Verwijderen van een (gedeelte van een) nier door kijkoperatie Laparoscopische (partiële) nefrectomie 1
Uw arts (uroloog) heeft met u besproken dat u in aanmerking komt voor een operatie waarbij een nier of een gedeelte van een nier wordt verwijderd via een kijkoperatie. Als de hele nier via een kijkoperatie wordt verwijderd spreken we van een laparoscopische nefrectomie. Als een gedeelte van de nier via een kijkoperatie wordt verwijderd spreken we van een laparoscopische partiële nefrectomie Deze folder beschrijft de gang van zaken rondom deze operatie. Het kan zijn dat de situatie voor u persoonlijk iets anders is dan beschreven. Heeft u na het lezen nog vragen, stel deze dan gerust aan uw arts of de verpleegkundig specialist oncologie/ oncologieverpleegkundige. Voorafgaand aan de operatie wordt voor u een afspraak gemaakt bij de verpleegkundig specialist oncologie of de oncologieverpleegkundige. Deze geeft u informatie en begeleiding rondom de operatie. Ligging en functie van de nieren Een mens heeft (meestal) twee nieren. De nieren liggen achter in de buikholte (achter het buikvlies). Ze liggen in een beschermend vetkussentje, links en rechts van de wervelkolom. Het zijn boonvormige organen van ieder ongeveer twaalf centimeter. De nieren fungeren als een enorme zeef in het lichaam. Zij verwijderen water en afvalstoffen en scheiden deze als urine weer uit. Aan de binnenkant van de nier bevindt zich het nierbekken. Dit is een klein reservoir voor opvang van de urine. Vanuit het nierbekken loopt de urineleider (ureter) naar de blaas. Rechternier Linkernier Ureter Blaas Ureter Sluitspier Urinebuis (urethra) 2
Waarom moet (een gedeelte van) de nier worden verwijderd Uw wordt geopereerd omdat er een verdenking op een kwaadaardige tumor in uw nier is vastgesteld. De plaats en grootte van deze tumor bepaalt of alleen de tumor verwijderd kan worden of dat de hele nier verwijderd moet worden. Soms blijkt tijdens de operatie pas dat het onmogelijk is de nier te sparen, in dat geval wordt alsnog de hele nier verwijderd. Er kunnen ook andere redenen zijn om een nier te verwijderen. Wat is een kijkoperatie (laparoscopie) Laparoscopie betekent letterlijk: in de buik (laparo) kijken (scopie). Dit gebeurt met een laparoscoop, een lange dunne buis met aan het uiteinde een camera. Via een klein sneetje in de buik wordt de laparoscoop in de buik gebracht. Op de monitor is dan de binnenkant van de buik te zien. Via meestal drie à vier andere sneetjes brengt de uroloog hulpinstrumenten in waarmee wordt geopereerd. Bij het verwijderen van de nier krijgt u een sneetje van 6 à 7 cm. in de onderbuik. Voordelen laparoscopie Laparoscopie heeft een aantal voordelen ten opzichte van een 'gewone' buikoperatie. De organen worden op de monitor vergroot waardoor de operatie nauwkeuriger kan worden uitgevoerd. U houdt aan een laparoscopie alleen kleine littekens over. Ook wordt het buikvlies minder geprikkeld en gaan de darmen weer sneller werken. Door de kleinere sneetjes heeft u minder wondpijn. U hoeft minder lang in het ziekenhuis te blijven en herstelt thuis vaak sneller. Door de kleinere wondjes heeft u minder narcosemiddelen nodig en heeft u minder bloedverlies. Hoe verloopt de ingreep? Voordat de laparoscopie begint, wordt u onder narcose gebracht. De uroloog maakt een aantal sneetjes in uw buik. Via een sneetje ter hoogte van de navel 3
naast de rechte buikspieren van ongeveer 2 cm. wordt een poort in de buik gebracht, waardoor de buik wordt gevuld met onschuldig koolzuurgas. Zo ontstaat ruimte om de verschillende organen te zien. Daarna brengt de uroloog via hetzelfde sneetje een laparoscoop (kijkbuis) in de buik en sluit deze aan op een videocamera. Op een monitor is het operatiegebied nu zichtbaar. Via de andere sneetjes worden de hulpinstrumenten ingebracht in de buik. Aan het einde van de ingreep wordt het koolzuurgas verwijderd en daarna de wondjes gesloten. De operatie duurt meestal twee tot tweeënhalf uur. Mogelijke complicaties Soms is het nodig om tijdens de ingreep toch over te gaan op een 'open' operatie. De buik wordt dan open gemaakt. Dit is eigenlijk geen echte complicatie, maar omdat het soms gewoon niet goed mogelijk is om met de laparoscopische methode te opereren. Soms krijgt de uroloog het orgaan of de belangrijke bloedvaten niet goed in beeld. Dit komt bijvoorbeeld door verklevingen veroorzaakt door eerdere operaties, overgewicht, afwijkende ligging of bloedvoorziening van de nier. Houdt er dus altijd rekening mee dat u een groter litteken dan gepland aan de operatie kunt overhouden. Verder kunnen bij elke ingreep, hoe klein ook, problemen optreden. Na een kijkoperatie kunnen, net zoals na een 'gewone' operatie, complicaties optreden zoals een nabloeding of een wondinfectie. Een nabloeding komt bij het verwijderen van een gedeelte van de nier vaker voor. Littekenbreuken komen slechts zeer zelden voor omdat de wondjes zo klein zijn. Kort na de ingreep kunt u schouderpijn hebben door het gebruikte koolzuurgas. Dit koolzuurgas prikkelt het middenrif, waardoor schouderpijn ontstaat. Het lichaam ruimt het koolzuurgas vanzelf op; de pijn verdwijnt meestal de dag na de operatie. Zeer zeldzaam treden beschadigingen van andere organen op. 4
Voor de opname Polikliniek anesthesiologie/preoperatieve poli Om u veilig anesthesie te kunnen geven is ruim van tevoren informatie over uw gezondheid nodig. U heeft hiervoor een afspraak gekregen op de preoperatieve polikliniek van ziekenhuislocatie Scheper. Verpleegkundig specialist oncologie/ Oncologieverpleegkundige De verpleegkundig specialist of de oncologieverpleegkundige krijgt u in principe op de polikliniek urologie te spreken in combinatie met een gesprek bij de uroloog. Lukt dit organisatorisch niet dan zal er een andere afspraak voor u gemaakt worden. Vaak wordt deze afspraak dan gecombineerd met een afspraak bij de anesthesioloog. De verpleegkundig specialist oncologie/ oncologieverpleegkundige zal de inhoud van deze folder met u bespreken. Zij zijn ook uw eerste aanspreekpunt bij vragen voor en na de operatie. Opname Wat neemt u mee In het boekje Opname en ontslag die u thuis heeft ontvangen samen met de opnamebrief staat beschreven wat u mee moet nemen. Melden Meestal wordt u op de ochtend van de operatie opgenomen. U meldt zich bij de receptie in de centrale hal of bij de Unit nuchtere opname op Zuid 1, dit wordt aangegeven in de opnamebrief die u voor de opname thuis ontvangt. Nuchter blijven Van de anesthesioloog heeft u alle informatie gekregen over het nuchter zijn, roken en gebruik van medicatie. 5
Scheren en medicijnen Het scheren van de beharing op de buik is bij deze ingreep niet nodig U krijgt een medicijn ter voorkoming van trombose. Dit middel wordt elke avond door middel van een kleine injectie onderhuids toegediend. Deze injecties krijgt u doorgaans zolang u opgenomen bent. De operatie De operatie vindt plaats onder algehele narcose. Via een prik in uw rug wordt een dun slangetje ingebracht (epiduraal katheter). Via dit slangetje krijgt u tijdens en na de operatie pijnstillers. Na de operatie Na een laparoscopische ingreep gaat u als u goed wakker bent weer naar de afdeling. U kunt keelpijn hebben. Dit komt door een buisje dat tijdens narcose werd ingebracht om u te beademen. Via een infuus krijgt u vocht. Het infuus blijft meestal zitten totdat u zelf weer genoeg drinkt. Na de operatie blijft soms een wonddrain achter om het wondvocht af te laten lopen. Verder is tijdens de operatie een katheter in de blaas gebracht waardoor de urine wordt afgevoerd. Na overleg met de arts worden de wonddrain en blaaskatheter de eerste of de volgende dag na de ingreep verwijderd. De eerste dag na de operatie kan ook bij een laparoscopische ingreep pijnlijk zijn. Pijnmedicatie wordt volgens protocol toegediend om de pijn zo optimaal mogelijk te onderdrukken. U kunt in de eerste dagen nog wat misselijk zijn, in uitzonderlijke gevallen duurt dit langer. Meestal kunt u snel weer eten en drinken en uit bed komen. De opnameduur is naar verwachting drie tot vijf dagen. 6
Nazorg De hechtingen die zijn gebruikt lossen vanzelf op, meestal binnen drie tot vier weken. Zolang er nog wondvocht uit de wondjes komt, is het verstandig om er een pleister of gaasje op te doen. Als de wondjes droog zijn is dit niet meer nodig. Tot 2 weken na de operatie mag u niet baden of zwemmen, douchen mag wel. Herstel thuis De eerste dagen thuis kunt u meestal wel voor uzelf zorgen, maar niet voor bijvoorbeeld een gezin. Vaak bent u wat sneller moe. In dat geval is het verstandig toe te geven aan de moeheid en extra te rusten. Als u voelt dat u opknapt kunt u geleidelijk uw activiteiten uitbreiden. Om de wonden goed te laten herstellen mag u de eerste zes weken na de operatie niet zwaar tillen en niet sporten. Wanneer u nog maar één nier heeft, wordt het beoefenen van contactsport levenslang afgeraden. Problemen? Mochten er zich nog problemen voordoen dan kunt u contact opnemen met de polikliniek urologie of de oncologieverpleegkundige/ verpleegkundig specialist oncologie. Contact opnemen Bij de volgende klachten moet u direct contact opnemen met het ziekenhuis of uw huisarts: hevige buikpijn; koorts (boven 38 C); pus uit de wonden en/of hevige roodheid van de wonden. 7
Vervolg Het weggenomen weefsel wordt na de operatie opgestuurd voor onderzoek. Dit onderzoek duurt ongeveer zeven werkdagen. De uitslag wordt tijdens de eerste controle op de polikliniek met u besproken. Doorgaans kunt u met één goed functionerende nier goed verder leven, maar dit hangt ook van uw persoonlijke situatie af. Tot slot Als u bent geopereerd in verband met kanker, in uw geval van de nier, is dat een ingrijpende gebeurtenis, zowel voor u als voor uw omgeving. Het is dan ook begrijpelijk dat u vragen heeft na de operatie. Bespreek deze met uw behandelend arts, bij wie u onder controle blijft. Ook kunt u met vragen terecht bij de verpleegkundig specialist oncologie of de oncologieverpleegkundige. Meer informatie De patiëntenvereniging Leven met blaas of nierkanker is aangesloten bij de patiëntenbeweging Levenmetkanker. Website: www.kanker.nl/organisaties/levenmetblaas-of-nierkanker E-mail: info@blaasofnierkanker.nl Postadres Postbus 8152 3503 RD Utrecht Telefoon (030) 291 60 90. MA 1454 03-15 -v1 H 8