Beoordelingsrapport. Bijzonder kenmerk Certificering van honoursonderwijs. Hanzehogeschool Groningen



Vergelijkbare documenten
Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool

Kwaliteit is van Iedereen ( ). Avans Integrale Kwaliteitszorg Raamwerk (2006).

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool

Besluit tot het verlenen van een instellingstoets kwaliteitszorg. : Saxion Hogeschool : Enschede, Deventer en Apeldoorn : 3 maart 2017

Universiteit van Amsterdam wo-bachelor Biologie (180 EC) 23 maart 2016 Bachelor of Science voltijd Amsterdam

«nvao. fluit. w nederlands - ulaamse accreditatieorganisatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam

KWALITEITSCULTUUR EN DE MEDISCHE PROFESSIONAL

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

Handleiding Honours Programma Wiskunde

Overwegende dat KOMEN HET VOLGENDE OVEREEN: Artikel 1. Begripsbepalingen

FORMULIER STRATEGISCHE THEMA S OPLEIDING [NAAM]: INSTITUUT: (G)OC: INSTITUUTSDIRECTEUR: DATUM:

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-master Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam

Binnen twee jaar als leerkracht voor de klas. Verkorte opleiding Leraar Basisonderwijs (pabo) share your talent. move the world.

Taken en competenties gecertificeerde secretarissen en coördinatoren

Besluit tot het verlenen van een instellingstoets kwaliteitszorg. Radboud Universiteit Nijmegen. Nijmegen 11 oktober 2016

Lid Raad van Toezicht Met een achtergrond in het agrarisch bedrijfsleven en afkomstig uit Noord-Nederland

Beoordelingskader Kader voor de beperkte toets nieuw associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 9832).

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Vrije Universiteit Amsterdam

gezien: het begeleidend memo nieuwe regeling VU-UvA Honoursoverleg d.d. 1 november 2018; de Regeling VU-UvA Honoursprogramma oktober 2018;

Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar Regeling Externe toezichthouders bij examens

Protocol TNO Educatieve Master

luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Saxion Hogeschool

Besluit tot het verlenen van een instellingstoets kwaliteitszorg

Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs!

BEOORDELINGSKADER. Organisatietoets MVO in het hoger onderwijs

15 november januari Kader voor de uitgebreide toets nieuw Associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 9832).

CONVENANT ASSOCIATE DEGREE

Training examencommissies

Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Executive MBA

Instellingstoets kwaliteitszorg (ITK)

1 Besluit tot het verlenen van een instellingstoets kwaliteitszorg. Universiteit Utrecht Utrecht 19 december 2016

Master Healthy Ageing Professional (MHAP)

Beoordelingskader Bijzonder (Kwaliteits)Kenmerk Ondernemen

wao Gegevens Instelling Opleiding Variant Afstudeeerrichtingen

REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS Instituut voor Toegepaste Biowetenschappen en Chemie. studiejaar

Niets uit dit profiel mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Leeuwendaal gereproduceerd worden

Besluit strekkende tot een oordeel voldoende van een aanvraag toets nieuw Associate-degreeprogramma Logistiek Management van de Hogeschool Rotterdam

Almere augustus juli 2017

Informatievergadering. Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding

Handleiding Honours Programma Wiskunde

Professionele Masters. Uitgangspunten verdere uitbouw aanbod professionele masters

II. VOORSTELLEN VOOR HERZIENING

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Engineering van de Hogeschool Utrecht

Rapport 834 Oud, W., & Emmelot, Y. (2010). De visitatieprocedure cultuurprofielscholen. Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

Instrument. Avans-audit op onderwijskwaliteit. Versie: februari 2018 (concept) Auteur: LIC - team Kwaliteit - Lianne Huijssoon

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuw Associatedegreeprogramma. : Sales en Accountmanagement

Raad van Toezicht. Profielschetsen. Lid portefeuille onderwijs. Lid portefeuille bedrijfsvoering

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP

Functieprofiel lid Raad van Toezicht

U I T S P R A A K

Handleiding Honours Programma Wiskunde

juli juli 2015

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

18 september voltijd Groningen 28 november februari Beoordelingskaders bijzonder kenmerk ondernemen d.d.

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Psychobiologie van de Universiteit van Amsterdam

Informatica. Ontwikkelgesprek. Bert Dekker, 12 april Ontwikkelgesprek Informatica Pagina 1 van 6

Beoordelingskader Kader voor de beperkte toets nieuw Associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 9832).

INTERREG en kennisinstellingen Een succesvolle combinatie? Theo Miljoen en Benne Otten

Bijzondere kenmerken Nadere uitwerking

Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Toelichting beoordelingskader bij beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland

Studententevredenheid als kwaliteitsmaat?

De Gespecialiseerde Professional

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Physician Assistant van de Hogeschool Rotterdam

Beleid Horizontale dialoog Hogeschool Viaa

es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

REGELING EN BEOORDELINGSKADER BEOORDELING AFSTUDEERRICHTINGEN GGZ AGOOG

Beoordelingskader Pilot Bijzonder Kenmerk Ondernemen

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte toets nieuw Associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 9832).

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de uitgebreide toets nieuw Associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt.2014, nr. 9832).

Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Radboud Universiteit Nijmegen

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. rkbs St. Nicolaas

BIJLAGE 5. WAARDERINGSKADER VOORSCHOOLSE EDUCATIE

Besluit strekkende tot een oordeel voldoende van een aanvraag toets nieuw Associate-degreeprogramma Rechten van de Stichting Hogeschool NHA

Besluit strekkende tot een oordeel voldoende van een aanvraag toets nieuw Associate-degreeprogramma Bedrijfskunde van de Stichting Hogeschool NHA

Auditrapport HG/VNO-NCW Noord kwaliteitslabel Ondernemen

HONOURS VOOR HAVO ALGEMENE INFORMATIE OVER HET HONOURS PROGRAMMA BIJ HET BATAAFS LYCEUM

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Applied Science van de Zuyd Hogeschool

BEOORDELINGSKADER EN -PROCEDURE VOOR DE CERTIFICERING VAN BEDRIJFSOPLEIDINGEN TOURMANAGER

Dossier. Accreditatie. Studeren met een functiebeperking in de accreditatie van het hoger onderwijs

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Social Work van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Taken en competenties getrainde secretarissen en coördinatoren

Datum locatiebezoek(en) : 31 mei 2017 Datum paneladvies : 21 juni 2017 Instellingstoets kwaliteitszorg : ja, positief besluit van 17 oktober 2013

Datum Onderwerp Referentie Bijlage(n) Doorkiesnummer 11 juni 2015 Herziening van de Code

Instellingstoets: vloek of zegen?

Bijzonder kenmerk Duurzaam hoger onderwijs

Honoursonderwijs en professionele excellentie. Inge Wijkamp, Wolter Paans & Marca Wolfensberger

Toetsing en examinering bij accreditaties. door Inge de Jong

Versie 26 januari 2016 Uitgave Centrum voor Bestuurlijke Activiteiten

Transcriptie:

Beoordelingsrapport Hanzehogeschool Groningen Inhoud van het rapport 1. Samenvatting van de beoordeling...2 2. Proces van beoordeling...4 3. Korte beschrijving van instelling en honoursonderwijs...5 4. Overzicht van beoordelingen...7 5. Bevindingen, overwegingen en beoordeling per criterium...8 5.1 Criterium 1 Onderscheidend karakter...8 5.2 Criterium 2.1 Concretisering: Visie op de kwaliteit van het onderwijs...8 5.3 Criterium 2.2 Concretisering: Beleid... 10 5.4 Criterium 2.3 Concretisering: Resultaten... 12 5.5 Criterium 2.4 Concretisering: Verbeterbeleid... 14 5.6 Criterium 2.5 Concretisering: Organisatie- en beslissingsstructuur... 15 5.7 Criterium 3: Relevantie... 16 6. Aanbevelingen... 18 Bijlage 1: Samenstelling commissie... 19 Bijlage 2: Bestudeerde documenten... 21

1. Samenvatting van de beoordeling Dit rapport is de weergave van de beoordeling door een daartoe ingestelde auditcommissie van het van de Hanzehogeschool Groningen. Deze beoordeling heeft plaatsgevonden op basis van het beoordelingskader voor de Bijzonder kenmerken met de invulling op basis van de standaarden van de Instellingstoets Kwaliteitszorg voor Criterium 2. De Hanzehogeschool neemt op het gebied van het honoursonderwijs ofwel excellentieonderwijs een onderscheidende plaats in het Nederlands hoger onderwijs in. Naar de waarneming van de commissie heeft de hogeschool voor dat onderwijs en de certificering daarvan een prominente plaats in het beleid ingeruimd. Daarnaast is het honoursonderwijs wijd verbreid in de hogeschool en bieden alle 17 schools een honoursprogramma aan. Het systeem van certificering van deze programma s is door de externe instelling Hobéon Certificering BV van haar kwaliteitskeurmerk voorzien. Terwijl het honoursonderwijs binnen instellingen veelal is geconcentreerd in een aparte eenheid, is dat bij de Hanzehogeschool niet zo. Daar zijn de honoursprogramma s deel van de verschillende schools binnen de hogeschool en is een kleine centrale eenheid, het Hanze Honours College, opgericht om de regie over het honoursonderwijs te voeren en voor de certificering daarvan zorg te dragen. De Hanzehogeschool heeft een visie ontwikkeld op het honoursonderwijs en op de certificering van dat onderwijs. De commissie heeft waardering voor deze visie en heeft vastgesteld dat deze breed binnen de hogeschool wordt ondersteund. Wel beveelt de commissie de hogeschool aan ruimte in de visie in te bouwen, mede om in te spelen op nieuwe wetenschappelijke inzichten in het excellentieonderwijs en best practices van andere (internationale) hogescholen en universiteiten te kunnen implementeren. Het systeem van certificering van het honoursonderwijs is in de ogen van de commissie in opzet en uitwerking gedegen. Het systeem omvat de beoordeling bij toelating, de jaarlijkse monitoring van de kwaliteit en de daadwerkelijke certificering, drie jaar na de toelating waarin het gerealiseerde niveau ook wordt beoordeeld. Het Hanze Honours College speelt in het systeem een voorname rol maar ook het College van Bestuur van de hogeschool neemt de verantwoordelijkheid. De blijvende betrokkenheid van de externe organisatie Hobéon is een extra waarborg voor de kwaliteit van het systeem. De kwaliteitscriteria voor de certificering zijn een getrouwe afspiegeling van de visie van de hogeschool op het honoursonderwijs. Ook zijn deze volgens de commissie relevant. Wel bepleit de commissie de resultaten van honoursstudenten en de mogelijke verschillen daarin met studenten in de reguliere opleidingen beter in beeld te brengen om zo eventueel ruimte te bieden om het Honours Programma aan te passen. De commissie heeft met instemming kennisgenomen van het onderzoek dat binnen de hogeschool met name door het lectoraat Excellentie in Hoger Onderwijs en Samenleving van het Hanze Honours College op het gebied van honoursonderwijs gedaan wordt. Ook is de commissie positief gestemd over de verbinding met het beroepenveld bij het tot stand brengen van het profiel van de excellente professional en over de rol van het Honours Projectenbureau bij het werven en organiseren van opdrachten voor honoursstudenten in de beroepspraktijk. Pagina 2 van 21

De hogeschool heeft in de ogen van de commissie relevante en realistische streefdoelen opgesteld en meet en evalueert naar behoren de resultaten binnen het systeem van certificering. Wel beveelt de commissie aan het proces van jaarlijkse monitoring van de programma s verder te structureren en op een strakkere wijze uit te voeren. De samenstelling van de auditteams die de certificering uitvoeren en de kwalificaties van de leden daarvan voldoen voor de betrouwbare en onafhankelijke beoordeling van de honoursprogramma s. De Hanzehogeschool betrekt de studenten, de docenten en het beroepenveld naar behoren bij de kwaliteit van het honoursonderwijs, al ontbreekt tot nog toe het systematisch bevragen van de alumni. Op verschillende gebieden heeft de Hanzehogeschool het verbeterbeleid rond het honoursonderwijs ingericht. Zo wordt aan de actualisering van de visie op het honoursonderwijs en aan de verdere verbetering van de beoordelingscriteria voor de toelating en certificering van de honoursprogramma s gewerkt. Daarnaast wordt de honoursprogramma s de mogelijkheid geboden zich te verbeteren, als zij bij de procedure van toelating of certificering niet aan de eisen daarvan voldoen. Tot slot werkt de hogeschool aan de verbetering van de vooralsnog teleurstellende deelname van het beroepenveld aan de enquêtes. De commissie beoordeelt de organisatie- en beslissingsstructuur rond het honoursonderwijs binnen de Hanzehogeschool als doeltreffend. De verdeling van taken en verantwoordelijkheden tussen de schools en het Hanze Honours College is helder. De relaties en het overleg tussen het Hanze Honours College en de schools dragen bij aan een goede afstemming tussen beide. Ook is de rol van het College van Bestuur van de hogeschool in dezen duidelijk uitgewerkt. De Hanzehogeschool besteedt voldoende aandacht aan herkenbaarheid van het honoursonderwijs en aan de uitstraling daarvan naar de reguliere opleidingen. Daarnaast is de commissie overtuigd dat de studenten die meer kunnen en willen als gevolg van het aanbod van honoursonderwijs meer keuzemogelijkheden binnen hun opleiding hebben. Omdat de hogeschool in alle schools honoursprogramma s aanbiedt, gelden deze mogelijkheden voor alle studenten. Wel beveelt de commissie aan de loopbaan van de afgestudeerden te volgen om een beter beeld van hun prestaties in de beroepspraktijk te krijgen. Op grond van haar bevindingen, overwegingen en beoordelingen adviseert de auditcommissie de NVAO het Bijzonder kenmerk Certificering van Honoursonderwijs aan de Hanzehogeschool Groningen toe te kennen. Utrecht, 21 december 2015 drs. W.J. Breebaart voorzitter drs. W. Vercouteren RC secretaris Pagina 3 van 21

2. Proces van beoordeling De beoordeling van het van de Hanzehogeschool Groningen heeft plaatsgevonden door een daartoe ingestelde auditcommissie. De auditcommissie bestond uit de volgende personen: Drs. W.J. Breebaart (voorzitter). Dr. J.L.C.M. Woltman Elpers (lid). Drs. W.M.E. Teune-Kasbergen (lid). C.L.R. Kijne BBA (student-lid). Secretaris van de auditcommissie was drs. W. Vercouteren RC. De samenstelling van de auditcommissie is ter goedkeuring voorgelegd aan de NVAO. De NVAO heeft op 30 november 2015 haar goedkeuring verleend. De beoordeling is door de commissie uitgevoerd aan de hand van het beoordelingskader voor de Bijzondere kenmerken, dat een onderdeel is van de Beoordelingskaders accreditatiestelsel hoger onderwijs van de NVAO van 19 december 2014 (Staatscourant nr. 36791). De commissie heeft kennis kunnen nemen van de brief waarin de afspraken tussen de NVAO en de Hanzehogeschool met betrekking tot deze beoordeling zijn weergegeven. Overeenkomstig de overwegingen van de NVAO heeft de commissie voor de invulling van Criterium 2: Concretisering het beoordelingskader voor de Instellingstoets Kwaliteitszorg gehanteerd. De reden daarvoor is dat deze beoordeling betrekking heeft op de borging en certificering van het honoursonderwijs door de Hanzehogeschool en niet op de kwaliteit van de honoursprogramma s zelf. De beoordeling is uitgevoerd aan de hand van documenten die de Hanzehogeschool aan de leden van de commissie ter beschikking heeft gesteld (zie voor een overzicht daarvan bijlage 2 van dit rapport). Na de bestudering van deze documenten hebben de commissieleden vragen opgesteld. In samenspraak met de voorzitter zijn deze door de secretaris samengevoegd en aan de Hanzehogeschool toegezonden. Op 2 december 2015 heeft de commissie een gesprek met vertegenwoordigers van de instelling gevoerd waarin deze vragen en daarmee verband houdende onderwerpen zijn besproken. Na het gesprek heeft de secretaris een conceptrapport van bevindingen, overwegingen en conclusies opgesteld. De leden van de commissie hebben daarop hun commentaar gegeven. Nadat de secretaris deze opmerkingen had verwerkt, heeft hij het conceptrapport voor feitelijke onjuistheden aan de Hanzehogeschool voorgelegd. Na verwerking hiervan is het definitieve rapport aan de instelling gezonden. De commissie is van mening dat de documenten van de Hanzehogeschool helder waren en inzicht boden in de certificering van het honoursonderwijs. Daarnaast heeft de commissie het gesprek met de vertegenwoordigers van de instelling als verhelderend ervaren. De commissie meent op basis hiervan tot een afgewogen oordeel gekomen te zijn. Pagina 4 van 21

3. Korte beschrijving van instelling en honoursonderwijs De Hanzehogeschool Groningen is een brede hogeschool waarvan 17 schools deel uitmaken die verschillende beroepsgebieden bestrijken. Aan de hogeschool studeren meer dan 25.000 studenten. Daarnaast zijn er ruim 3.000 medewerkers werkzaam. In totaal worden ruim 70 bacheloropleidingen, 17 masteropleidingen en 8 associate-degreeprogramma s aangeboden. Ook kent de hogeschool meer dan 50 lectoraten, 4 kenniscentra (Ondernemerschap, Arbeid, Noorderruimte, Kunst en Samenleving) en 2 centres of expertise (Energie, Healthy Ageing). De Hanzehogeschool stelt zich tot doel vanuit een Europees perspectief op hoger onderwijs de belangrijkste partner van bedrijven en instellingen in Noord-Nederland te zijn bij het opleiden van professionals en het ontwikkelen van toepasbare, praktijkgerichte kennis. De hogeschool wenst te zorgen dat studenten en docenten in een kennisgemeenschap samenwerken en wenst op die wijze professionals op hoog niveau aan de maatschappij aan te bieden. Eén van de speerpunten van de instelling is excellentie. In 2008 was de Hanzehogeschool de eerste hogeschool die aan het landelijke Siriusprogramma voor de bevordering van excellentie in het hoger onderwijs deelnam. De jaren daarna heeft de hogeschool het excellentiebeleid voortgezet. Het doel daarbij is studenten uit te dagen hun talenten binnen en buiten hun opleiding optimaal te benutten en hen meer mogelijkheden te geven dan het reguliere curriculum kan bieden. Als structurele voortzetting van het Siriusprogramma heeft de hogeschool in 2012 besloten tot het opzetten van het Hanze Honours College. Binnen de instelling voert het Hanze Honours College de regie over het excellentieonderwijs ofwel honoursonderwijs. Het onderwijs zelf wordt door de schools van de instelling verzorgd. De Hanzehogeschool kent een veelheid aan vormen van honoursonderwijs, zowel intracurriculair als extracurriculair. Voorbeelden zijn het honours talent programma (drie jaar van elk 10 EC tot 12 EC), de honoursminor (30 EC), de honoursspecialisatie in de vorm van bijvoorbeeld een onderzoek in het derde jaar of het afstuderen in het vierde jaar (ten minste 30 EC), individuele trajecten, zoals honoursprojecten of honoursstages (minstens 30 EC) en honoursvarianten, zijnde een variant van een opleiding in de vorm van een ontwikkelingslijn (ook ten minste 30 EC). Van deze vormen is het honours talent programma extracurriculair. De overige zijn overwegend intracurriculair. Het honoursonderwijs is steeds een deel van een bestaande croho-geregistreerde opleiding dat binnen die opleiding de verdiepende mogelijkheden voor de beoogde studenten omvat. Het honoursonderwijs is in de onderwijs- en examenregeling van die betreffende opleiding verantwoord. Op het diplomasupplement van de afgestudeerde worden de honours vermeld, mits de omvang ervan 30 EC of meer bedraagt. Vooralsnog is het honoursonderwijs vooral gericht op de bacheloropleidingen. De begrippen excellentie en honours hebben in de Hanzehogeschool grotendeels dezelfde betekenis. Met excellentie wordt vaak het concept bedoeld, terwijl honours dikwijls gebruikt wordt voor een concreet programma. Verder is het begrip honours binnen de hogeschool ingeburgerd, waar in de buitenwereld, met name in het werkveld de benaming excellentie gangbaarder is. De Hanzehogeschool heeft zich voorgenomen te streven naar het Bijzonder kenmerk Certificering van honoursonderwijs, te verlenen door de NVAO. Op weg naar dat doel heeft de hogeschool een systeem Pagina 5 van 21

ingericht voor de certificering van honoursprogramma s dat inmiddels het Keurmerk voor Kwaliteit van de externe organisatie Hobéon Certificering BV heeft verworven. Pagina 6 van 21

4. Overzicht van beoordelingen Criterium Criterium 1 Onderscheidend karakter Criterium 2.1 Concretisering: Visie op kwaliteit van het onderwijs Criterium 2.2 Concretisering: Beleid Criterium 2.3 Concretisering: Resultaten Criterium 2.4 Concretisering: Verbeterbeleid Criterium 2.5 Concretisering: Organisatie- en beslissingsstructuur Criterium 3 Relevantie Oordeel Voldoet Voldoet Voldoet Voldoet Voldoet Voldoet Voldoet Toe te kennen Pagina 7 van 21

5. Bevindingen, overwegingen en beoordeling per criterium 5.1 Criterium 1 Onderscheidend karakter Criterium 1: Het bijzondere kenmerk is onderscheidend voor de instelling in relatie tot relevante instellingen in het Nederlandse hoger onderwijs. Bevindingen De Hanzehogeschool Groningen heeft in haar strategisch plan voor de periode 2012 2015 het streven naar kwaliteit en excellentie voorop gesteld. Ook in de prestatieafspraken die de hogeschool met het Ministerie van Onderwijs heeft gemaakt, zijn doelstellingen voor het excellentieonderwijs opgenomen. In concreto is daarin vermeld dat eind 2015 binnen de hogeschool 6 % van de studenten een honoursprogramma volgen. Daarnaast wenst de Hanzehogeschool dat al haar 17 schools vanaf het schooljaar 2016 2017 gecertificeerde honoursprogramma s aanbieden. Dat geldt overigens nu al. Daarnaast kent de hogeschool het praktijkgerichte onderzoek op het gebied van honoursonderwijs dat door het lectoraat Excellentie in Hoger Onderwijs en Samenleving wordt uitgevoerd. In 2015 heeft de hogeschool het Keurmerk voor Kwaliteit van de externe, certificerende organisatie Hobéon verworven voor het door het Hanze Honours College opgezette en uitgevoerde systeem van certificering van honoursprogramma s binnen de hogeschool. Overwegingen De commissie heeft gezien dat de Hanzehogeschool voor het excellentie- of honoursonderwijs en de certificering daarvan een prominente plaats in het beleid heeft ingeruimd. Het strategisch plan en de prestatieafspraken met het Ministerie van Onderwijs getuigen van de doelstellingen van de hogeschool op dat gebied. De externe beoordeling en goedkeuring van het systeem van certificering door Hobéon is een bewijs van de ernst die de hogeschool maakt met de certificering van de honoursprogramma s. De commissie is van mening dat de Hanzehogeschool op dit gebied een onderscheidende plaats in het Nederlands hoger onderwijs inneemt. Dat geldt zowel voor het beleid als voor de beoogde, ruime verbreiding van het honoursonderwijs binnen de hogeschool. Beoordeling van het criterium Op grond van bovenstaande overwegingen beoordeelt de commissie Criterium 1 Onderscheidend karakter als voldoende. 5.2 Criterium 2.1 Concretisering: Visie op de kwaliteit van het onderwijs Criterium 2.1: De instelling beschikt over een breed gedragen visie op de kwaliteit van haar onderwijs en op het ontwikkelen van een kwaliteitscultuur. Pagina 8 van 21

Bevindingen De Hanzehogeschool Groningen heeft een visie op het honoursonderwijs en op de certificering van de honoursprogramma s ontwikkeld en heeft deze visie neergelegd in een beleidsdocument. De visie op het honoursonderwijs bestaat uit een aantal onderdelen. Dit onderwijs beoogt een hoog niveau te bereiken en beoogt studenten het beste uit zichzelf te laten halen en hen op te leiden tot innovatieve, ondernemende en internationaal georiënteerde beroepsbeoefenaren. Het honoursonderwijs is niet zozeer bedoeld om studenten zich cognitief meer te laten ontwikkelen dan in de reguliere opleiding als wel hen op te leiden tot kritische en breed onderlegde professionals die hun activiteiten in een bredere, maatschappelijke context kunnen plaatsen en die over burgerschapsvaardigheden en leiderschapsvaardigheden beschikken. In het door de hogeschool geijkte concept van de excellente professional zijn deze competenties samengebracht. Het honoursonderwijs streeft de onderwijskundige invulling van de bounded freedom na. Dat betekent dat het onderwijs in de programma s weliswaar gestructureerd is maar de studenten daarentegen wel de ruimte moet bieden sturing te geven aan de eigen ontwikkeling, zelf keuzes te maken en uitdagingen aan te gaan. Binnen het honoursonderwijs wordt de vorming van een community van studenten en docenten nagestreefd. Onderzoek heeft uitgewezen dat de community een belangrijk aspect van honoursonderwijs is. De studenten onderling, daarin mede aangezet door de docenten, stimuleren elkaar om tot prestaties van niveau te komen. Het honoursonderwijs moet nauw verbonden zijn met de beroepspraktijk. De studenten worden opgeleid voor een specifiek beroepenveld. In de beroepspraktijk kunnen zij komen tot de verrijking, verdieping of verbreding die in het honoursprogramma wordt beoogd. Met de certificering van de honoursprogramma s beoogt de hogeschool enerzijds de kwaliteit van deze programma s te waarborgen en te garanderen en anderzijds het civiel effect te bevorderen en de programma s aantrekkelijker te maken voor studenten. De Hanzehogeschool wenst dat alle schools honoursonderwijs aanbieden. In het systeem van certificering van de hogeschool moet ieder honoursprogramma aan de eisen van de certificering voldoen. Overwegingen De commissie heeft vastgesteld dat de Hanzehogeschool een visie heeft ontwikkeld op het honoursonderwijs en deze visie ook heeft uitgewerkt in een aantal daarvoor maatgevende onderdelen. De commissie heeft waardering voor deze visie en ook voor de visie op het voor het honoursonderwijs in het leven geroepen systeem van certificering. De commissie beveelt de hogeschool wel aan de nodige ruimte en flexibiliteit in de visie in te bouwen, mede om in te kunnen blijven spelen op nieuwe wetenschappelijke inzichten in het excellentieonderwijs. Pagina 9 van 21

Zowel uit de documenten die de commissie heeft bestudeerd als uit het gesprek dat zij met de vertegenwoordigers van de Hanzehogeschool heeft gevoerd, heeft de commissie kunnen afleiden dat de visie op het honoursonderwijs binnen de hogeschool wordt gedragen. Beoordeling van het criterium Op grond van bovenstaande overwegingen beoordeelt de commissie Criterium 2.1 Concretisering: Visie op de kwaliteit van het onderwijs als voldoende. 5.3 Criterium 2.2 Concretisering: Beleid Criterium 2.2: De instelling beschikt over een adequaat beleid om de visie op de kwaliteit van haar onderwijs te realiseren. Dit omvat in elk geval het beleid op het gebied van onderwijs, personeel, voorzieningen, toegankelijkheid en studeerbaarheid voor studenten met een functiebeperking, verankering van het onderzoek in het onderwijs alsmede de verwevenheid tussen onderwijs en het (internationaal) beroepenveld en vakgebied. Bevindingen De Hanzehogeschool heeft een systeem van certificering van honoursprogramma s opgezet, dat bestaat uit de toetsing bij de toelating van het programma, jaarlijkse voortgangsgesprekken en de toets voor de certificering na drie jaar. Als een programma toegelaten wordt, volgt een voorlopige certificering. In de voortgangsgesprekken tussen de school die het honoursprogramma aanbiedt en vertegenwoordigers van het Hanze Honours College wordt de kwaliteit van het programma beoordeeld. Drie jaar na de toelating volgt de toetsing van de certificering. Daarbij wordt dan ook het gerealiseerde niveau van het programma betrokken. Na de certificering volgt de beoordeling van de programma s in het kader van de hercertificering. De cyclus van certificering is drie jaar. De uitvoering van het systeem is in handen van het Hanze Honours College. Het Hanze Honours College is daarvoor in 2015 gecertificeerd door de certificerende organisatie Hobéon, die haar Keurmerk voor Kwaliteit daaraan heeft toegekend. Het systeem van certificering zoals door het Hanze Honours College ontwikkeld en uitgevoerd, is derhalve extern beoordeeld en goedgekeurd. Hobeón zal vooralsnog iedere drie jaar opnieuw het systeem van certificering beoordelen. Tot dan zijn medewerkers van Hobéon op ad-hoc basis betrokken bij de audits die in het kader van het systeem worden uitgevoerd. Aldus houdt deze externe organisatie toezicht op de werking van het systeem van de Hanzehogeschool. Het Hanze Honours College draagt honoursprogramma s die de beoordeling bij de toelating of certificering met goed gevolg hebben doorlopen voor bij het College van Bestuur van de Hanzehogeschool. Het College neemt uiteindelijk het besluit een programma de status van honoursprogramma binnen de Hanzehogeschool toe te kennen. De certificering van honoursprogramma s gebeurt aan de hand van kwaliteitscriteria die de Hanzehogeschool heeft opgesteld en heeft uitgewerkt. Deze kwaliteitscriteria zijn de volgende. Een honoursprogramma heeft onderscheidende kenmerken, zoals aansluiting bij het profiel van de excellente professional, centraal stellen van complexe problematiek, benaderen van Pagina 10 van 21

vraagstukken op een holistische, interdisciplinaire of multidisciplinaire wijze, aandacht geven aan maatschappelijke en ethische aspecten en ruimte geven aan zelfsturing door de studenten en stimuleren van het kritisch, reflectief vermogen. Het profiel van de excellente professional onderscheidt zich van dat van de reguliere professional in onder meer het vermogen complexe vraagstukken te behandelen, in de capaciteiten over de grenzen van het eigen vakgebied heen te kijken en te werken en in het vermogen zaken vanuit verschillende gezichtspunten te bezien. Honoursstudenten worden geselecteerd aan de hand van maatstaven waarin hun talent en ambitie een belangrijke rol spelen. Omdat honoursprogramma s vanaf het tweede jaar worden aangeboden, dienen deze studenten 60 EC in één jaar te hebben gehaald en dienen zij door hun studieloopbaanbegeleider aanbevolen te worden. Docenten die onderwijs geven in het honoursprogramma, blinken uit in kennis en expertise, in didactische vaardigheden en in het vermogen relaties op te bouwen met studenten en het werkveld. De docenten en studenten in het honoursprogramma vormen een ambitieuze en stimulerende community. De kwaliteit van het honoursprogramma wordt geborgd door een geschikt en goed werkend systeem van kwaliteitszorg. De studenten hebben een onderscheidend eindniveau bereikt, dat door een systeem van toetsing en beoordeling is gewaarborgd. Het honoursprogramma moet voldoen aan de eisen voor het type honoursprogramma (zie hoofdstuk 3 van dit rapport voor de opsomming daarvan). De Hanzehogeschool heeft zich niet alleen tot doel gesteld de kwaliteit van het honoursonderwijs te bewaken en te beoordelen maar ook actief onderzoek naar excellentieonderwijs te doen. Binnen het Hanze Honours College is het lectoraat Excellentie in Hoger Onderwijs en Samenleving opgenomen, dat dit onderzoek ter hand neemt. Het lectoraat voert overigens ook de leergang uit die docenten voorbereidt op het onderwijs in honoursprogramma s. Zoals ook in de visie verwoord, acht de Hanzehogeschool de verbinding van het honoursonderwijs met het beroepenveld van groot belang. Het profiel van de excellente professional dat ook in de certificering een voorname rol speelt, wordt in samenspraak met beroepenveld opgesteld. Het profiel is daarom afgestemd op het beeld dat een specifiek, voor de betreffende school relevant beroepenveld van deze professional heeft. In 2016 zal voor elke school een profiel opgesteld zijn. De onderlinge afstemming van de profielen en de mogelijke actualisering daarvan zal daarna plaatsvinden. Daarnaast worden projecten voor studenten in de beroepspraktijk geworven. Daartoe heeft de hogeschool het Honours Projectenbureau opgericht, dat een onderdeel van het Hanze Honours College is. Overwegingen De commissie beschouwt het systeem van certificering van het honoursonderwijs als een gedegen systeem door de opzet ervan en door de wijze waarop het uitgewerkt is. Het Hanze Honours College speelt daarin een voorname rol maar ook het College van Bestuur van de Hanzehogeschool neemt zijn verantwoordelijkheid. Daarnaast ziet de commissie de blijvende Pagina 11 van 21

betrokkenheid van de externe organisatie Hobéon als een extra waarborg voor de kwaliteit van uitvoering van dat systeem. De commissie heeft de kwaliteitscriteria voor de certificering van de honoursprogramma s bestudeerd en heeft daarbij vastgesteld dat deze een getrouwe afspiegeling en een voldoende operationalisering van de visie van de hogeschool op het honoursonderwijs zijn. Aldus komt de uitwerking van de certificering overeen met de visie op de kwaliteit van dat onderwijs. Ook zijn de kwaliteitscriteria in de ogen van de commissie relevant. De commissie bepleit wel de resultaten die de studenten van de honoursprogramma s bereiken en de mogelijke verschillen in termen van competenties en behaalde cijfers daarin met studenten in de reguliere opleidingen beter in beeld te brengen. In lijn met de kwaliteitscriteria in het kader van de certificering heeft de commissie ook met name stilgestaan bij de eisen die aan studenten en docenten worden gesteld. De procedures voor de toelating van zowel de studenten als de docenten zijn in de ogen van de commissie adequaat. Met instemming heeft de commissie kennisgenomen van het onderzoek dat in de hogeschool op het gebied van honoursonderwijs wordt gedaan en de belangwekkende rol die het lectoraat van het Hanze Honours College daarin vervult. De commissie is ook positief over de verbinding met het beroepenveld, waardeert de rol van het Honours Projectenbureau daarin en acht het concept van de excellente professional waardevol zowel in zichzelf als om de brug naar het werkveld te slaan. Beoordeling van het criterium Op grond van bovenstaande overwegingen beoordeelt de commissie Criterium 2 Concretisering: Beleid als voldoende. 5.4 Criterium 2.3 Concretisering: Resultaten Criterium 2.3: De instelling heeft zicht op de mate waarin haar visie op de kwaliteit van haar onderwijs wordt gerealiseerd en meet en evalueert regelmatig de kwaliteit van haar opleidingen bij studenten, medewerkers, alumni en vertegenwoordigers van het beroepenveld. Bevindingen De Hanzehogeschool heeft streefdoelen opgesteld voor het honoursonderwijs. Eén van de doelen is dat in 2016 iedere school één of meer gecertificeerde honoursprogramma s aanbiedt. Een ander streefdoel is dat het aantal studenten dat aan een honoursprogramma deelneemt, toeneemt en aan het einde van 2015 op 6 % van de studentenpopulatie van de hogeschool staat. Een derde doel is dat de honoursprogramma s voldoen aan de eisen van certificering. De hogeschool beschikt over een aantal instrumenten om de kwaliteit van het honoursonderwijs te meten en te evalueren. De voornaamste daarvan zijn de instrumenten die tot het systeem van certificering behoren. Dat zijn achtereenvolgens de beoordelingen van de honoursprogramma s Pagina 12 van 21

bij de toelating, tijdens het proces van monitoring in de jaarlijkse voortgangsgesprekken en bij de certificering. Bij de voortgangsgesprekken wordt ook aandacht besteed aan de resultaten van de periodieke enquêtes die onder studenten en onder het werkveld worden gehouden. De toelating van honoursprogramma s gebeurt op grond van een door de school aan te bieden plan. De voortgangsgesprekken worden gevoerd door medewerkers van het Hanze Honours College met de betreffende school. De certificering wordt uitgevoerd door een auditteam, bestaande uit een medewerker van het Hanze Honours College als voorzitter, een auditor uit de pool van auditoren van de stafafdeling Onderwijs en Onderzoek, een docent en een student. De docent en student zijn aan een honoursprogramma van een andere school verbonden. De auditoren zijn wel geschoold maar niet gecertificeerd voor hun taak. Het beroepenveld is op verschillende wijze betrokken bij de kwaliteit van het honoursonderwijs. Zo participeert het werkveld in het opstellen van het profiel van de excellente professional voor de verschillende beroepenvelden. Ook leveren organisaties in het werkveld opdrachten voor de studenten aan. Daarnaast krijgt het werkveld periodiek een enquête voorgelegd waarin gevraagd wordt de prestaties van de studenten in de beroepspraktijk te beoordelen. Ook heeft het Hanze Honours College een eigen werkveldadviescommissie die het College adviseert in relatie tot het werkveld. Overwegingen De commissie beoordeelt het stellen van streefdoelen en het meten en evalueren van de resultaten binnen het systeem van certificering van de Hanzehogeschool als voldoende. Op verschillende wijze en periodiek worden de resultaten inzake de honoursprogramma s beoordeeld. De hierboven genoemde streefdoelen worden naar de waarneming van de commissie door de hogeschool bereikt en kunnen daarom ook als realistisch worden beschouwd. Wel beveelt de commissie aan het proces van jaarlijkse monitoring van de programma s verder te structureren en op een strakkere wijze uit te voeren. De commissie beoordeelt de samenstelling van de auditteams die de certificering uitvoeren en de kwalificaties van de leden van de teams als toereikend om tot de betrouwbare en onafhankelijke beoordeling van de honoursprogramma s te komen. Naar de mening van de commissie betrekt de Hanzehogeschool de studenten, de docenten en het beroepenveld in voldoende mate bij de kwaliteit van het honoursonderwijs. Er is nog geen sprake van het systematisch bevragen van de alumni. Beoordeling van het criterium Op grond van bovenstaande overwegingen beoordeelt de commissie Criterium 3 Concretisering: Resultaten als voldoende. Pagina 13 van 21

5.5 Criterium 2.4 Concretisering: Verbeterbeleid Criterium 2.4: De instelling toont aan dat zij de kwaliteit van haar opleidingen waar nodig systematisch en tijdig verbetert. Bevindingen De Hanzehogeschool heeft in 2012, na het aflopen van het Siriusprogramma, een beleidsplan voor de ontwikkeling van het honoursonderwijs geschreven. In 2013 zijn de visie op het honoursonderwijs en de daarvan afgeleide criteria voor de certificering van honoursprogramma s op schrift gesteld. In 2015 is van dit document een geactualiseerde versie verschenen. Zowel bij de toelating van honoursprogramma s als bij de certificering kunnen programma s als onvoldoende worden beoordeeld. Als dat gebeurt, hebben zij een halfjaar de tijd om de vastgestelde tekortkomingen te herstellen en alsnog voor toelating of certificering in aanmerking te komen. Mochten ze na afloop van die periode alsnog niet aan de gestelde eisen voldoen, dan worden ze niet toegelaten of niet gecertificeerd. In twee situaties is een honoursprogramma bij de toelating definitief niet als honoursonderwijs goedgekeurd. Eén van de aspecten van de kwaliteit van het honoursonderwijs die vooralsnog te wensen over lijkt te laten, is de frequentie waarmee het beroepenveld de enquêtes over de prestaties van de studenten invult. Deze frequentie blijft achter bij wat het Hanze Honours College als wenselijk ziet. Tegenover de auditcommissie heeft het Hanze Honours College verklaard zich voor te nemen het beroepenveld mondelinge enquêtes af te nemen om hun mening te vernemen. Overwegingen Op basis van de verschillende documenten die de commissie heeft bestudeerd, stelt zij vast dat de Hanzehogeschool gestadig werkt aan de actualisering en de verdere verbetering van de visie op het honoursonderwijs en de beoordelingscriteria voor de toelating en certificering van de honoursprogramma s. Er is sprake van een geleidelijke ontwikkeling maar deze toont wel het proces van verbetering aan dat de hogeschool in dit verband gestalte geeft. De commissie stelt vast dat de hogeschool de honoursprogramma s voldoende mogelijkheden biedt om zich te verbeteren, mochten zij bij de procedure van toelating of certificering niet aan de eisen daarvan voldoen. Aan de andere kant heeft de commissie ook gezien dat de trajecten van verbetering eindig zijn en dat de beoordelingen dienaangaande strikt genoeg worden toegepast. Inzake de vooralsnog wat teleurstellende deelname van het beroepenveld aan de enquêtes heeft de commissie gezien dat de hogeschool ook op dat gebied stappen ter verbetering zet. Beoordeling van het criterium Op grond van bovenstaande overwegingen beoordeelt de commissie Criterium 4 Concretisering: Verbeterbeleid als voldoende. Pagina 14 van 21

5.6 Criterium 2.5 Concretisering: Organisatie- en beslissingsstructuur Criterium 2.5: De instelling heeft een effectieve organisatie- en beslissingsstructuur met betrekking tot de kwaliteit van haar opleidingen waarin de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden duidelijk zijn afgebakend en waarvan de inspraak van studenten en medewerkers deel uitmaakt. Bevindingen De organisatie van het honoursonderwijs binnen de Hanzehogeschool Groningen verschilt fundamenteel van die van de liberal arts and sciences colleges of university colleges die in de universiteiten bekend zijn of van die van de honourscolleges binnen sommige hogescholen. In de laatstgenoemde gevallen is het excellentie- of honoursonderwijs geconcentreerd in een aparte organisatorische eenheid binnen de instelling. In de Hanzehogeschool is dat niet zo. Daar wordt dit onderwijs in elk van de 17 schools van de instelling verzorgd. Er is wel een centrale eenheid in de vorm van het Hanze Honours College maar deze beperkt zich tot het voeren van de regie over het honoursonderwijs binnen de hogeschool. Het Hanze Honours College is een relatief kleine organisatie van een aantal medewerkers onder leiding van een leading dean die daarnaast ook de dean van één van de schools is. Momenteel is de dean van de Pedagogische Academie het hoofd. Het Hanze Honours College heeft een adviserende raad van studenten en docenten van honoursprogramma s en een werkveldadviescommissie met vertegenwoordigers vanuit het beroepenveld. De taken en verantwoordelijkheden van het Hanze Honours College zijn de volgende. Voeren van de regie over het honoursonderwijs binnen de Hanzehogeschool. Stimuleren van honoursonderwijs binnen de hogeschool. Bieden van ondersteuning aan schools die een honoursprogramma willen opzetten. Adviseren van het College van Bestuur van de hogeschool over het toelaten van honoursprogramma s. Uitvoeren van audits voor de certificering van honoursprogramma s. In de vorm van het lectoraat Excellentie in Hoger Onderwijs en Samenleving onderzoek doen naar excellentie en honoursonderwijs. Aanbieden van een leergang voor docenten die in honoursprogramma s college willen geven. Deze leergang wordt verzorgd door het genoemde lectoraat. Interdisciplinaire gedeelten van honoursprogramma s verzorgen. Het Hanze Honours College onderhoudt geregeld contact met de schools over aspecten van het honoursonderwijs. Dat kan een wat informeler en adviserend karakter hebben maar heeft ook een formele kant. Deze krijgt vorm in het jaarlijkse voortgangsgesprek met de dean en honourscoördinator van de school in het kader van de monitoring van de kwaliteit van het honoursonderwijs binnen de school. Overigens overleggen de honourscoördinatoren van de schools geregeld met elkaar om bevindingen uit te wisselen. Pagina 15 van 21

In het periodieke overleg tussen alle deans van de hogeschool behartigt de leading dean van het Hanze Honours College de positie en de belangen van het honoursonderwijs. Het Hanze Honours College stelt een jaarplan op dat door het College van Bestuur moet worden goedgekeurd. Voorstellen voor toelating en certificering van honoursprogramma s worden voor vaststelling aan het College van Bestuur voorgelegd. Bij de aanvang van het Hanze Honours College is ook met de Raad van Toezicht gesproken. Dat is later niet meer gebeurd. De Raad van Toezicht wordt wel geïnformeerd door de jaarverslagen en jaarplannen van het Hanze Honours College, die worden besproken met het College van Bestuur. Het Hanze Honours College onderhoudt samen met de stafafdeling Onderwijs & Onderzoek van de Hanzehogeschool contact met de organisatie Hobéon over het proces van kwaliteitsbewaking en certificering van de honoursprogramma s. Overwegingen De commissie heeft kennisgenomen van de organisatie- en beslissingsstructuur rond het honoursonderwijs binnen de Hanzehogeschool en acht deze doeltreffend. De commissie vindt de verdeling van taken en verantwoordelijkheden tussen de schools en het Hanze Honours College helder. De relaties en het overleg tussen het Hanze Honours College en de schools draagt bij aan een goede afstemming tussen beide. Ook is voor de commissie de rol van het College van Bestuur van de hogeschool in dezen duidelijk uitgewerkt. Beoordeling van het criterium Op grond van bovenstaande overwegingen beoordeelt de commissie Criterium 2.5 Concretisering: Organisatie- en beslissingsstructuur als voldoende. 5.7 Criterium 3: Relevantie Criterium 3: Het bijzonder kenmerk is van wezenlijk belang voor het profiel van de instelling. Bevindingen Zoals eerder gezegd, is de visie van de hogeschool op het honoursonderwijs de studenten uit te dagen hun talenten binnen en buiten de opleiding optimaal te ontwikkelen hen de mogelijkheden te geven meer te bereiken dan in reguliere opleidingen kan. In de visie op en de uitwerking van het honoursonderwijs besteedt de Hanzehogeschool ook aandacht aan de uitstraling van dat onderwijs naar het reguliere onderwijs. Het is in de ogen van de hogeschool van belang dat de honourscommunity in verbinding blijft staan met de studenten en docenten van de reguliere opleidingen, opdat zij kennis nemen van dat ambitieuze en uitdagende onderwijs en dat in de eigen opleiding toepassen. Het aan het Hanze Honours College verbonden lectoraat doet onderzoek naar de uitstralingseffecten van het honoursonderwijs op de reguliere opleidingen. In het gesprek met de commissie hebben de vertegenwoordigers van de hogeschool gezegd concrete bewijzen gezien te hebben van het effect dat het honoursonderwijs op de reguliere opleidingen heeft. Dat geldt onder meer de transfer van nieuwe didactische vormen naar het Pagina 16 van 21

reguliere onderwijs en de gewijzigde benadering door docenten in de colleges van reguliere opleidingen. Door het aanbieden van honoursprogramma s binnen elk van de schools hebben de studenten in een school de mogelijkheid deze programma s te volgen. Dat vergroot hun keuzemogelijkheden. De studenten die op hun diplomasupplement de vermelding honours hebben, worden vaker voor een sollicitatiegesprek uitgenodigd, zo gaven de vertegenwoordigers van de hogeschool in het gesprek met de commissie te kennen. Nog niet duidelijk is of honoursstudenten ook vaker doorstromen naar masteropleidingen. Overwegingen Naar de waarneming van de commissie besteedt de Hanzehogeschool voldoende aandacht aan de herkenbaarheid van het honoursonderwijs en aan de uitstraling naar de reguliere opleidingen. De commissie is ervan overtuigd dat studenten als gevolg van het aanbod van honoursonderwijs meer keuzemogelijkheden in hun opleiding hebben. Omdat de Hanzehogeschool in alle schools honoursprogramma s aanbiedt, gelden deze mogelijkheden voor alle studenten. De commissie beveelt aan de loopbaan van de afgestudeerden te volgen om een beter beeld van hun prestaties in de beroepspraktijk te krijgen. Beoordeling van het criterium Op grond van bovenstaande overwegingen beoordeelt de commissie Criterium 3 Relevantie als voldoende. Pagina 17 van 21

6. Aanbevelingen In dit rapport heeft de auditcommissie enkele aanbevelingen aan de instelling opgenomen. Voor alle duidelijkheid zijn deze aanbevelingen hieronder samengebracht. Bij het opstellen van de visie de nodige ruimte en flexibiliteit toelaten, mede om in te kunnen blijven spelen op nieuwe wetenschappelijke inzichten in het excellentieonderwijs en best practices van andere (internationale) hogescholen en universiteiten te kunnen implementeren. De resultaten die de studenten van de honoursprogramma s bereiken en de mogelijke verschillen daarin met studenten in de reguliere opleidingen beter in beeld brengen om zo ruimte te bieden om de honoursprogramma s aan te passen. Het proces van de jaarlijkse monitoring op een meer gestructureerde wijze inrichten en uitvoeren. De alumni van de honoursprogramma s beter volgen, opdat een beeld van hun kansen en resultaten in de beroepspraktijk kan worden opgebouwd en dit te gebruiken ter promotie van het honoursonderwijs. Pagina 18 van 21

Bijlage 1: Samenstelling commissie De commissie bestond uit de volgende personen: Drs. W.J. Breebaart (voorzitter). Dr. J.L.C.M. Woltman Elpers (lid). Drs. W.M.E. Teune-Kasbergen (lid). C.L.R. Kijne BBA (student-lid). drs. W.J. Breebaart (voorzitter) Na de HBS-B studeerde de heer Breebaart aan de Universiteit van Leiden wijsgerige sociologie. Hij begon zijn carrière als docent in het vo, mbo en ho. Vanaf 1979 was hij directeur in de Hogeschool Rotterdam met diverse portefeuilles, van 1990 tot 1997 voorzitter van het College van Bestuur van de latere Mondriaan Onderwijsgroep. Van 1997 tot 2010 was hij voorzitter van het College van Bestuur van De Haagse Hogeschool. In het schooljaar 2010/2011 was hij waarnemend voorzitter van het College van Bestuur van de Stenden hogeschool in Leeuwarden. Daarnaast was hij toezichthouder in grote zorginstellingen, het reguliere onderwijs en in het post-academisch onderwijs. Actueel is hij voorzitter van De Noordwijkse School, voorzitter van de Ambulante Educatieve Dienst voor Special Needs in de regio Midden Holland, vice-voorzitter van de Raad van Toezicht van Hotelschool The Hague, voorzitter van de Vereniging van Toezichthouders van de Hogescholen en adviseur van diverse instellingen en organisaties. De heer Breebaart is ere-lector Kennisontwikkeling in het Hoger Beroepsonderwijs van De Haagse Hogeschool. dr. J.L.C.M. Woltman Elpers (lid) Mevrouw Woltman Elpers is directielid van het domein Business, Media en Recht van de Hogeschool Windesheim en dean van het Honourscollege Windesheim: a BBA in Global Projectand Change Management. Ook geeft zij leiding aan honoursprogramma s en honourstrajecten Windesheim. Daarnaast is ze verantwoordelijk voor internationalisering en de masteropleidingen van het domein Business, Media en Recht. Mevrouw Woltman Elpers was betrokken bij de accreditatie van het Windesheim Honours College en bij het behalen van het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs. Daarnaast is zij docent binnen de Parttime Master Marketing bij de Vrije Universiteit Amsterdam en is zij gastdocent (geweest) bij universiteiten in Duitsland, China en de VS. Zij heeft een toezichthoudende functie bij Marketing Oost. Hiervoor heeft mevrouw Woltman Elpers gewerkt als hoofd van de Market Intelligence afdeling van 3M Deutschland GmBH en was ze verantwoordelijk voor het traineeshipbeleid en stagiairebeleid van 3M. drs. W.M.E. Teune-Kasbergen (lid) Mevrouw Teune heeft zitting in de commissie die voor de NVAO de aanvragen voor het Bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs in Nederland beoordeelt. Eerder was zij bestuurder van Fontys Hogeschool. Heden is zij lid en tevens vice-voorzitter van de Raad van Toezicht van Hogeschool Zeeland. Daarnaast is zij lid van de Raad van Toezicht van St. Biezonderwijs Vicevoorzitter SKANfonds en heeft zij een toezichthoudende functie bij de Rabobank Hart van Brabant en OSG/Metrium. Mevrouw Teune heeft een zeer ruime ervaring in het hoger onderwijs als docent, directeur en bestuurder. Pagina 19 van 21

C.L.R. Kijne BBA (student-lid) De heer Kijne is in 2014 als honoursstudent afgestudeerd bij Saxion Hogeschool. Hij heeft als honoursstudent geparticipeerd in panelgesprekken met interne en externe stakeholders en heeft zijn medewerking gegeven aan ontwikkelingen binnen de honoursprogramma s. Daarnaast heeft de heer Kijne als honours-alumnus deelgenomen aan de audit in het kader het Siriusprogramma. Secretaris van de commissie was drs. W. Vercouteren RC. Pagina 20 van 21

Bijlage 2: Bestudeerde documenten Documenten die door de Hanzehogeschool aan de commissie ter beschikking zijn gesteld Kritische reflectie voor de aanvraag betreffende Bijzonder kenmerk Certificering van honoursonderwijs, Hanzehogeschool Groningen Hanze Honours College (2012). Het excellentieprofiel van de Hanzehogeschool 2012 2016. Zichtbaar verankerd. Hanzehogeschool Groningen Hanze Honours College (2015). Honours bij de Hanzehogeschool Groningen, update september 2015, oorspronkelijke versie juni 2013. Hanzehogeschool Groningen Hobéon (2015). Beoordelingsrapport Hobéon Keurmerk voor Kwaliteit. Hobéon Hanze Honours College (2014). Kritische reflectie Hanze Honours College voor de certificering van honoursprogramma s. Hanzehogeschool Groningen Hanze Honours College, (2013). Procedure voor de certificering van honoursprogramma s. Hanzehogeschool Groningen Hanze Honours College (2013). Format auditrapport certificering honoursprogramma s. Hanzehogeschool Groningen Hanze Honours College (2014). Presentatie auditorentraining. Hanzehogeschool Groningen Hanze Honours College (2015). Procedure hercertificering. Hanzehogeschool Groningen Hanze Honours College (2015). Procedure opstellen ontwikkelagenda ten behoeve van hercertificering. Hanzehogeschool Groningen Hanze Honours College (2012). Profiel en selectie van de honoursdocent. Hanzehogeschool Groningen Hanze Honours College (2015): Leaflet HHC. Hanzehogeschool Groningen Hanze Honours College (2015). Vragenlijst studenten ten behoeve van monitoring. Hanzehogeschool Groningen Hanze Honours College (2015). Vragenlijst werkveld ten behoeve van monitoring. Hanzehogeschool Groningen Hanze Honours College (2015). Excellentie beweegt. Jaarplan HHC 2015 2016. Hanzehogeschool Groningen Hanze Honours College (2015). Activiteitenplan lectoraat Excellentie in Hoger Onderwijs en Samenleving. Hanzehogeschool Groningen Hanzehogeschool Groningen (2014). HG-onderwijsvisie 2020. Hanzehogeschool Groningen Hanzehogeschool Groningen (2012). Voorstel voor prestatieafspraken. Hanzehogeschool Groningen Hanze Honours College, 2012. Hanzehogeschool Groningen Hanze Honours College. Hanze honours. De uitdaging van excellentie (brochure). Hanzehogeschool Groningen Hanze Honours College. Overzicht integratie onderwijs, beroepspraktijk en onderzoek (schema). Hanzehogeschool Groningen Hanze Honours College. Talent (brochure). Hanzehogeschool Groningen Verslag voortgangsgesprek honoursonderwijs SIFE, 2014 Pagina 21 van 21