TOETSINGSPROTOCOL BOUWVERGUNNINGEN GEMEENTE BINNENMAAS



Vergelijkbare documenten
Wegwijs worden in het Bouwbesluit: opzoeken relevante onderwerpen-1

Toetsingsprotocol Kwaliteitsnormering Bouwvergunningen

Inhoudsopgave. werknr : H59 Opgesteld door : mst Datum: Versie : 1.0 Blz. 2/10

nieuwbouw melkveebedrijf: Werktuigenberging C, Jongveestal D, Ligboxenstal E jc Cotenoeverseweg 105, Brummen

Toets Bouwbesluit - daglichtberekening. - ventilatieberekening.

Vastgoedtransformatie. het Bouwbesluit. 31 mei Patrick van Loon. Vergunningverlener Stadsontwikkeling

Splitsen. checklist kwaliteitseisen

Checklist woonfunctie

Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

Checklist bijeenkomstfunctie

Toetsbouwbesluitberekening project: 5 stadswoningen aan de staatweg 77. projectnr: datum: 22 oktober VanEgmondTotaalArchitectuur

Matrixbeheer Landelijke Toetsmatrix Bouwbesluit 2012 (juli 2015) (standaard) Standaard. Algemeen bouwkundig

ISOLATIE, MUUR, THERMISCH, VOORGEVORMD (attest, productcertificaat)

WAND, BINNEN, NIET DRAGENDE, MONTAGEWAND, GIPSPLATEN (attest, productcertificaat)

Brandpreventie. Werk nr Datum: HOOFDGEBOUW (2014)

Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

WAND, BINNENSPOUWBLAD, NIET DRAGEND, SEGMENT, HOUT (attest, productcertificaat)

Bouwbesluitrapport met bijlagen Haalbaarheidsonderzoek Nettorama te Sittard

STAPPENPLAN BEOORDELING BRANDVEILIGHEID (voor nieuwbouw utiliteitsgebouwen, op hoofdlijnen, volgens bouwbesluit 2012 versie 1.0)

Naam Nota Beleid Nieuwbouw en Bestaande Bouw 2009 (nota bedoeld als beleidsregel)

Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

STAPPENPLAN BEOORDELING BRANDVEILIGHEID volgens Bouwbesluit 2012 UTILITEITSGEBOUWEN. Kenmerk: 2013-R-V1.2

WAAR TOETSEN WE AAN?... MOTIVERING KEUZES BOUWBESLUIT

BRL 2701 "Metalen gevelelementen" ( ) + wijzigingsblad ( ) Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

WAND, BINNENSPOUWBLAD, NIET DRAGEND, BETON (attest, productcertificaat)

Rapport Bouwbesluiteisen

Bouwbesluit. Wettelijke regelingen

Renvooi. datum: P = 0,90- N.A.P. gebakken klinker oprit. gebakken klinker terras. entree aanduiding. parkeerplaats opstelling

Opdrachtgever VVE 't Soperse Bos t.a.v. de heer H. Meenhorst Hyacinth JP Vinkel. Bouwbesluittoets Recreatiewoningen

Afdeling Vluchtroutes Nieuwbouw. Artikel Stuurartikel

Bouwbesluit toets. Bouwgenoot bv. Toetsingniveau : Verbouw (gedeeltelijk) met rechtens verkregen niveau/bestaande bouw

Bouwbesluit Toetsing BB 2012

NIEUWBOUW 78 APPARTMENTEN HABITAGE TE HEERHUGOWAARD

HOUTWOLPLAAT, MINERAAL GEBONDEN (attest-met-productcertificaat) Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

DAKPLAAT/GEVELPLAAT, VEZELCEMENTPLAAT, GEPROFILEERD, ASBESTVRIJ (attest, productcertificaat)

Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

<> Inhoudsopgave 1 Algemene projectgegevens Sterkte bij brand (afdeling 2.2) Beperking van het ontstaan van een brandgevaarlijke situa

AFD BEPERKING ONTSTAAN BRANDGEVAARLIJKE SITUATIE

Wettelijke regelingen

Project: Verbouwing voormalig Klooster Kranenburg Ruurloseweg LD Vorden Werknummer: CM 10 Datum: 25 juni 2018

Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

Rapportage Toetsing aan het Bouwbesluit

BRL 5212 "Aanbrengen zinken dakbedekkings- en gootconstructies" ( ) Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

WAND, BUITEN, DRAGEND, CELLENBETON, BLOKKEN BLOKELEMENTEN of PANELEN (attest, productcertificaat)

WAND, BINNEN, DRAGEND, CELLENBETON, BLOKKEN BLOKELEMENTEN of PANELEN (attest, productcertificaat)

BEM Omschrijving : Toetsing bebouwing t.b.v. het houden van een Agrarische Kinderopvang aan De Zeeweg 4 te Nieuw-Vossemeer (Gem. Steenbergen).

Wat is een verblijfsgebied en wat is een verblijfsruimte?

b. Transponeringstabel Bouwbesluit 2012

GASINSTALLATIES EN GASVERBRANDINGSTOESTELLEN (procescertificaat)

RAPPORTAGE BOUWBESLUIT; 16 bestaande woningen te Vorden.

Wat is een veiligheidstrappenhuis?

Hoofdstuk 2 Veiligheid. Constructieve veiligheid.

Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

PLATEN, CEMENTGEBONDEN, VEZELVERSTERKTE (attest-met-productcertificaat) BRL 4202 "Vezelversterkte cementgebonden platen voor natte ruimten" ( )

Nieuwbouw: Vreeswijksestraatweg 10 te Nieuwegein

Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

Bouwbesluit veranderd, verbeterd, verhelderend? ir. B. Kersten, ing. E. van den Brink,

P-97 REVITALISATIE MUSEUM MAASSLUIS ZUIDDIJK MAASSLUIS 20 JUNI 2013 TOETSING BOUWBESLUIT

Projectgegevens. Inhoudsopgave

Projectgegevens. Inhoudsopgave. Bruikbaarheid oppervlaktestaat gbo / vg / vr NEN 2580 aantal personen toiletruimte toegankelijkheidssector

Voorzieningen aan deuren in vluchtroutes

TOETSING BOUWBESLUIT VALKSEWEG 225 TE BARNEVELD

Gemeenschappelijk en gezamenlijk Artikel ; 1.156;

Renvooi Bouwbesluit Gebruiksfunctie logiesfunctie

Toetsing brandpreventie

DAKBEDEKKING, METALEN ELEMENTEN of STROKEN (attest, productcertificaat)

datum: 1 september 2009 Kwaliteitsmodel voor de technische toets van bouwvergunningen

DAKBEDEKKING, GESPOTEN of STRIJKBAAR (attest, productcertificaat) Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

BRL 2880 " Systemen voor het brandwerend bekleden van lijnvormige stalen bouwconstructies " ( )

BOUWBESLUITTOETSING MANEGE. Hippisch Recreatiepark Ter Maarsch Stadskanaal Datum: 19 mei Gewijzigd: 11 augustus 2015

BOUWBESLUIT BEREKENINGEN Appartement 2&4

VLOER, BEGANE GROND, COMBINATIEVLOER, BETONBALKEN en EPS- VULELEMENTEN (attest, productcertificaat)

Bouwbesluit Gevolgen voor de gebouwgebonden installaties. Woensdag 28 september 2011 Stefan Janssen

Ontwerpende partijen. Openbare garage. Algemeen

R A P P O R T A G E B O U W B E S L U I T N I E U W B O U W S A T U R N N I E U W G R A A F D U I V E N R H / C H. kenmerk: Projectnr. 11.

Projectgegevens. Inhoudsopgave. Bruikbaarheid oppervlaktestaat gbo / vg / vr NEN 2580 aantal personen toiletruimte toegankelijkheidssector

BNA Roadshow. in het Bouwbesluit Veiligheid (niet brand), Gezondheid, Bruikbaarheid, Energie en Milieu, Bouwen en Slopen. Adviesburo Nieman B.V.

Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

Notitie Bouwbesluit. 1 Inleiding. 2 Situatie en uitgangspunten

Toetsniveau TB BB Toetsniveau op basis van R-A Brunssum. 3 wordt 4 2 wordt 3

AMSTERDAM ARENA ENERGIE OPSLAG Brandveiligheid 10 MEI 2017

Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

GEVELELEMENT, HOUT (attest, productcertificaat, procescertificaat)

Initiatiefnemer: Wooncorporatie ProWonen Revitalisatie en renovatie 18 woningen te Zelhem. Datum: Rapportage bouwbesluit INHOUD

Project: Nieuwbouw Bedrijfspand te Uden Datum: 15 december Hoofdstuk 2 Technische bouwvoorschriften uit het oogpunt van veiligheid

METSEL- EN LIJMWERKCONSTRUCTIES, STENEN EN BLOKKEN (procescertificaat)

Bouwbesluit Toetsing BB 2012

Projectnaam : 16 woningen Sportstraat te Weert

BRANDVEILIGHEID EN VLUCHTWEGEN

Projectnaam : 16 woningen Sportstraat te Weert Hoekwoning

Bijlage omgevingsvergunning

Door: Ing. M. Konings. Highlights Bouwbesluit 2012

Bouwbesluit rapportage. Te verbouwen kantoorruimte tot logiesverblijf Aan de Helmondsingel 24 te Deurne

Korte samenvatting van de wijzigingen in het Bouwbesluit 2012 ingaande per 1 juli 2015:

Rapport Bouwbesluiteisen

AMSTERDAM ARENA ENERGIE OPSLAG Brandveiligheid 9 DECEMBER 2016

Berekeningen en Bouwkundige gegevens

BNA Roadshow Bouwbesluit Programma. Nieuwe en gewijzigde begrippen Gebruiksfuncties Algemene begrippen Personenbenadering

Behoort bij besluit van het College van burgemeester en wethouders van Uden van. 29 april Teamleider dienstverlening afdeling Ruimte

Transcriptie:

BIJLAGE 5 BIJ NOTA INTEGRALE HANDHAVING TOETSINGSPROTOCOL BOUWVERGUNNINGEN GEMEENTE BINNENMAAS Maasdam, december 2009. 0

INLEIDING In de nota Integrale Handhaving, waarvan dit toetsingsprotocol deel uitmaakt, hebben we vastgesteld dat de onderwerpen veiligheid en gezondheid een hoge prioriteit moeten hebben. Het veiligheids- en gezondheidsaspect speelt een grote rol bij het bouwen van allerlei soorten gebouwen en bouwwerken. Voorschriften daarover zijn vastgelegd in het Bouwbesluit waaraan de bouwaanvragen worden getoetst. Het is praktisch onmogelijk om alle geldende voorschriften even uitputtend te toetsen. Bovendien vraagt niet elk bouwwerk dezelfde controle. Belangrijk is tot een adequate wijze van toetsing te komen zodat de veiligheid en gezondheid voldoende kan worden gewaarborgd. Door allerlei gebeurtenissen zoals bouwincidenten, het doorlichten van gemeentelijke bouw- en woningtoezichten door de VROM-inspectie en wijzigingen in wet- en regelgeving, is er landelijk door de gemeenten een kwaliteitsslag gemaakt. Een belangrijk onderdeel van die kwaliteitsslag was de ontwikkeling van toetsingslijsten aan de hand waarvan wordt vastgelegd wat er wordt getoetst en op welk niveau dat gebeurd. Het doel van dit toetsingsprotocol is om de verlening van bouwvergunningen transparanter te maken en uniformiteit in de technische toetsing te waarborgen. Met het toetsingsprotocol leggen wij een minimum toetsingsniveau vast. INHOUD HOOFDSTUK 1 BOUWBESLUIT IN HOOFDLIJNEN 02 HOOFDTSUK 2 TOETSINGSNIVEAUS 04 BIJLAGE 1 BIJLAGE 2 BIJLAGE 3 TOETSNIVEAUS CKB VOOR ALLE GEBRUIKSFUNCTIES CHECKLIST TOETS BOUWBESLUIT WONINGEN CHECKLIST TOETS BOUWBESLUIT OVERIGE BOUWWERKEN 1

HOOFDSTUK 1 BOUWBESLUIT IN HOOFDLIJNEN Aanvragen om bouwvergunning worden voor wat betreft het technische aspect getoetst aan het Bouwbesluit. Dit hoofdstuk geeft inzicht in de opzet van het Bouwbesluit. In het Bouwbesluit zijn voorschriften gegeven waaraan bouwwerken moeten voldoen. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt in bestaande bouw en nieuwbouw. Ook wordt er een onderscheid gemaakt in gebruiksfuncties. We onderscheiden de volgende functies: - woonfunctie; - bijeenkomstfunctie; - celfunctie; - gezondheidsfunctie; - industriefuncties; - kantoorfunctie; - logiesfunctie; - onderwijsfunctie; - sportfunctie; - winkelfunctie; - overige functie; - bouwwerk geen gebouw zijnde. De voorschriften voor de verschillende bouwwerken zijn onderverdeeld in vier thema s, te weten veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid en energiezuinigheid. De voorschriften kunnen voor wat betreft de zwaarte per gebruiksfunctie verschillen. Bij verandering van zowel het gebruik als de technische staat van een bouwwerk zijn de voorschriften voor nieuwbouw uitgangspunt. Indien sprake is van een (ondergeschikte) verbouwing waar redelijkerwijs niet aan de nieuwbouweisen kan worden voldaan kan ontheffing naar een lager niveau worden gegeven met als ondergrens het niveau bestaande bouw. Hieronder geven wij een overzicht van de vier thema s en enkele voorbeelden. Veiligheid De voorschriften die uit het oogpunt van veiligheid worden gesteld hebben betrekking op de constructie, het gebruik, het tegengaan en beperken van de uitbreiding van brand. Voorschriften met betrekking tot gebruiksveiligheid hebben tot doel ongevallen in en om een gebouw te voorkomen. Hierbij kan worden gedacht aan het vallen van een hoger gelegen verdiepingsvloer door het ontbreken van afscheidingen. De voorschriften over brandveiligheid hebben betrekking op de bouwkundige aspecten en hebben tot doel het voorkomen van brandgevaarlijke situaties, beperking van uitbreiding van brand, het beperken van rookvorming en het uitbreiden van rook, alsmede het bevorderen van veilig vluchten bij brand. De voorschriften met betrekking tot constructieve veiligheid hebben betrekking op de gehele constructie van het bouwwerk en in het bijzonder richt zich dit op de hoofddraagconstructie. Dit betreft ook het gedurende een minimale tijdsduur overeind blijven van de hoofddraagconstructie bij brand. Het moet het instorten van een bouwwerk voorkomen. Gezondheid Voorschriften op het gebied van gezondheid richten zich op de bescherming tegen schadelijke of hinderlijke invloeden en/of stoffen, wering van ongedierte, watervoorziening en daglichttoetreding. 2

Voorschriften over bescherming tegen schadelijke of hinderlijke invloeden richten zich op het tegengaan van geluidsoverlast door bijvoorbeeld verkeersgeluid van buiten of gebouwinstallaties. De voorschriften gaan ook over het tegengaan van vochtoverlast. Voorschriften over bescherming tegen schadelijke of hinderlijke stoffen hebben betrekking op de afvoer van afvalwater, fecaliën en hemelwater, verversing van de binnenlucht en toe- en afvoer van lucht voor verbrandingstoestellen. Bovendien zijn deze voorschriften gericht op beperking van het binnendringen vanuit de grond afkomstige stoffen en straling. De voorschriften over de wering van schadelijke of hinderlijk gedierte zijn gericht tegen het doordringen van ratten en muizen in een gebouw. Voorschriften met betrekking tot watervoorziening hebben een goede drinkwatervoorziening in een gebouw of bij een gebouw tot doel. Deze regels normeren de inrichting en omvang van de drinkwatervoorziening en warmwatervoorziening. Het doel van een goede daglichttoetreding is dat in een gebouw voldoende daglicht kan toetreden en dat de daarin aanwezige personen naar buiten kunnen kijken. Voldoende daglicht en uitzicht hebben een positieve invloed op de gemoedstoestand van de mens. Bruikbaarheid De voorschriften die uit het oogpunt van bruikbaarheid worden gesteld houden verband met de toegankelijkheid, de aanwezigheid van ruimten en opstelplaatsen en de constructie. Ook aan de toegankelijkheid van een gebouw voor rolstoelgebruikers worden eisen gesteld. Deze eisen hebben betrekking op de vrije doorgang van deuren en gangen, hoogteverschillen tussen vloeren en de aanwezigheid van bepaalde voor mindervaliden noodzakelijke voorzieningen. De voorschriften die betrekking hebben op de aanwezigheid van ruimten en opstelplaatsen zijn vooral gericht op de aanwezigheid van verblijfsruimten, toiletruimten, badruimten en technische ruimten. De voorschriften met betrekking tot verplaatsing en vervorming van een bouwwerk zijn gesteld om te voorkomen dat de bruikbaarheid van het bouwwerk vermindert door bijvoorbeeld verzakkingen of het doorbuigen van vloeren. Energiezuinigheid Voorschriften op het gebied van energiezuinigheid omvatten thermische isolatie en de beperking van luchtdoorlatendheid van de scheidingsconstructies van een verwarmd gebouw, alsmede de energieprestatie van gebouwen. De voorschriften zijn gericht op het terugdringen van het gebruik van gas en elektriciteit. De voorschriften die betrekking hebben op thermische isolatie van gebouwen zijn bedoeld om de begane grondvloer, wanden en daken zodanig te isoleren dat de warmte nagenoeg niet naar buiten kan wegvloeien. Voorschriften met betrekking tot de energieprestatie leiden tot energiebesparing. 3

HOOFDSTUK 2 TOETSINGSNIVEAUS In de Woningwet wordt gesteld dat een bouwvergunning kan worden verleend wanneer voldoende aannemelijk is gemaakt dat een bouwwerk voldoet aan het Bouwbesluit. Deze aannemelijkheidstoets is gebaseerd op het gegeven dat bij een aanvraag om bouwvergunning nog niet alle gegevens duidelijk zijn. Sommige gegevens worden namelijk pas ontwikkeld nadat de bouwvergunning is verleend. Op dat moment worden pas aannemer en installateurs geselecteerd die de nodige gegevens op het gebied van constructie en installatie verzorgen. De Woningwet stelt daarom dat de gemeente met het toetsen van een bouwaanvraag niet de verantwoordelijkheid overneemt van de vergunninghouder of bouwpartij. Een aantal bouwincidenten zoals bijvoorbeeld het instorten van een parkeerdek in Tiel, de balkons in Maastricht en diverse daken van sporthallen, zwembaden en bedrijfsloodsen en daarnaast de scheurvorming in het Bos- en Lommercomplex in Amsterdam, hebben aangetoond dat de bouw niet zo veilig is als altijd werd verondersteld. De VROM-inspectie stelde na onderzoek vast dat het kennisniveau bij de gemeentelijke bouw- en woningtoezichten over het geheel genomen goed was. Waar het aan schortte was een gebrek aan personele capaciteit, het niet kunnen onderbouwen van prioritering en het niet inzichtelijk kunnen maken of iets daadwerkelijk getoetst was en met welke diepgang dat was gedaan. Met betrekking tot dat laatste zijn gemeenten en marktpartijen aan de slag gegaan met het ontwikkelen van toetsingslijsten. De Vereniging Bouw- en Woningtoezicht Nederland, is in 2003 gestart met het project Collectieve Kwaliteitsnormering Bouwvergunningen (CKB). Onder het motto 100% toetsen kunnen we niet is uitvoering gegeven aan het project. In overleg met de VROM-Inspectie zijn verschillende toetsingsniveaus gedefinieerd. Ook is per toetsonderdeel een collectief niveau bepaald waaraan alle gemeenten in ieder geval moeten voldoen. Dit wordt gezien als een verantwoord niveau van toetsing. Dit heeft geresulteerd in het digitale toetsprotocol CKB-online. Toetsniveau De landelijk bepaalde toetsniveaus zijn de volgende: Niveau 1 Uitgangspuntentoets (bevatten de stukken voldoende informatie over de uitgangspunten) Gecontroleerd wordt of de globale uitgangspunten op de stukken, die zijn aangeleverd om het desbetreffende aspect te kunnen toetsen, in voldoende mate en in samenhang zijn weergegeven. Niveau 2 Visueel toetsen (kloppen de uitgangspunten en lijken de uitkomsten aannemelijk) Gecontroleerd wordt of de uitgangspunten op de stukken, die zijn aangeleverd om het desbetreffende aspect te kunnen toetsen, in voldoende mate en in samenhang zijn weergegeven en of de uitkomsten plausibel zijn. Niveau 3 Representatief toetsen (controle van de belangrijkste onderdelen) Gecontroleerd wordt of de uitgangspunten op de stukken, die zijn aangeleverd om het desbetreffende aspect te kunnen toetsen, in voldoende mate en in samenhang zijn weergegeven en of de uitkomsten plausibel zijn. De belangrijkste berekeningen worden gecontroleerd dan wel nagerekend. De na te rekenen aspecten worden bepaald op basis van de resultaten van de visuele toets. 4

Niveau 4 Integraal toetsen (alles controleren) Gecontroleerd wordt of de uitgangspunten op de stukken, die zijn aangeleverd om het desbetreffende aspect te kunnen toetsen, juist zijn. Ieder aspect wordt gecontroleerd en nagerekend. Een overzicht van de verschillende gebruiksfuncties en het daaraan gekoppelde CKBtoetsniveau is als bijlage 1 bij dit protocol gevoegd. CKB-online Dit jaar hebben wij twee maanden proefgedraaid met het toetsprotocol CKB-online. Daarbij hebben wij getoetst op de verschillende niveaus. Het programma heeft als voordeel dat de toetsing een complete en overzichtelijke toetslijst genereert, waaruit blijkt welke aspecten wij op welk niveau hebben getoetst en welke zaken niet akkoord zijn of nog ter beoordeling aangeleverd moeten worden. De nadelen die wij ervaren hebben zijn dat het toetsen veel arbeidsintensiever is en dus veel meer tijd kost. Bij toetsing van identieke woningen met een geringe afwijking zoals bijvoorbeeld een meerwerkoptie, moet de gehele woning opnieuw in het systeem worden ingevoerd. Navraag bij gemeenten die het toetsprotocol CKB hebben aangeschaft, leert dat zij er niet of niet volledig mee werken. Dit komt omdat het een omslachtig programma is waardoor de toetsing van alle bouwplannen tijdrovend is. Tot op heden hebben wij gebruik gemaakt van zelf opgestelde toetsingslijsten. Wij hebben een toetslijst opgesteld voor woningen en woongebouwen en een lijst voor niet woningen (kantoren, industrie etc.). Met betrekking tot de door VROM vastgestelde toetsingsniveaus hebben wij onze toetsingslijsten en het niveau waarop wij toetsen, vergeleken met het toetsprotocol CKB. Wij hebben geconcludeerd dat wij de toets aan het Bouwbesluit in zijn algemeenheid ten minste uitvoeren op het collectief vastgestelde niveau. Op enkele onderdelen scoren we lager en enkele scoren we hoger. Het verschil in het CKB-toetsniveau en dat van hebben wij per onderdeel in onze toetslijsten (bijlage 2 en 3) weergegeven. De meerwaarde van het toetsprotocol CKB-online is daarmee voor ons niet vast komen te staan. Overleg hierover met de heer R. Naafs van de VROM-inspectie heeft opgeleverd dat VROM inzet op een toetsing op tenminste het landelijk overeengekomen minimaal niveau. VROM schrijft geen specifiek programma voor. In afwachting van wat het toekomstige integrale vergunningenregistratiesysteem SQUIT XO aan applicaties ontwikkeld, wordt bij de bouwtechnische toets van bouwvergunningen vooralsnog gebruik gemaakt van onze eigen toetsingslijsten (bijlage 2 en 3). 5

BIJLAGE 1 TOETSNIVEAU S CKB VOOR ALLE GEBRUIKSFUNCTIES Indeling CKB Constructieve Veiligheid 2.1 BELASTINGEN EN UITGANGSPUNTEN 2 2.1 FUNDERING 2 2.1 HOOFDDRAAGCONSTRUCTIE 2 2.1 NIET- HOOFDDRAAGCONTRUCTIE 2 2.1 ONDERBOUW 2 2.1 VLOEREN EN DAKEN 2 2.2 STERKTE BIJ BRAND Brandveiligheid 2.11 BEPERKING VAN HET ONTSTAAN VAN EEN BRANDGEVAARLIJKE SITUATIE 2.12 BEPERKING VAN ONTWIKKELING VAN BRAND 2.13 BEPERKING VAN UITBREIDING VAN BRAND 2.14 VERDERE BEPERKINGEN VAN UITBREIDING VAN BRAND 2.15 BEPERKING VAN ONTSTAAN VAN ROOK 2.16 BEPERKING VAN VERSPREIDING VAN ROOK 2.17 VLUCHTEN BINNEN EEN ROOKCOMPARTIMENT EN EEN SUBBRANDCOMPARTIMENT 2 3 2 2 3 2 3 2 2 2 3 2 3 2 3 2 2.18 VLUCHTROUTES 2.19 INRICHTING VAN ROOKVRIJE VLUCHTROUTES 2.20 VOORKOMING EN BEPERKING VAN ONGEVALLEN BIJ BRAND 3 2 1 2 2.21 BESTRIJDING VAN BRAND 2.22 GROTE BRANDCOMPARTIMENTEN 2 6

2.23 HOGE EN ONDERGRONDSE GEBOUWEN, NIEUWBOUW 3 2 3.14 AFVOER VAN ROOK 2 3 2 Bouwfysica 3.1 BESCHERMING TEGEN GELUID VAN BUITEN, NIEUWBOUW 3.10 LUCHTVERVERSING VAN EEN VERBLIJFSRUIMTE, VERBLIJFSGEBIED, TOILETRUIMTE EN BADRUIMTE 3.11 SPUIVOORZIENING 3.12 LUCHTVERVERSING VAN OVERIGE RUIMTEN 3.13 TOEVOER VAN VERBRANDINGSLUCHT 3.2 BESCHERMING TEGEN GELUID VAN INSTALLATIES, NIEUWBOUW 2 2 3 2 1 1 3 1 1 2 1 1 2 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 2 1 1 2 1 1 1 3.20 DAGLICHT 2 3.3 GELUIDWERING TUSSEN VERBLIJFSRUIMTEN VAN DEZELFDE GEBRUIKSFUNCTIE, NIEUWBOUW 3.4 BEPERKING VAN GALM, NIEUWBOUW 3.5 GELUIDWERING TUSSEN RUIMTEN VAN VERSCHILLENDE GEBRUIKSFUNCTIES, NIEUWBOUW 3.6 WERING VAN VOCHT VAN BUITEN 3.7 WERING VAN VOCHT VAN BINNEN 5.1 THERMISCHE ISOLATIE, NIEUWBOUW 5.2 BEPERKING VAN LUCHTDOORLATENDHEID, NIEUWBOUW 5.3 ENERGIEPRESTATIE, NIEUWBOUW Bouwkundig algemeen 2.10 BEWEEGBARE CONSTRUCTIE- ONDERDELEN 2.24 TOEGANG VAN EEN BOUWWERK 2.25 INBRAAKWERENDHEID, NIEUWBOUW 2 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 2 2.3 VLOERAFSCHEIDING 2 1 1 2 2.4 OVERBRUGGING VAN HOOGTEVERSCHILLEN 1 1 2 2.5 TRAP 1 1 2 2.6 HELLINGBAAN 1 1 2 3.15 BEPERKING VAN DE TOEPASSING VAN SCHADELIJKE MATERIALEN, NIEUWBOUW 3.17 BESCHERMING TEGEN RATTEN EN MUIZEN 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 3.18 DRINKWATERVOORZIENING 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 3.19 WARMWATERVOORZIENING 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 4.10 GEMEENSCHAPPELIJKE OPSLAGRUIMTE VOOR HUISHOUDELIJK AFVAL, NIEUWBOUW 4.11 STALLINGSRUIMTE VOOR FIETSEN, NIEUWBOUW 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 4.2 TOEGANKELIJKHEIDSSECTOR, 2 7

NIEUWBOUW 4.3 VRIJE DOORGANG 2 4.4 BEREIKBAARHEID, NIEUWBOUW 4.5 VERBLIJFSGEBIED, NIEUWBOUW 1 4.6 VERBLIJFSRUIMTE 1 4.7 TOILETRUIMTE 4.8 BADRUIMTE 2 Installatievoorzieningen 2.7 ELEKTRICITEITS- EN NOODSTROOMVOORZIENING 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2.8 VERLICHTING 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2.9 GASVOORZIENING 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 3.8 AFVOER VAN AFVALWATER EN FECALIEN 3.9 AFVOER VAN HEMELWATER, NIEUWBOUW 1 1 1 4.12 METERRUIMTE, NIEUWBOUW 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 4.13 LIFTSCHACHT, NIEUWBOUW 1 1 1 4.14 LIFTMACHINERUIMTE, NIEUWBOUW 4.15 OPSTELPLAATS VOOR EEN AANRECHT EN OPSTELPLAATS VOOR EEN KOOKTOESTEL 4.16 OPSTELPLAATS VOOR EEN STOOKTOESTEL 4.17 OPSTELPLAATS VOOR EEN WARMWATER TOESTEL, NIEUWBOUW 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 8

niet BIJLAGE 2 CHECKLIST WONINGEN Beoordelingsmatrix Bouwbesluit 2003 (versie 20090126) Deze checklist kan gebruikt worden bij woningen en woonfunctie gelegen in woongebouw. Niet voor woonwagen en een megawoning. Bouwplannummer : PD Adres : Toetsdatum : Beoordeeld door : Teunis Remmers / Nienke Kleijwegt / Ted van Kralingen Onderdeel : WOONFUNCTIES Voorschriften uit het oogpunt van veiligheid (hoofdstuk 2) Afd. 2.1. Sterkte bouwconstructies (art. 2.2, 2.3, 2.4) -Controle wordt uitgevoerd door constructeur. 3 Afd. 2.2. Sterkte bij brand (art. 2.9, 2.10) 3 -Controle wordt uitgevoerd door constructeur. -Blijft rookvrije vluchtroute minimaal 30 min. in stand? - HDC aan eisen tabel 2.9.1. >> 60, 90, 120 minuten? -Er is 30 min. reductie toegestaan? Afd. 2.3. Vloerafscheiding (art. 2.15, 2.16, 2.17, 2.18) 2 3 -Zijn er hekwerken (hoogte 1m, vanaf 13 meter 1,2 m) aanwezig ter plaatse van rand vloer en langs trap? -Zijn openingen onder 0,7 meter maximaal 0,1 meter groot? -Is borstwering ter plaatse van raam minimaal 0,85 m? -Zijn er opstapmogelijkheden tussen de 0,2 en 0,7 meter? Afd. 2.4. Overbruggen van hoogteverschillen (art. 2.24) -Wordt hoogteverschil groter dan 0,21m. overbrugt door trap of hellingbaan bij VR, VG, badkamer en toilet? Afd. 2.5. Trap (art. 2.28, 2.29, 2.30, 2.31, 2.32) - trap aan afmetingen tabel 2.28a (woonfunctie)? - bordes aan afmeting 0,8 x 0,8 of 1,2 x1,2m bij vrije hoogte van 2,3m? -Is er hekwerk langs trap vanaf hoogte 1 meter aanwezig? Afd. 2.6. Hellingbaan (art. 2.39, 2.40, 2.41) -Is de breedte (min. 1,1 m.), diepte, hoogteverschil en hellingshoek van de hellingbaan met het aansluitende bordes (1,4 x 1,4 m) aangegeven? -Is 4 cm opstand langs rand aanwezig? -Is er hekwerk benodigd en voldoet deze aan eisen? Afd. 2.7. Elektriciteit- en noodstroomvoorziening (art. 2.47, 2.48, 2.49) -Is in renvooi aangegeven dat elektra volgens NEN 1010 uitgevoerd wordt? -Is er voorziening voor noodstroom benodigd vlgs. art. 2.59. en voldoet deze aan de gestelde eisen? Afd. 2.8. Verlichting (art. 2.57, 2.58, 2.59.4, 2.60) 1 2 -Heeft besloten ruimte waardoor een rookvrije vluchtroute voert een verlichtingssterkte van 10 lux? - Heeft liftkooi een verlichtingssterkte van 10 lux? 9

niet Onderdeel : WOONFUNCTIES -Is noodverlichting (1 lux.) benodigd/aanwezig? Afd. 2.9. Gasvoorziening (art. 2.69, 2.70, 2.71) -Is in renvooi aangegeven dat gasvoorziening volgens NEN 1078 uitgevoerd wordt? Afd. 2.10. Beweegbare constructieonderdelen (art. 2.76, 2.77, 2.78) -Zijn er beweegbare constructieonderdelen aanwezig boven stoep (2,2m) en openbare weg+ strook 0,6 meter (4,2m) aanwezig? -Is tpv vluchtroute een vrije doorgang bij openstaande deur van 0,6 m breed aanwezig? Afd. 2.11. Beperking van het ontstaan van brandgevaarlijke situaties (art. 2.82, 2.83, 2.84, 2.85, 2.86, 2.87) -Is er openhaard/houtkachel aanwezig? -is het materiaal rondom haard, leidingschacht onbrandbaar? -Is plaats afvoer openhaard tov brandgevaarlijk dak minimaal 15 m? -Is dak brandgevaarlijk? Afd. 2.12. Beperking van ontwikkeling van brand (art. 2.92, 2.93, 2.94, 2.95) - toegepast materiaal van gevelonderdelen, trappen, binnenwanden e.d. aan binnen- en buitenzijde aan geldende eis. Let hierbij op hoogte van aanwezig VG tov. maaiveld. Afd. 2.13. Beperking van uitbreiding van brand (art. 2.104, 2.105, 2.106, 2.107) -Is de compartimentering aangegeven. GO van BC max. 1000m2. Zijn er alleen woonfuncties (grondgebonden met nevenfuncties) aanwezig? -Is er aparte stookruimte aanwezig. Technische ruimte > 50m2 is BC. -Is wbdbo 60 minuten aanwezig tussen BC s? -Is reductie mogelijk tot wbdbo 30? PV< 500MJ/m2 of hoogte vloer VG < 7m. -let op eis spiegelsymmetrie t.o.v. aangrenzend perceel? -Is er in inwendige scheiding tussen BC s, brandwerende en zelfsluitende deur aanwezig? -Liggen brand- en rookvrije vluchtroutes buiten het BC? Afd. 2.14. Verdere beperking uitbreiding van brand (art. 2.116, 2.117, 2,118) Geldt alleen voor woning in woongebouw. -Ligt woning in sub-bc en ligt sub-bc in BC? -Is wbdbo 60 minuten aanwezig tussen sub-bc en BC? -Is reductie mogelijk tot wbdbo 30? PV< 500MJ/m2 en hoogte VG < 7m. -Is wand en kozijn tussen verkeersruimte en woning wbdbo 30? 3 2 Afd. 2.15. Beperking van ontstaan van rook (art. 2.126, 2,127, 2.128) 3 2 -Voldoen de toegepaste materialen die grenzend aan de binnenlucht aan de gestelde klasse en veroorzaken zij geen rookontwikkeling? -Aan materialen toegepast in rookvrije en rook- en brandvrije vluchtroutes worden zwaardere eisen gesteld. Wordt snel ontwikkelen van rook voldoende beperkt? Afd. 2.16. Beperking verspreiding van rook (art. 2.135, 2.137, 2.138.1) -Is BC ingedeeld in 1 of meer RC s? -Bij vloer hoger dan 50m, toegang naar besloten trappenhuis voorzien van sluis met een lengte van min. 2 meter. -Is besloten verkeersruimte een RC? 10

niet Onderdeel : WOONFUNCTIES -Is WRD tussen RC en BC niet lager dan 30 minuten. -Worden er zelfsluitende deuren toegepast? Geldt niet voor toegang woonfunctie. Afd. 2.17. Vluchten binnen een rookcompartiment/ SBC (art. 2.146, 2.148) -Is afstand tussen VR en toegang woning maximaal 15 meter? Zie gelijkwaardig oplossing toepassen rookmelders. -Worden er in verkeersruimte op elke verdieping rookmelder toegepast? -Is de horizontale afstand tussen openhaard/houtkachel en trap > 1,5 m? Afd. 2.18. Vluchtroutes (art. 2.154.1, 2.156, 2.157) -Begint er ter plaatse van toegang RC 2 rookvrije vluchtroutes die nergens samenvallen? -Ze mogen samenvallen als ze in een veiligheidstrappenhuis liggen? -Komen de vluchtroutes uit op aansluitende terrein en openbare weg? -Draait deur in vluchtrichting en is deze zonder sleutel te openen? Afd. 2.19. Inrichting vluchtroutes (art. 2.167.1, 2.168, 2.169, 2.170, 2.171.1, 2.172) -Vrije doorgang rookvrije vluchtroutes min. 0,85 x 2,3 meter? -Draaien de deuren niet tegen de vluchtrichting in? -Scheiding tussen rv-vluchtroute en andere ruimte wbdbo 30 en zelfsluitend? Afd. 2.20. Voorkoming en beperking ongevallen bij brand (art. 2.184.1, 2.185, 2.186.1) -Indien VG hoger ligt dan 20 meter, moet brandweerlift aanwezig zijn. -Loopafstand SBC/RC en vluchttrappenhuis max. 45 m. -Loopafstand SBC en brandweerlift max. 90 m. -Gem. meterruimte moet bereikbaar zijn door gem. verkeersruimten. -Afstand toegang woonfunctie en meterkast max.3 m. -Een niet besloten rv-vluchtroute heeft voorziening voor toevoer verse lucht en afvoer rook met voldoende capaciteit. Afd. 2.21. Bestrijding van brand (art. 2.191, 2.192, 2.193, 2.194, 2.195) -Indien vloer VG hoger ligt dan 20m, moet er droge blusleiding aanwezig zijn. -Indien GO woonfunctie > 500m2 moet er brandslanghaspel aanwezig zijn. - droge blusleiding/ brandslanghaspel aan gestelde eisen 2.192 en 2.193. Afd. 2.22. Grote brandcompartimenten (art. 2.200, 2.201, 2.202, 2.203) NVT Afd. 2.23. Hoge en ondergrondse gebouwen (art. 2.208, 2.209) (nieuwbouw) Alleen van toepassing als vloer VG hoger ligt dan 70 meter. i.o.m. brandweer. Afd. 2.24. Toegang van een bouwwerk (art. 2.210, 2.211) (alleen bij woongebouw) -Toegang woongeb. heeft zelfsl. deur die van buiten met sleutel te openen is. -Is er een bel, spreekinstallatie en deuropener aanwezig. Afd. 2.25. Inbraakwerendheid (art. 2.215) (nieuwbouw, alleen bij woonfunctie) -Hebben ramen en deuren e.d. die bereikbaar zijn, inbraakwerendheidklasse 2. X 2 3 11

niet Onderdeel : WOONFUNCTIES Voorschriften uit het oogpunt van gezondheid (hoofdstuk 3) Afd. 3.1. Bescherming tegen geluid van buiten (art. 3.2, 3.3) (nieuwbouw) -Is er een geluidsbelasting op de gevels < 55db? Is geluidwering gevel minimaal 20 db(a)? -Is er een geluidsrapport aanwezig. Controleer ligging gebouw/woning op geluidskaart. -Zijn voorzieningen uit geluidsrapport verwerkt op tekeningen. -Controleer opbouw gevels, beglazing, ventilatierooster/suskasten in gevels, doorsnede en details. Afd. 3.2. Bescherming tegen geluid van installaties (art. 3.7, 3.8.1) (nieuwbouw) -Nagaan welke installaties er aanwezig zijn en hoeveel geluid deze maken. -Zijn de scheidingswanden en schachten voldoende zwaar uitgevoerd. -Geluidsniveau in aanliggende woning max. 30dbA. Afd. 3.3. Geluidwering tussen verblijfsruimten van dezelfde gebruiksfuncties (art. 3.12, 3.13, 3.14) (nieuwbouw, alleen bij woonfunctie) -Geluidsisolatie tussen VR s woonfunctie minimaal 20 db. Let op geluidwering kozijnen verdieping bij open trap vanuit woonkamer naar verdieping. Afd. 3.4. Beperking van galm (art. 3.16) (nieuwbouw, alleen bij woongebouw) -Zijn er in de gemeenschappelijke verkeersruimte voorzieningen getroffen (plafonds en onderzijde bordessen e.d.) om galm te voorkomen? -Is er een berekening aanwezig en voldoet deze aan de eisen? Afd. 3.5. Geluidwering tussen verblijfsruimten van verschillende gebruiksfuncties (art. 3.18, 3.19, 3.20) (nieuwbouw) -Is de scheidingsconstructie (gevels, wanden, vloeren en plafonds) zodanig dat er voldaan wordt aan de eis m.b.t. het luchtgeluid en contactgeluid? (zie NPR 5070) Afd. 3.6. Wering van vocht van buiten (art. 3.23) -Is de uitwendige scheidingsconstructie (begane grondvloer, gevels en dak) waterdicht? Controleer de aanwezige details. Afd. 3.7. Wering van vocht van binnen (art. 3.27, 3.28) -Controleer of er koudebruggen aanwezig zijn. -Is er tegelwerk o.g. op vloer of wand van de natte ruimten aanwezig? Afd. 3.8. Afvoer van afvalwater en fecaliën (art. 3.32.1, 3.33, 3.34, 3.35) NEN 3215. -Is er een gescheiden stelsel van vuil en schoon water aanwezig? -Zijn er controle-/ontstoppingsputten op 0,5 meter van erfgrens op eigen terrein aangebracht? -Wordt er aangesloten op openbaar riool of op persleiding? 2 1 Afd. 3.9. Afvoer van hemelwater (art. 3.42, 3.43, 3.44, 3.45) (nieuwbouw) 2 1 -Is er een gescheiden stelsel van vuil en schoon water aanwezig? -Zijn er controle-/ontstoppingsputten op 0,5 meter van erfgrens op eigen terrein aangebracht? -Wordt er aangesloten op openbaar riool of op persleiding? Indien mogelijk schoon water naar open water/sloot. Afd. 3.10. Luchtverversing van een verblijfsgebied, verblijfsruimte, 12

niet Onderdeel : WOONFUNCTIES toiletruimte en badruimte (art. 3.47, 3.48, 3.49, 3.50, 3.51, 3.52, 3.53) NEN 1087. -Met welk systeem wordt er geventileerd. -Nat. toe- en afvoer, nat. toe en mech. afvoer of gebalanceerde ventilatie. -Is er ventilatie berekening aanwezig waaruit blijkt; -Eisen toevoer VG=0,9 dm3/s per m2 en VR=0,7 dm3/s per m2. -Eisen afvoer toilet 7, badkamer 14 en keuken minimaal 21 dm3/s. Totaal toevoer moet gelijk zijn aan totaal afvoer. Klopt het stroomschema? -Liggen toevoeropeningen 2 meter van erfgrens? -Wordt er voldaan aan verdunningsfactor? Afd. 3.11. Spuivoorziening (art. 3.61, 3.62, 3.63) NEN 1087. -Heeft elke VR een te openen deel? Is er berekening aanwezig waaruit blijkt: Eis VG=6 dm3/s per m2, VR=3 dm3/s per m2. -Liggen toevoeropeningen 2 meter van erfgrens? Afd. 3.12. Luchtverversing van overige ruimten (art. 3.68, 3.69, 3.70, 3.71, 3.72.2, 3.73) - ventilatievoorziening meterkast, liftschacht, ruimte voor opslaan afval en gemeenschappelijke verkeersruimten? -Deze mogen niet afsluitbaar zijn. Afd. 3.13. Toevoer verbrandingslucht (3.80, 3.81, 3.82, 3.83, 8.84) -Is er een gesloten cv-ketel aanwezig? -Is er openhaard/houtkachel (vaste brandstoffen) aanwezig? -Let op extra toevoer tbv open haard. let ook op verdunningsfactor. -Ligt opening toevoer verbrandingslucht 2 meter vanaf erfgrens? -Ligt toevoeropening 0,3 m. boven aansl. terrein of constructieonderdeel? -Wordt door goed functionerende kap, terugstromen van rook voorkomen? Afd. 3.14. Afvoer rook (art. 3.92, 3.93, 9.94, 3.95, 3.96, 3.97) 3 2 -let op plaats rookgasafvoer en op de toegestane verdunningsfactor. -Ligt opening afvoer rook/verbrandingslucht 1m of 2 meter vanaf erfgrens? -Ligt afvoeropening 0,3 m. boven aansl. terrein of constructieonderdeel? Afd. 3.15. Beperking van de toepassing van schadelijke materialen (art. 3.107) -Controleer toegepaste materialen op tekening en renvooi. Afd. 3.16. Beperking kunnen binnendringen uit de grond afkomstige schadelijke stoffen of straling (art. 3.111) -Controleer toegepaste materialen op tekening en details. 1 1 1 1 Afd. 3.17. Bescherming tegen ratten en muizen (art. 3.115, 3.116) 1 1 - Zijn er openingen < 1 cm in uitw. scheidingsconstructie aanwezig? - Is er muisscherm met diepte 0,6 meter aanwezig. Afd. 3.18. Drinkwatervoorziening (art. 3.120, 3.121, 3.122) 1 1 -Is in renvooi aangegeven dat drinkwatervoorziening volgens NEN 1006 uitgevoerd wordt? Afd. 3.19. Warmwatervoorziening (art. 3.127, 3.128, 3.129) 1 1 -Is in renvooi aangegeven dat warmwatervoorziening volgens NEN 1006 uitgevoerd wordt? Afd. 3.20. Daglicht en uitzicht (art. 3.134) 13

niet Onderdeel : WOONFUNCTIES -Oppervlakte daglichtopening min. 10% van VG. Cb=max. 0,86 -Oppervlakte daglichtopening min. 0,5 m2 bij VR. Cb=max. 0,86 Let ook op eis 55% GO =VG bij toepassen krijtstreepmethode. Voorschriften uit het oogpunt van bruikbaarheid (hoofdstuk 4) Afd. 4.2. Toegankelijkheidssector (art. 4.4, 4.5, 4.6, 4.7, 4.8, 4.9) (nieuwbouw) -Is nodig bij: - Vloer VG hoger dan 12,5 meter boven meetniveau. - GO vloeroppervlakte hoger dan 1,5 meter gelegen, groter is dan 3500 m2. - Is toegang woning bereikbaar via gemeenschappelijke verkeersruimten. - Hoogteverschil vloeren max. 0,02 meter. - Vloeroppervlakte liftkooi min. 1,05 x 2,05 m. - Is afstand toegang woning tot toegang lift maximaal 90 meter. Afd. 4.3. Vrije doorgang (art. 4.11, 4.12) - Is vrije doorgang: breedte minimaal 0,85m en hoogte minimaal 2,3 meter. - Gemeenschappelijke verkeersroute minimaal 1,2 meter breed. - Let op keerplek 1,5 x 1,5 meter tpv toegang woongebouw en bij lift. Afd. 4.4. Bereikbaarheid (4.17.1, 4.18) (nieuwbouw) -Is hoogteverschil max. 0,02 meter tpv toegang woning of woongebouw? -Is er opstelplaats voor lift als toegang woning hoger dan 3 meter ligt? Afd. 4.5. Verblijfsgebied (art. 4.21, 4.22, 4.23.1, 4.24) (nieuwbouw) Ga na: -55% GO=VG. -Min. 24 m2 is verblijfsgebied. -Is er woonmatje van 3,3, x 3,3 meter aanwezig? -Eis VG: A= 5m2, breedte min. 1,8 m. en hoogte min. 2,6 meter. -Is toegankelijkheidssector nodig? Afd. 4.6. Verblijfsruimte (art. 4.26.1, 4.27, 4.28) -Is er woonmatje van 3,3, x 3,3 meter aanwezig? -Eis VR: A= 5m2, breedte min. 1,8 m. en hoogte min. 2,6 meter. Afd. 4.7. Toiletruimte (art. 4.35.2, 4.36.1, 4.37, 4.38, 4.39) -1 toilet per 125 m2 GO of gedeelte daarvan. -Afmeting 0,9 x 1,2 meter. Hoogte min. 2,3 meter. Afsluitbaar. Afd. 4.8. Badruimte (art. 4.46, 4.48.1, 4.49, 4.50) -Is er een badkamer aanwezig? Opp. 1,6 m2, min. breedte 0,8 meter. H= 2,3 m. -Gecombineerd met toilet oppervlakte 2,6 m2. Afd. 4.10. Gemeenschappelijke opslagruimte voor huishoudelijk afval (art. 4.59, 4.60, 4.61) (nieuwbouw, alleen bij woongebouw) -In woongebouw moet opslagruimte afval aanwezig zijn. Min. 0,75% van totale GO met minimum 1,6 m2. breedte min. 0,8m en hoogte min. 2.1 meter. - Geen hoogteverschil groter dan 0,02 meter. - Van buiten uitsluitend met sleutel te openen. Afd. 4.11. Stallingsruimte voor fietsen (art. 4.63, 4.64) (nieuwbouw) n.v.t. X Afd. 4.12. Meterruimte (art. 4.66.1, 4.67.1, 4.68, 4.69) (nieuwbouw) 1 1 14

niet Onderdeel : WOONFUNCTIES - Is er een meterkast met voldoende afmetingen aanwezig. Afd. 4.13. Liftschacht (art. 4.71, 4.72, 4.73, 4.74) (nieuwbouw) -Is er voldoende uitloop aan bovenzijde lift en is liftput diep genoeg? Afd. 4.14. Liftmachineruimte (art. 4.76, 4.78, 4.79) (nieuwbouw) 1 2 -Is er lift machineruimte aanwezig en voldoet deze aan eisen? Afd. 4.15. Aanrecht en opstelplaats voor een aanrecht en een kooktoestel (art. 4.81, 4.82) -Is er opstelplaats voor aanrecht 0,6 x1,5 m en voor kooktoestel 0,6 x0,6 meter welke op 0,6 meter van woonmatje 3,3 x 3,3 meter ligt? 1 2 Afd. 4.16. Opstelplaats voor een stooktoestel (art. 4.87, 4.88, 4.89) 1 1 -Is de plaats, type en vermogen van de cv-ketel aangegeven? -Indien totale vermogen > 130 KW ligt deze in stookruimte. Afd. 4.17. Opstelplaats voor een warmwatertoestel (art. 4.95, 4.96) (nieuwbouw) -Is warmwatertoestel een cv-ketel en voldoet deze aan de eisen? 1 1 Voorschriften uit het oogpunt van energiezuinigheid (hoofdstuk 5) Afd. 5.1. Thermische isolatie (art. 5.2, 5.3.1, 5.5.2) (nieuwbouw) 3 2 -Heeft uitwendige scheidingsconstructie en inwendige scheiding tussen woning en garage een RC waarde van 2,5? -Kozijnen U waarde van min. 4,2 W/m2.K? Afd. 5.2. Beperking van luchtdoorlatendheid (art. 5.9, 5.10) (nieuwbouw) 2 1 -Controleer de diverse aansluitingen op detailtekeningen / doorsnede. Afd. 5.3. Energieprestatie (art. 5.12, 5.13) (nieuwbouw) -Controleer de versie van het programma waarmee berekening is uitgevoerd? -Controleer de verwarmde zones, AOR en sterk geventileerde ruimte? -Controleer Rc-waarden, opgevoerde GO, ventilatiesysteem, infiltratie en opgevoerde leidinglengten. -Controleer uitkomst en zonodig de uitgevoerde herberekeningen. Voorschriften m.b.t. eisen bouwverordening (hoofdstuk 2 geldt alleen bij nieuwbouw) Bodemonderzoek (art. 2.1.5) Bereikbaarheid van bouwwerken en wegverkeer. Brandblusvoorzieningen. (art. 2.5.3) Bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten. (art. 2.5.4) Parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden (art. 2.5.30) Eis tot aansluiting aan de waterleiding (art. 2.7.1) Eis tot aansluiting aan het elektriciteitsnet (art. 2.7.2) Eis tot aansluiting aan het aardgasnet (art. 2.7.3) Eis tot aansluiting aan de openbare riolering (art. 2.7.4) 15

niet Onderdeel : WOONFUNCTIES Voorschriften m.b.t. eisen gebruiksbesluit Brandmeld installaties (art. 2.2.1) Ontruimingsalarm installaties (art. 2.3.6.)) Vluchtrouteaanduidingen (art. 2.3.7.)) Aanwezigheid en kwaliteit brandweeringang (2.6.2.) Communicatiesysteem voor hulpverleningsdiensten (art. 2.8.1) 16

niet BIJLAGE 3 CHECKLIST OVERIGE BOUWWERKEN (NIET WONINGEN) Beoordelingsmatrix Bouwbesluit 2003 (versie 20090126) Deze checklist kan gebruikt worden bij gebruikfuncties niet zijnde woningen en niet zijnde woonfuncties gelegen in woongebouw. Bouwplannummer : PD Adres : Toetsdatum : Beoordeeld door : Teunis Remmers / Nienke Kleijwegt / Ted van Kralingen Onderdeel : NIET ZIJNDE EEN WOONFUNCTIE Voorschriften uit het oogpunt van veiligheid (hoofdstuk 2) Afd. 2.1. Sterkte bouwconstructies (art. 2.2, 2.3, 2.4) -Controle wordt uitgevoerd door constructeur. 3 Afd. 2.2. Sterkte bij brand (art. 2.9, 2.10) 3 -Blijft rookvrije vluchtroute minimaal 30 min. in stand? - HDC aan eisen tabel 2.9.2. >> 60, 90, 120 minuten? -Er is 30 min. reductie toegestaan? Afd. 2.3. Vloerafscheiding (art. 2.15, 2.16, 2.17, 2.18) 2 3 -Zijn er hekwerken (hoogte 1m, vanaf 13 meter 1,2 m) aanwezig ter plaatse van rand vloer en langs trap? -Is borstwering ter plaatse van raam minimaal 0,85 m? -Zie uitzonderingen andere bijeenkomstfunctie en sportfunctie (art. 2.16.4). -Zijn openingen onder 0,7 meter maximaal 0,1 meter groot bij GB (gedeelte bestemd) voor bezoekers. -Zijn openingen maximaal 0,5 meter groot. BF voor kinderopvang =0,2 meter? -Zijn er opstapmogelijkheden tussen de 0,2 en 0,7 meter bij gedeelte mede bestemd voor bezoekers? Afd. 2.4. Overbruggen van hoogteverschillen (art. 2.24) -Wordt hoogteverschil groter dan 0,21m. overbrugt door trap of hellingbaan bij VR, VG, badkamer en toilet? Afd. 2.5. Trap (art. 2.28, 2.29, 2.30, 2.31, 2.32) - trap aan afmetingen tabel 2.28b (niet voor bewoning bestemde GF)? - bordes aan afmeting 0,8 x 0,8 of 1,1 x1,1m bij vrije hoogte van 2,3m? -Is er hekwerk langs trap vanaf hoogte 1 meter aanwezig? Afd. 2.6. Hellingbaan (art. 2.39, 2.40, 2.41) -Is de breedte (min. 1,1 m.), diepte, hoogteverschil en hellingshoek van de hellingbaan met het aansluitende bordes (1,4 x 1,4 m) aangegeven? -Is 4 cm opstand langs rand aanwezig? -Is er hekwerk benodigd en voldoet deze aan eisen? Afd. 2.7. Elektriciteit- en noodstroomvoorziening (art. 2.47, 2.48, 2.49) -Is in renvooi aangegeven dat elektra volgens NEN 1010 uitgevoerd wordt? -Is er voorziening voor noodstroom benodigd vlgs. art. 2.59. en voldoet deze aan de gestelde eisen? Afd. 2.8. Verlichting (art. 2.57, 2.58, 2.59.4, 2.60) 1 2 -Is er op vloer VR een verlichtingssterkte van 10 lux aanwezig -Heeft besloten ruimte waardoor een rookvrije vluchtroute voert een 17

niet Onderdeel : NIET ZIJNDE EEN WOONFUNCTIE verlichtingssterkte van 10 lux? - Heeft liftkooi een verlichtingssterkte van 10 lux? -Moet verlichtingsinstallatie op een voorziening voor noodstroom aangesloten worden. -Is noodverlichting (1 lux.) benodigd/aanwezig? Afd. 2.9. Gasvoorziening (art. 2.69, 2.70, 2.71) -Is in renvooi aangegeven dat gasvoorziening volgens NEN 1078 uitgevoerd wordt? Afd. 2.10. Beweegbare constructieonderdelen (art. 2.76, 2.77, 2.78) -Zijn er beweegbare constructieonderdelen aanwezig boven stoep (2,2m) en openbare weg+ strook 0,6 meter (4,2m) aanwezig? -Is tpv vluchtroute een vrije doorgang bij openstaande deur van 0,6 m breed aanwezig? Afd. 2.11. Beperking van het ontstaan van brandgevaarlijke situaties (art. 2.82, 2.83, 2.84, 2.85, 2.86, 2.87) -Is er openhaard/houtkachel aanwezig? -is het materiaal rondom haard, leidingschacht onbrandbaar? -Is plaats afvoer openhaard tov brandgevaarlijk dak minimaal 15 m? -Is dak brandgevaarlijk? Afd. 2.12. Beperking van ontwikkeling van brand (art. 2.92, 2.93, 2.94, 2.95) - toegepast materiaal van gevelonderdelen, trappen, binnenwanden e.d. aan binnen- en buitenzijde aan geldende eis. Let hierbij op hoogte van aanwezig VG tov. maaiveld. Afd. 2.13. Beperking van uitbreiding van brand (art. 2.104, 2.105, 2.106, 2.107) -Is de compartimentering aangegeven? Besloten ruimte ligt in een BC. -Is er aparte stookruimte aanwezig. Technische ruimte > 50m2 is BC. -Liggen brand- en rookvrije vluchtroutes buiten het BC? Zie 2.104 voor mogelijke ontheffingen industrie- en overige GF. -Een BC ligt op 1 perceel. Oppervlakte BC < aangegeven waarde. -Is wbdbo 60 minuten aanwezig tussen BC s? -Is reductie mogelijk tot wbdbo 30? Zie ook art 2.106.7 -let op eis spiegelsymmetrie t.o.v. aangrenzend perceel? -Is er in inwendige scheiding tussen BC s brandwerende en zelfsluitende deur aanwezig? Afd. 2.14. Verdere beperking uitbreiding van brand (art. 2.116, 2.117, 2,118) -Ligt niet gem. ruimte in sub-bc en ligt sub-bc in BC? -Is wbdbo 30 minuten aanwezig tussen sub-bc en BC? -Is wand en kozijn tussen verkeersruimte en SBC wbdbo 30? -Is er alleen een zelfsluitende deur aanwezig in inwendige scheidingsconstr. 3 2 Afd. 2.15. Beperking van ontstaan van rook (art. 2.126, 2,127, 2.128) 3 2 -Voldoen de toegepaste materialen die grenzend aan de binnenlucht aan de gestelde klasse en veroorzaken zij geen rookontwikkeling? -Aan materialen toegepast in rookvrije en rook- en brandvrije vluchtroutes worden zwaardere eisen gesteld. Wordt snel ontwikkelen van rook voldoende beperkt? Bepalen i.o..m. brandweer. Afd. 2.16. Beperking verspreiding van rook (art. 2.135, 2.137, 2.138.1) 18

niet Onderdeel : NIET ZIJNDE EEN WOONFUNCTIE -Is BC ingedeeld in 1 of meer RC s? -Bij vloer hoger dan 50m, toegang naar besloten trappenhuis voorzien van sluis met een lengte van min. 2 meter. -Is besloten verkeersruimte een RC? - de loopafstand aan de gestelde eis. Let op factor 1,5. -Hoogteverschil vloeren in 1 rookcompartiment maximaal 4 meter. Zie uitzondering lid 7 bij IF. -Is WRD tussen RC en BC niet lager dan 30 minuten. -worden er zelfsluitende deuren toegepast? Geldt niet voor toegang woonfunctie. Afd. 2.17. Vluchten binnen een rookcompartiment/sbc (art. 2.146, 2.148) -Is toegang van VG en VR voldoende breed. Is afstand tussen VR en toegang woning maximaal 15 meter? Zie gelijkwaardig oplossing toepassen rookmelders. -Draait deur naar VG en VR tegen vluchtrichting in? Zie eis m2. - loopafstand tussen punt in VR tot toegang VR? -Loopafstand maximaal 20 meter bij opslag gevaarlijke stoffen. -Indien VR ontsloten wordt via ander VR moeten er in die ruimte 2 toegangen zijn die minimaal 5 meter uit elkaar liggen. Zie uitzondering lid 13. -Zie eisen subbrandcompartiment art. 2.147 -Zijn er 2 toegangen als RC > dan. m2. Afstand tussen deuren min. 5m. - de breedte van de deuren? Minimaal 0,85 m per deur. -Indien RC groter dan m2 dan draaien deuren niet tegen vluchtrichting in. -Loopafstand verkeersroute tussen 2 toegangen max. (bij zorg en kantoor) Afd. 2.18. Vluchtroutes (art. 2.154.1, 2.156, 2.157) -Rookvrije vluchtroute leidt naar aansluitende terrein en vandaar naar openbare weg zonder dat deuren (die met sleutel geopend worden) gepasseerd worden. -Begint er ter plaatse van toegang RC 2 rookvrije vluchtroutes die nergens samenvallen? -Ze mogen samenvallen als ze in een veiligheidstrappenhuis liggen? -Zijn er ontheffingen van toepassen zoals aangegeven in 2.156 lid 4 t/m 7 -Een vluchtroute kan gemeenschappelijke vluchtroute zijn. -Vluchttrappenhuis met hoogteverschil > 8m voldoet aan eisen brand- en rookvrije vluchtroute. Afd. 2.19. Inrichting vluchtroutes (art. 2.167.1, 2.168, 2.169, 2.170, 2.171.1, 2.172) -Vrije doorgang rookvrije vluchtroutes min. 0,85 x 2,3 meter? -Scheiding tussen rv-vluchtroute en andere ruimte wbdbo 30 en zelfsluitend? -Zie eisen 2.170. Wordt hieraan voldaan. i.o.m. brandweer. -Draaien de deuren niet tegen de vluchtrichting in? -Eis loopafstand max. 30 m. bij logiesfunctie. - opvang- en doorstroomcapaciteit. Afd. 2.20. Voorkoming en beperking ongevallen bij brand (art. 2.184.1, 2.185, 2.186.1) -Indien VG hoger ligt dan 20 meter, moet brandweerlift aanwezig zijn. -Is er een vluchttrappenhuis aanwezig? -Loopafstand RC en vluchttrappenhuis max. 30 m. -Loopafstand RC en brandweerlift max. 75 m. -Een niet besloten rv-vluchtroute heeft voorziening voor toevoer verse lucht en afvoer rook met voldoende capaciteit. Afd. 2.21. Bestrijding van brand (art. 2.191, 2.192, 2.193, 2.194, 2.195) 19

niet Onderdeel : NIET ZIJNDE EEN WOONFUNCTIE -Indien vloer VG hoger ligt dan 20m, moet er droge blusleiding aanwezig zijn. -Indien GO gebruiksfunctie > m2 moet er (gemeenschappelijke) brandslanghaspel aanwezig zijn. - droge blusleiding/brandslanghaspel aan gestelde eisen 2.192 en 2.193. Afd. 2.22. Grote brandcompartimenten (art. 2.200, 2.201, 2.202, 2.203) -i.o.m. brandweer. Afd. 2.23. Hoge en ondergrondse gebouwen (art. 2.208, 2.209) (nieuwbouw) -i.o.m. brandweer. Afd. 2.24. Toegang van een bouwwerk (art. 2.210, 2.211) (alleen bij woongebouw) Afd. 2.25. Inbraakwerendheid (art. 2.215) (nieuwbouw, alleen bij woonfunctie) X X X X Voorschriften uit het oogpunt van gezondheid (hoofdstuk 3) Afd. 3.1. Bescherming tegen geluid van buiten (art. 3.2, 3.3) (nieuwbouw) -Is er een geluidsbelasting op de gevels < 50/55db? E.e.a. afhankelijk van GF. Is geluidwering van de gevel voldoende? Is de inwendige scheidingsconstructie voldoende geluidswerend? Hogere grenswaarde. -Is er een geluidsrapport aanwezig. Controleer ligging gebouw/woning op geluidskaart. -Zijn voorzieningen uit geluidsrapport verwerkt op tekeningen. -Controleer opbouw gevels, beglazing, ventilatierooster/suskasten in gevels, doorsnede en details. Afd. 3.2. Bescherming tegen geluid van installaties (art. 3.7, 3.8.1) (nieuwbouw) -Nagaan welke installaties er aanwezig zijn en hoeveel geluid deze maken. -Zijn de scheidingswanden en schachten voldoende zwaar uitgevoerd. -Geluidsniveau in aanliggende VG/VG WF. max. 30db(A). Afd. 3.3. Geluidwering tussen verblijfsruimten van dezelfde gebruiksfuncties (art. 3.12, 3.13, 3.14) (nieuwbouw, alleen bij woonfunctie) Afd. 3.4. Beperking van galm (art. 3.16) (nieuwbouw, alleen bij woongebouw) Afd. 3.5. Geluidwering tussen verblijfsruimten van verschillende gebruiksfuncties (art. 3.18, 3.19, 3.20) (nieuwbouw) -Is de scheidingsconstructie (gevels, wanden, vloeren en plafonds) zodanig dat er voldaan wordt aan de eis mbt het luchtgeluid en contactgeluid? (zie NPR 5070) X X X X Afd. 3.6. Wering van vocht van buiten (art. 3.23) -Is de uitwendige scheidingsconstructie (begane grondvloer, gevels en dak) waterdicht? Controleer de aanwezige details. (zie NPR 2877) Afd. 3.7. Wering van vocht van binnen (art. 3.27, 3.28) -Controleer of er koudebruggen aanwezig zijn. -Is er tegelwerk o.g. op vloer of wand van de natte ruimten aanwezig? 20

niet Onderdeel : NIET ZIJNDE EEN WOONFUNCTIE Afd. 3.8. Afvoer van afvalwater en fecaliën (art. 3.32.1, 3.33, 3.34, 3.35) NEN 3215. -Is er een gescheiden stelsel van vuil en schoon water aanwezig? -Zijn er controle-/ontstoppingsputten op 0,5 meter van erfgrens op eigen terrein aangebracht? -Wordt er aangesloten op openbaar riool of op persleiding? 2 1 Afd. 3.9. Afvoer van hemelwater (art. 3.42, 3.43, 3.44, 3.45) (nieuwbouw) 2 1 -Is er een gescheiden stelsel van vuil en schoon water aanwezig? -Zijn er bij plat dak noodoverlopen nodig? (constructie) -Zijn er controle-/ontstoppingsputten op 0,5 meter van erfgrens op eigen terrein aangebracht? -Wordt er aangesloten op openbaar riool of op persleiding? Indien mogelijk schoon water naar open water/sloot i.o.m Waterschap. Afd. 3.10. Luchtverversing van een verblijfsgebied, verblijfsruimte, toiletruimte en badruimte (art. 3.47, 3.48, 3.49, 3.50, 3.51, 3.52, 3.53) NEN 1087. -Met welk systeem wordt er geventileerd. -Nat. toe- en afvoer, nat. toe en mech. afvoer of gebalanceerde ventilatie. -Eisen toevoer VG en VR = afhankelijk van GF en bezettingsgraad l/s per m2. -Eisen afvoer toilet 7, badkamer 14 en keuken minimaal 21 dm3/s. Totaal toevoer moet gelijk zijn aan totaal afvoer. Klopt het stroomschema? -Liggen toevoeropeningen 2 meter van erfgrens? -Wordt er voldaan aan verdunningsfactor? Komt toevoer verse lucht direct van buiten? Afd. 3.11. Spuivoorziening (art. 3.61, 3.62, 3.63) NEN 1087. Geldt alleen bij Bijeenkomstfunctie voor kinderopvang en woonfunctie. -Heeft elke VR een te openen deel? Eis VG=6 dm3/s per m2, VR=3 dm3/s per m2. -Liggen toevoeropeningen 2 meter van erfgrens? Afd. 3.12. Luchtverversing van overige ruimten (art. 3.68, 3.69, 3.70, 3.71, 3.72.2, 3.73) - ventilatievoorziening meterkast, liftschacht, ruimte voor opslaan afval en gemeenschappelijke verkeersruimten? -Bij opslag afval mogen ventilatievoorzieningen niet afsluitbaar zijn. Afd. 3.13. Toevoer verbrandingslucht (3.80, 3.81, 3.82, 3.83, 8.84) -Is er een gesloten cv-ketel aanwezig? -Is er openhaard/houtkachel (vaste brandstoffen) aanwezig? -Let op extra toevoer tbv open haard. let ook op verdunningsfactor. -Ligt opening toevoer verbrandingslucht 2 meter vanaf erfgrens? -Ligt toevoeropening 0,3 m. boven aansl. terrein of constructieonderdeel? -Wordt er voldaan aan de eisen m.b.t. de verdunningsfactor? Afd. 3.14. Afvoer rook (art. 3.92, 3.93, 9.94, 3.95, 3.96, 3.97) 3 2 -let op plaats rookgasafvoer en op de toegestane verdunningsfactor. -Ligt opening afvoer rook/verbrandingslucht 1m of 2 meter vanaf erfgrens? -Ligt afvoeropening 0,3 m. boven aansl. terrein of constructieonderdeel? -Wordt door goed functionerende kap, terugstromen van rook voorkomen? -Indien totale capaciteit van de stooktoestellen groter is dan 130 KW, liggen de stooktoestellen in een stookruimte. Afd. 3.15. Beperking van de toepassing van schadelijke materialen (art. 3.107) 1 1 21

niet Onderdeel : NIET ZIJNDE EEN WOONFUNCTIE -Controleer toegepaste materialen op tekening en renvooi. Afd. 3.16. Beperking kunnen binnendringen uit de grond afkomstige schadelijke stoffen of straling (art. 3.111) -Controleer toegepaste materialen op tekening en details. 1 1 Afd. 3.17. Bescherming tegen ratten en muizen (art. 3.115, 3.116) 1 1 - Zijn er openingen < 1 cm in uitw. scheidingsconstructie aanwezig? - Is er muisscherm met diepte 0,6 meter aanwezig. Afd. 3.18. Drinkwatervoorziening (art. 3.120, 3.121, 3.122) 1 1 -Is in renvooi aangegeven dat drinkwatervoorziening volgens NEN 1006 uitgevoerd wordt? (wordt niet bij alle gebruiksfuncties gevraagd). Afd. 3.19. Warmwatervoorziening (art. 3.127, 3.128, 3.129) 1 1 -Is in renvooi aangegeven dat warmwatervoorziening volgens NEN 1006 uitgevoerd wordt? (wordt niet bij alle gebruiksfuncties gevraagd). Afd. 3.20. Daglicht en uitzicht (art. 3.134) (wordt niet bij alle gebruiksfuncties gevraagd). -Oppervlakte daglichtopening min. % van VG. Cb=max. 0,86 -Oppervlakte daglichtopening min.. m2 bij VR. Cb=max. 0,86 Let ook op eis 55% GO =VG bij toepassen krijtstreepmethode. Voorschriften uit het oogpunt van bruikbaarheid (hoofdstuk 4) Afd. 4.2. Toegankelijkheidssector (art. 4.4, 4.5, 4.6, 4.7, 4.8, 4.9) (nieuwbouw) - Is er een al dan niet gemeenschappelijke TGS nodig. Zie opp. GO tabel 4.3. - Is ruimte die in TGS ligt, bereikbaar via verkeersroute die uitsluitend door TGS voert? -Is hoogteverschil vloeren TGS /aansl. maaiveld max. 0,02 meter. -Is hoogteverschil tpv. toegang TGS en aansl. maaiveld max. 0,02 meter. Zoniet overbruggen met hellingbaan. Afd. 4.3. Vrije doorgang (art. 4.11, 4.12) - Is vrije doorgang: breedte minimaal 0,85m en hoogte minimaal 2,3 meter. - Verkeersroute gelegen in TGS min. 1,2 meter breed. Geldt niet voor trap. Afd. 4.4. Bereikbaarheid (art. 4.18) (nieuwbouw) Geldt alleen voor TGS. -Is hoogteverschil max. 1 meter tpv toegang GF? -Is hoogteverschil tussen vloeren, aansl. maaiveld of hellingbaan max. 2cm. Afd. 4.5. Verblijfsgebied (art. 4.21, 4.22, 4.23.1, 4.24) (nieuwbouw) Ga na: -55% GO=VG. -Indien GO> 400m2, ligt dan % van VG in TGS - VG aan de gestelde afmetingen van desbetreffende GF? Afd. 4.6. Verblijfsruimte (art. 4.26.1, 4.27, 4.28) -Is er 1 VR met vloeroppervlakte van m2 aanwezig? Zie tabel 4.25. - VR aan gestelde afmetingen van desbetreffende GF? -Een VR heeft dezelfde bezettingsgraadklasse als VG waarin het ligt. Afd. 4.7. Toiletruimte (art. 4.35.2, 4.36.1, 4.37, 4.38, 4.39) -Zijn er voldoende toiletten of gem. toiletten aanwezig. Zie tabel 4.34. 22

niet Onderdeel : NIET ZIJNDE EEN WOONFUNCTIE -Afmeting 0,9 x 1,2 meter. Hoogte min. 2,3 meter. Afsluitbaar. -Is er 1 of meer integraal toegankelijke toiletten benodigd. -ligt deze in TGS en zijn afm. 1,65 x 2,2 m. Afd. 4.8. Badruimte (art. 4.46, 4.48.1, 4.49, 4.50) -Is er een badkamer benodigd?. - badkamer aan gestelde afmetingen van desbetreffende GF? -Is er 1 of meer integraal toegankelijke badkamers benodigd. -ligt deze in TGS. Afmetingen volgens tabel 4.45 en art. 4.49 Afd. 4.10. Gemeenschappelijke opslagruimte voor huishoudelijk afval (art. 4.59, 4.60, 4.61) (nieuwbouw, alleen bij woongebouw) X Afd. 4.11. Stallingsruimte voor fietsen (art. 4.63, 4.64) (nieuwbouw) -Is er voldoende stallingsruimte voor fietsen aanwezig. Zie tabel 4.62 Afd. 4.12. Meterruimte (art. 4.66.1, 4.67.1, 4.68, 4.69) (nieuwbouw) 1 1 - Is er een al dan niet gemeenschappelijke meterkast met voldoende afmetingen aanwezig en is deze regenwerend? Afd. 4.13. Liftschacht (art. 4.71, 4.72, 4.73, 4.74) (nieuwbouw) -Is er voldoende uitloop aan bovenzijde lift en is liftput diep genoeg? -Zijn in liftschacht alleen leidingen en installatie aanwezig, die nodig zijn voor het veilig functioneren van de lift? Is de liftschacht waterdicht? Afd. 4.14. Liftmachineruimte (art. 4.76, 4.78, 4.79) (nieuwbouw) 1 2 -Is er lift machineruimte aanwezig en voldoet deze aan eisen m.b.t bereikbaarheid, afmetingen en regenwerendheid? Afd. 4.15. Aanrecht en opstelplaats voor een aanrecht en een kooktoestel (art. 4.81, 4.82) Geldt alleen bij Bijeenkomstfunctie voor alcoholgebruik en woonfunctie. -Is er opstelplaats voor aanrecht. 1 1 Afd. 4.16. Opstelplaats voor een stooktoestel (art. 4.87, 4.88, 4.89) 1 1 -Is de plaats, type en vermogen van de cv-ketel aangegeven? Zie 4.88 en 4.89. -Indien totale vermogen > 130 KW ligt deze in stookruimte. Afd. 4.17. stelplaats voor een warmwatertoestel (art. 4.95, 4.96) (nieuwbouw) -Is warmwatertoestel een cv-ketel en voldoet deze aan de eisen? 1 1 Voorschriften uit het oogpunt van energiezuinigheid (hoofdstuk 5) Afd. 5.1. Thermische isolatie (art. 5.2, 5.3.1, 5.5.2) (nieuwbouw) 3 2 -Heeft uitwendige scheidingsconstructie en inwendige scheiding tussen verwarmde VG en onverwarmde ruimte een RC waarde van 2,5? -Kozijnen U waarde van min. 4,2 W/m2.K? Afd. 5.2. Beperking van luchtdoorlatendheid (art. 5.9, 5.10) (nieuwbouw) 2 1 -Controleer de diverse aansluitingen op detailtekeningen / doorsnede. Afd. 5.3. Energieprestatie (art. 5.12, 5.13) (nieuwbouw) -Controleer de versie van het programma waarmee berekening is uitgevoerd? -Controleer de verwarmde zones, AOR en sterk geventileerde ruimte? -Controleer Rc-waarden, opgevoerde GO, ventilatiesysteem, infiltratie en opgevoerde leidinglengten. 23