokken is. Het groepsrisico wordt weergegeven in een fn-curve, waarin het aantal doden is uitgezet tegen de cumulatieve kans op scenario's met dat aantal doden. In de fn-curve wordt een oriëntatiewaarde aangegeven, die het ijkpunt aangeeft waarin gezocht moet worden naar maatschappelijk aanvaardbare grenzen. Door de afname van het aantal woningen in de nieuwe situatie neemt het groepsrisico af. Volgens het basisnet weg is het groepsrisico minder dan 0,1 maal de oriënterende waarde. Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid, Directie Brandweer pagina 6 van 9

4.3. Zelfredzaamheid De zelfredzaamheid geeft aan in welke mate de aanwezigen in het plangebied in staat zijn zich op eigen kracht in veiligheid te brengen. Binnen het invloedsgebied van bovenstaande risicobronnen bevinden zich verschillende (beperkt) kwetsbare objecten. De functie-indeling, de infrastructuur en nieuw te realiseren bebouwing kan op verschillende manieren op de zelfredzaamheid inspelen. Gebouwen zodanig inrichten dat de vluchtwegen van de risicobronnen aflopen; Mechanische ventilatie die centraal buiten werking kan worden gezet; Het toepassen van zo min mogelijk glas aan de risicozijde; Aan de risicozijden het toepassen van splinterwerend glas; De gebouwen dusdanig ontwerpen zodat niet-verblijf ruimten als bergingen, keukens, wc's en trappenhuizen aan de gevaarszijde zijn geplaatst; Gebouwen loodrecht projecteren ten opzichte van de risicobronnen. Voor de bestaande gebouwen in het plangebied zijn de bovengenoemde aandachtspunten niet relevant en dienen er andere compenserende maatregelen getroffen te worden t.a.v. beheersbaarheid (zie paragraaf 4.4). Voor het uitschakelen van de mechanische ventilatie in kantoorpanden e.d. kan het Ventilatie Uitschakel Systeem worden toegepast. Daarnaast speelt risicocommunicatie een belangrijke rol. Op de plankaart is een veiligheidszone vervoer gevaarlijke stoffen aangegeven. In artikel 12.2 van de regels van het bestemmingsplan wordt geregeld dat binnen de veiligheidszone de vestiging van functies voor beperkt zelfredzame personen niet is toegestaan. In artikel 1.13 van de regels staat een definitie voor beperkt zelfredzame personen. De volgende definitie is meer van toepassing: 1.13 Verminderd zelfredzame personen: zijn personen met een beperking in hun mobiliteit en inzicht en handelsbekwaamheid bij gevaar. De navolgende functies zijn o.a. gericht op verminderd zelfredzame gebruikers: gezondheids- en zorgfuncties, opvang- en onderwijsfuncties voor kinderen tot en met 12 jaar en speciaal onderwijs. Om de effectiviteit van de hierboven genoemde maatregelen te garanderen zijn de volgende organisatorische maatregelen noodzakelijk: De omwonenden, gebruikers en andere betrokkenen dienen geïnformeerd te worden over een drietal zaken. Ten eerste over de plannen/bestemming in hun directe omgeving en de mogelijke risico's als gevolg. Vervolgens over de maatregelen die de overheid treft om de risico's te beperken. Tot slot over de handelingsperspectieven voor de burger zelf om zich zo goed mogelijk voor te bereiden op een eventueel incident. Dit kan door middel van het publiceren van teksten op de website of in de gemeenterubriek. Maar hiertoe kunnen ook andere communicatiemiddelen worden ingezet. Wettelijk is de gemeente verantwoordelijk voor risicocommunicatie. De regionaal risicocommunicatie adviseur, werkzaam bij de Veiligheidsregio, kan hierbij ondersteunen. 4.4. Beheersbaarheid Beheersbaarheid richt zich op de inzetbaarheid van hulpverleningsdiensten in hoeverre zij in staat zijn hun taken goed uit te kunnen voeren en om daarmee verdere escalatie van een incident te voorkomen. Hierbij kan gedacht worden aan het voldoende/adequaat aanwezig zijn van aanvalswegen en bluswatervoorzieningen, maar ook de brandweerzorg norm wordt hier onder geschaard. Ten aanzien van de aspecten bereikbaarheid en bluswatervoorziening hanteert de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid de richtlijnen zoals beschreven in de NVBR publicatie "Handleiding bluswatervoorziening en bereikbaarheid". In overleg met het lokale brandweerkorps van uw gemeente zijn de volgende aspecten naar voren gekomen. Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid, Directie Brandweer pagina 7 van 9

Bereikbaarheid Uit de handleiding volgt het advies dat het plangebied goed bereikbaar dient te zijn door de hulpverleningsdiensten via twee van elkaar onafhankelijke aanvalswegen, waardoor in geval van werkzaamheden of calamiteiten een incident bereikbaar is. Het plangebied is goed via meerdere mogelijkheden bereikbaar. Bluswatervoorzieninq Bluswater primair: Het plangebied is in voldoende mate voorzien van ondergrondse brandkranen aangesloten op het drinkwaterleidingnet. Bluswater secundair: Het plangebied is door middel van waterpartijen voorzien van secundaire bluswatervoorziening. Zorqnorm De brandweerzorgnorm is een door het bestuur vastgestelde maximale opkomsttijd die afhankelijk is van het soort object en de risico's voor de aanwezige personen. De opkomsttijd is de tijd vanaf het moment dat de meldkamer de melding in ontvangst neemt tot aan het moment dat de brandweer bij de brand arriveert. De brandweer kan in de meeste gevallen binnen de zorgnorm in het plangebied aanwezig zijn. 4.5. Resteffect Het resteffect geeft een inschatting van het aantal doden, gewonden en materiële schade bij de representatieve scenario's, ondanks de getroffen maatregelen. Het resteffect van een incident is moeilijk concreet in te schatten. Bij de maatregelen in het kader van de zelfredzaamheid is beschreven dat de kans op dodelijke slachtoffers in het plangebied verminderd kan worden. Over het aantal gewonden kan geen concrete voorspelling gedaan worden. De genoemde maatregelen zullen zorgen voor een daling van het aantal gewonden en schade in het plangebied. De mate van daling is afhankelijk van meerdere factoren (bijvoorbeeld de vorm van gebouwen, de vullingsgraad van de tank, de hoeveelheid vrijgekomen gevaarlijke stoffen, weersinvloeden, e.d.) Bij een ernstig incident op de weg zullen er in het effectgebied mogelijk slachtoffers vallen. Dit aantal is afhankelijk van de aard en hoeveelheid vrijgekomen stoffen, de windrichting en de weersomstandigheden. 5. Conclusies De veiligheidstoets levert de volgende conclusies op: 1. De veiligheidszones en/of PR 10" 6 contouren reiken niet tot kwetsbare bestemmingen in het plangebied. Daarmee voldoet het plan aan de norm voor het plaatsgebonden risico. 2. Door de afname van het aantal woningen in de nieuwe situatie neemt het groepsrisico af. Volgens het basisnet weg is het groepsrisico minder dan 0,1 maal de oriënterende waarde. 3. Het plangebied is via de hoofdwegen structuur goed bereikbaar. 4. Het plangebied is in voldoende mate voorzien van ondergrondse brandkranen aangesloten op het drinkwaterleidingnet. 5. Het plangebied is voorzien van secundaire bluswatervoorziening. 6. Bij een ernstig incident op de A16 zullen er in het effectgebied mogelijk slachtoffers vallen. Dit aantal is afhankelijk van de aard en hoeveelheid vrijgekomen stoffen, de windrichting en de weersomstandigheden. Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid, Directie Brandweer pagina 8 van 9

6. Aanbevelingen Naar aanleiding van de analyse en de daaruit getrokken conclusies komen de volgende aanbevelingen naar voren. In het kader van de zelfredzaamheid bij genoemde scenario's verdient het aanbeveling bij inrichting van het plangebied de volgende maatregelen te creëren: Gebouwen zodanig inrichten dat de vluchtwegen van de risicobronnen aflopen; Mechanische ventilatie die centraal buiten werking kan worden gezet; Het toepassen van zo min mogelijk glas aan de risicozijde; Aan de risicozijden het toepassen van splinterwerend glas; De gebouwen dusdanig ontwerpen zodat niet-verblijf ruimten als bergingen, keukens, wc's en trappenhuizen aan de gevaarszijde zijn geplaatst; Gebouwen loodrecht projecteren ten opzichte van de risicobronnen. Voor de bestaande gebouwen in het plangebied zijn de bovengenoemde aandachtspunten niet relevant en dienen er andere compenserende maatregelen getroffen te worden t.a.v. beheersbaarheid (zie paragraaf 4.4). Artikel 1.13 als volgt wijzigen: 1.13 Verminderd zelfredzame personen: zijn personen met een beperking in hun mobiliteit en inzicht en handelsbekwaamheid bij gevaar. De navolgende functies zijn o.a. gericht op verminderd zelfredzame gebruikers: gezondheids- en zorgfuncties, opvang- en onderwijsfuncties voor kinderen tot en met 12 jaar en speciaal onderwijs. Artikel 12.2 van de regels van het bestemmingsplan moet worden aangepast aan de nieuwe definitie 1.13. Om de effectiviteit van de hierboven genoemde maatregelen te garanderen zijn de volgende organisatorische maatregelen noodzakelijk: De omwonenden, gebruikers en andere betrokkenen dienen geïnformeerd te worden over een drietal zaken. Ten eerste over de plannen/bestemming in hun directe omgeving en de mogelijke risico's als gevolg. Vervolgens over de maatregelen die de overheid treft om de risico's te beperken. Tot slot over de handelingsperspectieven voor de burger zelf om zich zo goed mogelijk voor te bereiden op een eventueel incident. Dit kan door middel van het publiceren van teksten op de website of in de gemeenterubriek. Maar hiertoe kunnen ook andere communicatiemiddelen worden ingezet. Wettelijk is de gemeente verantwoordelijk voor risicocommunicatie. De regionaal risicocommunicatie adviseur, werkzaam bij de Veiligheidsregio, kan hierbij ondersteunen. Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid, Directie Brandweer pagina 9 van 9