Speech van commissaris van de koningin Max van den Berg ter gelegenheid van in ontvangst nemen boek Klein en groot zijn daar gelijk, 23 november 2009 Dames en heren, Een nieuwe stad komt pas tot leven als er graven zijn. Dat zei ooit de inmiddels helaas overleden Han Lammers. Onder andere oud-burgemeester van Almere en oud-commissaris van de koningin in de provincie Flevoland. Een op het eerste gezicht merkwaardige uitspraak. Maar als je er iets langer over nadenkt juist heel waar. Graven en begraafplaatsen horen bij onze steden, dorpen en provincies. Ze vertellen ons dat er geleefd is, soms ook hóe er geleefd is. Een stad of dorp zónder begraafplaats is als een gezicht zonder rimpels. Alsof het leven er geen sporen heeft achtergelaten. Vrolijkheid, verdriet, verhalen van mensen heel het leven gaat aan je voorbij op een begraafplaats. En juist daardoor maken ze ons leven doorleefd en compleet. Ik dank u daarom voor dit prachtige boek over de Joodse begraafplaatsen in de provincie Groningen. Ook die begraafplaatsen vertellen verhalen. Over mensen en geschiedenissen die onlosmakelijk verbonden zijn met het leven in Groningen. De Joodse mensen en hun 1
gemeenschappen hebben onze provincie mede gemaakt tot wat en hoe die is. Wij zijn en blijven met hen verbonden. Daarom maken ook de Joodse begraafplaatsen onze provincie compleet. Ze brengen een deel van onze geschiedenis tot leven. Soms zegt een grafsteen, een tekst of een plek op een begraafplaats méér dan woorden kunnen uitdrukken. Maar toch kan een graf niet praten. En zo gaan veel van de échte verhalen die erachter schuilgaan, verloren. Dat is jammer. Daarom is het zo mooi dat Han Lettinck en Robert Mulder die verhalen in woord en beeld tot leven brengen. Zo krijgen we door dit boek een prachtige indruk van het leven in de Joodse gemeenschappen die al sinds de 16 e eeuw een plek zochten en vonden in onze provincie. Van sommige Joodse burgers weten wij dat zij een vooraanstaande rol speelden in onze samenleving. We kennen allemaal de namen van Jozef en Isaac Israëls. Van de familie Gerzon met hun modemagazijnen die nationale bekendheid kregen. Van Aletta Jacobs en de wetenschappers Polak en Plessner. Maar wie kent de geschiedenis van de koosjere slager Levie Gudema? Van borstelmaker Jacob Hoogstraal? Van Frouke Benninga met haar eenvoudige 2
kruidenierswinkeltje in de Folkingestraat? Hen leren wij kennen in het boek Klein en groot zijn daar gelijk. Al deze mensen hebben hun leven geleefd in Groningen. Zo hebben zij bijgedragen aan de ontwikkeling van onze provincie. Op hun eigen manier. In die zin zijn klein en groot aan elkaar gelijk. En zijn al die geschiedenissen de moeite waard om gelezen en herbeleefd te worden. In het boek dat ik zojuist in ontvangst heb genomen, kan dat. En daarom is het zo waardevol. De geschiedenis en de strijd van deze mensen is er een van alle tijden. Integratie en emancipatie van verschillende bevolkingsgroepen zijn vandaag de dag nog net zo actueel als in de tijd van de mensen die begraven liggen op de Joodse begraafplaatsen liggen. De verhalen over deze mensen zijn prachtig om te lezen. Soms vrolijk en grappig, soms schrijnend en aangrijpend. Maar het is niet alleen mooi om te lezen. We kunnen er ook van leren. Namelijk dat iedereen die een plek zoekt en vindt in onze provincie, bij ons hoort.. Helaas kent het verhaal van Groningen op dit punt een zeer zwarte bladzijde. Van de 3000 joden in de stad Groningen zijn er na de Tweede Wereldoorlog slechts 200 teruggekeerd. Zeker er was moedig verzet en hulp, maar ook Verwijderd: Wat dat betreft past ons als Groningers niet alleen maar trots op onze geschiedenis. Nooit mogen wij vergeten wat de Joodse mensen in onze provincie in de Tweede Wereldoorlog is aangedaan Verwijderd: Vóór de oorlog woonden er ruim drieduizend Joden in de stad Groningen. Van hen kwamen er minder dan 200 terug. Ondanks het verzet dat ook zeker is gepleegd, is het percentage Joden uit Groningen dat de oorlog niet overleefde hoger dan het gemiddelde van Nederland. En dát was al hoog. Een zeer zwarte bladzijde in het verhaal van Groningen 3
machteloosheid, wegkijken of formeel je werk doen of zelfs collaboratie. Het is en blijft van levensbelang om te benadrukken dat we sámen Groningers zijn, ongeacht onze achtergrond, onze voorgeschiedenis, onze cultuur, ons geslacht of onze religie. Sámen geven we vorm aan leven en welzijn in onze provincie. Dat gaat niet vanzelf. Dat blijkt telkens weer, in de dagelijkse praktijk, maar ook uit de verhalen in dit boek. Des te belangrijker is het dat wij ons ervoor inzetten dat iedereen zich hier thuis kan voelen en gewaardeerd weet en op hem of haar een beroep wordt gedaan onze rechtsstaat en grondbeginselen te steunen. Verwijderd: S Verwijderd: zijn we Verwijderd:. Dames en heren, Een nieuwe stad komt pas tot leven als er graven zijn. Met dat citaat begon ik mijn toespraak. Een intrigerende opmerking die bij nadere beschouwing heel waar blijkt te zijn. Maar het is natuurlijk maar een deel van de waarheid. Een stad of een provincie komt ook en vooral tot leven door wat de huidige inwoners er in het hier en nu van maken. De provincie Groningen komt tot leven door wat wij nú doen. Wij bouwen daarbij voort op het fundament dat door generaties voor ons is gelegd. De Joodse gemeenschappen hebben daar hun steen 4
aan bijgedragen. We zien dat terug op talloze plekken in stad en ommeland. Maar nu ook in dit boek. En op de tentoonstelling over Joodse begraafplaatsen die vanaf voorjaar 2010 te zien zal zijn in de synagoge aan de Folkingestraat. Al met al draagt het bij aan ons historisch besef en aan de gedachte dat wij sámen met de generaties vóór ons, deze provincie tot leven brengen en een eigen gezicht geven. Ik dank u nogmaals voor dit mooie boek. Ik hoop dat het zijn weg naar talloze lezers zal vinden! 5